Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 35. Zaterdag 1 December 1894. Achtste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drie n Franco per post Afzonderlijke nummers f 0,40. f 0,05. X IJ, die zich vóór I Januari abonneeren op DE EESIBODE, ontvangen de tot dien tijd verxchijnende nummers gratia. BureauEromnmtraat, F 227, Amersfoort. Uitgavo van de Vereenlging De Eembode. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Werknood. i. Veilig moge men de steeds toenemende werkloosheid een zeer verontrustend teeken des lyds noemen. Allerwege doet zij zich ngpend gevoelen. Vooral in de groole steden wordt niet zonder reden luid geklaagd over gebrek aan werk. Er zjjn oppassende, bekwame werklieden, die niets liever betrachten dan een eerlijk stuk brood voor zich en hunne gezinnen te verdienen, en die toch, welke moeite zjj ook aanwenden, geen werk kunnen vinden. Hoogst verblijdend mag het daarom heeten, dat het droevig lot van deze werklieden ook in onze dagen zulk een warme belangstelling geniet. Schrandere hoofden en edele harten ziet men met loffeljjken ijver de zaak van den in kommervolle omstandigheden verkee renden werkman ter hand nemen, en alles aanwenden wat eenigermate zijn hacheljjken toestand kan verbeteren. Commissies worden gevormd, die zich ten doel stellen zooveel doenlijk door kunst matige werkverschaffing in den werknood te voorzienen daarin worden zij door belangrijke giften of op andere wijze soms mildeljjk gesteund. Hoe zorgvoller de werkloosheid zich thans vertoont, met des te meer belangstelling ziet men ook handelend daartegen optreden; ook hierin komt de edelmoedige aard onzes volks weder schitterend aan het licht. Niet krachtig genoeg kan dus het edel pogen der vrienden van den in nood en kommer verkeerenden werkman worden gesteund: het doel dat fljj be oogen, ook al wordt het slechts voor een gering deel bereikt, blijft altjjd loffelijk en vruchtbaar in zjjne uitwerking. Er zit toch iets stuitends in wanneer men den werkman, die werken wil en zich als voortreffelijk burger gedraagt, gedwongen ziet tot werkeloosheid met al den aankleve van dien. Een groote weldaad moet het dus geacht worden, hem werk te verschaffen, waardoor men tevens voorkomt, dat hij anders genoopt wordt de liefdadigheid in te roepen, of honger en ellende te verduren. By ge breke dus van een afdoend raiddel tegen dit maatschappelijk euvel is een kunst matige werkverschaffing toch een zekere erzachting in het harde lot van den werkman. Zijn toestand verbeteren, al het dan ook door een lapmiddel, is toch in ieder geval vrij wat nuttiger dan niets aan te wenden en inlusschen den toestand te laten verergeren. Het moet dus hoogelijk worden ge waardeerd dat op de klacht over gebrek aan werk met werkverschaffing wordt geantwoord. Op die wjjze wordt aan het eergevoel der ondersteunden te ge- moet gekomen, en aan de opruiers, die van den zorg vollen toestand des wsrkmuns gretig gebruik maken om hen tot wrevel haat tegen alle bestaande orde aan te wakkeren, een gemakkelijk te hanteeren wapen ontrukt. Op hoe ruimer schaal dus de werkverschaffing kan worden uitgeoefend, des te zegenrijker zullen ook hare uitkomsten zijn. Niettemin dient men ook een ernstige zijde in deze zaak in het oog te houden en wel deze dat men met nauwgezetheid toeziet aan wien men werk verschaft. Wanneer men daarmede geen rekening houdt, dan zou het doel worden voorbjj gestreefd. Bij de groote lichtzinnigheid, waarmede door sommige werklieden, in dagen van flinke verdiensten, het loon soms schandelijk wordt verbrast, is groote voorzichtigheid bjj het verschaffen van werk dringend geboden. Want dezen zullen, indien zij bij werkgebrek gereede- ljjk worden gesteund, in dagen van voorspoed nog zorgeloozer zjjn en aan hun losbandigheid den vrijen teugel laten, in de veronderstelling dat in Ujden van werknood toch wel in hun behoeften zal worden voorden. En dat moet lol eiken prjjs voorkomen worden. Men zorge in de allereerste plaats dat zij, die door hun waardig gedrag daarop het meeste aanspraak mogen maken, aan werk geholpen worden stutters van orde en gezag moeten ervaren dat een oppassend, braaf, ijverig werkman aller sympathie weet af te dwingen. Evenmin mag in deze quaestie uit het oog verloren worden, dat kunst matige werkverschaffing altijd als iels van slechts tydelyken aard moet worden beschouwd. Alleen door nood gedreven moet men zich van dat middel bedie nen. Den werkman wordt daarmede wel de hand gereikt, maar men bedenke ook, dat de manier, waarop hij zijn brood verdienen mag, hem volstrekt niet onverschillig is. Hoe eervoller hij zijn bestaan verzekeren kan, des te nader komt hij zjjn ideaal. Kunstmatige werkverschaffing nu kan nimmer hem geheel bevredigen. Het bewustzijn, dat men hem in zijn qualiteil van kundig ambachtsman niet ontberen kan, wordt bij gezochte werkzaamheden, die men hem als werkloos man wil laten ver richten, aanmerkelijk beleedigd. Hij zal daarom dankbaar, zelfs zeer dankbaar zijn, maar niet voldaan. Zjjn fier karak ter lijdt er meer onder dan men den- zou. Maar dit kan kwalijk anders zijn. Wanneer men werk voor hem zoekt nadat hij er getuige van is, hoe men op zoo verschillende wijzen hem het werk uit de handen neemt dan gevoelt hij zich in zjjn hoedanigheid van werkman aangetast, de lust voor den arbeid, die hem anders bezielt, gaat in lusteloosheid over, en zoo gaat een stand, die mede de kern vormt in onze maatschappelijke samenleving, stoffelijk en zedelijk afdalen. Dit is een schaduw zijde van werkverschaffing, al mag het ook nog zoo in onzen tjjd als een uit muntend middel in den nood worden aangeprezen. De kunstmatige werkverschaffing moet dus als artsenij in den werlaood den arbeider worden aangebodenzij is een middel, dat in de gegeven omstan digheden terstond haar heilzame uit werking doet gevoelen. Maar, en dit moge men niet voorbijzien, een genees middel voor dien abnormalen toestand moet elders worden gezocht. Dit nu op te sporen en aan te wenden, daar toe moeten alle invloedrijke krachten Prijs dar Advortontttn: Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 ito mootcti uiterlijk Vrjjdaguvoud n het b zich vereenigen. In het algemeen werk gebrek, dat met den dag steeds onrust barender toeneemt, moet worden voor zien. Het is een dringende eisch onzes tjjds dat er algemeene maatregelen worden genomen, waardoor het werk gebrek niet in een nog wanhopiger stadium treedt. Er moet op breeder schaal worden gehandeld vast aaneen gesloten moeten de vrienden van den werkman optreden, opdat niet langer het onverkwikkelijk schouwspel geboden wordt, dat men van de eene zijde de werknood krachtdadig bestrijdt, en deze van een anderen kant liefdeloos bevor derd wordt. Een voortreffelijk middel ter bestrijding van de steeds ernstiger wordende maat schappelijke kwaal ligt ter beschikking. Hierover echter in een volgend artikel. BUITENLAND. Maandag is te St. Petersburg het huwelijk voltrokken tusschen czaar Ni- colaas II en prinses Alix van Hessen. De stoet, die de bruid van het paleis van grootvorst Sergius naar het winter paleis vergezelde, was als volgt samen gesteld. H(j werd geopend door de schitterende eerewacht van Kozakken des Keizers. Deze bestaat uit mannen van flinke ge stalte met vuurroode mantels, fraai be sneden oostersche gelaatstrekken en vlammende oogen. Hun zwaarden en gordels, beiden prachtig bewerkt, en de hooge mutsen van astrakan verhoogen het krijgshaftige van hun verschijning. Zjj berijden vurige paarden. Voorts na men jagers roet zilveren jachthoorns, lakeien in roode livrei en talrijke hove lingen aan den optocht deel. De ceremoniemeester, de eerste on tweede hofmaarschalk, de minister van het Keizerlijk Huis, allen reden in ver gulde karossen, omstuwd door bereden ambtenaren. De Czaar reed in een schitterende koets van nieuwerwetschen vorm, ge trokken door acht melkwitte, gepluimde paarden, opgetuigd met rood en goud. De Keizerin-weduwe en de bruid volg den in een prachtig besneden en ver gulde karos, omzoomd met karmijn fluweel. Dit rijtuig is hetzelfde, dat Frederikde Groote in 1746 aan deRus- sische Keizerin heeft ten geschenke ge geven. Op de portieren prijken de kei zerlijke wapens, een gouden met dia manten bezetten kroon erboven. De volgende zes koetsen werden door acht paarden getrokken, zwart of bruin, en zijn afkomstig van Katharina de Groote. Ze zjjn beschilderd door Bouche, Wat- teau en Gravello. In deze reden de grootvorstinnen es vreemde prinsessen. Hierachter kwam een schitterende op tocht te paard van de grootvorsten, vreemde prinsen en generaals en een eindelooze reeks rijtuigen met de hof- en eeredames. Dan volgden de eigen kurassiers der Keizerin in wit met zil veren uniformen. De stoet werd zoowel gesloten als geopend door de keizerlijke Kozakken-eerewacht. Een keizerlijk manifest is verschenen, waarbij allerlei verlichtingen worden toegestaan wat betreft de betaling van onderscheidene schulden aan de Kroon, geleende sommen en achterstallen van belastingen worden kwijtgescholden en geldstraffen worden verminderd. Verkort worden verder de veroordeelingen tot gevangenis- en vestingstraf, dwangar beid, deportatie en het leven onder po- lilie-toezicht. „Aan de vergetelheid wor den prijsgegeven" de onontdekte staat kundige vergrijpen der laatste 16 jaren, terwjjl de Minister van Binnenlandsfche Zaken er over zal geraadpleegd worden wie onder hen, die op het oogenblik wegens vergrijpen van dien aard straf ondergaan, verzachting daarvan verdie nen. De lieden, tegen wie wegens den Poolschen opstand van 1863 vonnis werd gewezen, mogen voortaan vrijelijk in het geheele Rijk verkeeren en treden weèr in het bezit van hunne rechten. Maar verbeurd eigendom en de rechten, door den dienst verworven, worden hun niet gerestitueerd- De populariteit van het jonge Keizer lijk paar is reeds groot te St. Petersburg, vooral sinds de Keizer verleden Vrjjdag te voet met zjjn bruid door de straten wandelde en hier en daar kleine inkoopen ging doen. Ook dat Nicolaas voor zjjn gewone wandelritten geen staatsiekaros gebruikt, maar een.eenvoudig drowski, terwijl op zijn tocht geenszins herauten vooruitsnellen, om allerwegen deuren en vensters te doen sluiten, heeft een uit muntenden indruk gemaakt. In de audiëntie, die hjj den ministers verleende, was de Keizer jegens allen zeer minzaam. Aan de heeren Giers minister van Buitenlandsche Zaken, en Doernowo, minister van Binnenlandsehe Zaken, gaf hij te kennen dat bjj nog lang hun hulp hoopte te genieten. Giers moet geantwoord hebben.Uwe Majesteit ziet dat mjjn beenen niet meer instaat zijn mjj te dragen," waarop de Keizer hernam .Niet uw beenen heb ik noodig, maar uw hoofd." FEUILLETON. had ge a 1 uitstapje bedacht, waarbij De sneltrein gered. ■aar het Ei^folsoh. .Komaan, Kent, ik de^| dat we u nu wel een paar weken kannen mUsan, al» go soms piasier badt om eens vacantia te nemen," xeide de directeur van den C., D. en P. epoorweg. Kant Ballard was telegrafist van den C-, D. en P. spoorweg in het reusachtige eindetalion te Chicago, eonam gewoonlijk den nachtdienst waar. Hjj was achttien jaar, en was een der schranderste en trouwste beambten der maat schappij. Toen da vriendelijke directeur tegen de vensterbank ven het telegraafkantoor kwam leunen en hem zoo opgewekt toesprak, zag Kent blijde en dankhiar op. „Nu, mijnheer, det was juist naar mijn zin," zeide hjj, .als het zoo geregeld kon wordon. Er is in den loslaten tjjd druk werk voor me geweest, en ik moet bekennen, dat ik moede begin te worden. Wanneer zoudt ge mjj kannen missen, mijnheer V .Overmorgen reeds, als ge wüt Wjj hebben iemand te onzer beschikking, die nwc plaats wel «en paar weken kan Terranjeo. Habt ge eaana tends hst e® of ander flaw gevormd, of Kent aarzelde een oogeoblik. .Ik koesterde eenigen tjjd geleden wel een plan," zeide hij eindelijk, .maar ik durf hel n haast niet te zeggen, zelfs nn niet- Ik zon rreezen, te reel von de maatschappij te vergen." ,Zeg op, mjjn jongen 1" riop de directeur uit. ,Ala het aiel te zeer inbreuk maakt op onze financieele omstandigheden," ging hjj vroolijk lachend voert, „beloof ik u dat aan uw verzoek zal norden voldaan." ,lk zou zoo gaarne een uitstapje op den Pa cific maken op een locomotief," zeide Koot „lk bad reeds lang gewenscht, rechl op de Stille Zuidzee aan te sporen, wanneer ik er den tijd toe had, en daarom wilde ik awe toestemming vragen om de reis heen en terug in ms „Wel, natuurlijk zeg ik geen dol" heraam de directeur, die dien morgen bijzonder goed geluimd was. „Spreek er meer over. Maak u gereed tot de reis en morgen bjj mij op het kantoor om uw pi laten afteekencn en mjjne schriftelijke toeelem ming in ontvangst te nemen, voor 't geval dat Donderdag samen vertrekken." „Dank voor uwe vriendelijkheid, mijnheer!" riep Kent verheugd uit. .Het zal mjj veel ge noegen verschaffen, nooit zal ik uwe welwillend heid vergeten." Den volgenden morgen vertelde Kent Ballard aan zijne moeder, dat zjjn long gekoesterde wensch eindelijk in vervulling was getreden, „lk heb altjjd verlangd, het Rotsgebergte rlrokken en de Zuidze| e bjj, it zal c moeder, als ge mjj een paar weken kunt missen. Fred en George zullen goed voor u zorgen. Zjj hebben reeds vacantie gehad, zooals u weet" Den volgenden dag begaf Kent zich naar het kantoor van den directeur eu nam zjjn pas en permiesiebiljet in ontvangst. „Ik heb tevens nummor twaalf van den slaap wagen voor u gereeerveerd," zoido de directeur. ,Ge weet wel, dat ge 's nachts een goed en gemakkelijk bed noodig hobL Hier is uw kaartje. Eu wat aw mondbehoeften betreft, die knnt gjj in de restauratie krijgen; de hofmeester is iugelicht. „O, mijnheer! het is al te vriendelijk van ui riep Kent verrast uiL .Meen, dat hebt ge mis," zeide de directeur lachend, .men kan niet le rrieudelgk zijn. Ge moet ook in aanmerking uetnen, dat ge ons dria jaar geleden trouw gedieod hebt bjj eeue ..Hg-piwihrtil GU htbt du* dubbel Nu, goeden dag en veel plezier, hoort" De middelweekzche sneltrein vertrok Donderdag morgen om tien uur met Kent Ballard op do zware locomotiel. ,We zullen beginnen met een snelheid van vjjftig mjjlen in het uur," zeide mijnheer Faley, de machinist, „gjj zult eens zien, hoo goed zich nummer 313 houdt." Het was eou genotvolle tocht voor den jon gen telegrafist. Hjj was verzot op allo soorten van machinerito, en het mechanisme dor machino bood hem eeo verlokkelijk on derworp van stadie aan, terwjjl zjj daar over de rolls voortsnelde. Een niet minder verruk kelijk schouwspel bood' hem zjjoe altjjd afwis selende omgevingde woelige steden langs den neg, de breode rivieren, over welke zjj op sierlijk gebouwde stalen bruggen heensloomdonde uitgestrekto weilanden, die zjj met do snelheid van den wind doorkruisten, nu eens in de ver te een kudde horten ontwarend, dan weer sloo- tond op een troep prairie-kuiken», al deze zaken vormden een ioleressanie roek» van schoone toooeelen voor den ovorgelnkkigen Kent Ballard. Dan, welk een geheimzinnige sid dering doorvoer hem, toen zjj eindelijk den keten der Rocky Mountains in hot gezicht kre gen, met hnnno terras-sen en henvels, als 1 ware du drempel tot den machtigen bergketen. Tot zoover had de sneltrein zijn verre reis afgelegd zonder hot minste ongevtL Zjj hadden nog zelfs geen uur vertraging oaderronden. De trein was stipt op tjjd eu indien alles zoo voort ging, zon het doel in tjjd van twaalf uur be reikt zjjn. Zjj hadden thans de vrij sterk toe nemende helling bereikt en stoomden langzaam naar de bergengte voort, tusschen de hooge, met eeuwigdurende sneeuw bedekte bergtoppen. Hot was een groolsch en indrukwekkend schouw spel, en Kent's oogen werden nimmer moede, er zich aan te verzadigon. ,0," dacht hjj, .kon moeder deze prachtige bergen maar eeos zien! En als ik het ooit tot een flink salaris breng, dsn zal zjj ze zienl" 't Was negen nnr, toen de groote locomotief eindelgk met een zncht van verlichting stopte en op een zjjlgn bjj Summit-station, waar de ljju zich ia tweoto splitste, bleef staan. (Eeu goederentrein, met steenen geladen en door twee locomotieven getrokken, kwam langzaam en steunend van den anderen kant aanstoomen. De sneltrein moest wachten tot de goederentrein gepasseerd en de hoofdlijn weder vrjj was. Terwjjl zjj' wachtten, verliet Kent Ballard de machine en ging op bet platform van den laat- sten wagon zitten, waar hjj vrijelijk zjjn bhk kon laten weiden over de verbazende toaeuw* massa's, die zij joist ach tar zich galaten hadden.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1894 | | pagina 1