Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 10. Zaterdag 8 Juni 1895. Negende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baara, Bameveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drie maanden: Franco per post Afzonderlijke f 0,40. f 0,05. BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der AdvertenfciSni Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 «■K»' ZIJ, die zich vóór 1 Juli abonneeren op ,.DE EEN BODE", ontvangen de tot dien tijd verschijnende nummers gratis. Frankrijk. 't Is waarlijk niet te verwonderen dat onze beminde Paus Leo XIII, naar uit de beste bronnen wordt verzekerd, diep bedroefd is over de nieuwe schandelijke wet, die in Frankrijk is ingevoerd. Zoo'n verregaande ondankbare bejegening, na 's Pausen liefderijke bemoeiingen voor het welzijn des Franschen volks, wekt te recht de diepste verontwaaïdiging. De koninklijke diensten des Pauien worden door de Fiansche Bewindslieden belaald met daden, die aantoonen tot welke laagheden een Regeering komt, die geheel onder den invloed staat der vrijmetselarij. Maar, God zjj dank! naast de wan hopigste verschijnselen doen zich ook lichtpunten voor die hope schenken voor do toekomst. Naast gruweldaden, die ieder Katholiek met huivering moeten vervullen, treden daden van h jldenraoed en heldendeugd in het zonnigste licht. Dat leeren nog de jongste gebeurtenissen. Geen wreeder aanslag tegen, geen gris- vender ingrijpen in het leven der ka tholieke Kerk in Frankrijk kan worden gepleegd, dan een wet in te voeren die droit d'abonnement wc rdt genoemd. Met deze wet in de hand kan de vrijmetse larij haar sluipmoord tegen de klooster orden en Congregatiën ten uitvoer leggenlangzaam martelend zijn die verheven instellingen door het loge- gespuis ten doode gedoemd. In de laat ste jaren is men er herhaaldelijk getuige van moeten zijn dat priesters van verschil lende orden uit hun stille verblijven werden verdreven dat zusters van liefde, die engelen aan het bed van smarten on lijden, werden verjaagd, om soms op vreemden bodem een schuilplaats te zoe ken en haar verheven werk voort te zetten. Al deze godtergende gruwelen zijn in de Fransche Republiek afge speeld het moordplan echter, thans op de velschillende geestelijke orden toe te passen, is nog niet geëvenaard. Haar bestaan moet onmogelijk worden ge maakt. Langzaam, maar zeker moeten de levenssappen dier instellingen worden uit gezogen. Niet meer gelijk voorheen, toen de edelste zonen en dochters des lands als misdagers uit hun kloosters werden verdre ven, hetgeen maar al te krachtige veroor deelingen heeft uitgelokt, maar met de wet in de hand moeten de katholieke instellingen worden doodgemarteld. En dat snoode plan, door de FVan- sche Regeering ontworpen, werd door de Parlementen goedgekeurd. Een meer derheid door het volk gekozen, dat zich over algemeen stemrecht mag verheugen, verklaart instemming met een wet, die wraak ten hemel roept, en nog wel onder donderend gejuich. Waarlijk wel een reden tot droefheid voor den Plaats bekleder Gods. Maar ook heldenmoed en heldendeugd valt tegenover deze snoodheid waar te nemen. Het satanisch werk, nauwelijks tot wet verheven, vond een tegenstand en een veroordeeling, die bemoediging schenken. De Oversten van verscheidene kloosterorden en Congregatiën hebben eenparig besloten lot een lijdelijk ver zet. Alleen voor geweld zal men bukken. Dat voorspelt, de kulturkamp in Duitsch- land komt dit bevestigen, een zekeren triomf Deze hoop wordt nog versterkt door den krachtigen steun in dezen strjjd van de zijde des Franschen Episcopaats, de ge- heele Fransche katholieke pers, benevens alle goedgezinde Katholieken des Rijks. Hoe fier klinkt allereerst niet het advies der Fransche kardinalen aan de Orden en Congregatiën, als het zegt„Dat de fiscus met geweld die goederen neme, dat de fiscus die kloostergoederen schende, dit zijn vervolgingen, die men kan ondergaan, maar waartoe medewer king te verleenen een onverklaarbare handelwijze zou mogen heelen." Niet minder krachtig en moedvol is het woord van Mgr. Frégaro, bisschop van Séez, als hij schrijft aan den minis ter-president der Republiek„Het is u niet onbekend, mijnheer de minister, dat de heerschappij van de wet ophoudt, waar die van het geweten begint. Gij kunt het dus niet anders dan rechtma tig achten, dat ik mij de woorden van onze heldhaftige voorgangers in het apostolaat herinner en ze in praktijk breng„Wat gjj eischt, is niet geoor loofd, is niet mogelyk non posen mus". Bij het hooren van zulk een onver schrokken uiting des gemoeds kan de beangste Katholiek een kreet van vreug de nauwelijks bedwingen. Maar ook welk een troost voor het geprangde hart des H. Vaders bij het vernemen van deze heidentaal. De onbeschaamdheid echter der Fran sche Regeering, doof voor ridder lijke tegenspraak, hunkerend naar roof en schandalen waar het de katholieke Kerk betreft, ging zelfs zoover dat de minister van Eerediensl een schrijven aan den Aartsbisschop van Kamerjjk durfde richten, omtrent de brieven en verklaringen, door de dagbladen open baar gemaakt, waarir. geestelijken met kracht en klem protesteeren tegen een wet, die zoo snood de geestelijke orden bedreigt. In zijn overmoed schreef de minister„De Regeering kan dergelijke demonstratiën niet laten voorbijgaan, zonder die zeer streng af te keuren. Ik heb de eer u te verzoeken mij wel de maatregelen te willen kenbaar maken, welke gij niet zult naaien te nemen om die te onderdrukken en er eene her haling van te voorkomen". Het antwoord, den edelen prelaat waardig, luidde „Het zy mij vergund, u in alle een voudigheid en eerlykheid te antwoorden, dat ik in het geheel niet voornemens ben maatregelen te nemen, en ziehier waarombedoelde heeren hebben niet ter uitoefening van hun ambt noch of- ficiëel als bedienaren van eenen door den Staat erkenden eerediensl gesproken, geschreven of gehandeld. Waf zij deden, hebben zjj gedaan als Fransche burgers en kiezers, gebruik makende van het recht door de tegenwoordige Fransch- republikeinsche Constitutie aan alle bur gers toegekend, ik bedoel het recht op de burgervrijheid van denken, spreken en openbaarmaking. Hebben bedoelde heeren bjj de uiloefening van dit recht art. 4 van Germinal, jaar X, overtreden, dan is de bevoegde rechtbank er om het vergrijp te onderzoeken, te beoor- declen en te vonnissen. Gij zult hel niet verkeerd achten, mynheer de minister, dat ik er bezwaar tegen heb, op die taak inbreuk te maken. Wat mij ten aan zien van mijne priesters betreft, behoud ik mij voor, hun eerlang onder ons mjjne persoonlijke gezindheid uit te spreken ten opzichte van den betreurenswaar- digen maatregel, wtardoor onze orden, d. w. z. een der werkzaamste en nut tigste organen van het christelijk leven onzes dierbaren vaderlands, op dit oogen- blik worden getroffen". Zoo wordt, door toedoen der Loge, het katholiek leven in Frankrjjk met geweld wakker geschud, want de edele, overtuigende taal der kardinalen en bis schoppen dringt nu reeds door tot de harten des volks. Dat bewijzen de fees telijkheden te Orleans ter eere van Jeanne d'Arc, waarbij God en de Kerk een hulde werd gebracht die een wraak geroep der vrijmetselaars in het parle ment ten gevolge had. De schoonste uiting van een hernieuwd katholiek leven heeft ongetwijfeld te Clermond-Ferrand plaats gevonden bjj de feestelijkheden ter eere van den achtsten eeuwdag der kruistochten. De oude kathedraal, waarin de kerkelijke plechtigheden werden gehouden, was schitterend versierd. Kardinalen en bis schoppen luisterden met hunne tegen woordigheid de feestelijkheden op, waar bij Mgr. de Cabrières, bisschop van Montpellier, de openingsrede uitsprak. Met fierheid herinnerde hij aan het woord van De Montalembert: „Wij zijn de zonen der kruisridders en wy zullen niet de plaats ruimen voor de zonen van Voltaire". Wat zullen de harten der hoorders hebben getrild bij den kreet der kruis ridders van onzen tijdWant geestdrift heeft dit schoone feest gekenmerkt in hooge mate. Deze werd nog hooger op gevoerd door den Franschen redenaar pater Monsabré, die met de oude leuze Dieu le veut (God wil het) den kruistocht der negentiende eeuw tegen de verdruk kers en vorguizers van God en Zijne Kerk met gloed en overtuiging predikte. Een krachtig aangeheven Dieule Veut was het antwoord, dat op de overwel digende taal des redenaars plotseling door de ruimte weerklonk. Mag nu, aldus vragen wjj, aan Frankryks toekomst worden gewan hoopt, zoolang nog dergelijke kreten van een ontwakend katholiek leven zoo krachlig worden gehoord? BUITENLAND, Het wetsontwerp tot verhooging van sommige invoerrechten in België heeft niet veel kans om aangenomen te wor den. De algemeene beraadslagingen zjjn Donderdag gesloten, nadat de Brussel- sche afgevaardigde De Borchgrave ver klaard had dat de Brusselsche afgevaar digden allen zullen tegenstemmen, even als de Gentsche en Antwerpsche. De Regeering heeft een voorstel ge reed ter aanvulling van de wet op de gemeenteraadsverkiezingen, alsmede een ontwerp betreffende voorloopige maat regelen voor den Congostaat. In het ontwerp-kieswet, dat nu ein- delyk bij het Oostenrijksch Huis van Afgevaardigden is ingediend, blijven de kiezers in klassen verdeeld, maar er komt een klas voor de werklieden bjj. Het getal afgevaardigden wordt van 353 op 400 gebracht en van die 47 leden worden er 34 gekozen door de kleine censuskiezers, dat zjjn zjj die minder dan vjjf fiorjjnen belasting betalen, en de overige 13 afgevaardigden worden door de arbeiders gekozen. De Spaansche maarschalk Martinez Campos ondervindt op het eiland Cuba grooter tegenstand dan verwacht was. FEUILLETON. Eene Erfenis. ZESDE HOOFDSTUK. 8) Al deze gebeurteui.sen neren elkander zoo «nel opgevolgd, dat mevrouw Lemierre zich ten prooi weende een een bengen droom. Na eons greep zjj angstig de henden heers echtge- nooli, den weer drakte zjj gejaagd heer kleine loaise een de borst. Zjj bemerkte de onrust ven August, meer durfde hem niet sloren in zjjue overpeinzingenzjj bed voor hem, voor heer gezin, meer vooral voor heer broeder, wiens trotsche, hooghartige vrouw zooveel schuld had een hetgeen er om heer plaats greep. Zjj dacht een de gruwelen, waartoe de negers, wanneer de hertstocht ven den heet en de wreek hen verblindt, in stoet zjjn, en beerde voor bet lot, dat dit gehete gezin onvermgaelgk Intueecbea liep men steeds door zes negers droegen hen voort, terwijl zes andere de groep vergezelden om hen el te lossen. Er heerschte eene stille, die door niets werd afgebroken den door het terzgdetchniven der lianen en slinger planten, die zjj op hun weg ontmoetten. Ven tgd tot lijd ontwaarden zjj door eene opening in het loover het zwakke schijnsel eener ster, en konden zij bet oord zien, waarheen men hen n dat t,oK o schenvoet scheen betreden te zjjn. uren, hield men belt. Reeds kondigde een lich tende streep een den horizon den naderenden deg een, en naarmate de dagvorstin hooger rees, werd alles gebuid ia een gulden gloed. August sloeg het raampje neer, en een ver- Irisschend morgenkoeltje, met aangename bosch- geureu bezwangerd, waaide hem en zijne ge zellinnen tegen. Hij bracht het hoofd buiten het portier en vroeg een der negers, ol men hel doel van den tocht had bereikt. De neger antwoorddo niet terstond, maar scheen levendig met zjjn gezellen le beraadslagen. Een oogen- blik later zeide bü eerbiedig, dat men slechts belt gehouden had om even nit te rusten, en dot zjj hier moesten wachten op de komvt van hun opperhoofd, die hen alleen verder kon geleir'en. „Zou 'massa met mevrouw bier willen uit stappen," zeide hij, „hivr geen gevaar; Jean- Francois ?n zjjne mennen dezen kent niet langs Die naam .ven Jean-Francois, dien bjj reeds zoo vaek had hooren uitspreken, deed August begrijpen, dat deze een der hoofden ven den opetand der zwarten en nog wreeder den de enderen moest zjjn. Hjj stepte met de twee vrouwen uit den draagstoel. Hnnne vroegere slaven, nog oven onderdanig als weleer, maak ten inderhaast op het gras een onlbgt gereed, beslaande uit vruchten, v/jjn en gebak, die zjj uit voorzorg haddoD medegenomen. Deze oplet tendheid trof August en zijne vrouw, die met gretigheid hunne zweer geschokte krachten herstelden. Het was eene bclooning, die de Voorzienigheid hnn in hun treurige positie toestond om de goedheid, waarmede zjj steeds hunne slaven behandeld hadden. Zij bevonden zich op een ruime Open plek, die ver in het rond den weeldsrigsten planten groei aanbood. De berg, op welks helling zp halt bielden, was geheel met dichte bosschen begroeid en doopte zgn voet in de heldere morgennevels gehuld, spreidde in de verte haar eden watervlak ui', dat de stralen der morgen zon schitterend weerkaatste. Mijnheer en me vrouw Lemierre staarden ia bewondering dit heerlijk schouwspel aanzjj wierpen zich op de knieën en zonden een vurig morgengebed omhoog tot den Almachtige, die hen weliswaar zwaar beproefde, maar tevens zooveel redenen tot troost en opbeuring daaraan paarde. De beide echtgenooleu waren biermede nog niet gereed, toen meerdere negers zich bp hen voegden. .Onder hen was ook het opperhoofd, dat de beide vluchtelingen eerbiedig kwam groeten, hen verzoekende, wederom in te sty- gen. Zy waagden liet nu, hem eenige Igding omtrent Jacob Lemierre te vragen. Deze vraag scheen den neger in het nauw te bieugen; hg antwoordde dat hy op het oogenhlik niets van hem afwist, maar zg konden ervan verzekerd zgn, dat Jean-Francois bg hem was. Zonder meer le zeggen ging hy heen, mijn heer en mevrouw Lemierre in een pgnlgke on zekerheid latende. Overstelpt door droefheid en bange vrees voor de toekomst, nam de laatate haar kleine in de armen en kuste hel slapende wicht op de molligo koontjes. De draagstoel werd intusschen steeds verder vervoerd, ter- wgl het woud hoe langer hoe dichter on don kerder werd, en slechts hoogst zelden een zon nestraal meer tot hen doordrong. Na een tocht van ruim ecu uur zette men het voertuig onder een overhangend rotsblok neder aan den ingang van eene diepe grot. De negers staken de hoofden bijeen en schenen te beraadslagen. Eindelgk hoorde August bet op perhoofd zeggen, dal er geen gevaar meer te duchten was en dat zg naar binnen moesten gaan. Zy namen nu den draagstoel weer op en liepen een kwartier lang onder den grond in de dikste duisternis voort. Mevronw Lemierre gevoelde zich in die geheimzinnige omgeving weinig op baar gemak en drukte angstvallig de kleine Louise aan hare borst. Het opperhoofd, dal naast baar voortschrood, bemerkte zulks; hg boog zich tot haar over en zeide welwillend: .Niet bang zgn, goede mevrouw van massa, gg hier veiliger zgn dan overal elders." Een paar minuten later hield men nogmaals baltde zwarten openden het voertuig, en in het dnister rondtastend, greep het opperhoofd de hand van August, dien bg verzocht uit te stappen. .Mevrouw Theresa ook uitstappen," zeide bg, „gy vreemde dingen zien zullen." August vroeg zich af, wat de neger hem kou laten zien en een gevoel vsn angst bekroop hem. Niettemin hielp hy zgne echtgenoote by het ujlstygen, en deze voelde, dat zg op een bodem van fijn zand neerkwam. Op dit oogen hlik gelukte het een neger, die reeds eenigen tgd een paar ruwe stukken hout krachtig tegeu el kander gewreven had, daar vonken nit te doen schieten, en spoedig vatte het hout vlam. De andere negers staken nu ook ieder een fakkel aan, zoodat het geheele hol helder verlicht werd. Ondanks hunne bezorgdheid kon het echt paar een kreet van bewondering niet weerhou den. Reusachtige, met goud en zilver vermengde kristallen vormden overal in het rond fraaie portieken en zuilengangen, sierlyke kroonluch ters, ja zelfs orgelpgpen en nog veel meer ver sieringen, alle van den ryksten vonr en in eene afwisseling, die het onderaardsch verblgt als in een paleis herschiep en die bg het fantastisch fakkellicht nog meer effect maakto. 't Waaeen groolsch schouwspel, en relfs do minst prikkel bare verbeelding moest zich daar in het rijk der feeën en nimfen verplaatst wanen. Mynheer en mevrouw Lemierre herkenden aanstonds een dier natuoriyke, door druipsteen gevormde spelonken, van welker schoonheid men te San- Domingo meermalen verhaald had en die dan negers reeds zoo vaak tot schuilplaats hadden verstrekt. In den hacheljjken toestand, waarin het be minde echtpaar zich bevond, had het opper hoofd, hoewel zelf een der hoofdleiders van den opstand, niet geaarzeld, hnn een dier neger paleizen lot wgkplaata aan te bieden.,— Na hen eenige oogenblikken aan hunne be wondering te hebben overgelaten, nam hy een flambouw en ging hen voor. Toea zjj het einde

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1895 | | pagina 1