Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 51.
Zaterdag 20 Maart 1897.
Tiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort. Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenmes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie
Franco per post
Afzonderlijke nummers
BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prije der AdvertentUm
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- 0.05
m.
Onder een sombere angstige spanning
werd de oorlog van 1877 aangevangen en
voortgezet. Met eene verwoedheid, bijna
zonder wederga, vielen de vijandelijke
legermachten elkander aanRusland
achter het masker van beschermer der
Christenen, en Turkije met oen gewel
dige moord- en wraakzucht in hel hart.
Met afgrijzen en weemoed sloeg Europa
deze worsteling van twee volken gade.
die in daden van doodsverachting
s-nenen te wedijveren. De strijd tusschen
het Grieksche Kruis en de Turksche
Halve Maan werd een kamp, die, wat
onmenschelijkheden en bloeddorst betrof,
bjjna zijns gelijken niet had, en met
huivering en afschuw door de beschaafde
wereld werd gevolgd.
De geweldige, schrikwekkende toestand
dier dagen werd destijds door Dr.
Schaepmsn in scherpe lijnen en kleuren
in de volgende beeltenis gemaald
„De ontbinding zetelt tusschen de
machten der wereld en heerscht gewei
dig over haar. Allen beljjden éene waar
heid, worden gevoerd door éenen geest
de revolutie; maar de vruchten van
dien geest zjjn onrecht en geweld, wbc
orde en verscheuring. Zie Europa rond
De grenzen der landen zijn overal ge
wapend en bezet; onder drukkende oor
logslasten gaat ieder volk gebukt en de
vrede leeft sinds jaren op den voel van
oorlog. Tusschen de regeeringen heerscht
of bloedige strijd, of lelie wrok, of
half morrende, half slaafsche onderwer
ping, of vreeze, of verwijdering. Van
natuurlijke, ware, echte, gezonde ver
houdingen, is nergens eenig spoor. Zoek
de oorzaak niet in toevallige omstandig
heden, en gistingen aan omwentelingen
gelijk, die soms een tijdperk schokken
Deze geweldige verschijningen hebben
dieper grond. Zij zijn het werk des gees-
tes, die het onrecht heet.
„De Europeesche Statenbond is uit-
eengesprongen. zjjn recht is verdwenen
in een los gerucht. De laatste traktaten
zijn gescheurd door de klauwen van den
Russischen adelaarde heilige verbon
den wapperen aan de lansen van
Alexanders kozakken en de hoeven hun
ner paarden treden waarborgen en be
loften in het bloedige slijk. Het geloof
van den mensch in den mensch is ver
dwenen men hecht geen waarde meer
aan hel mannelijk woord, men voert
oorlog als de slruikroover en inert ver
werft provinciën als de sjacheraar, ge
weld en goud spelen de hoofdrol in de
hetrekkingen tusschen volken of souve-
reinen en de «dele kroon- en zwaard
dragers hebben zich te leenen lot dat
spel. Verbonden worden gesloten om te
worden verbroken of ze zijn niet anders
dan verdragen, waarbij het loon der
zwijgende medeweters wordt bepaald.
Het eenig verbond, waarvan nog ge
waagd wordt, is het verbond der drie
Keizers, waarin twee geweldigen éen
zwakkeren streelend knevelen en zijn
rust koopen ine', zoele beloften, wier ver
vulling hij nooit op het scherp van zijn
degen vorderen kan. Maar overigens zit
overal de onbesehaamste baatzucht ten
troon en voert een onbeteugeld egoïsme
den scepter, terwijl men doof blijft voor
iedere Ijjnenskr.'ot en wedijvert in het
haastig instemmen met den geweldigen
zegezang. Maar indien ergens het rei hl
schijnt te herleven, indien de vervolging
niet al haar bevelen en grillen kan doen
gelden als wet, dan ontstaat op een
maal een geweldige beroering en het
schijnt voor iedere regeering plicht tus
schen beide te treden en te dwingen
tot den triomf der ongerechtigheid.
.Geen wonder, verre I Europa heeft
sinds lang het bonte spel der vindingen
van den dag verkoren boven den vasten,
ernstigen gang der eeuwige rechtsbe
ginselen. Het heeft sinds lang de lafheid
en de willekeur, de misdadige, maar
zwijgende samenwerking met hel oproer
als zoovele wetten van zijn bestaan aan
genomen, het heeft de uitspraken der
volksstem gehuldigd en de souvereiniteit
te grabbel geworpen tusschen de par
tijen het kon niet anders komen, dan
het nu gekomen is. Maar nu is dat
alles en in ontzettende afmetingen, in
geweldige, alles tergende on trolseerende
vormen zichtbaar. Zonder schijn of zon
der vorm van recht heeft Rusland den
oorlog verklaard aan een macht, die
hel op di' verraderlijksle wijze had bestre
den. Hel heeft den Christennaam onteerd
tegenover den Muzelman, onlecrd door
het goud, waarmede 'l Bulgaarsche op
standen betaalde of Constanlinopels ver
rolling bevorderde; onteerd door de
eeden, die het zwoer om ze te bre
ken, onteerd door het bloed, waarmee
het de slagvelden heeft gedrenkt. De
Schutsheer der legitimiteit heeft de eigen
onderdanen opgeroepen tol den krijg
tegen hun Souvercin als tot een heili
gen oorlog en de vazallen gedwongen
hun opperheer te vei loochenen. Het
heeft Europa erger dan bedrogen, het
heeft het bespot en Europa heeft ge
zwegen, omdat hel moest. Want Oosten
rijk wordt dan gevleid, dan bedreigd,
het betaalt door zjjn rampzalige zwak
heid, door zijn onherstelbare verdeeling
den lol voor hel onrecht, dat den euvelen
Magyaar begunstigde en alleen recht
had voor dezen en den aan Pruisen en
het liberalisme verslaafden Duilscher.
De Habsburger inag rustig toezien bij
het bloedige spel, waarin de Revolutie
de hoofdrol speelt en aan zijn grenzen
dartelt, want Rusland heeft hem gesteld
onder goed toezicht; het jonge Duitsche
Rijk houdt de wacht. Altijd lakciendienst I
Ook deze jongste en machtigste macht
heeft den cijnspenning te betalen aan
den Caesar, dien het dient, aan het
onrecht, waarin het de kracht zijner
kracht heeft gezocht. Het verdedigt nu
den to -gang tot het moordtooneel, waar
het heilige Rusland zijn heldenstukken
afspeelt en deze vrijheid tot gruwe
len, deze rust in de onmacht, deze be
scherming door '1 toezien maken den
Driekeizersbond. Dat is de Heilige Al
liantie van het jaar des Heeren 1877
Geweld, zwakheid, medeplichtigheid
Ziedaar eene geniale schets over den
staatkundigen toestand van Europa, in
verband met de Oostersche Quaestie,
tijdens de Alleenheerscher van Rusland
en beul van het Katholiek Polen als
beschermer der Christenen in Turkije
met geweld van wapenen optrad. Het
schijnheilig masker, waarachter de Rus
sische Czaar zjjn bloedig werk voltrok,
was te doorzichtig, om de ware bedoe
ling zijner daden te verbergen, welke
met edele verontwaardiging ook door
Dr. Schaepman als daden van het gruw-
baarste onrecht en geweld werden ge
brandmerkt.
Intusschen zegevierden de Russische
wapenen tegen de geweldige macht, die
Turkije moest weerstaan, bleek het niet
bestand. De eene nederlaag volgde op de
ander totdat eindelijk ook de vesting Plev
na veroverd werd. Nu wasvoor de Russen
de weg gebaand, die zegevierend leidde
tot voorde poorten van Conslantinopel,
de hoofdstad des Turkschen Rijks.
Turkjje moest zich eindelyk verwon
nen verklaren en was genoodzaakt vredes-
preliininaires te teekenen, die zeer on
gunstig waren voor hel Otlomaansche
Rijk. Maar nu trad Engeland tusschen
beiden, wijl de vrede op een grondslag
was gesloten, die op den totalen onder
gang van de Turksche heerschappij in
Europa moest uitloopen en Rusland eene
macht en eer.en invloed in het Oosten
schonk, die zeer gevaarlijk zouden
worden voor het behoud van het even
wicht in het reeds zoo diep geschokte
Europa. Dat nu gedoogde Engeland niet.
Toen echter de oorlog tusschen
Rusland en Engeland onvermijdelijk
scheen, wist Bismark dien af te wenden,
door te bewerken dat een diplomatieke
conferentie te Berlijn gehouden werd,
waarin de vredesvoorwaarden tusschen
Rusland en Turkjje zouden worden
vastgesteld.
Rusland zag zich nu te Berljjn veel
voordeelen betwisten, die het op den
Onze Wachter, jaargang 1878.
Turk' reeds had behaald, doch het wilde
er voorloopig in berusten. Zjjn doel te
bereiken bleef toch slechts een quaesiie
van tjjd en van sluwe laaghar
tige politiek.
Dat zullen wij trachten aan te toonen
in een slotartikel.
BUITENLAND.
Maandag 1.1. zijn in de Fransche Ka
mer de interpellaties betreffende het
Oosten toch einde Ik beantwoord. Meer
dere malen was er door eenige afgevaardig
den op aangedrongen nu eens klaren wjjn
te tappen, doch de Regeering scheen
steeds huiverig, om er mede voor den
dag te komen. Thans waren er maar
even drie interpellaties te beantwoorden.
Reeds vroeg waren de tribunes bezet,
o.a. door de ambassadeurs van Duitsch-
land, Engeland, Italië en door den nun
tius van Z. H. den Paus. Men ver
wachtte eene zeer interessante zitting, 't
kabinet-Méline stond op 't spel en
tevens hoopte men te hooren of de
Fransch-Russische entente iets meer
was dan een los gerucht.
De afgevaardigde Goblet klaagde over
Franxrijks houding tegenover Grieken
land. Bjj den Bulgaarschen opstand in
1880 had Frankrijk ronduit geweigerd
deel te nemen aan internationale dwang
maatregelen en thans was het er voor I
Ook zag hij niet in welk voordeel Frank
rijk had bjj het Europeesche Concert.
Nog wcnschte hij te weten, waarheen
de entente Frankrijk ten slotte nog zou
kunnen leiden en deed uitkomen, dat
de entente wederkeerig voordeel moest
opleveren.
De afgevaardigde Delafosse daaren
tegen achtte het Europeesche Concert
van onschatbare waard< voor Frankrjjk,
maar deelde mede, dat z. i. de diplo
matie niet gelukkig geweest was.
Nu kwam de minister van Binnen-
landsche Zaken, Hanotaux, met eene
geschreven verklaring voor den dag en
vroeg aan de Kamer instemming met
hetgeen de vorige week besloten was,
n.l. handhaving van den Europeeschen
vrede en van het Europeesch Concert.
Hij deelde mede, dat de toestand in 't
Oosten niet verergerd was, daar toch
Griekenland de vloot bad teruggeroepen
en voor Kreta autonomie en suzereini-
leit des Sultans wil erkennen, mits
later een plebliscit genomen worde. De
Mogendheden blijven aandringen op het
FEUILLETON.
TTCTtf VEROORDEELDE
vu.
9). Den volgenden morgen legen negen uur
ging Landsberg mei kloppend barl op weg om
bjj den pastoor naar den uilslag diens bemoei
ingen len rijnen opzichte te »ernemen. Hij
mi nog geheel nuchterijjn vrouw had nog
slechts een klein stukje brood te verdoelen ge
had en dat hadden zü gaarne aan de honge
rige kindereD overgelaten. Het vroor hard en
bij het onbehaaglijke gevoel van koude^ en
honger overviel hem een diepe neerslachtighei
evenals of het hem nooit weder goed kon gaan.
HÜ verhaastte nu zijne schreden om zoo spoedig
mogelijk uit dien knellenden toestand van onzeker
heid verlost te raken.
Tenrjjl bjj nu de paatorie naderde, bemerkte
bjj een ongewone beweging op hel anders zoo
stille voorplein. Mannen en vrouwen stonden
in groepen te zomen, spraken druk met elkan
der en keken nieuwsgierig naar de ramen der
paatorie, die op de bovenverdieping met dichte
gordijnen behangen waren. Met een onver aa-
baar gevoel van angst naderde Landsberg tie
mensch en en vraagde of er iets gebeurd wa.«.
,0 lieve hemel, ja." antwoordde een oude
vrouw, „begrijp toch eens aan, onze goe e
oade pestoor ia dood."
De tranen kwamen haar in do oogen, toen
zjj dit zeide.
Landsberg kon voorloopig geen woord na
brengen, de schrik s(heen hem alle leden ver
lamd Ie hebben.
.Ja, wie bad dat kunnen denken," giog een
audere vrouw weder levendig voort, .dat bjj
reeds lang met de borst sukkelde, wisten we
maar al le goedgroole hemel, hoe kon hem
de borst piepen en gieren, wanneer bjj vjjf
ol zes verdiepingen hoog klimmen moest. Hjj
spaarde zich echter in 't geheel niet, on was
van des morgens vroeg tol des avonds laat op
dal li(j zoo schielijk sterven zou. Gisteren nog
frisch en gezond en nu een ljjk. Ja, ja, men
zegt alljjd, zulk eeu slag treft gewoonigk ge
zette lieden, men ziet echter, dal magere meo-
Bleek, met sidderende leden, sloop Landsberg
heen. Nu was zells zjjn laatste hoop verdwenen
01 mocht hjj hopen, dat de overledene toch een
betrekking voor hem gevonden had, en dat zijn
nieuwe patroon hem bericht geven zou Wel
licht, wellicht, maar kon hjj daarop wachten
Heden, heden, nog moest hjj een MeiDigheid
verdienen, om de zjjneD brood te verschaften,
want in zijn woning was niets meer. wat hjj
nog verkoopen kon. Hjj ging de drukste stralen
op en af, zjjn oogen wendden zich rusteloos heen
en weer of zich niet eene gelegenheid aanbood,
iets te verdienenzonder bedenken giog hjj een
rjj van magazijnen af en vraagde of hg er geen
werk bekomen kon maar van alle zjjden
bekwam bg een kort „neen" tot antwoord,
Niemand had tjjd en lust zich met den man in le
laten, die er vervallen en Lekommerd uitzag
itdor dacht slechts aan zich zelf, aan da ruite-
looze jacht naar verdiensten en winst. Ach, bjj
voelde nu zoo juist de oude waarheid, dat men
nergers zoo moeilijk werk krijgen kan, als in
een groote stad, in haar gehoele zwaarte.
Tot zes uur des avonds had hjj hongerig
in de koude omgedwaald, nu eindelijk moesl
hjj tot de zjjnen terugkeeren. Wat hjj nu mee
brengen kon, waren slechts een paar broodjes,
die hij voor de penningen had gekocht, welke
medelijdende zielen hem geschonken hadden.
En wat was dal nu voor zoo velen I Maar het
wa» toch genoeg om den knellenden honger
En weder werd het avond. Weder had Lands
berg aangeklopt aan verschillende deuren, zon
der dal hem opengedaan word. Een sombere
vertwijfeling greep hem aan en baleljjke ge
dachten bestormden zjjne zie). Wat bad bjj dan
toch gedaan, dat men hem vermeed als een ver
scheurend dier; wat had hjj geschonden, dat
een zoo streng lotgeval over hem moesl
neerkomen Rein waren zjjn handen, zjj hadden
zich nooit aan vreemd goed bezoedeldrein was
zjjne ziel, zjj had nooit hel eiteodom van een
ander begeerd. En toch drnkle op zjjn naai
de hatelijkste smet, welke hel eereschild van
een man bevlekken kan. Onschuldig moest hjj
ljjden, en anderen, welke de alzettiog van het
publiek ia bet groot opealjjk bedrijven, redon
in prachtige rjj'.uigen hem voorbjj en hjj zag
hoe huone volle, van gezondheid stralende ge-
zicnlen door de glasruiten schitterden. Zjj kw
van de beurs, waar zjj weder zaken gedaan
hadden, die honderdduizenden uit de zakken
brachten. En voor hen bogen
lot den grond, voor hen lichtten hooggeplaatste
heeren den hoed. Is dal gerechtigheid la het
recht, den onschuldige te onderdrukken, daar
entegen den roover te eeren als een vorst?
Landsberg balde de vuisten en zjjn lippen
murmelden bittero woorden van haal. Met een
zeker behagen woelden zjjo gedichten nu in de
meeningen en voorstellingen, die door een parljj
verkondigd werden, om de omwenteling der
maatschappij voor te bereiden. Hjj bed genoeg
van haar gehoord en geleten, om nn met vreug
de daaraan le denken, dat ze eeomaal de wreker
zon worden van alle onrecht, dat men aan de
behoeftige klasse gepleegd had en dagelijks
pleegde. Hjj overwoog niet, dat hjj toch veroor
deeld was op grond van een vonDis, dal de
rechter onder do bestaande omstandigheden in
't geheel niet anders vellen kon zjjn haat
gold du de gansche menscheljjke samenleving,
die hem versliet en bem met de zijnen den
hongerdood overleverde.
Het was reeds donker geworden, reeds flik
kerde in de straten langzamerhand het eene licht
na het andere op, tot ze eindeljik een einde
loos schynende keten van schitterende sterren
schenen te vormen. Hjj moest er nu aan denken,
naar huis te gaao. Eeu huivering overviel hem
echler, als bjj aan de zijnen dacht. De kinderen
zouden hem tegensnellen en nit de drie keelen
zou de roep weerklinken.Vader, hebt ge brood
voor ons meegebracht?" Niet eens een paar
koperstukjes had men hem geschonken Maar
hjj mocht zoo niet terugkeer», bjj moest voor
voedsel zorgen, ets hg zjjn kinderen niet een
den hongerdood wilde prijs geveo. Hjj moest
bedelenVan schsainle kleurde zjjn aangezicht,
als hjj daaraan decht. Niets scheen bem ver
nederender te zjjn, dan aan denren van andere
monschen te staan en oen aalmoes af te amee-
ken. En als bedelaar le worden algewezen echtte
hjj nog oneindig veel grievender, den ala werk
zoekend man, zonder verbooringte vinden, zich
te moeten verwjj leren. En toch, wat bleel bem
anders over! „Brood, brood, vader," trilde het
in zjjne ooren, en nu trad hjj een bakkers
winkel binnen en bad met een kwalijk verstaan
bare alem om een nluk brood. Doch men wee#
hem al, men „gaf niet aan de deur" Hjj spoedde
zich verder, naar een tweeden winkel. Een stevige
man met een vol gezicht, de banden breed op
de toonbank uitgestrekt, ontving hem
.Maak maar dat ge wegkomt", zeide bjj, „de
politie past nauwgezet op en zal u spoedig te
pakken hebben."
Landsberg duizelde naar buiten. Brood, brood,
tot iederen prjjs. Wanneer bij het dan niet ver
dienen en ook niet bedeleD kon, dan moeit hjj
het stelen. StelenDat woord acheen hem een
ontzettende klank te hebben. Wie steelt begint
den strijd tegen de naasten, hjj stelt zich der-
derhalve ballen de wet en wordt door de ge
meenschap onbarmhartig vervolgd. De diefstal
drukt den dader een onnilwiachbasr schandmerk
op, bjj wordt vermeden door alleo had hg
in de laatste dagen aan zich zelf niet herhaal
delijk ervaren, met welk een tegenzin men een
mensch ontmoet, dien men voor een diet houdt
Zou bjj nu de verdenking, welke op hem, den
•chnldglooza rustle, tot waarheid maken £oa