«^TTpsnir
'1IM JftWPU.
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 1.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie meenden i
I Franco per postf 0,40.
I Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKromnmtraat, F 227, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Adrertentiini
Van 1 lot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- 0.05
n uiterljjk Vrjjdag ,vond
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
I De Zegepraal van het Kruis.
In geheel onzen heiligen godsdienst
is kwalijk een plechtigheid zoo veelbe-
teekenond en zoo aangrijpend tevens, als
op den grooten lijdensdag die eenvou
dige ontblooting van 's Heren gezegend
Krui;, dat gedurende den passieljjd ten
bewijze van rouw en van boete met een
sluierdoek was omhuld. Met heilige aan
doening en siddering slaat dan het volk
de plechtige stilte, die in de Gods
huizen heerscht, de oogen naar den
gekruisten Godmensch omhoog, om
daarna aan Zijn beeltenis, door den
Priester beneden aan den voet des al
taars op een rouwkleed gelegd, inet deze
zijn drievoudige, diepgevoelde hulde en
vereering te brengen. En geheel onder
den indruk dier zielroerende plechtig
heid keeren alzoo dc geloovigen, droef
ernstig gestemd, weder huiswaarts,
om ook daar verder in eenzame stille
het ontzaggelijk geheim van Jesus" kruis
dood te vieren.
Dan, wat een geheel anderen indruk
maakt datzelfde Kruis, wanneer zij, op
den hoogheiligen Paaschdag hunne rijk
getooide tempels wêer binnengetreden,
het teeken der verlossing daar hoog
boven het altaar lusschen waslicht en
bloemen, lusschen groen en gulden of
zilveren versierselen luisterrjjk zien
stralen, en Iegelijk in tegenstelling met
dien stillen Vrijdag nu onder blij klok
gelui en de jubelende tonen des orgels
de heerlijkste lofzangen hooren aanhef
fen den Gekruiste van Golgotha, den
Zegevorst Ier eere. Want thans is zijn
kruis niet meer hel teeken van droef
heid en schande, maar integendeel het
glansrijke zegeteeken en de schitterende
banier, waarmee de christelijke kunst
ons zoo gaarne den Verwinnaar van hel
en dood afbeeldt by Zijn verrijzen, als
om ons de glorie te verkonden van Zijn
roemvollen triomf.
En inderdaad, het kruis, hoezeer den
Joden een ergernis en den heidenen een
dwaasheid, is van den dag Zijner ver
rijzenis voor Christus wel de hoogste
glorie en voor Zijn belijders hel voor1
werp der meest blijde hoop. Van dien
dag af begint immers de ware Zege
praal van het Kruis, die immer aan
houdt in deze wereld en eerst hare vol
tooiing bereikt op het einde der dagen,
als de Zoon des menschen in al zijn
heerlijkheid en macht met Zgn van glorie
stralend kruis op de wolken gaat ver
schijnen om over allen, die ooit hebben
geleefd, het eindvonnis te spreken.
Op den Paaschdag toch is vervuld,
wat de Profeet lsaias in een wonder
baar visioen kreeg te aanschouwen. Hjj
zag den Verlosser, die een banier on
der de volken oprichtte, en hoe het diep
bedrukte volk des Heeren bij het zien
der hoog wuivende vaan nieuwen moed
schepte, hoe de verelrooide kinderen
Gods van alle kanten der wereld zich
rond deze vaan, als rond hun gemeen-
schappolijken standaard, vereenigden.
En als dc Ziener uit het Oude Verbond
ons dit profetisch gezicht heeft verhaald,
laat hij er verder op volgen,Op dien
dag zal de wortel van Jesse, d. i. de
Verlosser, tot banier en vaandel voor
de volken strekkende volken zullen
tot llem komen en Zijn graf zal heerlijk
zgn." Wat anders nu is die banier,
waarvan dc Profeet in heilige verrukking
gewaagt, wat anders dan hel kruis op
Calvariê geplant, waaraan de Heiland
de zonden der wereld heeft geboet en
den vorst der duivelen overwonnen, en
dat op den dag Zijner opstanding het
zegeteeken is, waarmee Hjj in den vol
len glans Zijner heerlijkheid weer op-
rjjst uit Zijn graf.
Ja, nog hangende aan het kruis mocht
Hjj reeds door deszelfs alverwinnende
kracht in de bekeerlingen, die Hij al
stervende maakt, de eerste triomfen be
halen. De hoofdman erkent nu de on
schuld des Heeren, en schroomt zelfs
niet om openlijk voor Zijn Godheid te
getuigen. Eveneens do soldaten, die den
Heiland zoo kort te voren meedoogen-
loos hebben gegeeseld en wreed met
doornen gekroond, en den onschuldigen
en geduldigen Jesus ook aan den schan-
paal der slaven niet ophielden te be
spotten, zij huiveren thans bij de schrik
wekkende en wonderbare teekenen,
waarvan zjj getuigen zijn bjj Zijn dood,
en zjj haasten zich in te stemmen in
de geloofsbelijdenis van den hoofdman
.Deze mensch was waarlijk Gods Zoon."
Meer nog, uit de verstokte Joden, die
Zijn dood hebben geëischt en de wrake
Zjjne bloeds durfden afroepen over hen-
zeiven en hunne kinderen, komen niet
weinigen nu reeds tot inkeer, en klop
pen, terwjjl zij de strafplaats ontvlie
den, ernstig en rouwmoedig op hunne
borst. En de aanhangers van Christus,
straks nog zoo kleinmoedig en bevreesd,
vatten na dat alles nieuwen moedeen
Jozef van Arimathea wil ten minste het
gestorven lichaam van zijn Goddelijken
Meester voor smaad en onrechtbehoeden
hjj heeft van Pilatus de volmacht er
langd om het een eerzame begrafenis
te verschaffen, en vindt al aanstonds
steun bjj Nicodemus, die het zich even
eens een eer rekent aan zijn gesmaden
Heer en Heiland dezen laatsten liefde
dienst te bewijzen.
Toch is het alles nog slechts een be
gin van het groot veroveringswerk, dat
Christus met Zijn kruis over ganschhet
aardrjjk gaat volvoeren. Nog maar wei
nige dagen, en reeds trekken de twaalf
apostelen, die zwakke en vreesachtige
mannen van voorheen, nu echter ge
sterkt door den H. Geest, naar alle
kanten uil om de wereld voor Christus
te winnen alleen door de onweerstaan
bare kracht van Zijn kruis. Zij kennen
en prediken niet anders dan Christus
den gekruisigde, voor Wien zij hun bloed
en hun leven gaan geven. En dezelfde
gehei nvolle kracht, die hen op hunne
moeilijke evangeliereizen sterkt en tot
ware geloolshelden en onverschrokken
bloedgetuigen maakt, bezielt al even
zeer die ontelbare schare van hen, die
uit alle volken, natiën en stammen
voortaan onbeschroomd Christus voor
de gansche wereld belijden, en die,
waar het geldt op te komen voor de
eere van het kruis, voor niets terug
deinzen, en des verlangd bereid zijn
daarvoor den wreedsten marteldood te
sterven. De heidensche wereld moge
zich vleien met de uitgezochtste folte
ringen en een alom aangericht bloedbad
de christenheid van de aarde te zullen
verdelgen, het zal alles niet baten. Want
vieierij noch bedreiging, list noch ge
weld, schimptaal noch bespotting, niets
is in staat om de veroveringen van het
kruis van Christus te keerenintegen
deel, het dient alles alleen om het Gods-
werk, de stichting en de uitbreiding der
Kerk, nog meer ie verhaasten, opdat
ook waarheid worde de voorzegging van
Israël's koninklijken Profeet, die den
standaard van Christus ,te midden Zjj-
ner vjjanden zag heerschen." En zoo
gaat het alle tijden en alle eeuwen
door: immer blijft het kruis ondanks
alle stormen en beroeringen van scheu
ring en dwaling, van opstand en ver
zet de wereld beheerschen. En nog in
onze dagen, waarin het ongeloof van
een modern heidendom het opnieuw
waagt de goddelijke kracht van het
kruis stoutweg te loochenen, en op alle
middelen zint om dat kruis en daarmee
het geloof onder het volk te verbannen,
bljjft niettemin het kruis het onover
winnelijk zegeteeken, waarvoor alle
machten der hel moeten zwichten.
Zoo is dan het kruis in de hand
van den verrezen Christus Zjjn over-
winningsteeken, waarmee Hij gansch
het aardrijk beheerscht en alle eeuwen
trotseert. Willen ook wij dus in Zjjn
opstanding met Hem triomfeeren, dat
dan Zjjn kruis ook onze strijdbanier zij.
Zoolang wij ons niet oprecht en open
lijk onder deze Zjjne strijdvaan willen
scharen ter verdediging van Zjjn heilige
zaak, kunnen wij Zijn dienaren en vol
gelingen niet zgn, en zullen wij evenmin
in den rjjken buit Zjjner overwinning
ooit deelen. Want al verschilt ook de
wjjze, waarop wij, ieder voor zich, hier
beneden den goeden itrjjd moeten voeren,
toch zjjn wij allen geroepen tot een en
denzelfden strijd voor zoover deze de
groote zaak van Christus betreft en dus
ook alleen onder Zjjn krijgsbanier wordt
gestreden. Zweren wij daarom, wie we
ook zjjn, elk in zijn staat en stand als
een wezenljjke strijder van Christus op
den dag van Zijn triomf opnieuw trouw
aan de vaan des Gekruisten, en ver
trouwen wij bjj alle bekommernis van
den str jjd op haar onoverwinnelijke kracht,
gedachtig aan de slrjjdleus, welke do
groote Constantijn, de eerste christen
keizer, alvorens op den vjjand aan te
rukken met zjjn leger, overeenkomstig
eene hemelscbe verschijning rondom de
afbeelding van het kruis in zjjne krijgs-
vi an deed plaatsen In hor. signo vinees,
„In dit teeken zult gjj verwinnen."
BUITENLAND.
Breêroo had wel gelijk met zjjn: 't
kan verkceren. Nu de Matabeles in
Rhodesia zijn opgestaan en de Engel-
sche bezetting het in de hoofdstad
Buluwayo te benauwd krijgt, zoodat de
Zuid-Afrikaansche Maatschappij naar
Kaapstad verzocht heeft om onmiddellijk
500 man te zenden nu is het de zoo
gesmade Transvaalsche Regeering die
haar hulp aanbiedt aan hare vroegere
belagers, en dit doet zij in het volgende
telegram aan den gouverneur der Kaap
kolonie, Sir Hercules Robinson
,Het is dezer Regeering te- "-ure ge
komen, dat hulp benoodigd h voor de
bescherming van vrouwen en kinderen
in Matabelp-land. Wanneer de Britsche
Rcgeerieg zulks verlangt is deze Regee
ring bereid tot dal doel aan de bur
ghers verlof te geven naar Matabeleland
op te trekken.*
Voorwaar geen geschikter hulp kan
der Engelsche Regeering worden aan
geboden en men zal verstandig doen
met deze niet af te wijzen, want niet
alleen hebben de Boeren herhaaldelijk
bewezen dat zij geheel vertrouwd zijn
met het terrein en vlug weten te han
delen, maar wellicht ook dat uit dezen
toestand een betere waardeering ont
staat, die tot gunstiger verstandhouding
onderling zal leiden.
FEUILLETON.
Christus is verrezen!
Vr(j uit het Duitieh naar Dr. Kart Man.
DE PASSIEBLOEM.
L
Wjj voeren met vjjf personen in een met
voor zee personen voorziene zitplaatsen kleine
boot op de Rio Madeira, de grootste nevenri
vier van den Amozonenstroom. Voor aan den
smalleo boeg zat de prairiejager Perdido; ver
volgens de drie roeiers Angnstin, Mannel en
Mateo, en ik stoorde achter het roer. Men mag
zieb echter niet door de namen laten verleiden
de drie roeiers voor blanken te honden. Zjj
waren echte Toba-indiaoen, die voor eenige
maanden bjj den heiligen doop deze christelijke
namen ontvangen hadden. Ofschoon Angnstin
en Mannel onder waren dan ik, waren de drie
toch mjjn geesteljike kinderen, want ik bad ze
in de leer des Christendoms onderricht en was
by den doop bon peter geworden.
De beide genoemde personen waren ernstige,
weinig sprekende, doch hoogst vertrouwbare
mannen, terwjjl de ongeveer twintigjarige
Mateo een vrooljjke, mededeelzame natuur bezat
en heol bjjzonder graag van zgn tronw en toe
tot mjj sprak. Slechts bon groote
1 tot bijna 1
den Marsaon te gaan en daarbjj de lange vaart
met de boot en de niét geringe gevaren daar-
wjj halt gehouden en uitgerust, om d.iar weder
om te keeren. Hier was de prairiejager Perdido
lol rnjj gekomen en hnd mg gesmeekt, hem
mede te nemen, daar hg hooger op wilde gaan.
Ik' moet bekennen, dat hjj geen vriendeljjken
indruk op mjj gemaakt had. De naam Perdido
heet ,<ie verlorene", en daarmede kwam zjjn
wezen en zgn bonding wel overeen. Hg was
een kraibtige, jonge man en maakte zich als
roeier verdienstelgkhg wist zeer goed met
bet geweer om te gaan, kende de valache streken
der «oudbewoners nauwkeurig en ging, zoo
dikwjjls wg aan de oevers aanlegden, op de
jacht, om rgken bait mee te brengen. Hg was
do taal volkomen machtig die onder den naam
.Lingua general de Brasi!" door de moeste
stunmen op het uitgestrekte Euarani-gebied
gesproken wordt En ondanks deze goede on
soot mjj nuttige eigenschappen beviel hg mg
toch niets. Hg was somber, norscb, teraggo-
trokken, mirscbien met zich zeil ingenomen, en
beul, wat mg bet meest tegenstond, nog min
der geloof dan een heidendat had ik trots
zgn stilzwggenheid spoedig begrepen. Ik onder
hield mg met mgne Toba-indianen dikwgls en
gaarne over godsdienstdan echter log op zgn
door de zoo verbrand gelaal steeds oen uit
drukking van spot en hoon, die zich lucht gat
in den uitroep
,QodEr is geen Godwaarom spreekt ge
daarvan I"
Ik gaf ham, nntuurljjk, hierop een desver-
oisebt ernstig antwoordhg echter wendde zich
dsn van mg af en liet mgne woorden langa
zich heengaan, zander dat ze bet door mg be
oogde doel bereikten.
Ook in betrekking tot zgn stand was hg mg
een raadsel. Ik bad uit verscheidene zgoer uit
latingen bemerkt, dat hg meer beschaving bo-
zat, dan die blanken, welke met een bepaald
doel onder de Indianen in de bosachen rond
zwierven. Ook zgn klecding paste in bet geheel
niet voor de streek, waarin wg 'ons bevonden.
Hg droeg rgbroeken van dierenvel en laarzen
met sporen, die in bet bosch niet slechts nut
teloos, maar dikwgls zeer hinderlgk waren. De
broek en hel blauwe wambuis werden door
een heupband te samen gehouden, waaraan
een lang mes in lederen schede hing. Boven
dien had hg ecu vastgehechte breede lederen
gordel om, waarin twee pistolen staken en
waaraan twee lederen uasclien zalen, waarin
men gewoonljjk geld en andere zaken van
waarde pleegt te bergen. Op zgn hoofd droeg
hg een zware, breed geranden, en nit fijn stroo
gevlochten hoed. Neven bet mes en de pistolen
was bg met een gewoer van kloin kaliber ge
wapend. Dat was niet de nitrusting vaneen
wondlooperveeleer bad ik hem voor een
handelaar mogen honden, die in die atreken
rondtrok. Daarvoor pleitten ook de twee zware
pakken, die hg bg bet inatappenin onze boot
bad laten brengen. Mogelgk had bg mg een
verklaring gegeven, doch daar hg niet vrijwil-
lig mg met een opene mededeeling was tege
moet gekomen, bad ik het niet voor noodig
eenigde Blaten beleefd bad. Het wond der
tropen is oneindig verschillend van dat van het
noordon. Het mangdelgke bosch van het rots
gebergte is ernstig, heerlgk en stiL Het gelgkt
een dom. Wie bet betreedt voelt zich aange
grepen, zoadat hg het kwalgk wagen durft de
diepe atilte door een luid gesproken woord te
onderbreken, te ontwgden. In de bosschen van
bet zuiden echter ia alles een eenig groolscbe
pracht zoowel van kleur als vorm. Daar beerschl
leven en beweging zelfs in den donkersten
nacht, en rust treedt eigenlgk slechts tegen
middagtijd in, wanneer de in het Zenith staande
zon zoo gloeiend nederatraalt, dat al het dier-
lgke leven algemal zich in de diepste schaduw
van het wond terugtrekt
De beide oever- van de rivier vormden een
weelderigen, ondoordringbaren palmenplanten-
groei, waarboven zich hooge turn- en Teucnrilkro-
nen verhieven. Dan treden stelselmatig de
p&Imen terug en diebte struikgewassen met dui
zenden veelkleurige bloemen overladen nemen
de overhand. Hat glansde, flikkerde en schit
terde in alle mogelgke klenren en klearschakee-
ringen en de morgenlucht werd bezwan
gerd met een genr zoo zwaar als slechts
de tropen vermogen voort te brengen. Dan we
der waren de oevers bedekt met borobaeeën,
welke hun loof verloren hadden. Daarneven
waren millioenen heerlgke bloesems nit den
bodem ontsproten, waaruit zich lange rood
glanzende xaadknoppen ontwikkelden. Tusschen
deze bloesems hingen honderden Japera-bni-
delnesten. Gondgoklourde schreeuwende vogels
schoten door de lacht. Kolibris bewogen zich
snel als lonkalende edelgesteenten heen en weer.
Somwijlen weerklonk bet ontzettende gebral
van een stier, waarmede el de dierljjke woud
bewoners instemden. Op de hoogste twjjgender
boomon schommelden de eenvoudige nes
ten der eekhoorntjes. Een groote menigte van
water- en zwemvogels bewogen zich op de ri
vier, en op de zandbanken koesterden de kro
kodillen zich in de zon. Somwjjlen ontmoetten
wjj een schildpad, die ons in-het voorbjjzwem-
tnon brutaal aanstaarde. Eu de diepte wemelde
formeel van visscben, die luchtscheppend in
do hoogte kwamen.
De watervogels begroetten onze boot meteen
belscli geschreeuw nog grooter echter washel
alarm, dat van tjjd tot tjjd uit het woud drong.
Dat werd echter spoedig anders. Hoe nader de
middag kwam, des te stiller werd het, en toen
de zon haar hoogste punt bijna had bereikt,
beerschte een diepe rost rondom ons heen.
Ook wg konden den gloed niet langer ver
dragen en stevenden naar den oever toe, toen
wjj een plaats bemerkten, waar het bosch niet
zeer dicht was, en wjj dos konden landen. Wjj
legden de boot vast en waadden door het diepe
sljjk, tot wjj vasten bodem onder da voeten
hadden. Daar echter was de plantengroei zoo
ondoordringbaar, dat wjj met onze messen ons
toegang moesten verschaffen.
Maar welk een verrukkeljjko plantenpracht I
Wjj bevonden ons onder timicho-pslmen, wier
waaiers in bleekroode linten prjjkten. Hoog
daarboven verspreiddo de boutbaan van het
eeuwenonde wond zgn kolossaal loofdak
nit Reusachtig varenkruid, wonderbaar gevs-