Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 12. Zaterdag 18 Juni 1892. Zesde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk. Soest, Stoutenburg, Teenendaal en Zeist. Verschijnt alken ZATERDAG Abonnementsprijs par drie maanden Afzonderlijke nummers Bureau Krommestraai_F 227, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prija dar Adwnrtentiëni Van 1 tot 6 regels Voor ioderen regtll meer Vorstelijke beleefdheden. De samenkomst van de twee mach tigste potentaten van Europa te Kiel heeft als gewoonlijk weder politieke be schouwingen in de pers uitgelokt. Maar kalmer besprekingen, dan thans gehouden werden, zijn bij zulke gewichtige gebeur tenissen wellicht nimmer voorgekomen. Ook hierin openbaart zich duide lijk de geest des tijds. Eon zekere matheid heeft de volken aangetast. De voortdurende spanning, waarin men om trent de naaste toekomst verkeert, heeft te veel van het zenuwgestel des menschdoms gevergdeen kei zerlijke begroeting vermag niet meer tinteling en levensgloed, die van innerlijke geestkracht getuigt, terug te schenken. Wal voorheen een wereldfeit heette, tot welzijn der volkeren volbracht, wordt thans als de eenvoudigste zaak der wereld beschouwd. De oorzaak hiervan ligt maar al te zeer voor de hand. De volkeren hebben de waarde van vorstelijke beleefdheden leeren onderschattenzij laten zich in deze niet meer door schoon klinkende woorden en holle phrasen bedriegen. En daarbij dringen zich thans maar al te veel ernstige vraagstukken op den voor grond, die zich niet door beleefdheids vormen laten oplossendaartoe worden geheel andere zaken verplichtend ge steld. heel Men behoeft dan ook niet verre in de historie terug te blikken om te zien wat vorstelijke beleefdheden som tijds hebben te beteekenen. Nog vcrsch immers ligt de vergoding in het geheu gen, welke Frankrijk in het vorig jaar van de zijde van Rusland en diens Keizer te beurt viel. Het bezoek der Fransche vloot op de reede van Kroonstad werd aangegrepen om het wufte, lichtzinnige Frankrijk in zijn ijdelheid te prikkelen, en bracht een bespottelijke geestdrift te weeg, zoozelfs, dat het niet zonder reden bezorgdheid wekte, daar het tot harts tocht opgezette volk, bij al zijn revanche- droomen, lichtvaardig tot grootcr dwaas heden kon overslaan. Door in de staatkunde gerijpte man nen werd toen de slaat van zaken met zorg beoordeeld, en hunne waarschu wingen bleven niet uit. De Fransche oud-minister van Builenlandsche Zaken, Barthélemy St. Hilaire, rchreef o. a. ,De geestdrift voor de Russen is een zotheid, die diep te betreuren is. Hel is een nationale schande, dal Frankrijk thans de achterhoede uitmaakt van eene Azi itischc mogendheid als Rusland. Het is een staatkunde, Frankrijk onwaardig." En hij voegt daaraan toe„Ik wil niet overdrijven en beweren, dat de Fransch- Russische alliantie eenonmiddelijken oor log heteekent. De omvang van zulk een oorlog moet afschrikwekkend zijn. De geheele wereld zou er door onderstboven gekeerd worden. Rusland zou ons gebrui ken voor eigen doeleinden, doch ons Elzas en Lotharingen niet terug be zorgen." Het zijn harde waarheden, welke de de Fransche staatsman hier ten beste geeft. Hiermede immers werd het hui chelspel van Rusland voor een groot gedeelte ontmaskerd. Rusland had be doelingen te over om zich tol zulk een rol te leenen. Evenals de meeste Staten, had Rusland geld noodig, en nu de Duitsche bronnen als zoodanig niet vloeien wilden, werd Frankrijk uls het operatieveld voor zulk een onderneming aangewezen. De geest des volks voor zich te winnen, was dus een eerste vereischte. Een vorstelijke beleefdheid, tol in het belachelijke toe, moest mede het middel daartoe zijn I Aan de vorstelijke beleefdheden te Kiel wordt dan ook niet meer waarde gehecht, dan ze terecht verdienen. De ontmoeting tusschen de beide Keizers moest getuigen van een zeer vriend schappelijke verstandhouding, en toch moest bij Frankrijk alle achterdocht worden weggenomen. Te gelijkertijd, dat de samenkomst te Kiel plaats vond, ging Grootvorst Conslantijn den President der Fransche Republiek, tijdens diens ver blijf te Nancy, begroeten. En die attentie aan Frankrijk bewezen heeft het woel zieke volk in liooge mate bevredigd. Eigenaardig schreef de Kiiln. Xhj. „De politieke bctcekcnis van het bezoek van den Czaar moet niet le hoog, maar ook niet te laag geschat worden. Poli tieke afspraken zijn natuurlijk ook dit maal niet gemaakt. De vrccdznmc be- teekenis van dit bezoek wordt wel is waar door de reis van Grootvorst Gou- stalijn naar Nancy cenigcrmnli> verzwakt, maar niet weggenomen. Bij het bezoek van den Grootvorst moet in aanmerking genomen worden, dat de Russen de hulp der Franschen op financiëel gebied meer dan ooit noodig en dus het grootste be lang hebben, elke ontstemming der Fran sche geldmarkt te voorkomen. Het onver wachte bezoek van den Russischen Grootvorst zal dus ten doel gehad heb ben de Fransche markt des te gemak kelijker te openen voor de eerstvolgende Russische leening. Het bezoek van den Czaar te Kiel had zulke bedoelingen niet. De Czaar heeft, naar ons verze kerd wordt, te Kiel herhaaldelijk ver klaard, dat zjjne politiek alleen vreed zame bedoelingen heeft, en daar de be doelingen van den Duilsehcn Keizer sedert zijne troonbestijging onveranderd in het vreedzame spoor zich bewogen hebben, zoo mag men aannemen, dat de persoonlijke gedachtenwisseling van twee monarchen, die elkander vertrouwen, ook ditmaal er toe zal hebben bijge dragen het behoud en den duur des Europeeschen vredes te dienen." vrede. „De hartstochten zouden bedaren; men is het zenuwachtige leven in de builenlandsche politiek moede en het is tijd voor icdcren Staat, zich bezig te houden met zijn eigene ontwikkeling." Met juistheid is hier de politieke toestand geteekend. Men is het zenuwachtig leven moede, hetwelk de volkeren in de laatste jaren hebben getorst. Maar ook de vorsten zijn diep er van doordrongen, dat een Euro- peesche oorlog een verwoesting en eene verwarring stichten zou, zroals de go- gcschicdcnis nimmer gekend heeft. Zij zijn overtuigd, dat de Fransche Staats man waarheid spreekt, als hij zegt„De omvang van zulk een oorlog moet af schrikwekkend zijn. De geheele wereld zou er door onderstboven gekeerd wor den." En dit te voorkomen mag dan ook wel een voornaam streven van vorsten en volkeren zijn. BUITENLAND, Er valt niet aan te twijfelen, of in bovenstaande beschouwing ligt de waar heid ten grondslag. De vorsten, zoowel als de volkeren, verlangen niets vuriger dsn het behoud des vredes. Het Russisch orgaan, de Grashdanin, schrijft dan ook terecht, dat de ontmoeting iri de eerste plaats het karakter heeft van een vriend schappelijk bezoek van goede buren, in de tweede plaats een meer algemcene beteekenis van het behoud van den De Italiannsche minister-president Gi- olilli is er in geslaagd zijn voorstel lot goedkeuring van de voorloopige bcgroo- ting tot December 1892 met eene meer derheid vun 25(1 tegen 172 stommen le zien aunneincn. Heel gemakkelijk ging dit evenwel niet, daar de vrienden van het vorig Kabinet het hem nog al lus tig manklcn, Maar (iiolilti liet zich daar door niet afschrikken. „Gij hebt niet willen wachten tol wc aan het werk waren 0111 ons te oordeelcn," riep hij den Afgevaardigden toe, „welnu, dun noodzaakt ge ons een beroep te doen op de kiezers 1" Dat hielp, en weldra was een gedeelte der oppositie lot zoening gezind en hield rr devoenngen om tot voorzichtigheid aan te nis Nu werden de oiiverzoenlijkcn woedend en overluudden hunne vrienden vandaar straks met scheldwoorden, waardoor tumult ontstond, dat zoo erg was, dat de Voorzitter een oogonblik de zitting moest schorsen, Het slot was de boven vermelde overwinning voor de Regee ring, die grootcr was dan wuarop zij schijnt gerekend te hebben. Door de „royalistische Rechterzijde" der Fransche Kamer is een Verklaring de wereld ingezonden, die tot heel wat geschrijf aanleiding heeft gegeven en ook betreurenswaardige gevolgen zou kunnen hebben, ware het niet dat, zooals later gebleken is, van ongeveer 80 Afgevaar digden het slechts een achttal is, dat het stoute stuk begaan heelt om, zooals de Verklaring het uitdrukt, als Katholie ken eerbiedig te buigen voor het onfeil baar gezag van den H. Vader in geloofs zaken, maar uls burgers het recht te vorderen om vrjjelyk te beslissen omtrent ille questiCn, hun land betrefTendeop de eerste plaats omtrent den regeerings- De katholieke bladen veroordeclen eenparig deze aanmatiging van het g; r 'pjc mannen, die voor niets ter wereld onder verdenking willen komen, als zouden zjj nan den leiband der geestelijkheid loopen, al is hel ook aan dien van den onfeil- bnren Paus! Het is derhalve niet te verwachten dal de meening van de stellers der Verklaring, dat n.l. „de Katholieken van alle partijen zich daarbij kunnen aan sluiten", door velen zal gedeeld worden. Door Keizer Frans Jozef is vóór zijn vertrek uit Budapest een besluit uitgevaardigd, inhoudende, dat de stad voortaan hooldstad en residentie zal hceten. Dit sluit in het invoeren cener permanente, op Hongaarschs leest geschoeide Hofhouding ten paleize en niet een mede overkomen van alles en allen uit Weenen, wanneer de Keizer eens nuar de Hongaarschc hoofdstad komt. Voor de burgerij der hoofstad en de Hongaarsche natie dus een ge schenk van veel beteekenis. Vorst Ferdinand van Bulgarije was Vrijdag op het Engelsche Mamion Houat hij den Lord Mayor te gast en dankte op diens toost met eene toespraak, waarin hij verklaarde naur Engeland te zijn gekomen om de Britsche natie le dan ken voor hare belangstelling in de Bul- gnarsche Zaken. Later was hij te gast bij den Prins van Wules. De ontvangst van den Vorst aan het Britsche Hof is in het oog loopend hartelijk. Tol zelfs do hertog van Edin burgh, een zwager van den Czaar 1 is bij hem geweest. De uitslag der verkiezingen in België dut voor den Senaat gekozen zjjn 45 katholieken en 80 liberalen, terwjjl nog 66n herstemming moet plaats heb- ben. Voor de Kamer zijn gekozen03 katholieken en 54 liberalen, terwjjl voor FEUILLETON. Dit ie dagen mijner jeugd. FHTLOFONOS. 10) „Het afscheid, dat ik voor enkele jaren geleden van u aam om de wjjde Viereld in te gaan," zoo begon hjj zijne mededeeling, „viel mg veel smartelijker dan ik desljjla wilde weten. Naar de eerzucht, d'e mg hel hootd deed duizelen, dreef mg voorwaartsik kon daaraan geen weerstand bieden, anders ware ik wellicht in die treurige oogenblikken tot andere gevoelens „Zoo ging ik van n henen, maar het laffe denkbeeld mjj man te toonen, ook voor mijne vrienden, verdreef spoedig elk kinderlijk gevoel, dat nog in mg was overgebleven. Het jjdele bewustzijn, gebeel onafhankelijk van mijne ouders mjjn fortuin te rullen maken, waarvoor ik, zoo dacht ik in mijne verwaandheid, de noodige bekwaamheden bezat, lachte mjj zoo toe, dat, toen ik op de plaats mgnei bestemming was aangekomen, ik mjj weder ala een benij denswaardig mensch gevoelde. „Tot mijn geluk vond ik bij menschen, die mg aanbevolen waren, een gezellig te huis en een hoogst fatsoenlijke behandeling. Ook mijne betrekking viel mjj niet tegen; wel deed ik spoedig de ervaring op, dat mijne inkomsten, als ik niet ui torst zuinig deed, weldra mjjne uitgaven zonden overschrijden. „Hierdoor werden mjjne blijde verwachtingen wel een weinig getemperdin plaats toch van zorgeloos den heer te kunnen spelen, moeelik mjj behelpen, want de behoeften in een groote stad zjjn voor een jong mensch, die met de wereld wil meedoen, betrekkelijk nog al groot .Die moeilijkheid dacht ik in de toekomst echter wel te zullen overwinnen, en daarom legde ik mjj nog altijd mei de volle borat toa op de zaken die ik le verrichten had. ,Maar de behoeften werden steeds grooter, en de uitgaven namen voortdurend toe. zonder dal mjjn positie verbeterde. Door vrienden daartoe aangezet bezocht ik van lieverlede gezelschappen en koffiehuizen en werd ik kringen binnengeleid, wear men mjjne jjdelheid streelde, en waar mjjne bekwaamheden breed werden uitgemeten een man van onzen tjjd werd ik genoemd, die de lortuin maar voor hel grijpen had. En ik had de zwakheid aan die vleierij gehoor te leeneo, zonder in te zien, dal ik mjj liet leiden door vrienden, die het op rajjn ondergang toelegden. .Om met die personen le kunnen bljjven -st ik mg in andere opzichten ontzeggen en menige ontbering getroosten. k was. En toch zag il mijne mjjn finaneiüo hel niet levenswijze zoo voort 'e zetten. Daarin voorzien door mijn patroon verhooging van salaris le vragen, doch ik ontving een weigerend antwoord. „Dit verbitterde mij en wekte een zekeren wrevel tegen mjjne overheid, want ik geraakte nu in moeilijkheid, en ik wist niet hoe mjj daaruit le redden. Wel kwam hel telkens in mijne gedachte om aan u te schrijven, doch mjjn vernederde hoogmoed kwam daartegen in verzet. Ik zou bewjjzen. dat ik als man door de wereld wist te komen, en nu te schrijven, dal ik in mijne verwachting bedrogen was, dit stuitte mjj al te zeer tegen de horst. .Toch werd ik teo laatste genoodzaakt uwen bijstand in te roepen, wilde ik niet in moeilijk heden komen, die voor mjj onaangename gevolgen konden hebben. Ik geraakte in schulden, wier betaling geen uitstel gedoogden Mjj diep vernederd gevoelende, sehreel ik n om geld zonder hel van mjj te kunnen verkrjjgen, u om standig mijn toestand te verklaren, of mjjn kinderlijke genegenheid ook maar in het minste le willen uitdrukken. ,'t Was evenwel of van dien stonde af alle geluk voor m(j gevloden was. Denzellden dag, waarop ik u mjjn schrijven toezond, kreeg ik ongenoegen met mijn patroon, hetgeen zoo hoog liep, dat ik onmiddellijk ontslagen werd, en dus zander middel van beslaan in een groote stad verbleef. „Daar slond ik nu en zag al mijn jjdele droombeelden de een na de ander veidwjjnen. Wat zou ik intusschen doen Meermalen kwam toen bjj mjj op om rouwmoedig tot u terug le gaan. maar rajjn eerzucht gedoogde dit niet. Met behulp mjjuer vrienden gelukte het injj einde lijk weder eene betrekking te krjjgeu, maar mijn salaris was er niet op verbeterd. Ik was dus gedwongen op minder kostbare voet te gaan maken. Vandaar dat ik, na de ontvangst van het door u toegezonden geld, u antwoordde, dat mjjn adres in hst vervolg anders wezen moest, en dat ik u dit neder zou doen weten. .Van dien tijd nt begon voor m(j eon loven van ontbering, en toch ook van verkwisting, daar ik mjjn leed in herbergen van minder gehalte poogde te verzotten. Mijn inkomen liet niet toe mij in kringen te blijven bewegen, geland maar de gezelschappen, die ik nu ging bezoeken, brachten mij tot hot diepste verderl. Langzamerhand werd ik een drirkeren een loe- boi, die alle eergevoelen schaamt hsdalgelegd. De gevolgen bleven niet uit, ik 1 erd uil tnijne heirekking ontslagen, en een andere kon ik niet meer bekomen, hoeveel moeite ik mjj daartoe ook getroostte. En naar het ouderljjk huis terug koeren, van dien slap hiold ik mjj terug, daarvoor was ik ai le losbandig en leliedeiljjk .Zoo zwierf ik om in den vreemde, mijn beslaan rekkende met sjouwwerk of andere durgeljjke diensten te verrichten, waarvoor ge- wooniijk geen nelte lui worden gebezigd maar ik mjj niet in het minst meer schaamde, als ik mijn hartstocht voor den drank voldoening kon schonken. .Jaren lang heb ik zalk een rampzalig leven geleid, tot dat de maat mijner ellende ging overloopen. Olachoon in de kracht mijns levens, toch was mjjn lichaam tegen zulk eene leveni- wjjze niet bestand, want menigen necht heb ik onder den blooten hemel doorgebracht. .Reede eenigen tjjd had ik nog met moeite mijn beslaan voortgesleept, toen op zekeren dag mjj dit niet langer mogelijk wes. Op de straal znkle ik, geheel door armoede uitgepnt, bewuste loos ineen. Bjj mjjn ontwaken uit mjjne verdooving bemerkte ik. Nat ik in een gast- ol ziekenhuis lor verpleging was opgenomen. Slechts langzaam herstelde ik en nauwelijks was ik sterk genoeg om te gaan, ot mjj werd aangezegd, dat Ut bet geslicht had Ie verlaten. .Daar stond ik weder aan mjjn lot overgela ten, zonder in staat te sjjn mjjn brood te ver dienen, Ik was genoodzaakt da baldadigheid van anderen in te roepen, meer dit viel mij toch al te smartelijk. ,Op zekeren ochtend, na een treurigen necht op de alraal te hebben doorgebracht, bed Ik bede lende post gevat bjj een kerkdeur om gitten in te zamelen, ten einde mjjnen honger te kunnen stillen. Een onweerstaanbare aandrang noopte mjj de kerk binnen le treden, wel ik in geen jaren had gedaan. Een onbeschrijfelijk gevoel maakte zicii van mtmocsler, toen ik den printer bet H. Misoffer zeg opdragen. Herinneringen aan die gelukkige degen vu wele mjjne ziel, en deden mjj tranen sehreien weemoed. Dit deed mij goed; ik kon ruimer ademen; mijne ziel, door overstelpt, deed barleljjke verzuchtingen 10 goeden Qod om hulp en bjjstand in hi Ijjlee omstandigheden, en mjjn gebed, Oodiij daar voor eeuwig geloofd en gedankt I werd verhoord.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1892 | | pagina 1