Katholiek Nieuws- en Advertentieblad Rudolf van Escliboni. No. 44. Zaterdag 28 Januari 1893. Zesde Jaargang. DE EEMBODE yoor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementaprija par drie mu Franco per post Afzonderlijk» f 0,40. f 0,05. BureauKrommesbraai, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging* De Eembode. Priji dar Adv-_-tentièn: Van 1 tot 6 regels Voor iederen regel meer Correspondenten en Adverlentiin moeten uiterljik Vrjjdagavead it bureau bezorgd zjjn. KARAKTER. 1. Wat is karakter? Karakter is in de gewone opvatting niet slechts een teeken, 'tis meer. Karakter is leren, is harmonie tusschen het teeken en het beleekende, is overeenstemming tusschen het kenmerk, dat men ontvangt en waardoor men van anderen wordt onderscheiden, en het leven, waartoe het merkleekon ons verplicht en verbindt. Karakter is niet slechts het vermogen, de geschiktheid tot onderscheiding, maar ook levens de kracht in den geteekende om door de daad aan zjjn naam of titel, door plichts vervulling aan zijn ambt of waardigheid te beantwoorden. De natuur derhalve geeft niet het karakter, wel somtijds een gunstigen aanleg, een geschikte stof tot vorming; karakter is eigen werk. Het karakter ten kwade is voor de maatschappij allergevaarlijkst Waar schootsvel en troffel symbolen zijn, waar de roode vlag zich ontplooit, zijn karakters bet meest te duchten, omdat zij met onverzettelijke wilskracht het noodlottig doel nastreven en de plannen trachten te verwezenlijken, onder deze kentcckenen verborgen. Allerheilzaamst daarentegen is het karakter, dat zich richt ten goede daar zien wij in den krijgsrok trouw aan vorst en vaderland in leven en dood, in de rechterlijke toga onomkoopbare rechtvaardigheid, in het koninklijk purper liefde en toe wijding voor het volk. Beschouwen wij het karakter ten goede in zijne veropenbaringen, dan is karakter houw en trouw aan het waar achtig schoone, ware en goededan is karakter onwrikbare standvastigheid in hetgeen billijk, rechtvaardig en heilig is; dan is het vlammende verontwaardiging, wanneer het recht wordt geschonden, de waarheid aangetast, het heilige be spot dan is het oprechtheid zonder dubbelzinnigheid, waarheid zonder vleierij, deugd zonder het masker der schijnheiligheid, eergevoel zonder zelf verheffing, ridderlijkheid zonder praal- vertoon, medelijden zonder weekheid, j moed zonder overmoedigheid, vastheid i I zonder onbuigzaamheiddan is het de volle harmonie tusschen 't uit-cn hel inwen- j dige, tusschen woord en gedachte, daad i en wil, laven en overtuigingdan zijn I de openbaringen de heerlijke toonen, die trillen van de edelste snaren des harten. Opmerkelijk en betreurenswaardig echter is het feit, dat ons zoo kort en zoojuist word' geschetst door het woord I des Pausen in zijn laatste Encyclie.' aan het Italiaansche volk: ,de karakters slijten af'. Waarlijk, voor ieder, die met opmerkzamen blik de tegen woordige maatschappij beschouwt en haar volgt in haar steeds dieper verval, is dit duidelijk. Zeldzamer ontmoet lijj ware, edele, fiere karaktersdikwijls ontwaart hij het droevig schouwspel, dal karakters in het gedrang van den strijd onzer dagen afslijten en verstompen, hun moed en wilskracht verliezen, ont aarden in meegaandheid en zwakheid en alzoo zich zelf verloochenenmenig- werf meent hij nog karakters gevonden te hebben, die later blijken het niet te zijn en ondervindt derhalve niet zelden, zelfs in zijn naaste omgeving, de bit terste teleurstellingen. De oorzaak hiervan is niet ver te zoekenzij ligt in den beginselloozen tijdgeest onzer eeuw, door het liberalisme beheerschl en gevormd. Het is de partij der halfslachtigheid bij uitnemendheid deze voerde de beginselloosheid in de praktijk tot beginselniet dat zij zonder beginselen optrad, maar zij deinsde steeds terug voor de uiterste «onsequenties halverwege trachtte zij stand te houden. Als regeeringsparlij brak zij op staat kundig gebied met het positieve chris tendom en ondermijnde den grondslag, waarop men alleen de ware en edele karakters ontmoetzij vo ;rde, door hare wetgeving.de valsche vrijheid in, waar, vol gens de verordeningen Gods, den hoogsten Wetgever, door den raensch rechten le huldigen en plichten te vervullen zjjn. Zij gaf voor, ieders godsdienstige over tuiging te eerbiedigen, maar zij bestreed den godsdienst onafgebroken, door het J Christendom uit alle staatsinstellingen j en wetten terug te dringen en den neutralen Staat in het leven tc roepen, een Staat zonder God. Neutraliteit werd het beginsel dal in alles werd doorgezet en op alles den stempel drukte neutraal moest de wetgeving zijn, neutraal de verhouding van Slaat tot Kerk, neutraal het onderwijs en de opvoeding der jeugd, en in deze neutraliteit ging de beginselloosheid, en bijgevolg de karak terloosheid, in top. Is het wonder, dat het liberalisme, dat zoolang de heerschappij voerde, allerongunstigst werkte op de vorming van het opkomend geslacht, langzamer hand meer en meer de karakters deed verdwijnen en op de maatschappij, uit hetzelve geboren, den stempel der karak terloosheid drukte Is het mogelijk, dat een neutrale Staat, die zich opwerpt als I onderwijzer en opvoeder der jeugd, een kracht- en karaktervol geslacht kan opkweeken? De onmogelijkheid daai van j leert ons de geschiedenis dezer laatste tijden. Het liberalisme heeft een geslacht opgevoed, karakterloos als het zelf is karaktciloos in de pers: veil voor de meestbiedenden karakterloos in de poli tiek als reptiel zich in alle bochten kronkelend voor mannen, die het oogen- blik beheerschen karakterloos in de re geering: beweegbaar in elke verderfelijke richting, zelfs tot openbare kerkvervol ging karakterloos in afgevaardigden des volks en ministers, die in een Pana ma-zaak zich ten koste ecner argeloozc en bedrogene menigte met millioenen verrijk ten; karakterloos in hen, die in 't Wclfen- fonds allerlei onrechtvaardigheden bedrij ven, die in Staalsleeningen zich schuldig maken aan de schandelijkste knoeierijen het vormde een nagcslach' zoo karakter loos, dut niet slechts in het openbaar, maar ook in het bijzonder leven zelfs het vertrouwen langzamerhand verdwijnt. Niet op de vlottende meeningen en drjjvende stelsels, niet op de neutraliteit en beginselloosheid van het liberalisme worden karakters gevormdzjj zjjn als het stuifzand, waarop men geen huizen bouwt, die den lijd tarten en de stormen trolsceren. Karakters vorderen een hech ten grondslag, ecq degelijkon bodem vastheid van beginselen. Waar deze ontbreken, daar zal men le vergeefs naar ware karakters zoeken. Hot libe ralisme heeft door zjjn opperheerschappij den volkeren zooveel mogelijk dien waren grondslag ontnomen door den godsdienst te ondermijnen en God uit het openbaar leven te verbannen. Hier mede werd het maatschappelijk verband uiteengerukt en de eenheid verbroken. Door God te verbannen uit het openbare leven, werd heiligschendend de hoeksteen weggeslagen, waarop do maatschappij rust en steunt, wier leden door den gods dienst, als de stecnen van een gelouw, dooi krachtig cement waren te zamen gevoegd en tot één geheel verbonden. Het gevolg hiervan was, dat het maat schappelijk gebouw ineenstortte en een ruïne werd van puin, van afgebroken, half verbrijzelde brokstukken en losge scheurde steenen de maatschappij werd een menigte van individuen, die optre den ieder met het eigen, koud egoïsme, dat voor eigonbelang en eigenbaat leeft en bevrediging zoekt in rijkdom en genot. En hiermede is het werk der zedelijke verwoesting voltooid en 'smen- sclicn hart tot het laagste peil gezon ken hel koel en berekenend egoïsme verdringt al het edele, dat ware karakters vormt; het verstompt den adel des gemoeds, verbreekt de gouden snaren des harten en laat daarin alleen plaats voor het eigen ik, dut, ten troon verheven, als afgod wordt vereerd, waaraan alles wordt ten offer gebracht, waarvoor elk middel wordt aangegrepen om zjjn on- verzadigbaren dorst naar goud en genot te verzadigen. En het afschuwelijk en karakterloos bedrijf neemt een aanvang men kruipt en vleit, men liegt en be driegt, men vangt slachtoffers in zjjn netten en zuigt hen door woeker uit of maakt zich meester van de gespaardo penningen, die zij argeloos stortten voor aundeelen in schurkachtige ondernemin gen of leeningenin één woord, voor niets, hoe laag en gemeen ook, deinst men meer terug. BUITENLAND. De Russische grootvorst-troonopvol ger is op het oogenblik de gast van den Duitschen Keizer, door wien hij allerhar telijkst werd ontvangen. Woensdag woon de de Czarewitz de huwelijksvoltrekking by van 's Keizers jongste zuster, prinses Margarethu van Pruisen, met prins Friedrich Karei van Hessen, welke plechtigheid met grooten luister werd voltrokken. Do Czar had een eigenhandig hartelijk schrijven voor Keizer Wilhelm medegegeven om hem geluk te wen- schen met de voltrekking van dit huweljjk, zoowel als met zjjn verjaardag op Vrijdag 27 dezer. De Russische Kroonprins ontving van don Keizer Ue keten der Orde van den Zwarten Adelaar. fn de commissie voor de legerwet blijft de Rijkskanselier Von Capriri aandringen op de verlangde uitbreiding van de legersterkte. Dit verlangen, zeide hjj, berust niet op geringschatting van van den Driebond of op twijfel aan diens duur, maar op de overweging, dat ook met deze bondgenootcn Duitschland in eenen oorlog tegen een overmacht zou kunnen te strjjden hebben. Evenwel verbeteren de kansen op aan neming daardoor niet, want het Centrum blijft onverzettelijk weigeren de gevraagde uitbreiding toe te stnan. Het wil de bevolking dezen grooten last niet op de schouders werpen, al zou ook ontbinding der Kamer meermolen volgen. In de Panama-zaak is deze week alleen de veidcdiging aan het woord geweest. De advocaat mr. Barboux trachtte uit voerig te betoogen, dat feiteljjke mislei ding van het publiek door de onderne mers niet bewezen kon worden, en zij derhalve niet vallen onder de termen der strafbepalingen tegen oplichterij. Voor het geval dot enkelen van de tien beschuldigde parlementsleden van rechtsvervolging zouden ontslagen wor den, heeft Paul Déroulède reeds eene in terpellatie aangekondigd, maar of het zoo ver zal komen slaat te betwjjfelen, want FEUILLETON. 9) „Dank, Hieram, gij hebt geljjk. Tot weer ziens!" Na deze woorden verliet Rudolf zjjne tent en verdween in de duisternis. Hieram sebudde de wjjuflesch nog eens, en Een half uur later verlieten vgf ruiters ieder afzonderlijk het kamp en wendden den teugel in de richting our Mainz. Dicht bjj Hofheim vereenigden zjj zich, en sloe gen rechtsaf een weg in, die hen spoedig in het midden van het donkere bosch bracht. Het was Rudolf met vier beproefde mannen. In Hofheim blies de torenwachter het tiende IV. Nauwelijks was de morgen aangebroken, of bet geheele kemp ontwaakte uit zijn diepe rust. De trompeUen bliezen de reveille, de paarden hinnikten en bier en daar roffelden de trommen. Fonriert laadden de paarden op, en vooral voor het kwartier 'van den bevelvoerenden generaal heerschle een grooto bedrijvigheid. Alles verried het opbreken van het kamp, en daar men spoedig op marsch zou gaan. wa ren allen vrooljjk in de weer, ofschoon bet weder er niet toe medewerkte om de gemoederen op le vrooijjken, want de gansche hemel was zwaar bewolkt en er viel een fijne motregen, die door alles heendrong. Zijne Excellentie generaal KhevenhOlIer stapte gelaarsd en gespoord met zware schreden in de woonkamer der verlatene pachthoeve op en neor; zjj diende hem tegelijkertijd tot salon, eet- en woonkamereen der lage, kleine ven sters stond wjjd open en telkens wendde hij cr zich been en blikte vol verwachting in de be nevelde morgenlucht. Eensklaps ontstond er in de verte een ge raas; een ruiterstoet naderdo bet kwarlier van den generaal, hoe langer hoe meer vergezeld van nieuwsgierigen, zoowel officieren als solda- Ook de gdtaeraal was voor het raam gaan staan, toen do stoet bet huis genaderd wis. Voorop reed luitenant Rudolf, de zoon des hostiebakkers, met uilgetrokken zwaardbjj salu eerde, toen hjj zijn overste bemerkte. Hjj werd gevolgd door een aantal keurvorsteljjke I jjfjagers, die een gerangeu olficier te paard, met een zware wonde aan het voorhoofd, in bun midden hadden; twee anderen, oveneena geboeid, volgden te voeL Het laatst van alltn kwamdestnkrjjder Hieram, die met gescbenrd wambuis en een paar schrammen op zjjn aangezicht op een paard zat en rustig «en pjjp rooktezjjn vrooljjk ge laal verried een zekere zelfvoldaanheid, de gevangen officier van het paard geliebt en rangenen, door Rudolf vooraf gegaan, het huis binnengeleid werd. KhevenhOlIer had iolusschen plaats genomen aan de houten tafel, geassisteerd door twee hoogere olficlerenaan een ander tafeltje zat een dicnslscbrjjver met zjjne schrijfbehoeften voor zich. De eerste gevangene was een slanke, statige fignnrzjjne zwarte lokken kronkelden op zjjne schouders neer en een zware baard gaf het reed» door donkore oogen en zware wenkbrauwen overschaduwd gelaat een nog onheilspellender uitdrukking, dat door geronnen bloed, hetwelk uil een gapende wonde aen het voorhoofd wes gevloeid, nog afzichtelijker werd. De andere gevangenen waren echte typen der toenmalige soldaten, verwilderd, brutaal en dom. ,W*t hebt gjj te rapporteeren, luitenant?" vroeg de generaal aan den fleren Rudoll, die in eerbiedige bonding aan den ingang stond. .Nadat ik uwe Excellentie van do inlichtingen des ouden Hicrama verwittigde .Waar ia de kanonnier? hjj moet terstond binnenkomen!" beval de generaal. Hieram ward voorgebrachtmet volle gerust heid nam bjj de honneurs, welke de dienst hem tegenover meerderen voorschreef, in acht en deed hetzelfde verhaal als bjj itudoil in de tent. Gedurende zjjn ophelderingen schoten de oogen van den gevangen veldoverste vlammenhij achtig s(jne sjerp. .Wat hebt gjj hiei legen in te brengen zeide de goneraalmet burscheslcm.zichtol hom richtend. De gevangene wendde het hoofd af en zweeg. .Nu ie het uwe beurt, luitenant," vervolgde do voorzitter. .Volgens hot kevel van uweEzcollontlo," be gon Rudolf, „vortrok ik met vier mUner man schappen, waaronder een, die met deze streek bekend was. Wjj trokken het leger om en bereikten nog voor middernacht den aangaduiden voorpost aan den vost van den KOnigstein. Graaf Ostein was reeds op zjjno hoede, daar Hieram hem op de hoogte gebracht had." .Hoe hebt ge dal zoo vlug gedaan, vriend," vroeg de generaal aan den kanonnier. Dcza streek met voldoening langa zjjn grijzen snorreboard en antwoordde vrijmoedig: >Vel, oversto, ik had een goed paard en dreef het zachlkens met zoate woorden en kort» uitroepen au>, tol ik zjjn diensten niet langer gebruiken kontoen kroop ik op handen en voeten door het boscbjo; wjj manschappen kennen zulke weggetjes well" Generaal KhevenhOlIer lachte. .Dit zjjn dezelfde wegen, die near de gaJg leiden, vriend," zeidé hjj. .Ga voort, luitenant" .Wjj brachten onze paarden op een veilige plaats on daarop legden we ons met geladen geweer in hinderlaag. ,De maan was intusschen ondergegaan en een fijne regen viel onafgebroken neer. .Ne weinige minuton boorden wji hoefgetrap pel; hot kwam al nador en nader. Wjj verroerden alsof bet de .Twee der lieden ven gratf Ostein sprongen op, en terstond werd er op hen gescholenzjj werdeD gewond. Toen sprongen do rnitera toe z(j waren mei hun zovenen. .Nu gaven wjj vuurvier hunner stortten van het pia-d, de drie anderen bobben wjj over meesterd en ik heb de eer, ze hier aan uwe Excellentie uit te leveren I" .Geen genade -voor die echurken I" riep de generaal, wiens galaat meer en meer verdonkerde, hoe verder Rudolf met zjjn vei haal kwam. ,Gjj, Rinwart, hebt ge nog iets ter verdediging aan te voeren?" ananwde bjj den gevangen overate toe. Deze wendde andermaal het boold af; een gebrom tusschen do landen wae zjjn oenig ant woord hjj wrong zich heen en weer en trachlto met inspanning van alle krachten zijne boeien te verbrekenmaar zjjne krachten schoten te kort; hjj wrong zjjne handen in vertwijfeling. Bjj die beweging zag men, dat aan zjjne rech terband do wjjstinger ontbrak; de roof, die de wondo bedekte, was nauweljjk» hard geworden en het overgebleven tingentompje bloedde op nieuw door do spanning der boeien. .Weet gjj, welke atraf u wacht, gjj verrader», spionnen, overloopera, sluipmoordenaars? Dan kogel zjjt ge nog niet eens waard, zelfe de alrop ia te eervol voor zulk hclach gebroed tie gjj I .Voert hen weg. near Melnz, In verzekerde bewaring. Wjj hebben thans wol wat anderi le doen, óan zulko schandelijke misdadigere Is tuehligen I Op, tnjjno bieren, de plicht reept one I" {W,r* t)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1893 | | pagina 1