Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 49. Zaterdag 5 Maart 1892. Vijfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren. Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs por drie maanden: Franco per post Afzonderlijke BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs dar Adrortentitai Van 1 tol 6 regelsf 0.90. Voor iederen regel meer- 0.05. n uiterlijk Vrjjdefmrad fflBBT*' "Ui die r.leh vóór 1 April a. s. abonnee- J2'Op„DH KKM BOOK". ont- elHgen de iot dien tijd ver schijnende iiimiiuerit GKA'I'IS. Wegens plaatsgebrek zijn irij deze keer genoodzaakt het feuilleton achter wege te laten. Verkiezing voor de Provinciale Staten. Door liet overlijden van den Meur Mr. J. M. Richelle, lid der Staten van de provincie Utrecht, is een zetel in die Staten vacant geworden, waarin moet worden voorzien door de verkiezing op Dinsdag 8 Maart aanstaande. De R. K. Kiesvereeniging „Recht en Orde" te Amersfoort heeft voor die keuze met algemeene stemmen als can- didaut aangenomen den Heer C. T. van Beek. Dit lag wel voor de handimmers, bij de herinnering, dat in 1889 de Heer M. var. Beek uit eigen beweging is af getreden als lid der Provinciale Staten, om gelegenheid te geven lol verkiezing en dus lot behoud in de Staten van het lid der Gedeputeerden, den Heer Mr. W. J. M. Bosch, en bij zijne ver klaring, dat hij afziet van elke candi- datuur, viel het oog van zelf op zijn jongeren broeder, den Heer C. T. van Beek, lid van den gemeenteraad te Amersfoorteen man van onafhankelijke positie, die in staat en bereid is hel voetspoor zijns broeders te volgen en de lasten te aanvaarden, die aan deze betrekking r.jjn verbonden. Onze geheele instemming betuigende met deze candidatuur, meenen wij den kiezers ernstig te moeien verzoeken, om toch vooral deze gelegenheid niet te verzuimen, teneinde ijverig mede te wer ken tot verkiezing van den Heer C. T. VAST BEEK en daardoor zooveel mogelijk de evenredige vertegenwoor diging der Katholieken in de Provinciale Staten te bevorderen. Moge derhalve geen kiezer in het kies district achterwege blijven in het ver vullen van zijn plicht, en de ijver der kiezers ook anderen aansporen dien te vervullen, door getrouw te gaan stem men op den Heer C. T. van Beek. De Stembus is geopend van 's mor gens négen tot 's namiddags vier ure. PETRUS MATHIAS SNICKERS, door de genade Gods en de gunst can den Apostolischen Stoel Aartsbisschop van Utrecht, Huisprelaat van Z. H. Puus Leo XIII, Assistent-Bisschop bij den Pauselijken Troon, enz. Aan de Geeste lijkheid en de Geloovigen van Ons Aartsbisdom Zaligheid in den Heer! Toen eenigen tijd geleden onze Heilige Vader Paus Leo, in zijn bezergheid voor ons, alle bisschoppen der katholieke wereld en plaatselijke ordinarissen mach tigde tot het verleenen van een geheel buitengewone dispensatie in de kerkelijke vaste- en onthoudingswet, toen gaf Zijne Heiligheid tevens den wensch te kennen, dat de geloovigen, van deze apostolische gunst gebruik makend, zich te meer mochten oefenen in goede werken, die geschikt zijn Gods barmhartigheid at te smeeken. En die geëerbiedigde wensch des H. Vadeis werd dan ook, van den eersten oogenblik af, aan de geloovigen bekend gemaakt. Er valt intusschen niet aan te twijfelen, of het moet in don geest zijn van den Opperherder, nü vooral onze aandacht op zijn vermaning le vestigen, nu weder de dagen naderen, die bijzonder aan de gedachtenis van het lijden des Hceren zijn gewijd en die, als dagen van voor bereiding lot het Paaschfeest, een tijd van godsvrucht en boete uilmaken voor geheel de Kerk. Want aan liet verheven karakter dezei dagen nmg, door onze lijdelijke ontheffing van de vaste- en onthoudingswet, niet in liet minsL worden te kort gedaanmaar, zijn wij thans minder in vasten en onthouden, des te overvloediger belmoren wij te zijn in alle ander godsdienstig werk, in zulke oefeningen vooral als door Zijne Heilig heid bij name worden aangeduid, en wel, allereerst, in werken van christelijke naastenliefde. En inderdaad, ieder onzer weet, welke plaats in het christelijk leven toekomt aan die verhevene deugd. Als de leeraar der volkeren, in de epistel-les van dezen Zondag, leert dat alle geestelijke gaven, alle deugden, ook in verheven graad beoefend, ijdel blijven in den mensch, wanneer hem daarbij de liefde ontbreekt als de H. Apostel Joannes in zijn eer sten brief verklaart, dat al wie zijn broeder niet bemint, niet uit God is; als onze Goddelijke Verlosser-zelf het gebod der naastenliefde het tweede gebod noemt, aan het eerste, het grootste, gelijk; en als Hij, den avond vóór Zijn lijden, Zijn eigene liefde voor ons tot voorbeeld stelt van onze liefde jegens elkander: .Ik geef u een nieuw gebod, dat gij elkander bemint, en gelijk Ik u heb liefgehad, zoo ook gij elkander liefhebt hieraan zullen allen erkennen, dat gij Mijn leerlingen zijt, zoo gij liefde hebt voor elkander," dan verwonderen wij ons niet, dal' de H. Apostel Petrus, na, in zijn brief aun de geloovigen, veel onderrichtingen te hebben gedaan, eindelijk besluit met dal korte, maar veelbeteekenend woord: .Doch vóór alles hebt wederzijds bestendige liefde jegens elkander." Wij vragen derhalve geen nadere bevestiging van den liefdeplicht; iedere geloovige weet dat de liefde hel onmisbaar kenleeken is van den Christenieder erkent, dat de heilige plicht van beminnen door niets anders kan worden aangevuld of vervangenmaar juist om die reden behooren wij te meer ons-zelven in oprechtheid te onderzoeken, of ons wer ken inderdaad een werken der liefde is, of wij in den rechten zin des woord? wandelen in de liefde, alles naar het woord des Apostels in liefde doende in ons dagelijksch teven. En op dit laatste houdt vooral de ware leerling des Ver lossers zijt. aandacht gevestigd. Er is ongetwijfeld niemand onder ons. die niet onderscheiden liefdewerken verrichtniet zelden ook doen zich omstandigheden voor, waarin wegens buitengewone behoeften buitengewone liefdewerken worden verlangd; en dan belmoren Onze geloovigen gewis lot hel getal diergenen, op wier liefdadigheid, om zoo te spreken, reeds bij voorbaat mag worden gerekend. Dat is schoon, dat is zeer verdienstelijk, en deze recht christelijke gesteltenis verdient wel te worden onderhouden en meer en meer volmaakt; doch niettemin, in ons dage lijksch verkeer, in onze bemoeiingen met den naaste, in ons spreken en oordeelen over hem, in één woord, in het gewone leven vooral is hel, dat wij de liefde in toepassing moeten brengenen daartoe immers vinden wij in de H. Schriftuur- zelve zeer bepaald omschreven verma ningen voor alle geloovigen van eiken leeftijd, van eiken stand. Zoo wijdt, bij voorbeeld, de H. Pau- lus een goed deel zijr.er apostolische brieven aan het doen nan voorschriften, het gewone leven der geloovigen, hun dagelijksch onderling verkeer betreffende, opdat alles van hen in liefde geschiede zij zullen, zich wachtend voor al het geen hun broeder lot aanstoot wezen kan, minzaam zijn jegens elkanderdoet aun, zegt hij hun, als uitverkorenen Gods, een hartelijk medelijden, goedertieren heid, nederigheid, zachtmoedigheid, lank moedigheid, zoodat gij elkander verdraagt en elkander vergeeft, als de een eenige klaehte heeft tegen den ander; evenals de Heer u heeft vergeven, doet ook gij alzoo; sticht de een den ander, voor elkanders zaligheid bezorgd. En mogen wij allen dan dit beeld van christelijken levenswandel altijd voor ongen houden, het zal ons een der zekerste waarbor gen zijn, dat wij blijven in den Verlos- r, en Hij in ons. Maar op de tweede plaats spreekt Zijne Heiligheid den wensch uit, dat de geloovigen Gods goedheid verbidden zul len door trouwe deelneming aan de openbare godsdienstoefeningen, door ijve rig kerkbezoek. En deze aanmaning des Heiligen Vaders zal ongetwijfeld met liefde worden ter harte genomen door ieder van ons. Wij kennen de waarde der openbare godsdienstoefening. Zoo dikwijls de geloovigen vereenigd het huis des Heeren binnengaan, om daar en voor elkander te bidden, geven :r aan God, niet ieder voor zijn eigen persoon alleen, maar als Zijn volk geven zij dan ook getuigenis, en belijden zij op de waardigste wijs den naam vun den annhiddelijken Verlosser. Vooral wan neer dit geschiedt bij het opdragen dei- Heilige Geheimen. Dit alles weten wij, en daarom zullen wij ons gelukkig achten, dikwijls te kunnen neerknielen in het Heiligdom en deelnemen aan de Heilige Offerande der Mis. En waarlijk, de ge legenheid, om aan dat groote voorrecht deelachtig te worden, ligt in den regel niet verre van ons. Eiken dag toch, niet zelden in onze nabijheid, wordt de Heilige Offerande der Mis in onze ker- eens of meermalen opgedragen het vooi sommigen onder ons volstrekt geen opoffering mogen heeten, ook bui ten de Zon- en feestdagen daarbij tegen woordig te zijn: als zeker mag ten minste gehouden worden, dat van de meeste huisgezinnen eiken dag, zoo niet méér leden, ten minste één van hen ter kerk zou kunnen gaan, om den zegen Gods over hel gezin af le smeeken. Maar dit geschiedt reeds, zeggen wel licht sommigen' uwer bij zich-zelven; en inderdaad, dat zeggen Wij ook met hendoch het mocht, beminde geloo vigen, op sommige plaatsen wel alj'e- meenerzijn, en hel zal, vertrouwen wij. ook algemeener wordenwant het niet meer malen in de week ter kerk gaan van menig gezin beschouwen Wij geenszins als onverschilligheidhet zal genoeg zijn, hun aandacht erop te hebben gevestigd. Mocht het aan sommigen ook eenige opoffering ko. ten, Mij dunkt, voortaan zal kunnen worden gezegd-. de meeste huisgezinnen van het diocees worden dagelijks onder de Heilige Mis vertegen woordigd. En laat Ons daarbij vooral mogen vertrouwen, dat de ouders Ons zullen behulpzaam zijn, om hun kinde ren van jongs af een diepen eerbied voor die Heilige Geheimen in te prenten want aan het goede, hun in deze door hel voorbeeld der ouders geleerd, zul len de kinderen waarschijnlijk vasthou den in gevorderden leeftjjd. Op de derde plaats maant ons H. Vader aan tot veelvuldig gebruik der Heilige Sacramenten, die, gelijk de Kerk ons leert, door den Goddeiijken Verlosser tot onze rechtvaardiging zijn ingesteld en, uit kracht dier goddelijke instelling, de genade, waarvan zij teeke- nen zijn, werkelijk mededeelen. En Mij dunkt, bij zulke vermaning des H. Vaders denkt ieder uwer, evenals Wij, hoofd zakelijk aan het Sacrament der Biecht en aan het groote Liefdegeheim des Heeren, het Aanbiddelijk Altaarsacra ment en wel vooreerst aan het kost bare genees-en redmiddel, door Gods goedheid den mensch geschonken, het Sacrament van Boetvaardigheid. Immers, dewijl wij allen, uithoofde van voort durende zwakheid, in veel dingen mis doen, is hel voor iederen geloovige van groot en blijvend belang, door geregeld te biechten gaan alle dagelijksche vlek ken uil te wfsschcn en de spruiten van dreigend grooler kwaad in ae kiem le onderdrukken. Maar als Wij zoo spreken mogen lot hen die weliswaar misdoen, maar wier geweten nochtans vrij is van groote zonde, veel meer richten Wij op dit oogenblik een woord van waarschu wing tot degenen die, hoezeer in staat van groote zonde, gerust en misschien langen tijd, verwijderd blijven van het Sacrament van Boelvaardigheid. Want, B. G., het is bitter en schuldig, door de zonde af te wijken van God; maar, na de zonde, blijven in Gods vijand schap, ofschoon de Verlosser hel mid del van verzoening te onzer beschikking stelt, zulks is den Christen zoo onwaar dig, dat ai wie onverhoopt in zonde mocht gevallen zijn, zich niet te zeer haasten kan tot het Sacrament van Boetvaardigheid. Doch Ons blijft voornl nog te spreken over het Aanbiddelijk Altaargeheim. Niet als ware het noodig elkander op te wekken tot deelneming aan de luister rijke aanbiddingsfeesten, die den geloo vigen aller parochiën boven alles ter harte gaanmaar het kan onzen dier baren Verlosser welgevallig zijn, zoo wij er ons altijd meer van doordringen welke werken van godsvrucht het zekerst aan Zijn liefdevolle bedoelingen beantwoor den: want al wat wij Hem kunnen be wijzen in Zyn Aanbiddelijk Geheim, ons geloof, onze bezoeken, enze openbare belijdenis en aanbidding, het blijft alles onvolmaakt, wanneer daarmede geen eerbiedig verlangen naar de Heilige Communie gepaard gaaten vandaar dat de Kerk, oindut zij ons leeren wil waarin de volmaakte godsvrucht voor hel Allerheiligste Sacrament bestaat, ons bij voortduring wijst op den feestmaal- lijd van heL Evangelie, die een zinne beeld is van het heinelsche feestmaal, dat de Verlosser in Zijn oneindige liefde voor ons bereid heeft. Laten wij der halve, B. G., zoo dikwijls wij het H. Sacrament bezoeken of ter aanbidding te zinnen komen, met diepen ootmoed den Verlosser smeeken, dal zulk heilig verlangen blijve in ons en altijd meer moge toenemen zoo zullen wij aan Zijne liefde beantwoorden, en bij voortduring door'het H. Sacrament gesterkt, blijven wij Hem toebehooreu ten einde toe. Bij het sluiten van dit herderlijk schrij ven vervullen Wij den aangennmen plicht, aan de eerwaarde geestelijkheid en de geloovigen innigen dank te betuigen voor de belangrijke giften, te vorigen jare, bij gelegenheid van Óns gouden pries terfeest, aan Ons gedaan, waardoor Wij in staat werden gesteld, een liefdadige stichting in hel leven te roepen, een opvoedingshuis voor verlaten kinderen, hetwelk zoodra mogelijk zal worden ge opend. De huizinge, met vrij uitgestrekte gronden en oanhoorigh den, staande en gelegen onder de gemeente Tubbergen, is dezer dagen reeds, ten name van Ons aartsbisdom, aangekocht en betaald, en Wij mogen vertrouwen, dat te zijnen tijde in de koster, van onderhoud en beheer naar behooren zal worden voor zien. Zoodra de zaken op voldoende wijze in gereedheid zijn, zal aan alle parochiën van het aartsbisdom de ver- eischte kennisgeving worden gedaan, met mededeeling levens van lol rich- tig beheer vast te stellen statuten en reglement. Wij vei zo-ken u, bij voortduring veel te blijven bidden voor de Heilige Kerk en voor onzen dierbaren Vader, den Opperherder Leo XIII. Houdt ook niet op, Gods ruimen zegen af te smeeken voor het Vaderland, inzonderheid voor H. M. onze geërbiedigde Koningin en hare koninklyke moeder, de Regentes van het Koninkrijk, en bidt mede voor Ons, die niet ophouden, u allen in onze gebeden gedachtig te zjjn. En zal deze in alle tot Ons aart,-bi»- dom behoorende kerken, alsmede in de kapellen, waarover rectors zijn aange steld, op den Zondag Quinquagesima op de gebruikelijke wijze van den predik stoel worden voorgelezen. Gegeven te Utrecht den 22n Februari 1892. PETRUS MATHIAS, Aartsbisschop van Utrecht, Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, H. VAN DE WETERING, Sear. BUITENLAND. De door Keizer Wilhelm gehouden redevoering wordt in de bladen van allerlei richting druk besproken. Vooral de passage, waarin de Keizer al dege nen, die het met zijn politiek niet eens zijn, uilnoodigt, om het Duitsche stof van de voeten te schudden en heen te gaan, wordt sterk gecritiseerd, maar Wilhelm stoort zich aan niets on gaat met gerustheid voort op den weg, dien hij zich voor het welzjjn van zijn volk gekozen heeft. In de laatste dagen der vorige week hebben de anarchisten te Berljjn eenige opstootjes veroorzaakt, waarbij eene bot sing met de politie niet kon uitbljjven. Zij I rokken in optocht door de straten en plunderden verscheiden winkels, wier pen de ruiten in en bedreven allerlei baldadigheden. De politie had de han den vol en rekende verscheiden belha mels in, terwijl een groot getal personen gekwetst werden, waarvan een twintig- lal in het hospitaal moesten worden verbonden. De Keizer reed niettemin eiken dag uit en vertoonde zich, te paard gezeten, midden onder het volk, dat hem, wellicht nog eerbiediger dan anders, begroette. Alleen een troepje schreeuwers maakte het hem een oogen blik lastig, door op hinderlijke wijze voor en achter zijn paard te loopen en somwijlen te fluiten. Naar aanleiding van deze beleediging, zoo vermeldt de Rcischsanzeiger, heeft da Keizer ver scheiden brieven uil arbeiderskringen ontvangen met betuigingen van leed wezen en verzekeringen van de trouwste aanhankelijkheid en het onwrikbaarste vertrouwen. Vooral het kalm voortrijden van den Keizer op 26 Febr. te midden ecner woeste menigte heeft op de toe schouwers een diepen indruk gemaakt, waarvan da gevoelens op de meest karakteristieke wijzein bovenbedoelde toe zendingen werden uitgedrukt. Z. H. de Paus vierde Woensdag zjjn 82sten verjaardag en werd, omdat het juist op Aschdag viel, reeds den vorigen dag door de kardinalen geluk gewenscht. In zijn antwoord herinnerde de H. Va der aan Innocentius XIII, die gedurende zijn pontificaat een dubbel doel na streefde: de bevrijding van het H. Land en de vrijheid der Kerk. Deze laatste zaak behoort echter aan alle lijden, want aan haar hangen de hoogste be langen der menschheid. Innocentius achtte dun dood een winst, wanneer die geleden wordt voor de onafhankelijkheid der Kerk, die slechts bestaanbaar is bjj volle vrijheid des Pausen. Aan dezelfde vrjjheid hebben ook Wij, zei de H. Va der, met minder deugd, maar met even veel goeden wil, Ons sedert 14 jaren toegewijd, ondanks de moeilijke omstan digheden, waarin Wij Ons bevinden. Ten tijde van Innocentius had het godsdienstig gevoel nog overwicht, maar thans is het by de afzonderlijke perso nen verflauwd en uit de staatsregeling en maatschappelijke toestanden schier geheel verdwenen: verwoede vjjanden trachten het christendom le verplette ren zoodat men het sterke geloof der Middeleeuwen moet terugwenschen. dat aan alles weerstand bood en de volke ren vatbaar maakte voor genezing. De

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1892 | | pagina 1