Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 24. Zaterdag 12 September 1896. Tiende" Jaargang DE EEMBODE voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie maanden! Franco per postf0,40. Afzonderlijke nummersf 0 05. BureauKrommestraat, F 22?Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prije der Advertontitni Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- 0.05 Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Het adres aan den Raad. n. (Siot.j De raadszitting van 21 April 1.1. bood een gunstige gelegenheid aan beeren leden van dit college om op het veel besproken adres terug te komen. Immers in deze zitting kwamen volgens het of- iicieele verslag aan de orde .de vaststelling vau het primitief kohier der inkomstenbelasting, dienst 1896, met voorstel ran B, en W. ten aanzien der percentage. Waren er ten vorigen jaren termen aldus gaat het verslag voort om voor lo stellen bet bedrag dei heffing op S'/" pet. te bepalen, thans bestaat daartoe niet de mogelijkheid. Immers ten vorige jare waren slechts f55,000, thans f61,000 benoodigd. Het totaal cgfer, be rekend tegen 3 pet, bedraagt voor l»9ö f63,753,IS. voor 1895 f 64,833,S8. Bjj een heffing van 3 f post met fS753,lt wordi gezieo echter het bedrag der alschrjjviogen, tengevolge van reclames, vermoedelijk lager zijn dan ten vorigen jare, raeenen B. en W. dat dit ■orpins voldoende zal zijn. Derhalve wordt voorgesteld het bedrag der heffing Ie bepalen op 3 pet. en het kohier vast te stellen met een eindcijfer van f 63,753,11. Onder den indruk dier voor Amers- foorts burgerij weinig bemoedigende mededeeling stelde de heer J. G. Kleber, alvorens aan de vaststelling van hel primitief kohier der inkomstenbelasting zijn goedkeuring te geven, pertinent de vraag: .Sluit de aanneming van dit kohier in de verantwoordelijkheid van den Raad voor de ambtshalve gedane aan slagen Op eene geruststellende verklaring dienaangaande door den voorzitter, wenschte de heer Kleber echter nog te constateeren ,dat hij, door voor hel kohier te stemmen, de verantwoorde lijkheid voor de aanslagen niet op zich neemt." Deze kordate verklaring des heeren Kleber, waarmede aan adressanten reeds zijdelings eene genoegdoening werd ge schonken, werd aan het einde dier zitting door een wakkere daad van dit raadslid aangevuld. Het volgende voorstel werd door hem ingediend den Baad der gemeente Amersfoort. Den 18 Jan. U. werd door een aantal inge zetenen dezer gemeente aan den Raad een adres gezonden, houdende bezwaren tegen de wijze van aanslag en behandeling der bezwaarschrif- hij toch nie zjln, z. i.' res vermeld, alleszins gegrond ie uil uw midden tot onder- de ambtshalve aanslag t spccleur. Nu heel n beroep -iudelgk wordt idergeteekende, ter legemootko- mmg aan ae oerwaarden, al eens gedacht aan een recht van reclame op korter termijn by B. en W. vóór de vaslslelling van het kohier, zooals vroegei bji de plaalselijke belasting ge bruikelijk was. Maar hg vreesl, dal B. en W. daartegen bezwaar zullen hebben.^ adressanten en alle andere belastingplichtigen belangrijk worden tegemoet gekomen door toe voeging aan al. 3 van arl. K) van de volgende B. en W„ of van de commissie, bedoeld bjj art, 19 der verordening, len cinrie den ambts- halven aanslag zoo noodig loc lo lichten." Z. i. zal deze regeling do laak der reclame- lig heeft daarom de eer den Voorzilter nit te nnodigen, om in de eerstvolgende gemeen teraadsvergadering in behandeling te willen nemen hel volgende voorstel lot wijziging van art. 10 tier verordening op de heffing van eene plaalseljjke belasting naar het inkomen, van 3 December 189», en wel „om alinea 3 in liet vervolg te doen luiden „Bjj het geven van deze toelichtingen moeten minstens drie van de leden der commissie tegenwoordig zón, en minstens één lid van hel college van B. en W., ol van de commissie bedoeld bjj arl. 19 der verordening ten einde den amblshalven aanslag, zoo noodig, toe Ie Besloten werd dit voorstel van den heer Kleber in eene volgende vergade ring te behandelen, Die vergadering nu had plaats op 11 Juni 1.1. Op -oorstel van het Dagelijks Bestuur, dat ernstige bezwaren tegen het voorstel des heeren Kleber had, en die liefst in de afdeelingen wilde inbrengen, werd loen evenwel met instemming van den heer K,, die echter deze zaak binnen een niet te lang tijds verloop door den Raad wenschte behan deld te zien, besloten in een nadere bijeenkomst de adres-quaestie weder ter sprake te brengen. Dit nu vond plaats in de raadsvergadering van 14 Juli 1.1. Met warmte werd toen door den voorstel ler de zaak bepleit. Door spreker werd (volgens hel offtcieele verslag dier raads zitting) zeer ter snede opgemerkt, dat hij niet alleen hei oog heeft gehad .op het belang van de commissie voor de reclames, maar wel in de eerste plaats op het belang van de belasting-schuldi gen. Hij heeft niet het oog op die aan geslagene», die zich opzettelijk to laag hebben aangegeven. Die zijn er heel wat, maar die laat spr. buiten be schouwing. Voor hen is de ambtihalve aanslag een meer of minder goed ge lukte speculatie. ..Maarambtshalveaangeslagcnen.die wel te goeder trouw zijn, zijn er ook. Op de ma nier nu, zooals het nu gaat, zei spr. is men verplicht eene aangifte te doen, terwijl men de kans loopi, dat de opgaven, die men heelt gedaan, onwaar worden geacht. Dat is zeker grievend, ais men de op gaven eerlijk heeft gedaan. Wanneer nu het motief, waarop de ambtshalve ge- dai e aanslag steunt, wordt opgegeven door de commissie, dan vervalt veel van het hatelijke in deze." Tegen de juistheid van dit betoog viel, natuurlijk, niets in te brengen en zeer zeker zou dan ook het voorstel met groote meerderheid van stemmen zijn aangenomen, ware het niet, dat wettelijke bezwaren ertegen werden ge opperd, welke bjj nader inzien door de overige raadsleden werden gedeeld. De overtuiging ontstond, dal bij aanneming van hel voorstel, dit toch door heeren Gedeputeerde Staten zou vernietigd worden. De gegrondheid evenwel der klachten van adressanten was mede zoo helder en duidelijk door den heer K. aange toond, dat eene bestrijding daarvan achterwege bleef niet alleen, maar zelfs door den heer Gerritsen een motie werd ingediend, om aan de grieven van adres santen ecnigermale te gemoet te komen, luidende „Burgemeester en Wethouders uit te noodigen tot overlegging van de lijst der ambtshalve aanslagen, met korte vermelding van de gronden, die tot ambtshalven aanslag hebben geleid." Deze motie wenschte de voorzitter in een volgende vergadering te behandelen, wat dan ook in de raadszitting van 11 Aug. is geschied. Daarin werd na een krachtige bestrijding van het voorstel door het Dag. Bestuur de motie ver worpen. in het kort verslag dier zitting, voorkomende in het Utr. Dagbl-, lezen wij omtrent hetgeen door het Dag. Be stuur werd aangevoerd o. a. „Togen dat voorstel moest het zich verzetten, eensdeels omdat het zgn doel voorbjjstreohR want hel verlangde inlichting omtrent alle ambtshalve aanslagen, lerwgl blykens de erva ring slechts een vierde gedeelte van de ambts halve aangeslagene!- r?c!ameercn bjj de raads- in het opmaken van het kohier, onnoodig zou worden verzwaard, wanneer hun de plicht werd opgelegd, aan anderen inzage te geven van de meerendeels verlrouwelyke inlichtingen, die hen hebben geleid bjj het bepalen van de aan slagen." Wij willen hier de beweegredenen, die heeren raadsleden hebben geleid tot verwerping van het bewuste voorstel, volkomen eerbiedigen, maar ons toch de opmerking veroorloven, dat de be strijding der motie door het Dagelijks Bestuur o. i. heel wat te wenschen over laat. Dat de taak van B. en W. en van de commissie, die hen bijstaat, zeer verzwaard zou werden bij de aanneming der motie ligt voor de hand, omdat de „vertrouwelijke inlichtingen" waarop eerlijke eigen aangiften als trouweloost worden afgewezen, dan op heel wat waarheidlievender gronden zouden moe ten steunen, dan lot heden het geval bleek te zjjn. Ook het voorgewende be zwaar als zou omtrent alle ambtshalve aanslagen inlichting worden verlangd, ware toch zeker niet onoverkomelijk geweestwanneer toch enkel inlichtin gen werden verstrekt omtrent de aan slagen, waartegen men wenschte te reclameeren, dan ware genoegzaam aan het verlangen althans van adressanten tegemoet gekomen en zeer zeker zouden dan vele „vertrouwelijke inlichtingen," als onware in het licht treden. Nu zal het voorkomen, dat op onware „ver trouwelijke inlichtingen" ambtshalve aan slagen worden uitgereikt, en de Raads commissie op geheel andere vermoedens die ambtshalve aanslagen zal blijven handhaven. Tol zulke hatelijke uilkomsten moei het leiden, wanneer, zooals hier plaats vindt, de Raadscommissie, naar het althans wil voorkomen, geen ver trouwen genoeg geschonken wordt, om o vér de „vertrouwelijke inlichtingen", die zoo nauw in verband staan met de taak waartoe zij geroepen wordt, te mogen oordeelen. Evenmin geeft de „ervaring," dat slechts een vierde gedeelte van ambts halve aangeslagenen reclameeren, een motief om te veronderstellen, dal zij hun aangiften trouweloos hebben ge daan. Wanneer zjj de reden, hun aangiften ais trouweloos werden terzijde geschoven en daarvoor ambts halve werden aangeslagen, bij recla meeren mochten vernemen, dan zouden er zeer zeker velen onder hen zjjn, wier eerljjk gemoed nu diep gekrenkt wordt, doch zich dit nu zonder meer moeten laten welgevallen, die dan zouden opkomen. Dat er velen zjjn, die de w|)ze, waarop thans gelegenheid wordt gegeven te reclameeren, beneden zich achten, is toch bij eenige kennis van zaken alleszins verklaarbaar te noemen. Hoe het echter zjj; met de indiening van het bewuste adres is niettemin een niet gering succes behaald. De grieven en bezwaren, door adressanten in hun adres neergelegd, zjjn openlijk als recht matig in den Raad erkend. Bovendien heeft het Dageljjksch Bestuur onder den drang der omstandigheden de toezeg ging gedaan, gevraagde inlichtingen om trent de redenen van een verhoogden aanslag te zullen mededeelen. Wanneer dus de Raadscommissie daaruit munt zou willen slaan door zich op de hoogte te laten stellen omtrent de redenen van de verhoogde aanslagen, waartegen de betrokken personen reclameeren, nog vóór iedere zitting, waarin reclamanten door haar zullen gehoord worden, dan is het doel van adressanten en eveneens ook van de protesleerende leden uit de Raadscommissie ten slotte toch nage noeg te bereiken. En wanneer nu én het Dageljjksch Bestuur èn dr Raads commissie uit de ervaring, dat vele „verlrouweljjke inlichtingen" alles be halve vertrouwbaar bleken te zijn, te vens nut willen trekken, dan bestaat er zeker kans dat menig eerlijk gemoed voor verdere diep grievende bejegenin gen zal gespaard blijven. BUITENLAND. Duitscliland genoot in de afgeloopen week het hooge voorrecht den Keizer aller Russen in zijne staten te ontvangen. Zaterdag 1.1. omstreeks negen uur kwa men de Czar en de Czarina te Breslau aan. Aan het station bevonden zich Keizer Wilhelm met zijne gemalin, de Prinsen en Prinsessen, den Rijkskanse lier, Minister von Marschall en vele andere hoogwaardigheidsbekleeders. De begroeting was, zooals altijd, zeer har telijk de beide Keizers en de beide Keizerinnen namen plaats in één rjjluig FEUILLETON. Opwaarts met God! 3) De godsdienstoefening was geëindigd. Haydn b*d niet bemerkt, dat zich een tweede monnik met een nitdrnkking van teedere minzaamheid naast hem geplaatst had. Hg sloot hel manuel en achoof de regietere lerng, en nanw was dit verricht of een hand strekte hem dank baar legen. Haydn talmde. „Kom, gaat o met mg mede, als tenminste de tgd u zulks veroorlooft," noodigde met zachte etem de monnik. Haydn lachte smartelgk. Had hg niet lijd io overvloed beschikbaar? De monnik voerde hem daarop in zijne cel en vraagde hem:-,Wie zjjt gg?" r kort voor het lange Die antwoord, dal Haydn daarop geven moesi. Met klimmende vurigheid vertelde hg alles uit zgn leven, ook dat hg niets moer bezat en reeds "hulden had gemaakt. „Onze organist is gestorven. Gg hebt zeil gehoord hoe de oude frater het orgel mishan delde." „Ja, het was een schande," viel Haydo goest- driitig nil„zóó moest met een orgel niet wor- d«n gehandeld; T is zonde, en dat nog wel io Godabuis bjj het heilig Misoffer! Wel, ging •>8 iets bedaarder voort, „doe ik den armen frater onrecht, want bij speelde zoo goed hij ofschoon bet ertamlök slecht ioet gezegd worden.' „Wat heeft u heden in onze kerk gevoerd vraagde de monnik, daarmede het gesprek in een andere richting leidend, Haydn trok de schouders op. ,lk zou het gaarne toeval noemen, indien er toeval bestond, ant woordde hg. „De ellende dreef mg uit mgn dakkamertje de stralen in, en uit de straat in de kerk. Daar wilde ik bidden om moed en hoop, maai hel wilde niet gaan. Eerst loen ik en aan hel orgel zat en ik mjjne ziel in len uitstorten kon, eerst toen ving ik weder rgoed aan te bidden. En met ieder accoord groeide het gebed in mgoo ziel en ten laatste werd hel sterk en groot en en" Haydn stokte, hg schaamde zich zgner over vloeiende woorden. .GU zgt een brave jongeling," antwoordde de monnik met warmte. „Wilt. gü bg ons or ganist worden Haydn sidderde over rgn geheele lichaam Deze woorden klonken hem zoo erbarmend door zgne ziel, dat hg meende, een engel te hooren, die hem van al zgn bartelced ver lossen kwam, ,Ja, ja ik wilik smeek n daarom antwoordde hg met bigde ontroering. „Nu dan," lachte de monnik en reikte hem welwillend de hand, .zoo wordt ge novice in ons klooster en organist" Haydn verbleekte. De monnik echter, ais bemerkte hy den schrik des jongelings niet, ging rustig voort „Gg zgt deugdzaam opgevoedgij kunt in de godsvrucht by ou «lil opwassen en groot wor den als een jonge boom in het woud. Gg zijt arm, zeer armbg ons zgt ge, ondanks de be lofte van armoede, allen nood te boven. Wy bezitten niets, en toch hebben wg alles. God dekt ons de eenvoudige tatel en verschaft onze kleeding: de wereld slaat met hare onreine barteen ongestoorde vrede bezielt ons allen, waardoor wg hemelszaligheid bovendien voor- ait smaken, en deze vrede zai dan tot gobod, en dat gebed bg u, jonge vriend, tot hemelsche accoorden opvoeren. Doch" en zgn stem werd plotseling nog ernstiger ,gy hebt nwen vrijen wil; wanneer God u roept, volgt gg hem, ik maan u slechts aan tot nw eigen geluk," Haydn verhief langzaam het vochtige oog. „Myne moeder heeft mg zeer dikwyis gezegd, ernstige dingen moet men stil overwogen, eer men besluiten neemt. Dat wil ik thans ook doen. Wellicht wellicht zien wg elkander spoedig Met stommen harleiyken groet scb sldden zij- Het was reeds middag loen Haydn weder zgn woning betrad. Sprakeloos bleef hy aan de laf el en bg, die andere zoo hongerig was, ,Zgt ge ziek vroeg de konsenweetsler be- .Neen!" mompelde Haydn. .Maar er schoot n toch iets zwaar pp het bart te liggen," voer de nieuwsgierige oude vrouw voort. „Hindert het n soms, dat n een kleine schuld kg ons hebt gemaakt? Dat mag niet zijn; liever schenk ik allee sa deel ieder stuk brood met u, als dat u om zulk een oor zaak verdrietig zoudt zgn." Haydn legde den lepel weg en vertelde de gebeurtenis van den voormiddag, en wal hom de monnik zoo warm en geestdriftig in de ziel bad geprent. Met groote vreugde hoorde de vrouw hem aan, en spoorde hem met woorden en gebaren aan dal hy maar d.ideljjk in het klooster zou gaan. Als een bezorgde moeder, hield zg hem voor, dat hg dan gelukkig was voor tgd en eeuwigheid. Ook haar man was er geheel mede ingenomen, ofschoon hg tot langzaam nadenken overhelde. Eo zoo nam dan Haydn van zjjn goede vrienden alscheid om als novice in bet Servilenklooster te gaan. Half weemoedig reikle bg allen de band. „Als God hel wil," verzuchtte hg,ik althans wil het beproeven een monnik te worden." Daarmede ging hg met spoed de trappen af. „Vader, moeder," fluisterde nu echter de dochter den ouders in, „wanneer mynheer Haydn nu eens niet voor het klooster bestemd Sprakeloos zagen de beide oudjes elkander aan; Marie echter hervatte. „Laten wy het kamertje nog eenigen tgd opbonden, mocht hy dan wellicht in de wereld terngkeeren, dan zal hg zich niet tot anderen behoeven te wenden, die bem soms ten slotte bedriegen en op den verkeerden weg brengen. ,Ja, kind, dal zullen we doen," zei de vader nadenkend, „Wy kunnen met verhoren wel een paar weken wachten. En in dien tgd kan er heel wat gebenren." Hel voorgevoel van het meisje werd bewaar heid. Joseph Haydn bleef niet lang in het kloos ter. Hg gevoelde zeer spoedig «lat het klooster leven niet zyn roeping was. Slechts een paar weken was hg daar loen niemand er meer aan twyfelde, van pater Prior lot den broeder portier toe, dat de in zgn hart door en door brave, godvruchtige en troawe novice Joseph Haydn nimmer een monnik worden zou. Vandaar dat bjj op zekeren avond besloot zyn habgt nit te trekken, en het klooster te verlaten. Maar zy scheidden In liefde en vrede. „Ga", dns sprak :1e prior, „en treed de wereld In, nu bg ons nw woonstede niet wezen mag. Bouw, gg zanglustige vogel, bollen nw neet en zing uwen lieven landgenooten uw liedBlijf, wat gg zgt, braai en getoovjg. Gg zgt lot monnik door God niet geroepen, en wee n en ons, wan neer wg het dwingen wilden I Daar u echter de liefde over den drempel geleid, zoo zg n iede ren middag open tafel in ons klooster aange boden, zoo iang do armoede n vergezelt, on op Zon- en feestdagen moogt ge onder de Hoogmis en de Vespers odi orgel bespelen en daarvoor zal n een billijk loon worden uitge reikt." Haydn koste de hand van den monnik „God vergelde het n!" riep by met trillende slem. „Ja het is waar, de armoede vindt aan de kloosterpoorten troost en brood 1 God schenke u een lang leven, opdat ge ervaren moogt, dat Joseph Haydn geen ondankbare isSlechts groet ik n, gg schoons wgde wereld I Met een zuiver hart wil ik n

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1896 | | pagina 1