Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 23. Zaterdag 5 September 1896. Tiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATEB.DAQ, Abonnementsprijs par drie maanden t Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf0,05. BureauKrommestraat, F 227, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertentltni Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- 0.05 Correspondenten en Advertenlifln moeten nilerl|Jk Vrijdagavond Het adres aan den Raad. L Bij de indiening van het belangrijk adres aan onzen Gemeenteraad waar in door een aantal ingezetenen hunne rechtmatige grieven en bezwaren tegen de toepassing der plaatselijke directe- belasting naar het inkomen op waardige wijze worden kenbaar gemaakt, heb ben wij dit, zooals onze lezers zich zullen herinneren, ook in ons blad in zjjn geheel weergegeven, en daaraan eene beschouwing toegevoegd, waarin wij ook onze meening daarover rond borstig hebben uiteengezet. Thans echter, nu dit request in onzen Gemeenteraad als afgehandeld is te beschouwen, ach ten wij ook den tijd gekomen het ver loop dier zaak en de uitkomsten ervan aan een ernstige bespreking te onder werpen. Reeds in de raadszitting van 21 Februari II. kwam bedoeld adres aan de orde. Volgens het officiéél verslag daarvan gegeven, trachtte men toen een aller zonderlingste voorstelling - om het zachtste woord te bezigen omtrent genoemd request ingang te doen vinden. Tot goed begrip der lezers zullen wij daarom het voornaamste gedeelte van het verslag, op het ingediende adres betrekking hebbende, hier allereerst laten volgen. IM heer Gerritsen ken zich met dit voorstel rcroenigen. Spr. acht hel noodig, dat der- e reqmeeten xoo spoedig mogelijk worden ihandetd. Het is niet good, dat ijj worden inegeerd. Spr. geeft in overweging, eene com- issie van drie leden te benoomeD, met opdracht uit te brengen over dit request, ooralel wordt ondersteund e- L" a beraadslaging. piüV. Dit Do heer Gerritsen heeft tot toelichting van zjjn voorstel weinig meer te voegen bjj hetgeen door hem reeds werd gezegd. Hel is niet goed, dat detgeljjke requeslen worden genegeerd. Dat is een bewijs van zwakheid. Hoe sterker men is hoe beter. De Voorzitter heel', zijne medeleden in het Digelgksch Bestuur niet kunnen raadplegen omtrent hunne opinie, omdat hij niet wist, dal dit voorstel zon inkomen. Maar oppervlakkig zou Spr. zeggen, dat het voorstel van den heer Gerritsen ontijdig is. Wp kennen allen den in houd van het request, omdat het reeds in de dagbladen is publiek gemaakt. Nu bevat het alleen een klacht over de gevolgen van de ver ordening. Daaruit zou kunnen volgen eene ver andering van de verordening zelve, maar anders kan er niets gedaan worden aan het request. Het komt derhalve Spr. het meest doelmatig iet goed beg, en zpa van de wunumc, 'il benoemd zien. Echter voorsioi ioi wuzigir dienen. Spr. kan zich de werkkring zou rat J!- de heer Gerritsen bepaald tegen het voorstel verstaren acht -r.'. niet noodig. Alleen zou het weusclieljjk zijn, dat de lieer Gerritsen aangaf hoe de ledeu 'er commissie zullen worden aangewezen. De heer Gerritsen zegt, da' de benoeming van dergelijke commissien in den regel aan den -oorzitler wordt overgelaten. Spr. kan zich er jed mede vereenigen, dat die weg ook zal orden gevolgd. De heer Celosse zegt, dat liet voorstel wordt gemotiveerd met de opmerking, dat liet niet is, dergelijke adressen te negeeren. Maar :or wordt voorgesteld hel adres ter secre te deponeeren, dan ia er geen spraak van ;^x dan zal die commissie kunnen onderzoeken of lalgene, wat de adressaolen zeggen geschied Ie zjjn met hunne aangiften, werkelijk is voor vallen. Een dergeiykt maar liet brengt ons cipieel behandelen en zich uitspreken over eigen aangifte ol amhlshalven aan lijk de gevolgen in hel reque Wanneer nu het request ter si gedeponeerd, dan kunnen delodi de quaestie voelen en vinden d leiding is om de verordening o| wijzigeo, daartoe hel voorstelde mvoudiger w request moet worden komt"1: adres eenvoud legd, zonder dat er teiteiys seoms van genomen werd. Spr. van ijjn kant is een voorstander van eigen aangil'e en van hem is dus niet een vooratcl Ie verwachten in den zin van '1 geen de adrotsanlen verlangen. Spr. stelt zich voor, dat bet werk van dc commissie zal zun de on dertekenaars van het adres in verschillende categorieën te verdeelen. Er rengen, omdat in zg deden, is gehonoreerd. Dat is de bedoeling van het voorstel. De heer Celosse moet opmerk», motief, waarom de adressanten het adi onderteekend, dan toch een ander ia de heer Gerritson nu vermeldt. Dc trekken te velde tegen eigen aangifte. Men wil, dat B. en W. ambtshalve aanslaan. Dat Is een principieele quaestie. Of zün, die gf n vau hunne eigen aangifte, "--hben bet adres onder- i, dal de eigen ann- Houligers hooit liet voorstel onder- met omdat hjj veel heil zag in de be- ■equest onmiddeiyk lor sprake te brengen! ,1 i» nu bereikt. Spr. moet overigens opmerken, dat hy niet in liet adres heelt gezien bedoeling een principieele quaestie uit te ken, maar alleen een poging om de redenon i ontevredenheid, die de adressanten meenon hebben omtrent de toepassing van de ver ordening, kenbaar te maken. De verordening is ons alleo nog beirekkelgk vreemd wy zjjn nog maar in liet eerste jaar, dat zg in werking is. Spr. kan niet inzien, dat een onderzoek als de lieer Gerritsen wcnschl, omtrent hare toepassing veel licht zal brengen. Men behoeft zeker niet ernstig het bovenstaande verslag te overwegen, om lot de overtuiging te komen, hoe nuttig het is geweest, dat omtrent de gevoe lens der sprekers in den Raad betref fende het adres eenig licht is opgegaan. Want dat het niet door allen begrepen werd, is althans bij de behandeling der quaestie recht duidelijk geworden. Hoe toch de heer Celosse tot de conclusie kon komen, dat adressanten in het stuk sterk aandringen op ambtshalven aan slag, is ons tenminste een onoplosbaar raadsel. Wel weten wij, dat het Dage- lijkseh Bestuur bij do behandeling der belastingwet met warmte heeft gestreden voor ambtshalven aanslagdoch een voorstelling te geven van het adres, die wel met de wenschen van het Dage- lijksch Bestuur overeenkomt, doch in lijnrechten slrjjd is met den inhoud van het request, gaat, dunkt ons, toch al te ver. Ten bewijze zullen wij nogmaals woordelijk weergeven de bezwaren, die in bedoeld schrijven zijn neergelegd. tot di ervaring gekomen: dat eigen opgave van honderden betreffende het jaarlgksch inkomen looi werd beschouwd eu eeu ambtshalve ver hoogde aanslag in de plaats gesteld geren mei vereeholdigden eerbied Ie kennen: dat door deze haodelwöze hel eerlgkheids- uevoel ten diepste werd gekrenkt: wjjzo, waarop bet plaatseiyk kohier - ch Bestuur, Ingestaan door Bijstand, wordt opgemaakt, besUst moet worden afgekeurd, omdat daarhy, naar gebleken is. allerwillekeurigsl eigen aan gifte, ais te zjjn trouweloos gedaan, werd afge wezen eo een ambtshalve verhoogde aanslag daarvoor in de plaats gesteld, zonder dat de betrokken persoon een enkel motief mocht waarop zulk een grievende daad een dergelijke manier van handelen vol- n in Strijd is mot billijkheid en jechl in de uilvoering diep kronkende belastig-veror- denlng en die innatregelen te nemen, welke «trekken kunnen om de onlust on wrevel, alom in doze gemeente daardoor verwekt, - weg te nemen. Waar nu is in vermeld adres ook maar een zweem van verlangen aan te wijzen naar ambtshalven aanslag? Geen enkel bezwaar tegen eigen aangifte wordt daarin geopperd; maar wel tegen het grievende van eenen willekeurig ver hoogden ambtshalven aanslag, zonder dat de betrokken persoon mag verne men, waarom dat geschiedt en bijgevolg ook zonder hem in de gelegenheid te stellen zich daartegen te rechtvaardigen. En na werd in bedoelde raadszitting doodleuk beweerd, dat adressanten slechts verlangen naar ambtshalven aanslag. Is niet de schijn aanwe-zig alsof men met adressanten een loopje wilde nemen? Als op dc gegrondheid der bezwaren, in het adres aangegeven, iets viel af te dingen, waarom het dan niet waardig be streden Waar een beroep op recht en billijkheid en wel op deugdelijke gronden bij den Raad wordt ingediend, was een beter onthaal althans slechts recht en billijk geweest. Immers, wanneer bij het Dagelijkseh Bestuur de ingebrachte grie ven en bezwaren ernstig waren over wogen en een streven had bestaan om aan het verlangen der adressanten te gemoet te komen, dan behoefde er waarlijk ook geenszins zooveel omslag te worden ge maakt als schijnbaar werd voorgewend een eenvoudig raadsbesluit waarbij, wan neer eigen aangifte als trouweloos wordt verdacht, de betrokken persoon, vóór het plaatselijk kohier wordt vastgesteld, door het Dagelijkseh Bestuur moet wor den uilgenoodigd om de motieven te vernemen, waarop de verhoogde aanslag is gegrond en zich dan le kunnen recht vaardigen, ware, naar onze bescheiden meening voldoende om verdere onbillijk heden en onrecht te voorkomen. Daarover werd echter met geen enkel woord ge- maar wel werd voorgesteld alsof door adressanten ambtshalve aanslag met aandrang werd verlangd, terwjjl juist in het adres tegen ongemotiveerden wille- keurigen ambtshalven aanslag wordt ge protesteerd. Kan het fraaier? Al even zonderling waren de rede neeringen, die het raadslid, de heer Ger ritsen, ton beste gaf. Deze maakte zich reeds de voorstelling, dat een te benoe men commissie de onderteekenaars het adres in verschillende cate gorieën moest verdeelen. Als handels artikelen zoude adressanten moeten ge sorteerd worden, om uit te maken, wie eigenljjk recht tot reclameeren hadden. Men zou volgens dit raadslid eerst door een willekeurigen, verhoogden aanslag moeten gegriefd worden, alvorens op herstel van onbillijkheden en onrecht bij den Raad te mogen aandringen, 't Zou waarlijk belachelijk zjjn, indien het niet zoo ernstig ware. De heer Gerritsen mocht bjj den aan vang der beraadslaging den Raad nog wel waarschuwen toch vooral geen be- wjjs van zwakheid te geven, maar zich sterk te toonen tegenover een adres, waarin achtenswaardige mede burgers met beleefden aandrang den Raad verzoeken om billijkheid en recht De heer Heyligers gaf ten slotte blijk het bewuste request gelezen en begrepen te hebben, maar daarmede was de zaak niet afgedaan. In een volgend artikel zullen wjj dit aantoonen. BUITENLAND, In hel Belgische district Turnhout had Zondag j. I. eene aanvullende verkiezing voor de Kamer plaats. Er waren vier candidalen de katholieke oud-minister Graaf de Mérode-Westerloo, de christen democraat tevens anti-militarist Lebon en de H. H. Rulmondo en Armouts. Beide laatste bleven verre in de min derheid met respectievelijk 2542 en 1056 stemmen. De eigenlijke strjjd werd tus- schen graaf de Mérodo en Lebon ge streden. Deze laatste werd gesteund door de partij der christen-democraten, door de liberalen en zelfs door de so cialisten De kiezers der katholieke Kempen hebben zich in overwegende meerderheid degelijk katholiek getoond en den graaf de Mérode eene groote meerderheid be zorgd. Deze verkreeg 20458 st. tegen FEUILLETON. Opwaarts met Ood I overige houden wg "f d® h(>0P °P God en hemel en aan Goda wil en züoe ge- „Juist zooals mgn brave ondera deden," ant woordde Haydn met warmte, „en ik dank God, dat Hg mg tot zulke goede menschen heeft geleid. Na is mg hel kamertje dubbel aangenaam." Moeder Uselle's blik rustte met welgevallen op den jongeling. „Eo ik ben big," zeide zy, „dat gg braai en godsdienstig gezind xgt. Na zgt ge ons des te dierbaarder geworden." „Moeder, ge heblgeiyk; aanmyoheer Haydn hebben wö, naar hel schgnt, een goede huur der bekomen. Mg dankt, wg moeten maar te zamen leven en te zamen bidden!" Haydn reikte den kousenweter de hand. „Ja, zoo zullen wg bet aanvangenmaar ,,Wat wilt ge?" Haydn's oogen rustten op het vierde loege ^Weta, ia 't geheel nietMaar gg verwacht zeker nog een gast, en ik mag het oniet lastig De onde lachte. „Wg weten zelf niet waar onze Marie beden zoo lang blgft. Weet u, mjin- heer, wg hebben ean docbler, een door en door goed kind; voor haar is bet vierde kopje op de tafel beetemd." Daar opende sich de kamerdeur en een meisje van ongeveer negentien jaren trad binnen. „Dat ie nu ouzo Marie!" riep de konseo wever, toeD hg zgn dochter zag binnentreden. Berts meid, wat hebt nn lang op n laten wichten. Wee. maar niet verlegen, die jonge beer heeft ens kamertje gebaard; mijnbeer Haydn hert hg, en 'l ia een brave jonge man, waarmede we best in vrede zullen leven." Haydn kwam biermede een weinig in ver legenheid; zoo spoedig hg kon verwijderde bjj zich, daar by zich In hel bjjzgn van het meisje niet meerjzoojop zya gemak gevoelde. Na ging hy een wandeling door de stad doen om te zien of hg ook in de gelegenheid kon komen, iets te verdienen doch na vele pogingen kwam hg 's avonds afgetobd en doodmoede in zgn nienwe woniog terug bjj bad overal slechts bitteren spot en wrange afwyxingeo geoogst. Maar den moed verloor hg niet. Biddea heelt ieder leed, bemoedigde hy zich zelve en ging in de nabg zgnde St. Stephanusdom, waar hg tot den goeden God zijn harteiyke, kindorlgke gebeden stortte. Daarna ging hy naar zgn wo ning, welgemoed en de ziel vol zanglnat als een vogel in de lente. Des kousenwevers dochter opende hem de deur eo bracht hem in zjjn kamertje. ,Wy hebben alles zoogoed bereid, al onze armoe de slechts vermag," xeide zy schuchter, „doch wjj hopen, dat bel naar genoegen zal wezen." Daarna trok zg zich met een beleelden groet terug. Haydn leunde met zyn gloeiend voorhoofd tegen de glasruiten van zgn dakvenaterlje. „O, had ik nn maar een piano of een groot kloot- terorgel onder myn bereik," verzachte hy," „wal zon ik nn spolen en ziogea ArmeHeydol" Hg verborg zyn aangezicht in zyn beide ban den en weende. Op i greep hem aanlachend klapte hy in de han den en zong uit volle borst, zooals het 't eerst geestdriftig in zgne ziel weerklonken had. Dat was oen blyde lichtstraal in xgu te voren duis- Maar van nn af gingen dagen en weken voor- bü en ondanks een voorbeeldige spaarzaamheid geraakte Haydn met zijn geld ten einde. Bg al zyn zoeken en loopen en smeeken was bel hem niet mogen gelnkken, ook maar een enkele leerling in de mnziek le bekomen. Zelfe met hel geringste loon bad hg zich willen verge noegen, maar niemand begeerde zyoe diensten en ieder, die hg ze nederig aanbood, bedankle zy bem hielden, in hun huis op te nemen. Hier en daar werd hem de opdracht gedaan eeD muziekbundel, die in gezelschappen van min- deron rong werden gespeeld, af te werken, ol wel ook somwglen de plaata van een toevallig ontbrekenden muzikant in te nemenmaar eer- •tens bracht dit niet zooveel aan om zyn hon ger te stillen, en ten andere vervolde bet xyne ziel met walgiogwant zyn binnenste bloedde bg deze mishandeling der voor hem zoo vurig beminde mnziek, wier geinige en medeschul dige bg somwijlen nit scbrgoenden honger zyn Lang had hg de donkere schaduw der moe deloosheid van zyne ziel afgeweerd. De jeogd hoopt zoo licht en zoo gaarne, ook dan nog wanneer onderen van dog on reeds lang den moed hebben opgegeven. Maar nu was ook zjjn mood gebroken. Voor de eerste maal in zgn leven bad hjj schalden gemaakt, schalden bjj de kousenwevers, die bgna zoo arm waren, als hy zeil. De kleine schuld was grool genoeg om hem neerslachtig te maken, en hel brood, dat hy er voor at, smaakte hem zoo hard en bitter, als nog geen enkel in zgn gansehe lot dasverre wsariyk niet verweDde leven. Op een elapeloozeo nacht volgde een regen achtige Zondag. Haydn toog, zonder iets ge nuttigd le hebben, de woning nit en ging verschillende straten op eo neer, lot hy eensklaps voor het Servilen klooster stond. Het was jnist hel nur, waarop de Hoogdicnst een aanvang zon nemen en Haydn trad het heilig dom binnen. Hg zocht bet eenzaemste hoekje en poogde daar te bidden. Maar zyne ziel waa dor en kond en zonder gedachte en woord. Het heilig Misoffer begoo, waardoor Haydn scheen le herlevenhy hoopte een schoon klinkende, zijn leed verzoenende muziek to zullen hoorenmaar hoe arm, hoe kinderlijk, hoe zoo geheel zonder gedachte waa het, wet een onbe holpen hand op het orgel met moeite speelde) Haydn's aangezicht gloeideras besloten ijlde hg de smalle wenteltrap Daar het zangkoor op, schoof met gebiedend gebeer en krachUgen arm den onden leeke broeder, die het orgel b van den zetel af en greep geron in de toetsen. Nu kl vroom en zoo biddend, zoo eenvoudig en sc diep, xoo zoet en zoo teeder, en weder u krachtig en machtig, dal de onde monnik ve wonderd de handen vouwde en verbaaad na het orgel keek, als wilde hy het vragen, waaro het nn zoo lieteiyk galmde. Haydn i eer zee ven zaligheid, hjj i

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1896 | | pagina 1