mnum i) juni m. mmmmm Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 10. DE EEMBODE yoor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Hardorwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementeprij» p»r drie Diudn franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. Bureau: Krommestraat, F 227Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. ?rij« der AdTertentUai Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor lederen regel meer- 0.05 moeten uiterlijk Vrijdagavond Oorreapomlenlifln en J Ik» /.ij. lie zich v6ór F 1 Juli abonnreren op ,DK F.KJIBODK", ontvangen i tot dien tijd vernchljnende ■mnicrN gratia. Iet vepstand des volks. Als het zoo te pas kan komen wordt meermalen nog al eens hoog opge- even over hel gezond verstand des iederlandschen volks. Wanneer b.v. litbreiding van hel kiesrecht ter sprake •n er dan gewezen wordt op de ledenkeljjke gevolgen die omtrent in- oering daarvan in andere Rijken valt ip te merken, dan moet het gezond ersland onzes volks den besten waar- 10rg daartegen heeten in ons lieve vader end. Wij willen intusschen gaarne aannemen at Nederland te dien opzichte geens- bshoelt achter te staan bij andere indendoch is daarmede alles gezegd streden wij eens de sportwereld, die in onze dagen de grootste be- mgstelling vraagtschijnt hel niet daiir een zekere krankzinnigheid de verhand heeft. Wedrennen, die het leestc levensgevaar aanbieden, kunnen ,-ker zijn een talrijk publiek te lokken r daarbij een waaghals met be- ngrijke kwetsuren het renperk verlaat, al herhaaldelijk voorkomt, is hij de eld van den dag; en men kan •ker zijn dal een volgende maal door mededinger de roekeloosheid soms at het uiterste gedreven wordt om in in dergelijke belangstelling zich te mogen trheugen. Is hierin nu een bewijs te inden van gezond verstand? En hoe verheugd is de sportwereld als sap Eden, haar roem en glorie, een oncurrent bij wedstrijden een vadem :hter zich laat; de gehceie pers moet daarover de bazuin steken. Besprekingen over waarachtige kunst, over geniale werken, die de hoogste achting voor dan meester vragen, worden in de dagbla den ongelezen gelatendie kost is te i en vervelend; terwijl integendeel lotgevallen van een sportman, die b.v. opeen wandeltocht van inspanning is neergezegen, of bij zijn aankomst bijna onherkenbaar is van vermoeienis, met zenuwachtige nieuwsgierigheid in de pers worden nagespoord. Worstelaars, volgens Engeiscli model, kunnen de geesten prikkelen en boeien van hen die aanspraak willen maken op gezond ver stand. Wanneer dergelijke sportmannen elkander ineenwringen, dat de leden kraken, klopt het publiek geestdriftig in de handenen wanneer een der kam pioenen voor altjjd in zijn gezondheid geknakt het strijdperk verlaat, is de ont spanning voor het publiek het interres- santst geweest. Waar blijft hier het gezond verstand Wij hebben hiermede slechts den in gang van het sportterrein betreden, aan anderen laten wjj gaarne over het geheel af te rennen en te zoeken waar nog ge zond verstand is te vinden, en waar het hopeloos is te loor gegaan. Wellicht zal men ons hier tegenwer pen: Ja, in de standen waar weelde dartelheid hoerschen, wil het gezond verstand wel eens zonderlinge parten spe- niaar in den minderen stand komt het beter tot zijn recht. Niets zou ons aan genamer zijn dan de waarheid dier be wering te kunnen bevestigen, doch wij meenen haar sterk te mogen betwijfelen. Immers, wie herinnert zich niet hoe nog slechts voor korlen tjjd de toekomstige kiezers de paarden afspanden en zich- zelven aanspanden voor den zegewagen een Séqua. Scheen men destijds niet naijverig om in die eer te mogen deelen. Niet in de uithoeken, maar in de grootste steden van ons vaderland, waar toch het hoogste peil der ontwikkeling wordt aangegeven, zag men achtereenvolgens, als weieens roemruchte veldheeren of andere waarlijk groolc mannen ten deel viel, een Séqua onder hoera en gejubel voorttrekken, als een afgod des volks! Op het gezicht van zulk een vertooning nen toch bezwaarlijk kunnen snoeven op het aanwezig zijn van gezond ver stand En hier raken we meer het hart der quaestie geeft hel blijk van ge zond verstand als men in onzen t(jd gehecle scharen zich willoos ziet over geven aan de leiding van hen, die geen ander doel hebben dan bevrediging hunner eigen eerzucht en hartstochten. De ellende, daardoor in den werkenden sland gebracht, spreekt krachtig en luide, soms met bloed cn tranen, en toch lijden de meeste pogingen om de zen van dien droeven dwaalweg terug Ie voeren niet meermalen jammerlijk schip breuk Komen de ondoordachte werk stakingen, met hunne soms zoo treurige uitkomsten, niet sprekend getuigen van de laaghartige bedoelingen van de zoo genaamde vripnden en verdedigers der rechten van den werkman, en tevens leiden tot de conclusie, dat men vol slagen verblind moet zijn, of over een zeer bekrompen versland moot beschik ken, wanneer men niet bijtijds aan zulke volksmisleiders met walging den rug toekeert Zijn, om slechts één voorbeeld te Jemen, de werkstakingen en de hou ding daarbij van de werklieden tc Maas tricht niet een overtuigend bewijs hoe weinig op het gezond verstand van dal deel volks kan gebouwd worden V Daar heeft het toch aan ernsligc waarschu wingen van hen, die den werkman een rechtschapen hart toedragen, en die voor zjjn belangen groote moeite en opolTeringen zich willen getroosten, niet ontbroken; al het mogelijke is beproefd om de zaken ten goede te leiden, en wat heeft het gebaat? Zelfs de zoo waardeerende, zelfopofferende bemoei ingen der geestelijkheid dier stad wer den verijdeld en in den wind geslagen de hartstochtelijke taal van gewolcn- iooze opruiers vondt daarentegen ge- reedelijk gehoor! Is hier nu gebrek aan gezond versland of niet? Wij meenen, met het oog op het bovenstaande, vrijmoedig te mogen con- cludceren, dat het bouwen alleen op het gezond versland onzes volks, waar het ernstige zaken betreft, wel een weinig roekeloos en soms zelfs een vermetel bedrijf mag heeten. BUITENLAND. De kroningsfeesten Ie Moskou zjjn Zaterdag door een ontzettend ongeval onderbroken, liet orgaan van liet Rus sische Ministerie gaf onder den eersten indruk daarvan eene beschrijving waar- wordt gezegd, dat voor den aanvang a het volksfeest onder de uit vele honderdduizenden beslaande volksme nigte zulk een gedrang onstond naar de plek op het Kodynskoje-veld, waar de gaven uitgedeeld werden, dat met onweerstaanbaar geweld honderden menschcn doodgedrukt werden. De orde was spoedig hersteld, maar reeds h(j het eerste opdringen waren zeer velen op de smartelijkste wijze omgekomen of ge kwetst. De berichten der politie spraken 's namiddags om vier uur van 331 dooden en 459 gekwetsten. De Gzaar, die diep ontroerd was, heeft, naar ge meld wordt, gelast, dat aan elk huis gezin, dal zijn kostwinner verloren heeft, 1000 roebel geschonken zal worden, en dat de begrafenis der slachtoffers voor zijn rekening moet geschieden. Een later bericht meldt echter dat het aantal der personen, die gedood of aan hun verwondingen bezweken zjjn, dertienhonderd acht en dertig bedraagt. Uit Moskou en de omliggende dorpen aren te middernacht reeds 200,000 personen bijeengekomen, die den nacht in de open lucht bij vuren doorbrachten, onder vrooljjk gezang. Steeds bleef de menigte toenemen, lot zij om vier uur ongeveer verdubbeld was. De politie werd spoedig met een aan tal kozakken verslcrkt, toen de menigte tot een ontzagwekkende massa was aangegroeid en de tenten begon binnen te dringen, waarin dn giften voor het volk werden bewaard. n zes uur begon de verdeeling dier giften. Honderden personen, met do uitdeciing belast, konden aan de woest opdringende menigte niet vlug genoeg de in pakjis verdeelde gaven uitreiken. Tusschen de tenten ontstond een ver schrikkelijk gedrang, dat door het op dringen van honderdduizenden steeds toenam en waardoor een verschrikkelijk aantal personen het slachtoffer werden. Dit hield aan tot eindelijk de kozakken de menigte terugdreven. Tot laat in den namiddag reden brandweer-en goederenwagens langzaam door de straten, ijjken vervoerende naar de kerkhoven en gewonden naar de hospitalen. De omgekomenen zjjn verre weg voor het mccrendeel boeren en arbeiders. Slechts onkelen behoorden lot andere volksklassen. Het keizerlijk echtpaar bezocht de zwaar gewonden in de ziekenhuizen en richtte tot de on gelukkige Ijjdcrs warme woorden van mcdeljjden en troost. Er is een gerech telijk onderzoek ingesteld naar de oor zaak der catastrophe. De rechterlijke macht heeft Zor.dag de plaats dor ramp bezichtigd. Over het aantal gedooden zjjn nog altijd zeer onrustwekkende geruchten verspreid, doch een juiste opgaaf zal wel blijven ontbreken. Men spreekt zelfs van twee ii drie duizend Ijjken, die des nachis naar het kerkhof van Wagankof moeten zjjn over gebracht en waar door de familiebetrek kingen een onderzoek is ingesteld naar de identiteit der gedooden. In de kerk van het paleis van het Kremlin had Zondag op verlangen des Keizers een zieledienst plaats voor de gedooden, welke door hel keizerlijk echtpaar en alle leden der keizerlijke familie werd bjjgewoond. Van dc vreemdelingen, die te Moskou zjjn gekomen ter bijwoning der feeste lijkheden, is niemand gedood of ge wond. De aanblik der ijjken, die op het kerkhof waren gebracht, was werkcljjk verschrikkelijk. Het gelaat en de lede maten van vele gedooden waren zoo misvormd, dat men de personen slechts kon herkennen aan hun kleeren, indien ook deze niet totaal vernield waren. Het kerkhof was gevuld met groepen weenende menschen, die zochten naar hau familieleden; en steeds trokken meerdere massa's met hetzelfde doel naar het kerkhof. De politie bewaarde de orde. Zondag van twee uur af begon en de lyken te begraven. Omtrent de catastrophe wordt nog het volgende medegedeeld: ongeveer dertig vadem van de tenten, waarin de geschenken werden bewaard, be vond zich een negen vadem breede gracht. De opdringende menigte wierp de eerste rjjen in deze gracht, die in den loop van ongeveer vyftien minuten door honderden menschen werd gevuld. De door onweerstaanbaar geweld voor uitgeschoven massa kwam toen over de FEUILLETON. Op andere wegen. 1) In eene groole, mat verlichte slaapkamer lag een bleeke knaap naar adem hijgend en doodziek op eeu zacht gespreid rustbed ter neder; in de ingezonken slapen klopte de blauwe ader b(jna hoorbaar eu de kleine ban den bewogen zich in koortshitte been enweêr. Een Tochtige glans lag op de sneenwsritte wan gen; de lippen waren zwartachtig gekleord door het brandende rnnr, hetwelk het kleine lichaam aimatte en dat de weinige levene- kracht, die nog voorhanden was, in de lede maten opteerde. Het zware voorhangsel der dear werd opeens behoedzaam terzijde gelicht en met zachten tred schreed een in't wit gekleede monnik de kamer Hy naderde bet leger van smarten, boog zich over den kleinen lyder en deinsde verschrokken terug voor bet heete, ingevallen kindergelaat, dat de dood met onnitwischbare stilt scheen geteekend te hebben. Een koude siddering ging door de slanke ge stalte van den jongen dominikaanonlroerd bracht hjj de handen voor zjjn aangezicht begon te weenen. Met een onrustige beweging ontwaakte knaap nit den lichten aloimer, waarin hij eenigen lyd gelegen had, opende de moede,met blauwe randen omgeven oogen en staarde [zichtbaar ^verrast op den weenenden monnik. leroom, heeroomstamelde by blijde Ie moede en vaUe de plooien van ille gewaad, als vreesde hij dal de zoo met smachtend verlangen te gemoet geziene ge stalte weder verdwijnen zon. .Heeroom, zjjtgjj hel werkelijk, en moogt gy no by my blyven V" „Ik blijf 100 'ant? het wilt maar wees rustig, kind, gy xyt zeer ziek had by willen zeggen, doch hy zweeg nog bytyds en streek slechts de koude zweetdroppplen van bet bleeke kindervoorhoofd. .Moet ik sterven?" .fluisterde de kleine kranke zwak en nauwelijks hoorbaar. Daarby zag hjj vragend tot den dominikaan np. „Ik hoop neen," was het gerustellende antwoord. „Ach, ik blyf ook zoo gaarne by papa by ia zoo goed. De jonge ordensgeeslelyke zag peinzend voor ,En gjj bidt veel voor hem, niet waar?" „Ja, heeroom dat weet ge. Maar ge zyt toch niet tol ons gekomen, zooals ge beloofd hadt." „Ik dacht, ge zondt zelf by rnjj in bet kloos ter komen." „Zonder papa wilde ik niet tot a gaan en daarom bleef ik hier De kleine knchle van de inspanning des ge sprek*. „Wees stil, beste Adolf, ik bid n, weesslil!" vermaande de monnik mei diepe bekommering. „Ach, laat my toch spreken," ver weerde zich de knaap, toen zyn oom hem den vinger op de lippen wilde leggen. „Papazeide. dat u hem niet meer lief hebt anders waart ge af en toe toch wel gekomen, xooals vroegerAch en dat is toch niet waar. Heeroom spreek toch?" Vermoeid zonk de knaap in de kussens terug hy hield de hand van den geliefden oom vast aan zjjn borst gedrukt, en zyn oogen hield hy strak gericht op het aangezicht van den do- minikaen. Deze boog zich met innige liefde over het kind eo kuste bet op bet roorhoofd. „Het is niet waar ik wist het wel murmelde de kleine triomleerend. „Blyf nog wal" bad hy hall smeekend, toen de monnik zich gereed maakte zwygend de kamer te veriaten. „Ik zal heel stil zyn blyf zoo long tot papa uit de voorlezing komt iel n voor myn bed, dan kan ik n veel beter De kloosterling deed, wat van hem verzocht Een wyie was het stil. De borst van den knaap stennde, en de adem piepte pyniykHg leed ontzagiyk, maar geen enkele klacht kwam over de verdroogde Het kind lag geheel roerloos. Stil, in zichzelf gekeerd, het hoofd vol ge dachten, en in gebogen bonding zal de jonge pater voor bet ziekbed en beschouwde het sterrende kind. „Heeroom" fluisterde de kleine zacht, zeer zacht „Heeroom, wanneer ik sterf, bid dan voor my, zooals ik voor mama gebeden Wilt ge dat doen Zie papa bid nooit." Welk oen droeve aanklacht lag niet in deze woorden De dominikaan huiverde. „Slaap, lieveling," zeide hy ontroerd, „ik bid voor n en uw papa." „Voor papa?" Het malle oog van den zieke vestigde zich starend op den monnik. „Maar hy gelooft toch niet aan God." Een doodeiyke bleekte overtoog het gelaat van den monnik. Hy breidde de armen nit over het dierbaar kind, als wilde by bel voor m vreeselyk gevaar behoeden. „Ach, ik ben zoo ziek heeroom." De lippen snakten naar water. De koele medicyn wilde nauweiyks over de smachtende tong. Door zwakto overmand slui merde de kleine woder in. In smartvolle gedachten verdiept zat dé mon nik voor het ziekbednog was het gemoed des kleinen rein en vol geloof instinkt- malig had by zich in de gebeden zyns ooms aanbevolen, omdat hy in dit opzicht van zyn anders teergeliefden vader niets verwachten mocht. Maar hoe lang nog zal hy in het leven behouden blyven, en deze sombere ge dachte bad ook hem aangegrepen I En wie was professor Holm, de vader van den kleinen Adolf? Een ieder kende hem, wel niet van nanzien, maar toc'i door hetgeen over hem gezegd en geschreven werd. De nieuwsbladen garen be- achoowingen over zyn persoon en zjjne leer evenals men dit deed over sociale vrasgatukk-n. Reeds lang beroemd door zyne heldere voor stollingen der groote wereld- en levensvraag stukken, had hy voor het nieuwe seizoen een voorlezing aangekondigd, die niet slechts de verhouding van dan raeuacb tot zijn medemenscb en de maatschappij doel had, maar mede die ten opzichte tot hel hoogste Wezen, van God beoogde. „Het bewys voor het niet beslaan van eso persoonlijk God," was de titel dor wekelijks tweemaal aangekondigde voordracht dos grootea geleerden. De lezing zou voor ieder toegankelijk zyn en in verwachting van een gr ooien toevloed, In de groole gehoorzaal van de oniveraileil plaats vindendoch zelfs deze bleek ve»l te klein, de groote vleugeldeuren moesten geopend biyren om een honderd lallende menigte, die nit ver schillende voorname personen bestond, welke zich in den corridor geposteerd hadden, gele genheid te gersn, naar de woorden van den professor te luisteren. Reeds na de eerste inleidende woorden kwemen de toehoorders onder den indruk i opgewondenheid. Het was iets ongehoords, wat de zyn vergryaden baard, zyn van vn oogen onder het machtige voorhoofd, wat deze man met zyn trotach opgezette profetengestalte op den katheder metdouderende welsprekendheid verkondigde. Dat er geen God was, dit waa welis waar voor[niemand, die eenigszins op „moderne beecharing" aanspraak wilde maken, ielsoienwe. De natuurwetenschap onzer dagen, die de „eeaw van verlichting" gebracht heeft, desa weten-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1896 | | pagina 1