Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 25. Zaterdag 18 September 1897. Elfde Jaargang. DE EEMDODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baam, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland. Laren, Leusden. Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drie maanden i Franco per post Afzonderlijke nummers f 0,05. BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prija dar Advertentitni Van 1 tol 6 regelsf 0,30 Voor iedcrcn regel meer- 0.05 Correspondenten on AdvertenliCn moeten uiterlijk Vrjjdsgivond Het Huisgezin. i. Wjj allen leven in eenen familie-kring wij zyn daarin geboren, opgevoed, lot zelfstandigheid ontwikkeld, en toch weinigen begrijpen zijne beteekenis. Het ongewone maakt indruk, men denkt er over na, terwijl het gewone, het dagelijks lerugkeerende zijn indruk ver liest, geen opmerkzaamheid meer wekt: a suctis non fit passio. En toch kan de beteekenis van 't huisgezin moeilijk worden overschat. De huisgezinnen zijn de bouwsteenen voor den Staat, zijn de bronnen, waaruit hem het wel ol wee toestroomt, zijn de bodem, welke vrede, geluk en voorspoed of het om gekeerde voor hem voortbrengtin een woord't heil van Kerk en Staat en maatschappij hangt aan 't huisge- zin. Daarom wenschen we deze stof breedvoeriger te ontwikkelen en deszelfs ware beteekenis voor het staatsleven in dit artikel uiteen te zetten. Eerbied voor 't gezag is de grond slag, waarop de Staat rustwordt deze ondermijnd, de Staat valt. Allernood zakelijkst derhalve voor zijn bestaan is, dat zijn gezag in verordening en wet geving worde geëerbiedigd en onderhou den waar zulks niet geschiedt, daar ziet men het volk prijs gegeven aan onrust, onzekerheid en allerlei ellende. Het huisgezin levert ae steenen voor hot Staatsgebouw, kweekt de toekom stige staatsburgers; hebben zij daar eerbied geleerd voor het ouderlijk gezag, zij zullen later, waar zij 't gezag ook ontmoeten, zich daaraan on derwerpen; hebben zij daarentegen ge leerd de bevelen des vaders te overtreden, de vermaningen der moeder te ver achten, dan zullen zij eenmaal, als burgers optredend, een ernstig gevaar worden voor den Staat. Zij brengen niet mede, wat het fundament voor den Staat vormen moet, eerbied voor 't gezag. De Staat zal trachten h met geweld te handhaven, doch op den duur te vergeefsalle politie-verorde- ningen en maatregelen, alle strafbepa lingen zullen onvoldoende blijken om den geest van verzet te dooden, de 'illigcn tot blijmoedige onderwer ping aan de gestelde machten te bc- keeren. Een tweede zaak is voor den Staat van het hoogste gewicht. Bij het volk moeten deugd en goede zeden worden hoog geschat en nagestreefd, terwijl van de andere zijde de ondeugd door de publieke opinie behoort te worden verafschuwd. Treedt de openbare meening niet meer in dezen zin als rechter op, spreekt zjj zich hierin niet beslist meer uit, heerscht ene algemcenc begripsverwarring aangaande deugd en ondeugd, dan ligt daaronder een diep zedelijk verval, dan blijkt, dat in 'L Staatsorganisme een doodende kanker woelt. De kracht des volks wordt gevonden in de waarach tige deugd, de ware zedelijkheid levert de eenig soliede gebindten, waardoor het Staatsgebouw bestand is tegen alle stormengaat echter 't ware begrip der zedelijkheid verloren, de gebindten vermolmen en bij ernstige stormen stort hel Staatsgebouw ineen. Onder zoovele voorbeelden in de geschiedenis hebben we slechts 't Romeinsclie Rijk te noemen, 't Was het machtigste en het grootste Rijk, waarvan de historie gewaagt, 't scheen uit graniet en ment opgetrokken. En toch de stroom der volksverhuizing heeft het als weg gevaagd, niet omdat 't Rome aan uit wendige kracht ontbrak, maar om de verregaande zedeloosheid, waardoor 't gansche Staatslichaam verkankerd, 'tgansche Staatsgebouw vermolmd bleek. In onze dagen zoeken de Staten hunne kracht te land en ter zee in de uit breiding van leger en vloot; 't is een onderlinge naijver en een worsteling op leven of dood. Ligt hierin niet het be wijs, dat 't mangelt aan zedelijke kracht Het vertrouwen onderling is verdwenen, Europa biedt het schouwspel van een politiek schaakbord, waarop man el kander schaakmat tracht te zetten de sluwste berekeningen en intrigues be- heerschen het spel. Tot oplossing der Oostersche quaestie trad de van alle zijdon verzekerde eensgezindheid der mo gendheden op, en wal resultaat heeft het Europeesch concert opgeleverd Vorsten bezoeken en omhelzen elkan der en spreken van onderlinge vriend schap, van gemeenschappelijk streven tot behoud des vredes en men sluit tegenover elkander verbonden ter zelf verdediging Vredesvorzekeringen wor den gewisseld en eindeloos herhaald tusschen de kabinetten en wjj zien den vrede ronddansen op millioenen van scherpgeslepen bajonetten Wat waarde hecht men nog aan gesloten Iractalen, wal veiligheid biedt nog 't volkenrecht Wat zekerheid kan er hecrsctien tus schen de volkeren, wanneer de beginselen wisselen naar de grillen van heb- en heerschzucht Ziedaar de rampzalige toestand, waar in zich de Staten van Europa bevinden zij gevoelen het, zij missen den vasten bodem der vaste, onomstootelijke be ginselen. Vandaar 't verschijnsel van 't militsiirisme't is de gewapende vrede, een oorlog in bewapening en versterking tegenover elkander, de gcescl der volkeren. Immers door 'l opdrijven der gewapende machten stijgt het bud get van oorlog telken jare in die mate, dat de volkeren gebukt gaan onder ondragelijke lasten en sommige Staten, telkens tot nieuwe leeningen genood zaakt, het staatsbankroet te gemoet snel. len. Om dezen onhoudbaren toestand op te heffen, vermenigvuldigen zich de stemmen tot ontwapening, maar te ver geefs de regeeringen gaan steeds met reuzenschreden op den eenmaal inge slagen weg voort. Van vermindering der strijdmachten en verademing der volkeren kan dan eerst ernstig sprake zjjn, wanneer men 't euvel van het militairisme in zijn wortel aantast, n de oorzaak wegneemt, waaruit het ontspruit. Wie, die den ven band kent tusschen nuisgezin, Staat en regeering, wijst niet 't huis gezin aan als de bron van dit ziekte verschijnsel. Het onlkerstcnen der huis gezinnen hoeft de ontkerstening van den Stnal ten gevolge gehadde be ginselen van waarheid en rcchi, uil God gesproten en onveranderlijk als God, zjjn over boord geslagenhot schip van Slaat drijlt rond zonder kompas en zonder roer, niet. wetend waar het zal belanden; alles is onzeker. Wil men aan deze pijnlijke onzekerheid, aan dezen ellcndigen toestand een einde maken, men hervorme hel huisgezin, men geve het God met Zjjne veropenbaarde waarheid en Zijn wet terugeerst dan, wanneer het huisgezin wederom zal doortrokken zijn van de zuurdeegkracht des Chris tendoms, zullen de Staten weder chris telijk worden, de heerschende rampen ophouden, geluk en voorspoed woder- keeren en de verhoudingen onderling op vaste grondslagen rusten. BUITENLAND. De Keizer van Duitsehland is Zon dagmiddag vertrokken naar Totis ir Hongarije, om aldaar eene samenkomst te hebben met zijnen bondgenoot kei zer Franz Joseph. Z. M. werd aldaar allerhartelijkst ontvangen en de H011- gaarsche pers was vol lof over den bondgenoot en nabuur van Oostenrijk. Beide keizers, Wilhelm en Franz Joseph namen nabij Tolis, ten zuiden van den Donau, op hel prachtig kaslecl van graaf Estcrhazy hun intrek, dat, schoon gelegen op eene hoogte, een prachtig vergezicht aanbiedt. Sommige Ooslen- rijksche bladen verwachten van Z. Ms. bezoek eene toenadering van de üuit- sche en niet-Duilsche elementen in Oostenrijk, welker verhouding, zooals bekend is, in den laatsten tijd zeer ge spannen was. Op Cuba hebben de opstandelingen zicli meester gemaakt van de stad Vit- toria de las Tunas. Toen dit bericht in Spanje bekend werd, stuurde de Re- geering aanstonds een telegram aan generaal Weyler om ophelderingen. De generaal bevestigde het bericht en voegde er aan toe, dat hjj eene co lonne had afgezonden, om de stad te hernemen. Vreemd blijft het, dat 500U man opstandelingen veertien dagen lang eene plaats hebben kunnen bele geren, zonder dat de Spaansche troepen hen verdreven of eene poging aange- wend hebben de stad te ontzetten. Den 2Gon Augustus reeds werd er een bres geschoten, den 27en storm geloopen en den 28cn bombardeerden de insurgen- ten de stad met dynamict-granaten. Het garnizoen, bestaande uit 400 soldaten, heeft zich moedig geweerd, maar moest zich ten slotte den 30en Augustas overgeven. Behalve de zieken en gewonden, volgden den bevelhebber slechts 75 man bij den aftochtook van de zijde der opstandelingen bleven er vele in den strijd. De insurgentcn zijn opgerukt naar San Pedro Mayaron, waarheen zij achtervolgd werden door generaal Luque, die echter dun rnarsch moest staken door de vele zieken, die hij onder zijne strijders telde. Domingo Mendez Capote is door de insurgentcn op 2 September tot presi dent van de Republiek uitgeroepen. Cspote was oud-gouverneur van Matansas. Uit London komt liet bericht, dat de opstandelingen zich thans ook hebben meester gemaakt van de stad Conso- lacion del Sul, in de provincie Pinar del Rio, en daarbij zou het goheele garnizoen, 2110 man sterk, gedood zjja. Ook hebben zij weder een trein la ten springen, waarbij 7 soldaten gedood en 15 gewond werden. De Spaansche Regcering heeft dan ook besloten weder 60U0 man naar Cuba te zenden, ten einde zoo moguljjk een eind te ■naken aan den hachelijken toestand. Niet alleen Ie land, maar ook ter zee treilen de opstandelingen met den ilag driester op. Zjj bezitten Ihansreeds eene vloot van zeven flinke schepen, welke zij gebruiken om zoo nu en dan troepen van de eene plaats naar eene andere op 't eiland te iransporteeren. Hunne hoofdbezigheid echter bepaald zich lot het binnensmokkelen van oor- logsniaterieel en andere benoodigi'i'aden. Een groole hoeveelheid patronen en 20000 Martini-geweren zijn nog kort geleden door deze bodems binnenge smokkeld, en indien zij denken aange houden le zullen worden, hijschen zij de Eransche of Engclsche vlag en varen veilig verder. De jingoes in Noord-Amerika, wor den weder oproorigcr on varen heftig FEUILLETON. De groots Slot. 10) Wederom klonk een luid gelacb, dat echter verstomde, toen ecu xeer net tweespao met rjjk gegalonneerde koetsier en palfrenier kwam aauroUon. Oraal Degentbal aleeg uil, eene hooge, adellijke gestalte, en ging terstond naar den ingang. Dil oogenblik maakte Loreoz xich ten nutte, den agent te vragen hem bin nen te laten. Lang moest bijpraten, alvorens de agent hem binnenliet en toen bjj in de prachtig versierde en verlichto vestibule stond, wist bjj eerst niet tot welke der lalrjjke bedienden, c been on weer draafden, bjj zich ion wendi Daar kwam de, thans in een prachtige livrei gesloken, hofmeester aangeloopen, pakte plotseling bij den arm en vroeg hem op heel oovrieodeljjken toon, wat bjj hier xoebt. Lo- reiu; die eene rijke levenservaring had opge daan, bad reeds, voor hij op weg ging, i de hand genomen. Thans drukte hg er Jen brommenden deurwachter een van in de hand en deelde, hem xjjnen wensch medo. De holmeester bezat voor deze manier van praten eene bijzondere voorliefde, »am den onwclkomen bezoeker op de meest «*n achtertrap de gang in van dseerito verdieping, waar Loronz weder drie mark ist offeren, om eenen der hoogmoedige be iden gunstig le stemmen, om ïjjn kaartje r den geheimraad te brongen. Intusschon klonken uit de feestzaal de wegsleepende me- lodien der zigeuncrkapel hem in de ooren, dio ■re eigenaardig klagende toonen zjjn hart troffen. Hoe schril zou het gejubel der daar keerenHoe velen dergeneo, die daar cham pagne dronken, zich aan het buffel aan de duurste lekkernijen te goed deden, duizend vleierijen aan huisheer en huisvrouw zeideD, zouden dan het gastvrije huis vloek ui, waarin zg van hun eigen geld gegeten en gedronken hadden 1 Nog een uur misschien en deze schitterende, met fabelschtige weelde gemeube- leerde zalen zouden verlaten zgn, de zwerm van gasten zou doodsbleek naar alle knnten weggestoven zgn en Rosenthal zon ia eene vigelante naar de gevangenis gebracht worden. Een inwendig genot, con gruwzaam leedver maak maakte zich meester van den ouden man. als hjj er aan dacht, dal hjj het zijozcu, dio bijgedragen had lot den val van dezen grooten zwendelaar. Weiten liet lang op zich wachloo. Wat kon Lorenz, dien bij slechts oppervlakkig kende ala een zijner huurders, hem gewichtigs mede te deelen hebben? Hjj praatte zoo gezellig met neraal von Rosleben, dat er een tweede verzoek moest gedaan worden, voor hjj den wcusch van Lorenz inwilligde. ,Nu, wat is er, mijnheer Loronz?" vroeg hjj teer alt de hoogte, .Ik geloof hi almaken Maar laten we hier do en ik verzoek u liefst zoo gauw mogelijk," Lorenz verwenschle inwendig den trota des lans, wicn hij toch zulk een grooten dienst 'ilde bewijzen, cn had grooten luet zich zonder erder iels te zeggen le verwijderen. Zijn betere atuur behield echter do overhand en hjj ver telde. slten hoorde beoi kalm aan, zonder een op zjjn gelaat te vertrekken. Toen de rentenier grüindigd had, aeide hij .Ik dank u, mijnheer Lorenz. Wat gij mij welijks kan gelooven .Ik ben uitgepraat, Excellentie." anlwoorddo Lorenz korzelig. .Wat n verder doen wilt, is uwe zaak," en nog voor dat de geheimraad een woord tot hem kon richten, was hij op do achtertrap verdwenen. Nu begon Weiten toch na to deoken. Meer dere dergelijke zwendelarjjen, welke lijj in de residentie gekend had, bankiershuizen waren, dio men voor absoluut zeker hield, kwamen bem voor den geest. Als bel na toch eens zoo was, als Lorenz gezegd bad? De gehetle geschiedenis geleek wel een roman, maar was ze niet juist daarom geloot- waardig? Zulke nienwljes zuigt men niet uit zgn daim ea in geen geval znlke eenvoudige lui als Lingen en Lorenz. Wellen ging in den c leldznitn arden wintertuin, mukkclijk gezeten ins na te denken, wat in dit geval ue. Plotseling schoot hein eene ge dachte te binnenhjj sprong op en liep snel laar de salons. Hij zocht nnnr hel oogenblik, vaarop Rosenthal vrij z°u zyn, naderde Item en -erzocht hom onder woorden van verontvchul- liging even over zaken te mogen spreken. Ho- lenthal, wien als een bliksemstraal de gedachte loor hel hoold school, dat Lingen in de achter- tamers van Wellens huis woonl, zocht zijne mgst onder eene diepe bniging te verbergen, o losterprualjes over gastheer i tien luim en hef scheen, Zooals van zelf spreekt sla Ik uwe Excellentie altijd len dienste. Willen wjj hier ol dn «ene kamer gaan ,0. neen, volstrekt niet, ik heb atkchli paar oogenblikken noodig. .Ik zou, wanrdomijn- 1 heer Rosenthal, binnen kort misschien in de mogelijkheid kannen komen, a mijn kapitaal te moeten opvragen .Datligt geheel te uwer beschikking, Excel- lentie," antwoordde Rosenthal voorkomend en geheel gerust gesteld. .Zend mij slechts tegen dien tjjd een brielje en ik zend u kapitaal en afrekening." ,lk dank n wel, mijnheer," zeid: Wellen ge ruit gesteld. .Vergeef mjj de stoornis.". En nul een warman baaddrak scheidden beide beeren, de eene bijj, dat hij den strop nogonl- loopen was, ea de anaoro met eene verwonsching tegen Lorenz, die hom onnoodig een schrik op het ljjf gejaagd had. Het feest bad geheel «n «1 het schitterende den volgenden dag uit to Htellon. Tegen tien uur werd in de eetzaal iiet diner opgezet, waarnaar de hoeren reeds ling hadden verlangd. De hoeren hadden reeds hunne dames opge zocht, om ze eaar latei te brengen. Daar nadert een bediende den bankier, die juist nog iet* aan zijne handschoenen te recht doet, en geelt hem eene enveloppe met de opmerking, dat de heer niet had opgehouden mot den last hem aan te dienen hjj had zells gedreigd de iaat binnen te tredeu. Met donkere blikken verbrak Rosenthal het couvert en las, doodsbleek wor dend .De commissaris vnn politie Dr. Brauser verzoekt om gehoor. Uitstel onmogelijk." .Hot is voorbij I" roept Rosenthal uit en zich lot ijjne echtgenoot wendende, zegt hij.Ver ontschuldig mjj nog maar een enkele minuut bjj do gasten." .Onmogelijk, Oskar," antwoordt zjjno vrouw boos. .Gjj moetMaar reeda etaat Rosen thal in de gang en beveelt zijn bediende hem hg den heer te brengen. De commissaris staat in de rooksalon en is, naar bet schynt, verdiept ia de beschouwing van oen schilderstuk. Toen Rosenthal binnenkomt keert hij zich om en xegt op beleefden toon .Verontschuldig de stoornis, mynheer, maar

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1897 | | pagina 1