Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 9.
Zaterdag 28 Mei 1898.
Twaalfde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par drie maanden!
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar AdTertentUn:
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- 0.05
Pinksteren.
Christus, de Middelaar tusschen God
i 't gevallen menschdom had het
[roote werk, door Zijn Vader Hem op-
[elegd, volbrachtin Zijn lijden en kruis-
lood was de verzoening bewerkt, de
ichuldbrief vernietigd, de zonde uitgeboet,
n als Hij aan het kruis den doodslaap
ingesluimerd, opent Hij Zijne zijde en
e nieuwe Eva treedt daaruit reinge-
'asschen in Zijn bloed te voorschijn, Zijne
loer 't zwaarste offer gewonnen maag-
lelijke Bruid zonder rimpel en zonder
imet. In bewonderenswaardige schoon-
leid en luister staat zij voor ons, de
temelsche gestalte, wachtend op den
;oddelijken adem der bezieling.
En de levensadem Gods is over haar
rekomen, de Geest Gods heeft zich neder-
lalend in haar uitgestort, haar vervuld
net bezieling en leven 't Pinksterfeest
het feest der voltooing.
Schitterend zien wij op den huidigen
eestdag vervuld het woord van Christus
ot Zijne Apostelen gesproken,lk zal
i den Trooster zenden, die u alle waar-
leid leeren zal," en: „Hij zal van Mij
[etuigenis geven, en ook gij zult ge
tuigenis geven." Drie jaren lang waren
de Apostelen oor- en ooggetuigen geweest
van Zjjne hemelsche leering, van Zijne
verheven daden en wonderen, van Zijn
bewonderenswaardig volmaakt en heilig
en toch hadden zij Hem niet be
grepen, in Wien de volheid der waarheid
op aarde was verschenen, in Wien de
bron der waarheid zetelt overeenkomstig
Diens woord „Ik ben de waarheid."
Heden daalt de Geest Gods over de
jeugdige Kerk te Jeruzalem vergaderd
af, daalt neder over de Apostelen, ver
vult hun geest met een bewonde
renswaardig licht en leert hun alle
waarheid kennen in den lot nu toe
ongekenden Christus, en onder dit be
wonderenswaardig licht wordt Christus
als de volheid der waarheid door hen
begrepen: alle duisternissen wijken, de
nevelen brekenonder het stralend en
stroomend glorielicht des H. Geestes
schouwen zij helder en klaar in Chris
tus de Zon van gerechtigheid, waar
heid en leven, het Licht tot verlichting
der volkeren.
Van af dit oogenblik stijgt de juich
toon op uit hun bart en stellen zijhun
i en glorie in niets anders te weten
dan Jesus Christus en Dien gekruisigd.
De bewonderenswaardige wetenschap,
door den H. Geest uitgestort en mede
gedeeld, wordt de inhoud hunner leer,
het voorwerp hunner prediking en voor
hen zeiven de onveranderlijke wel des
levens. Door Christus uilverkoren tot
Zijne Apostelen gaan zij de wereld in om
met hunne wetenschap de onwetende
menschheid te vervullen, om het Licht
te ontsteken voor de heidensche volkeren,
neergezeten in de duisternissen en scha
duwen des doods, om hun Christus en
Dien gekruisigd te verkondigen, die ons
van God geworden is tot wijsheid, tol
gerechtigheid, heiliging en verlossing.
Heerlijk is de getuigenis, die de H.
Geest in de Apostelen geeft van de
Waarheid in Christus op aarde versche
nen, luistervol is de belofte des Heeren
vervuldDeze inwendige getuigenis des
H. Geestes in de harten der Apostelen
moet openbaar worden, zij ook moeten
volgens het woord des Heeren getuige
nis van Hem geven en het is de H.
Geest, die door de Apostelen getuigenis
geeft, door hunne prediking, door de
schitterende teekenen en wonderen, waar
mede Hij hel Evangelie door hen ver
kondigd, bekrachtigt en ook zij geven
van Hem getuigenis in de kracht des
H. Geestes, die hen inwendig bezielt en
verlicht en hen door dein hunne harten
uitgestorte liefde Gods aanspoort en
voortstuwt om overal als levende ge
tuigen op te treden van den Eengeborene
des Vaders, vol van genade en waarheid.
Tot hiertoe had hun deze liefde ont
broken om als ware getuigen van Christus
voor de wereld te verschijnen. Zjj leefden
nog onder de wet van dienstbaarheid
vrceve met al hare zwakheden, laf-
zinnelijkheden. De H. Pelrus, die het
eerst na de nederdaling des H. Geestes
te Jeruzalem onverschrokken optreedt
als de groote verkondiger des Evange-
lie's, bad nog kort te voren Zijn Meester
verloochend tot driemalen toe op de
stem eener zwakke dienstmaagd 't was
rees voor den marteldood met zijn
Goddelijken Meester, Dien hij eenmaal
had beleden als den Zoon Gods, welke
hem in de ure des gevaars met de
andere Apostelen deed vluchten en ten
tijde des gevaars tot driemalen toe
deed handelen in strijd met zijne her
haalde plechtige belofte Christus getrouw
te blijven in kerker en dood. Maar thans,
nu hij met de andere Apostelen onder
de nederdaling des H. Geeste3, de zelf
standige liefde van Vader en Zoon beiden,
■en kind geworden is van het Nieuwe
Verbond, van de wet der liefde, nu is
de vrees buiten gesloten, vervuld is hjj
van die liefde Gods sterker dan de dood.
In de hoogste zwakheid openbaart
zich de kracht uit den Hooge het vol
komens!. Wie onder de Apostelen had
zich zwakker betoond dan de Prins der
Apostelen? Maar in wien schittert meer
kracht uit den Hooge dan in den
H. Petrus op het PinksterfeestDezelfde
tong, die Christus tot driemaal toe had
verzaakt, belijdt Hem, den dood tartend,
voor het Godmoordend volk geeft onder
de voortdurende inwerking des H. Gees
tes getuigenis van den Gekruisigden maar
ten derden dage Verrezene en deze
tong wordt door alle talen verstaan en
deze tongvoert tot Christus onge
veer drieduizend zielen, die voor de
opkomende Kerk zijn gewonnen.
Het Pinksterfeest, de hoogere wet
geving der liefde, waardoor de Hagar
werd buitengesloten, de Sara, de vrije
vrouw werd verkoren, zet zich nog
immer voort. De eerste Petrus zetelt
nog immer op den Pauselijken Stoel
een waardig opvolger van den eersten
in de rij der Pausen begroeten wij in
den thans regeerenden Paus Leo XIII.
In zijne talrijke Encyclieken spreekt hij
in alle talen tot alle volkeren, tot alle
vorsten en de grondtoon van al zijne
Encyclieken is de getuigenis der Apos
telen, dat de Stichter des Christendoms
Gij zjjt de Christus, de Zoon van
den levenden GodWaar de Vader ons
voorgaat moet'— de kinderen volgen
Verplicht derhalve zijn wij, om, zoover
onze maatschappelijke positie zulks vor
dert tegenover het moderne heidendom
den Christus niet te schamen, maar
vrijmoedig te belijden, getuigenis van
Hem af te leggen zonder zwakheid en
menschelijk opzicht in woorden en in
daden.
Tot hoogeren leeftijd gekomen hebben
wij ook den H- Geest in het H. Vorm
sel met zjjne hoogere gaven en genaden
ontvangen vooral met het doel om ons
H. Geloof zonder aanzien van perso
nen, zonder vrees, onverschrokken, man
moedig, gelijk 't soldaten van Christus
betaamt, te belijden voor de wereld,
te belijden in onze woorden en in ons
leven, opdat na onzen dood in ons
moge vervuld worden de schoone
beloften Zjjne ware belijders toegezegd:
„Die Mij zal beleden hebben voor de
menschen, hem zal Ik belijden, voor
mijnen Vader, die in de Hemelen is."
BUITENLAND.
Nog steeds blijven de berichten van
het oorlogsveld schaars en onvertrouw
baar. Thans heet het weer, dat de
vereenigde eskaders van de admiraals
Sampson en Schley, de Spaansche vloot
onder admiraal Cervera, bepaald spoedig
slag zullen leveren, daar deze zich Maan
dag l.l. in de baai van Santiago op
Cuba bevond.
Met het oog op den aanstaanden
zeeslag hebben de Amerikauen een ad
viesjacht naar Key West gezonden met
verzoek den hospitaaldienst voor de
opneming van gewonden gereed te hou
den, zoodat daar thans alle dokters en
ziekenverpleegsters op hun post zijn.
Als nu Cervera maar weer niet zijne
oude tactiek volgt en verdwijnt zonder
een spoor na te laten 1
De Oregon, een reusachtig, zwaar ge
pantserd slagschip, is terecht. DitAme-
rikaansche schip, dat een geruimen tijd
met de Marietta eri de Nictheroy zoek
was, heeft de reis gemaakt van de
westkust van Noord-Ainerika om de
zuidpunt van Zuid-Amerika, ten einde
zich met het eskader van admiraal Samp
son te vereenigen. Groot was de vreugde
over het binnenvallen van dit schip,
daar de Amerikanen het reeds verloren
waanden.
Uit San Francisco zullen de City of
Sydney en Australië eindeljjk een begin
maken met het inschepen van landings
troepen naar Manilla, om admiraal Dewey
te gaan helpen.
Naar Amerikaansche bladen melden
moet de toestand te Manilla en te Cavite
allerhacheljjkst zijnde vrijwilligers vragen
om voedsel aan de autoriteiten, welke
het hun niet kunnen verschaffen.
Kapitein Dechamps, die met zjjn stoom
schip, Montserrat de blokkade van Cuba
verbroken heeft en te Coruna is binnen-
geloopen, is met geestdrift te Madrid
ontvangen. Een groote menigte was bij
het station verzameld en juichte den
koenen schipper toe. Den generaal Correa
stelde hij een aantal berichten ter hand
van maarschalk Blanco door H. M. de
Koningin-Regentes werd den kapitein het
grootkruis verleend der Orde van Ver
diensten voor daden ter Zee.
't Heeft allen schijn, althans volgens
de Amerikaansche bladen, dat admiraal
Cervera met zijn smaldeel in de val
geloopen is. Hij toch moet zich nog in
de baai van Santiago bevinden en de
ingang dezer baai wordt afgesloten door
de schepen van den commodore Schey,
terwijl Sampson met zjjn gedeelte in
de onmiddellijke nabjjheid ligt.
't Is dan ook voor Cervera uiterst
moeilijk de baai weer te verlaten, daar
slechts een enkel schip tegelijk door
den nauwen ingang kan stoomen. Spoe
dig kan derhalve een treffen verwacht
worden, indien de Amerikanen er ten
minste niet de voorkeur aan geven de
Spaansche vloot te laten, waar zij is,
en haar te dwingen tot werkeloosheid.
President Mc Kinley heeft eene pro
clamatie uitgevaardigd, waarbij 75000
vrijwilligers onder de wapenen geroepen
worden, boven en behalve die, welke
op 23 April zijn opgeroepen. Hst ge-
heele leger, geregelde troepen en vrij
willigers er in begrepen, telt dan 280000
man. De vrijwilligers worden aangenomen
voor den tijd van twee jaar.
Onrustbarende berichten, die van De
wey ontvangen zouden zjjn, leiden tot
verdubbelde haast bij de toebereidselen
voor het zenden van troepen naar de
Filippijnsche eilanden. Men erkent de
voordeelen van vriendschappelijke be
trekkingen van Dewey met de opstan
delingen, maar is niet geneigd vertrouwen
te stellen in de hulp van de opstande
lingen, na de ontmoedigende ervaring,
op Cuba opgedaan.
FEUILLETON.
£ene
vertelling.
(Slot)
Zoo bad ik dan eon ontvluchten booswicht
onder mijn dak. Als ik rijper nagedacht had,
dan had ik mij zalf moeten bekennen, dat deze
wel een groot boosdoener kon zgn, die mjjn
medelijden roletrekt niet verdiende, en mij tot
bestelen of wel, als hjj weer in handen
uer politie mocht vallen, in groote verlegenheid
kon brengen, om zjjn eigen hoofd te redden,
la, die mogelijkheid had ik moeten voorzien,
knaar ik ben, zooals ik reeds zeide, een teerge
voelig mensch en handelde zonder lang nadenken.
Veraeheidene dagen hield ik den vluchteling
m het gebouwtje en wel zoo lang, tot hg door
het goede voedsel zooveel krachten herkregen
om in staal te zjjn zgne vlucht voort te
L Niemand, zeil mijne eigene familie niet,
werd iets van hem gewaar, want, als ik nu toch
een domme streek begaan had, wilde ik ook
zooveel mogelijk de risiko zelf dragen. Fedor
ooit weer te zien en was niet weinig verwon
derd, toen ik, eenige weken later, Stepanowitch
geboeid en wel lunchen andere boosdoeners,
die door soldaten omgeven waren, builen de
stad gevoerd zag. Hjj ging mij dicht voorbijtn
zjjn wederzien bracht mjj zoo in verbazing, dat
ik hem, wel onvoorzichtig bjj zijnen naam riep.
Maar zoudt ge het kunoen gelooven? De on
dankbare keek mjj strak aan en marcheerde
pruttelend verder zonder door eenig teeten of
woord te doen blijken, dat hg mjj herkende.
.Goed," dacht ik, .ondank is 's werelds loon 1"
Eenige maanden later, toen de zomer Êjjoa
ten eindo liep, brak er brand bjj mjj uit. Ik
bracht veel menschen, voor 't meerendee! dege
nen, die bjj rnjj werkten, bg elkaar en voerde
hen aan, om zoo goed het ging den braod
meester te worden. Maar de Russen zjjo een
raar soort menschen en de manier, die zjj er
op nahouden, om toch maar niet te veel te
doen, zou iemand dol maken. Eenigen echter
werkten flink tegen den brand en vooral een,
die mg, naar zjjne lompen te oordeelen, een
ronddoolende bedelaar toescheen, loonde zulk
eene kracht en volharding bjj het blusschen,
dat bjj allen, wien de brandende molen lol nu
toe bun dageljjksch brood gegeven had, be
schaamd maakte. Middellerwjjl bleek bet spoedig,
dat wij, tengevolge der traagheid en het gebrek
aan water de brandende schuren en stallen
aan hun lot moesten overlaten en onzegeheele
aandacht moesten wjjden, om den molen zelf
te redden. Het gevaar voor
werd met elke minuut grooter, want het
baande zich eenen weg langs het dak, dat met
deklatlen gedekt was. Ik doorzag, wat hier ge
beuren moestde daksparren moesten er afge
rukt worden. Ik plaatste eenen ladder tegen het
gebouw en riep mjjoe manoen toe ar op te
klimmen. De hoogte van het dak was zeer groot
en het vuur werd van oogenblik tot oogenblik
erger. Het afrukken der sparren was een moei
lijk, een heel, en, wat niet te loochenen viel,
een gevaarlijk werk. Geen enkele dezer harte-
looze ellendelingen, die jaren lang mijn brood
gegel.u hadden, was er toe te bewegen. Ik
stoni aan den voet van den ladder en riep
bun toe, dat ik zeil naar boven zou gaanik
bood twintig, vjjflig roebels, dengenen, die mg
wilde helpen, maar te vergeefs. Juist toen ik
naar boven wilde snellen, kwam de man in
lompen, die ik al eerder gezien had, naar rnjj
toe loopen. Hjj was op eene plaats bezig ge
weest en bad niet eerder vernomen, wat hier
te doen was. Hjj keek naar hel dakhet uitstel
van deze paar minuien had den brand veel
verder om zich doen been grjjpen.
.Daar boven zetelt de dood," zeide hij. ,ls
u veel aan het redden van den molen gelegen
.Als hjj verbrant, ben ik een bedelaar," ant
woordde ik, ,al wat ik heb, staat ol valt met
hemhonderd roebels, als gij hem spaart 1"
.Spreek nu niet van belooning," riep hg,
terwjjl hg als eene kat den ladder opklom. Ik
volgde hem, wellicht te voorbarig, en ik ben
zwaar. Er brak eene sport en ik storte
beneden met eene verstuikte koie, zoodat ik
bgoa niet kon opstaanik kon dan ook den
r niet meer beklimmen. Van de plaats,
ik tegen eenen muur stond, kon ik zien,
hoe de met lompen bedekte man zich weerde
als vier anderen. Van beneden gezien scheen
het, alsof hg te midden eener vuurzee werkte,
maar hg werkte door, zonder daarop te letten.
Nooit in mgo leven zag ik eenen mensch met
zulk eene wilskracht iets volbrengen. Ik hoorde
de menschen om mg heen zeggen, dat hg werkte
als de drommel. Hg greep de brandende stukken
hout aan, alsof zgne vingers gzeren tangen
geweest waren, en ging nauwljjks voor de vlam
men op zjjde, welke hem het gezicht blakerden.
Hg rnstte niet, tot hg den verbiodingsweg tus-
schen bet vuur, den molen en de andere bran
dende gebouwen verbroken had. Ik spoorde de
mannen beneden aan den ladder voor hem zoo
te plaatsen, dat bg hem gemakkelgk bereiken
kon bg hel afklimmen. Maar hetzg bg te uitge
put ol door den rook half gestikt was, hoe het
ook zg, hg verloor zgn evenwicht en stortte
door de latten heen op den grond op het i
lende hout. Dat zag er verschrikkelgk uit I Wg
beurden hem op, zoo goed als dat ging, r
nooit in mgn leven zou ik weer zulk een
brand, geblakerd, onkenbaar evenbeeld Gcds
wenscben te zien. Toch leefde hg oog en op
den voorslag van enkelen hem onmiddellgk naar
het hospitaal te doen vervoeren, zeide ik.Neen,
breng hem in mgn huis." En zoo geschiedde het.
Toen de brand geheel gebhucht en elk gevaar
voor den molen voorbg was, hinkte ik naar
het bed, waarop men den arme gelegd had. In
dien tgd was bg tot zich zelf gekomen en deed
zgn best zgne oogen te openen, maar hel scheen
mg toe, dat vuur en rook hem weinig licht in
zgne oogen gelaten hadden. Tegen mgne ver
wachting in kon hg echter nog lamelgk duidelgk
spreken, eo zgne eerste vraag was, ol de molen
was behouden. Ik zeide hem, dat dit, dank zg
zijnen moed, het geval was. Niet weinig verwon
derde ik mg, dat bg, mgoo slem hoorend, mg
bg mgnen naam noemde.
„Gg herkent mg niet meer," sprak bg. Eo
inderdaad was het schier onmogelgk geweest,
zulk een half verkoolde en vormloozo massa
als een bekend persoon te herkeonen. .Gg kent
mg niet Fedor Stepanowitch," ging hg voort
:g grepen mg eo voerden mg terug. Ik kende
l wel, f
mg op al
it toeriept, n
waugde het niet te antwoorden, u
u de verdenking te doeu rusten mg in mgne
vlncht geholpen te hebben. Ik ben hun nog
eens ontsnapt en keer terug naar Janova. Ik
moet mgne vrouw terug zien."
Een oogenblik lag bg daar kalm en rostig
en riep toen plotseling: „Ik ben zeer bigde,
dat ze mg niet meer pakten voor ik hier was.
Ik geloof, dat de politie mg niet meer snap-
En zg kreeg hem niet weder; een uur later
was bg dood.
.En dit, mgnheer, ia hot einde van da Sibe
rische vertelling."