Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 39.
Donderdag 24 December 1896.
Tiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs p
Franco per post
Afzonderlijke
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort.
Uitgave van de Vereenlging De Eembode.
Prijs der Advertentiëui
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- 0.05
Cnrrespondonliën en Adverteutiën moeien uiterlijk Vrjjdagivond
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
Het Liebt in de duisternissen.
De Kerstnacht is wederom voor ons
aangebroken, „schooner dan de dagen,"
gelijk Vondel zingt, zóó vol bekoorlijk
heid en poësie. De nacht is voorbij, de
dag aangebrokenhet Licht is opge
gaan, het waarachtige Licht, dat elk
mensch verlicht, komende in deze wereld.
Bethelems velden schitteren in boven-
naluurlijken luister een heir van Engelen
verschijnt er met de heerlijkheid des
Heeren omstraald. In het verre Oosten
vertoont zich de bewonderenswaardige
ster, die daar zijn stralen schiet, de ge
boorte aankondigend van het Licht lot
verlichting der heidenen.
Over den geest van 't mensch-
dom lag een sombere nachtde vol
keren zaten neder in de schaduwen des
doods. Het licht der veropenbaarde
waarheden Gods was uitgedoofdde
heidenen tastten rond in schrikvolle
duisternissen dichte, donkere nevelen
hingen over het volk Gods.
„Het Licht scheen in de duisternissen 1"
De Zon van waarheid, gerechtigheid en
leven is opgegaan, het zelfstandig beeld
en de weerglans des Vaders, hel Licht
van het Licht straalt over de aarde van
uit Bethelems staleen hemelbode zendt
Hij, met Zijn heerlijkheid omkleed, tot
de eenvoudige herders om het jubelend
te verkondigen„het Licht der wereld
is gekomen de nacht is voorbij, de dag
aangebroken" en dit zal u ten teeken
zijn: „Gij zult een Kindeken vinden in
doeken gewonden en liggende in eene
kribbe
boorteeen bewonderenswaardigen luister
doet schitleren, waarbij Hij den tweeden
en den derden hemel laat samenwerken,
verschijnt Hij, beiden met zjjn lichtglans
vervullend, zelf door een donkere wolk
omneveld Hij hult zich in de zwakheid
der menschelijke natuur, in de gestalte
een zwak, hulpbehoevend kind, Hij
trekt zich terug in een slai, Hij legt zich
>n weinig slroo neder in eene kribbe,
Hij omkleedt zich met eenige schamele
doeken en windsels, Hij verbergt zich
in de uiterste armoede, Hij daalt af tot
de diepste vernedering, Hjj zinkt weg in
den afgrond der zelfvernietiging. Zóó
verscheen onder ons de eeuwige Wijs
heid des Vaders, zóó verscheen „het
Licht in de duisternissen
En de duisternissen hebben het niet
begrepen." Slechts weinigen uit de joden
heidenen warer. de bevoorrechten,
die het Licht over Jerusalem opgegaan,
de Sier uit Jacob verrezen, erkenden. Te
Bethelem vond het Licht geen her-
berging, te Jerusalem aan het hof keerde
het Licht, wat daar scheen, zich tot de
nsche vorsten, terwijl Herodes,
De wegen Gods zjjn niet de wegen
des menschenonnaspeurlijk zijn ze en
ondoorgrondelijk Zijne raadsbesluiten.
Terwijl Hij rondom zich bij Zijne ge
blind en in duisternissen gehuld, in
dwazen overmoed het plan beraamde
't Licht der wereld te verdelgen. Hel
teeken was den jood eene ergernis.
De vleeschelijke jood verwachtte den
Messias, maar schreef de oneindige Wijs
heid zelve de wet voor, hoe Zij ver
schijnen moest op aarde als een mach
tig koning, als een onverwinbaar held,
die den troon van David herslellen, den
Rorneinschen Adelaar overwinnen en
wereldheerschappij stichten moest.
Maar een God te erkennen en te aan
bidden, die in windselen gewonden, in
een kribbe nederligt, is hem te machtig.
De vleeschelijke mensch begrijpt niet, wat
des geestes is; het teeken der einde-
looze liefde, in de diepste nederigheid
uiterste armoede veropenbaard, is en
blijft hem tot op den huidigen dag een
steen des aanslools, een rots ter ver
plettering. „Hij kwam in Zjjn eigendom
de Zijnen hebben Hem niet aan
genomen."
Nog immer straalt en schittert het
Licht, uit Belhclcms stal verrezen over
de wereld ip de Katholieke Kerk. Doch
rondom Haar, wat duisternissen en
schaduwen des doodsNog voortdurend
openbaart zich het Kind van Bethelems
stal in de Kerk als de volheid der
waarheid en der genade, openbaart zich in
onze dagen vooral, in Zijnen onfeilbaren
Plaatsbekleeder, die voor het moderne
heidendom als een ster aan den hemel
schittert in bewonderenswaardigen glans.
Maar de duisternissen begrijpen liet niet
de ongeloovige wereld houdt het oog
voor het Licht gesloten, de hoovaar-
digheid houdt den geest gevangen.
Het teeken is hun een dwaasheid en
zij spreken met don godlasterenden
Marcion„Neen 1 ik wil geen God er
kennen en aanbidden, die in een slai
weenl, in eene kribbe nederligt." Als
eene dwaasheid wordt door hen liet
grootste der historiefeiten óf ontkend
óf tot een mythe of legende verklaard.
Open ligt de weg in do overlevering
en de geschiedenis der volkeren, welke
voerl tot de kribbe van Bethelems stal,
maar zij verwaardigen zich niet ernstig
daarop hun schreden te zetten christen
en jood zijn hun voortdurend nog lot
levende getuigen en zij onderzoeken de
waarheid des Christendoms nietMocht
het eens waar zjjn Deze eerste er
lernoodzakelijkste levensvraag welt niet
in hun hart op of wordt, opwellende,
onderdrukt. Mocht het eens waar zjjn,
wat de Katholieke Kerk jaarlijks vreug
devol viertde geboorte van Gods
menschgewordcn Zoon, dan zal dat
Kind eenmaal na dit kortstondig leven
mijn Rechter zijn, die mij zal oordeclen
en verwerpen overeenkomstig Zijn
feilbaar woorddie niet geloofd zal
hebben, zal veroordeeld wordendan
zal de eeuwige jammerklacht uil mijn
borst opstijgenik heb dus gedwaald
van den weg der waarheidhet Licht
der gerechtigheid heeft mij niet beschenen
en de Zon der kennis is voor mij niet
opgegaanDe wjjsheid der wereld zal
hun eenmaal bljjken dwaasheid te zjjn
God, de wjjsheid, die hier op aarde
het teeken, waaronder de oneindige
liefde Cods zich verschool, als dwaas
heid verwerpt en het oog sluit voor
hel Licht van Hem, die de wereld heeft
gemaakt, maar niet door do wereld
werd gekend. Waarlijk „het Licht schijnt
de duisternissen, en de duisternissen
hebben het niet begrepen
Niet voor allen echter is het teeken
eene ergernis of dwaasheid. De geloo-
vigen naderen met de herders op het
onfeilbaar woord des Engels de kribbe,
knielen .neder, beschouwen het Kind
met de oogen des geloofs, erkennen het
Licht, aanbidden het als hun God. Zjj
dringen inet eerbiedigen blik door de
wolk, waarachter de Zon van waarheid,
gerechtigheid en leven verborgen is, zij
doordringen den sluier dor heilige ar
moede en aanschouwen, in heilige gods
vrucht neergebogen, de Goddelijke met
de menschelijke natuur vereenigdde
rechtvaardigheid en den vrede elkander
omhelzend; de rechtvaardigheid, waaraan
voor de zonde overvloedige voldoening
gegeven wordt in de eimlelooze liefde
daad Gods der zelfvernietiging, zoodat
volgens het loflied der Engelen, glorie in
den hooge gebracht wordt aan God, op
aarde vrede aan de menschen van goeden
wildie daar als de tweede Adam den
vloek van den eersten omzet in zegen, die
daar als God mensch wordt om de
genen, die in Zijnen naam geloovcn te
maken lol kinderen GodsMan zoo
velen als Hem aangenomen hebben, aan
hen heeft Hij de macht gegeven kinde
ren Gods te worden.
BUITENLAND.
Uil Ierland komt de verrassende Ijj-
ding dat op heizelfde oogenblik, waarop
de liberale partij in Engeland zich vaardig
maakt homerule voor Ierland prjjs te
geven, de homerule beweging een vasten
bodem gevonden heeft, waarop hel zich
ontwikkelen kan. In Ierland is althans
een eensgezindheid ontstaan zooals zich
daar nog nooit heeft voorgedaan. Wat
de lieden van alle partijen thans bjjeen
brengt, is de behoefte om krachlig de
handen ineen te slaan, ten einde ver
lichting van lasten to verkrijgen voor
het arme land, waarop van het begin der
unie af door Engeland een Ie zware
onrechtvaardige druk is gelegd. Van een
commissie, die onder de vorige, de ho
merule nog toegedane liberale regeering
was benoemd, is een rapport verschenen,
waarin met cjjfers wordt aangetoond,
dat Ierland een veel te hoog deel der
iaslen van het vercenigdc koninkrjjk
draagt. Volgens dit rapport, dat nog
wel de handtekeningen draagt van
lord Furrar, lord Wilby en den heer
Currie, bedroeg in hel dienstjaar 1893-94
hol numieul van Ierland en de geza
menlijke belastingen door het vereenigdu
koninkrjjk opgebracht, een elfde, terwjjl
liet naar verhouding slechts eon twin
tigste deel daarin behoorde te dragen.
In de laatste dertig jaren heeft Ierland
op deze manier honderd millioon ponden
sterling, zegge 1200 millioon Ned. gul
dens, meer opgebracht dan het had be-
hooren op te brengen.
Om nu te protesteeren tegen dien
schandelijk onreehtvaardigen staat van
zaken, en gezamenlijk middelen te be
ramen om dien tc doen ophouden,
houden sedert eer.igen tijd de leren,
zonder onderscheid van party of richting,
vergadering op vergadering, waarin allen
broederlijk naast elkander gezeten zjjn,
tot het'nastreven van eenzelfde doel,
grondeigenaars en pachters, katholieke
priesters en proteslantsche geestelijken,
unionisten van Belfast en nationalisten
van Cork en Limerick, parnellieten en
anti-parnellieten, dillonislen en healy-
gisten. Zoo waren op eene vergadering
te Cork aan de bestuurstafel aanwezig
de lord-lieutenant van het graalschap,
de parnelliotische burgemeester van
Cork, de anglicaansche bisschop van de
stad, de R. Kalh. bisschop vanCloyno,
lord Castletown, Smith-Barry, als groot
grondbezitter een mikpunt van de aan
vallen der nationalisten, Tim Hcaly en
nog anderen. Nog nimmer heeft een
dergelijk verschijnsel zich voorgedaan
het is een schouwspel zonder precedent,
hetwelk door sommige Engelsche bladen
als b- v. de Times met ergenis wordt
aangezien. Want treden de Ieren op die
wijze op, dan zullen hunne tegenstanders
in hun dwingelandij een geweldigen te
genstand ontmoeten, waaraan zjj inoeiljjk
zullen kunnen weerstaan.
FEUILLËTOH.
MOEDERLIEFDE
Feestvreugde vu in do harten aller men-
Kheukiudereo, zoowel groote als kleine neder-
ledaald.
En toch was er eene verlatene ziel, die onder
»Je. w"™
zal. Haastig onderbrak
haren arbeid en droogde met haren voor
schoot hare baachreide oogon. Reeds schemerde
't in hel vertrek. De avond daalde zachtkens
neder en tallooxe sneeuwvlokken knamon de
kleine vensterglazen nog meer verduisteren.
Plotseling werd de deur van de armelijke
woning geopend en vaste mannentreden stamp-
'co met geweld de sneeuw af, die zich over
den grond verspreidde. Een flink gebouwc
jonkman trad binnen en plaatste een denne
boompje in den hoek der kamer.
.Goeden avond, moeder," zeide hij-
.Goeden avond, Frite! Nu wat heeft de hout
vester gezegd f"
.Ik moest maar komen, moeder. Honlklovt
kon hjj genoeg gebruiken, maar de arbeid
'waar, en hot dagloon ia ook niet groot."
ie weder geweend?"
,De deurwaarder is hier geweest," onderbrak
e vrouw luid schreiend, .en wanneer de mo-
inaar binneo acht dagen zjjn honderd thaler
iet terug ontvangt, dan drijft hjj ons uit onze
roniog en laat ze verkoopen
„Dat zal hjj niet doen," riep de zoon bleek
an schrik.
„Hg heeft helmeteen eed bezworen," hernam
.Waar wilt gij heen, mijn zoon I" vraagde de
moeder.
.Raad 8chafron," antwoordde Frits en snelde
le deur uit.
üroote God, dacht do moedor, wal gaat hjj
in beginnen. Hier in hot dorp is hel geld niet
ie krijgen. Waar wil hjj na in de duisternis heen
Met deze angstige gedachte vervuld zette zjj
r was voorbjj gegaa
stampen en Frits daarna weder
zette een beurs met geld gevold op de tafel
zeide.Hier zjjn twee honderd thal. r 1"
„Mjjo hemel, Frits", riep de moeder, terwjjl
haar gansche lichaam beefde, .wat heb gij nt
gedaan?"
De zoon lachtemaar hel moederoog zie
scherp en laat zich niet bedriegen.
„Frits," riop zjj ingatvol uit, „gij hebt on
ongelukkig gemaakt. Het is misdadig geld I"
al is eerlijk geld," zeide Frits schijnbaar
nimd, doch zjjn atem klonk zwaarmoedig,
'ie heeft het u geleend?"
iemand, het is mjjn eigen geld."
t een smartkreet bedekte de moeder met
voorschool haar aangezicht
oor eens moeder," begon Frits, .Gods
!r is hier in hel spel goweest. Toen ik
f van den hontvester kwam, naderde mjj
m weg een vreemdeling, die in ons dorpje
Onderweg was hjj zeer gezellig en onderhield
eeD druk gesprek met mjj. Hjj pree; mijn ge
stalte en vroeg mjj of ik ook lusl had soldaat
te worden. Ik lachte en zeide, dat ik reeds ge
diend had als onderofficier. Toen drong hjj nog
sterker aan en zeide, dat als ik hom volgde, ik
mjjn fortuin had gemaakt. Hjj was, naar hg
zeide, een werver en Hollandsch officier, en
r ik nn
Holl
zeker spoeuig officier zou worden. Ik wees zijn
vocrslel van de band envond u in tranen
om de bedreiging van den molenaar. Daarop
heb ik deo vreemdeling weder opgezocht
„Het geld weg... hel geld wegschreeuwde
de moeder. Handenwringend viel zjj op de
kniën, terwjjl zjj haren zoon aan bare borat drnkle.
„Dat gaat Diet, lieve moeder," zei bjj gerust
stellend .Het is het handgeld, voor mijne hand-
teekening, dat ik in Hollandacben dienst treden
wil. Toen ik bjj do gaildo stond, hebt ge mjj ook
drie jaren gemist, lieve moeder. Hoe spoedig
zijn ze niet voorbijgegaanNu zal het zes jaar
doren zoolang heb ik my verbonden - en
in immers is ons huisje geheel schuldenvrij,
i u hebt nog eenig geld om in Igd ven nood
gebruiken.
.Ach, Frils, waf hebt ge gedaan I" klaagde de
„Het is Gods wgze beschikking," antwoordde
s zoon. „De mulder heeft thans het geld
teruggeëischt, waarom moest ik nn juist dien
ideiing ontmoeten Is dat niet een bgzondere
omstandigheid
De moeder droogde zich bjj die woorden lang-
„Wanneer moet ge vertrekken Frlls".
„OVer drie dagen reeda", antwoordde hjj.
„Eu waarheen gaat ge?"
Frits werd bleek. De woorden wilden hom bijna
niet over de lippen.
„Niet ver van Holland", begon hjj haperend,
„ligt een mooi eiland Java heet het daar
moot ik heen. Het moot daar prachtig zjjn Men
'.an daar ook rijk worden, zei do vreemdeling.
Frila wilde nog meer vertellen, maar de woor
den beslierven hem in den mond. Met gedwon
gen vrooljjkheid bedekte bg het gelaat zjjner
moeder met kussen, en haalde toen hel dennen
boompje nil den boek.
„Wees maar niet bang, moeder", zeide hjj.
„Bet is heden Kerstavond en de zorg voor ons
huisje Is nn toch gelukkig voorbjj".
„Voor mjj bestaal er geen vreugde meer",
verzuchtte de moeder, „tot ik n weder terug mng
Frits zette het dennenboompjo in het midden
van hel vertrek. Een half uur later verhelderde
xjja verlichting bet kamertje en drong zorg en
Moeder en zoon zongen en baden in dien hoog
heiligen nacht aandachtig, eenvoudig en hartelijk.
Eon half uur van het do-p was een hoogte,
raarop zich twee wegen kruisleu. Tot zoover
geleidde op den bepaalden tjjd moeder Barbara
haren zoon Frits. Aan het kruispunt stond een
regwjjzer. Uezo wees in de verschillende
richtingen de wegen aan. die naar het dal voerden.
„Hier kan men den gehceloo omtrek oreriion."
zeide Frite. „Wanneer ge nu over zee jamu
somwijlen op deze hoogte klimt, dan kan het
best gebeuren, dat n mjj in de vorte zag
In bange smart lag het moedertje aan da
borst van haren zoon. „Alle dagen zal ik hlor-
heen komen," verzachtte zü, lorwyi haor hart
dreigde te springen.
Met Zacht gewold maakte Frils zich uit de
omhelzing zgner moedor los, en richtte zjjn
schreden naar bet dal. Zoo dikwijls lij) zich
omwendde, zag bjj nog immer zijn moedor op
den berg staan, hem nastarende. Eerst toen bjj
het bosch was verdwenen, keerde
Twintig jaren zijn sinds bet afacheid tnsschen
moeder en zoon voorbijgegaan. Frits' moedor
de lieden nit den omtrek noemden haar
nooit BDders dan de onde Barbel ging nog
alle dagen de hoogte on: baar zoon was nog
niet teruggekeerd. Nog altiyd meenJe zjj, sla tij'