Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 26. Zaterdag 26 September 1896. Tiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blarieum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drio maanden Franco per post Afzonderlijke nummors BureauKromnmtraat, F 227, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. F rij a dar Advertontilni Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- 0.05 eau bezorgd zgn. o moeten uiterlijk Vrijdagavond Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Verband tnaschrn loge en ■oclaliame. II. Tot verwezenlijking dezer communis tische ideeën stond de wetgeving, zelfs der ineest geavanceerde liberale regee ringen, in den weg, het eigendomsrecht handhavend. Wilde men derhalve hel doel, geen eigendom meer, bereiken, dan moest men streven de opperheerschappij het liberalisme te verdringen en het bestuur van Staat, Provincie en Gemeente Ie veroveren. De actie, overeenkomslig ,het revolutionnaire wetboek" der vrij metselarij trad in het loven. Leiders, gesteund door de loge, traden op om de verstrooide elementen te verzamelen te organiseeren, door woord en ge schrift hen aan te vuren tot den strijd tegen het bezit, tot opvordering aan de lang vertrapte rechten des volks. Tot deze rechten des volks behoort, dat hel volk deel hebbein 't bestuur des Lands. Daartoe is noodig algemeen stemrechl. In deze richting bewoog zich de actie, gelijk de geschiedenis der laatste jaren duidelijk te zien geeft. De loge kwam haar doel steeds nader. Ze zag in korte jaren het socialisme aangroeien tot een machtige partij, die vele Landen van ons werelddeel het liberalisme doodeljjke slagen toebracht, deszelfs heerschappij verpletterde. Deze partij hoopt onder begunstiging der kiesrechtuitbreiding, de meerderheid te verkrjjgen, den Staat volgens hare be ginselen in te richten, waarin geen plaats meer zijn zal voor het eigendomsrecht. En daarmede zou een der laatste punten van het revolutionnaire program der loge worden gerealiseerd. Om het nauw verband tusschen de vrij metselarij en het socialisme nog duide lijker aan te toonen, zullen wij afdalen tot het revolulionnair beginsel van gelijk heid, door de loge in haar vaandel ge schreven, om zulks op staatkundig ge bied toe te passen. Volgens dit beginsel, dal de grondslag zijn moet voor het staalkundig leven, hebben alle menschen gelijke rechten en zijn in alle opzichten gelijk. Hiermede vervalt alle onderscheid van rang en stand, terwijl van de andere zijde aan ieder de hoogst mogelijke vrij heid wordt toegekend; het richt om te bevelen houdt op, de verplichting om te gehoorzamen bestaat niet meer: het volk is heer en meester. 't Is duidelijk, dat uit dit beginsel de omverwerping van den Staat volgen moet. „Immers, wanneer de vrecze Gods," om met den H. Vader te spreken, ,en het ontzag voor de goddelijke wetten uit de wereld verbannen zjjn, wanneer het aanzien der vorsten een voorwerp verachting geworden de eischen der revolutie ingewilligd steeds nieuwe gesteld worden, de begeerlijkheden der menigte ten eenenmale worden ontketend en geen andere teugel meer bestaat dan de vrees voor de straf, dan moet een verwoesting ten onderstbovenkeeren aller maat schappelijke verhoudingen volgen. Inder daad, op die verwoesting, op dal om verwerpen hebben het de vereenigde scharen de communisten en socialisten gemunt en komen open voor dit hun streven uit. En hiermede neme de vrij- metselaarssekte geen aanleiding om te zeggen, dat zij met hun aanslagen niets heeft te makenimmers hun plannen worden door haar maar al te zeer be gunstigd, en in grondstellingen stemt zij geheel en al met hen overeenGaan de vrijmetselaars niet allyd en ovoral met hun pogingen tot het uiterste, dit heeft zijn grond niet in het stelsel, in hun strevingen, maar in de kracht van den godsdienst, het werk Gods, dat niet verdelgd kan werden, en in het onbedorven deel der menschheid, dat zich tegen de slavernij der geheime ge nootschappen verzet en hun onzinnige aanslagen met beslistheid afwijst." Uit de aangehaalde woorden des Pausen blijkt ons ten duidelijkste de nauwe verwantschap, welke bestaat tus schen de vrijmetselarij en het socialisme hij betuigt dat beider grondstellingen geheel en al in overeenstemming zijn. Dit geldt op de eerste plaats van de stelling door de socialisten verkondigd welke al hun theoriën beheersclit, namelijk, het recht op gelijkeljjk bezit der aardsche goederenze wordt aan de vrijmetselarij ontleend, immers, door haar wordt het beginsel gehuldigd van absolute gelijkheid der menschenwat lag nu meer voor de hand, dan dat de minbedeeiden in de maatschappelijke samenleving voor zich deze gelijkheid opvorderden met betrekking tot de tijde lijke goederen. Want vergeten wjj hier niet, dat hetork tevens de vrijmetselarij was, die een groot deel des volks heeft voorbereid en rijp gemaakt voor dezen monsterachtigen eisch. Door hare goddelooze leer onder het volk te verbreiden, had zjj in de halten van velen den godsdienst verwoest en daar door in deze richting gedreven. Immers teer het hart des menschen, hetwelk geschapen is voor Gods bezit en den dorst daarnaar gevoelt, niet meer door de hoop en de liefde tol de hemelsche zaken getrokken word), werpt het zich een onverzaadbare begeerte op de goederen dezer aardeliet wil zijn aan- in de genietingen des levens, het vordert haar op als een onafwijsbaar recht. Ziedaar dc creatie der loge Het com munistische socialisme is het noodzakelijk gevolg van de leer en de beginselen der 'rijmetselarij. BUITENLAND. Dinsdag l.l. zjjn de Czar en Czarina met het schip Standerl, geëscorteerd door de Fooideruit Kopenhagen te Leith, in Schotland aangekomen. Per extra-trein vertrokken zij naar koningin Victoria op haar lustslot Balmoral. Dit bezoek zal een heel eenvoudig karakter dragen en wel dat van een familiebezoek er zullen jacht- en visch- parlijen in den omtrek worden gehouden, waarvan het program niet publiek is gemaakt. Keizer Nicolaas zal zich dus heel op zjjn gemak kunnen voorbereiden op de geestdriftvolle ontvangst, welke hem in Frankrijk wacht, want nog steeds blijft hij voor de Franschen „la grande attraction*. Heel gemoedelijk gaat het er tc Balmoral toe, zoodat de buiten wereld volstrekt niet altijd weet waar de Czar zich bevindt. Toch zijn er in de nabijheid van liet paleis detectives te overBalmoral wordt streng be waakt en niemand wordt op het lust slot toegelaten, lerizjj hij tol de hof houding: beiioort. Tot 3 October bljjven H.H. M.M. op bezoek in Engeland en reizen dan, zonder Londen aan te doen, via Portsmouth naar Cherbourg-Parijs. De Engelsch-Egyptische expeditie heeft zicli thans van Dongola meester ge maakt, na de Derwisjen van El Haftr verdreven en hen nagezet te hebben met de cavallcrie en de kanonneer- booten. Zij vluchtten zuidwaarts, hun gewonden aanvoerder Wad-el-IJisjara medevoerende. Verscheidene emirs heb ben zich overgegeven en te Dongola wappert de Egyptische vlag. Nog altijd tracht de Turk Europa om den tuin te leiden, de Armeniërs als de grootste schelmen voor te stellen en de Turken zelf op te zweepen tot een fana- tieken iiaat tegen de Armeniërs. Nu heel liet weer dat, natuurlijk Armeniërs, aanslag op het leven van den Sultan op 't oog hadden. Niet meer vertrouwen verdient het Turksclie bericht, dat de Porte te Skoe- aan den Aziatischen oever van den Bosporus, een geheim complot van Ar meniërs, een hoeveelheid nitro-glycerine het zegel van het revolutionnaire comité ontdekt, en in de voorstad Pera a geladen bommen gevonden heeft. Zou de Porie er te goed voor zjju om daar zelf de bommen en de nitro-glyccrine neer te leggen? Dat er negen Armeniërs gearresteerd zijn, bewijst ook niets. Da listen der Turksche regeering zijn te veel op de kaak gesteld om haar ook maar het minste vertrouwen te schenken. Om aan al die bedriegerijen op groote schaal een oinde te maken had Gladstone er op aangedrongen den .moordenaar op den troon", af te zetten. Ook Lord Roseberry zou heel gaarne zien, dat Europa den tiran aan den Bosporus aan den dijk zelte, maar hij acht het gevaar lijk, dat Engeland daartoe het initiatief zou nemen, nu Rusland heeft te kennen gegeven, dat het zich tegen het zelfstan dig optreden van een andere mogendheid zou verzetten. Volgens lord Rosebcry moet de Engelsche regeering nu alles doen, wat zij kan om een einde te maken aan het Turksche wanbeheer, mits daar uit geen Europeesche oorlog kan ont slaan. Middelerwijl gaan de Europeesche mo gendheden voort met schepen uit te rus ten, die bestemd zijn, in de Turksche wateren te kruisen. Het Duitsche eskader, uit vier schepen bestaande, zal den 28en uit Kiel vertrekken en heeft voor hoofd stations Korfoe en Smyrna. Drie Italiaan- sclic oorlogschepen hebben de reede van Spezzia verlaten en zullen naar de golf van Salonika koers zetten. Drie Fransche oorlogsschepen zijn bjj het eiland Mytilene (het oude Lesbos) aangekomen, en te Odessa wordt het Russische eskader der Zwarte Zee met spoed in gereedheid gebracht. Er zal dus eene lieele vloot- macht in de nabijheid van Gonstantinopel vereenigd zjjn, doch het is de vraag, of zij, zoo noodig, meer zullen doen dan het beschermen der Europeanen van verschil lende nationaliteit. Uit Rome komt het bericht, dat er nog telkens in den omtrek dier stad roofaanvallen gepleegd worden. In vier weken lijds kwamen er drie voor bij de Rocca di Papa, bjj Frascati, waar in Mei II. de Hertog van Saksen- Meiningen werd aangerand. Ook nie mand minder dan de Directeur-Generaal van het Minislerie van Onderwjjs is nu, met een vriend daar reizend, door twee roovers aangevallen en uitgeplunderd op den drukbezochten weg van Frascati naar de Rocca di Papa, waar nogal streng politietoezicht moet gehouden worden. Ondanks alle nasporingen heeft men de roovers nog niet kunnen ontdekken. De Osservutore romano bevat een schrijven van Mgr. Macario aan kardi naal Ratnpolla, gedateerd van 14 Aug. Hierin wordt gezegd, dat Menelik den pauselijken legaat met al deeerbewjjzen, aan zijnen rang verschuldigd, heeft ont vangen op den llen Augustus, den dag zijner aankomst en den volgenden dag in plechtige audiëntie. Vergezeld van vjjflig Abessinische priesters begaf Mgr. Macario zich naar het paleis van den Negoes. Hij overhandigde daar aan Koning Menelik het schrjjven des Pausen en zette het doel zijner zending de invrijheidstelling der Italiaansche gevan genen uileen. De Negoes antwoord de „De Paus is ons aller Vader en heeft het recht ons te schrijven, FEUILLETON. Opwaarts met God! schen, welke liefde en armoede verbinden. Hier ont breekt ieder egoïsme, hier schiet de vriendschap hel diepst wortelen en bloeien de bloemen bet schoonst. Een zacht kloppen op de deur deed hem uit zjjne mijmering ontwaken. „Mijnbeer Hnydn! kom ontbjjten, als het u belieft! 't Is nu toch voor de laatste maall" Deze woorden sneden hem door de ziel. Haydn trad in de woonkamor, allen met een stommer handdruk begroetend. Zjjn oogen had den een weemoedige nitdrokkiog en de Irenrige gelaatstrekken der huisgenooten droegen er niet toe bij hem tot vrooljjkheid te stemmen. Haydn bedwong zich kalm te bljjven. Slechts over onverschillige dingen werd er gesproken. Ieder schrikte er voor, het afscheidsonderwerp aan te roeren. De warme koflie smaakte allen bitter, en tegen de gewoonte dronk niemand een tweede kopje. Haydn was de eerste, die zich verhief. Hjj beproefde het, zich meester te bljjven. „Wjj moeten scheiden," sprak hjj de beidi oude lieden de hand reikend; „ik ga echler niel nil de wereld, maar slechts in een andere straal, onder een ander dak. Mijn bezitting ik in een kleinen bundel met mjj mede achter laten kan ik niets dan mjjnc liefde, die trouw, warm en innig is, mjjoeq dank, die niet vergaat, eo mijne schulden, die ik zeker dubbel en vierdubbel betalen zal, wanneer de goede God ook den armen Joseph Haydn een weinig met aardsche goederen zegent. Het was een tjjd vol rein geluk, die ik in nw hnis beleefde. Waarljjk diir moet de lielde groot en naar Gods harte zjjn, waar zjj nood en armoede met vrede en onderwerping weet te dragen. Hel is een arm, doodarm menach, die heden uil nw woning trekt; maar, ik bezweer u, geen ondankbare I" „Op uwe genegenheid vertrouwen wjj even vast, als op uwe dankbaarheid,'' gaf de kou senwever met bewogen stem ten antwoord. „Schulden echter, mijnheer Haydn, laat ge niet achter. Hel is alles betaald. Wjj, en vooral oos kind, hebben dagelijks een weinig langer gearbeid, en op die wijze zjjn we er toch ge komen. Het is veel, wat m(jo kind heeft gedaan, omdat armoede het was, die tot dit offer dwong maar ik verheug mij en ben trols op haar, on ik weel zeker, dat Gods zegen er op rusten zal." Uit Haydns oogen parelden groots tranen. „Maric, gjj zjjt een engel I Nu weet ik, waarom ik dagelijks bidden wil. Het is zegen voor uwe ouders en voor u en voor mjj; voor n, opdat God uwen levensweg met bloemen zonder door nen bestrooien, voor mij, opdat ik eens al de goedheid en lielde, die ik bisr ondervonden heb, vergelden kan." „Heb dank voor uwe woorden!" gaf bel meisje rustig ten antwoord. „Mjjn bloemen knop pen en zwellen, du God mij een stil tevreden leven aanwijst. Mjjn weg voert in 't klooster, waarheen reeds van mfjn kindsheid al mjjn streven ging. Uw weg voert niet minder tol God, dan de mijne; moge hjj evenzeer vol vrede zjjn!" Haydn was eeoigen tjjd laag bjj Porporo, toen zjjn naam meer bekendheid kreeg, en of schoon hjj immer met verschrikkelijke verne deringen te kampen had, z»o steeg hjj toch en met hem zjjn roem. Hjj was in een groolere woning overgohuisd, waar hjj prachtige kamers bewoonde. Meermalen bezocht bjj de goede kousenwevers, maar toch niet zeer dikwjjls. Op zekeren dag echter had hjj op eens vjjl en twintig goudstukken voor een muziekstuk ont vangen; een geheel ongehoord loon. Nu kon hjj, na een lange tusschenpooze, weer eens een bezoek wagen. Doch wanneer ook de brave, arme lieden iedere ondersteuning bescheiden afwezen, de voortreffelijke Haydn verslond het toch geheel uitslekcnd hen van de plicht zijoer eigene dankbaarheid, die in meer dan woorden moest bestaan, te overtuigen. Hel deugdzame, edele meisje, dat eens tot Haydn zoo lief en weemoedig van haar beroep tot het kloosterleven gesproken had, had niel bet dosl van haar wenscben mogen bereiken. Wel was zjj een wonderbaar reine roze, maar aan haar leven knaagde een stilvretendeworm, die niet rustte tot Niels vermoedend klauterde Haydn de sljjle trappen op, met twee goudstukken in de hand, om deze naast hartelijke woorden de oude vrouw te overhandigen. Boven aangeland, vindt hg de deur aangezet; hjj talmt e.-a oogenblik, gaat dan langzaam de korte gang door naar de gewoone hem welbekende huiskamer, opent die De dakramen zjjn behangen, gebrokon licht schemert in het stille vertrek. Twee dunne kaarsen Ier zjjde van de doodkist en daarin ligt Marie's stoffelijk overblijfsel, met een kruis op het doode hart. Haar aangezicht ia lachend een erbarmende engel heeft baar aeheidanda ziel van de bleeke lippen opgevangen. Waarom zou daar ook niet vrede wonen, waar de wereld met haar leugens en booebeid over- ln stille smart zilton de onders Ier rechter zijde van de baar. Niemand spreekt een noord, de lippen zijn in etomme droefheid op elkander gedrukt, en de door tranen vermoeide oogen rusten op bet aangezicht van de doode. Hjj dit hartroerende tooneel breekt Haydn in luid neenen uit. „Wjj hebben alles verloren I" weeklaagde de moeder, op de gehelde doode wijzend. ,Nu beb ik slechis nog dezen wenach, det ook ik zeer spoedig sterven moge „Och, ranrmereer niet zoo 1"vermaande de kousenwever. „De goede God za. alles wel ten beste echikken. Mjjnheer Haydn, Marie heen mij nog een groet en zegenwenscb aan u op- De onde ging naar het l|jk en drukte het een langen herteljjken kas op het voorhoufd. „Mjjn arme Marie," ging bjj, zich tot Haydn wendende, weder voort, „heen n in haar ziekte niet vergeten. „Vader en moeder," sprak, zjj soms, zonder ons aan te zien, „voor Joteph moet ge bidden, zoo lang ge leeft. Want hg ia een bevoorrecht kind Gods en zal eens een groot man worden, doch ootmoedig bljjven de wereld zal hem toejuichen, maar zjjn God zal hjj nimmer ontrouw worden, als u hem maar in zjjn gebedeu stennen wilt, Zoo praatte bet lieve kind met ons tot de gruw zame dood haar den adem benam." Haydn legde diep bewogen zjjn belde goud-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1896 | | pagina 1