Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 3.
Zaterdag 15 April 1899.
Dertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden r
Franco per postf0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort.
Uitgave van de Vereenlging De Eembode.
Prijs der Advertentitai
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Bij dit nummer behoort
Een waarschuwend woord.
Niet enkel nuttig maar plichtmatig
achten we het, eens een waarschu
wend woord te doen hooren aan
ouders, die dienstbare dochters hebben,
en deze in betrekkingen willen plaatsen.
Want de treurige ondervinding leert hoe
lichtzinnig, onnadenkend daarbij soms
wordt te werk gegaan, zelfs door
ouders, die hunne kinderen overigens met
de teedente zorg opvoeden. In deze
zoo gewichtige zaak als het plaat
sen van hunne kinderen onder de
hoede van voor hen geheel onbekende
menschen, stellen zij zich dikwijls met de
vaagste gegevens tevreden, in het beste
vertrouwen, dat de eer en de deugd
hunner dierbare panden geen gevaar
zullen loopen. Vooral brave ouders, die,
in de buitengemeenten levend, zich
moeilijk eene ware voorstelling weten
te vormen van het sladsche leven der
dienstboden en der gevaren daaraan
verbonden, geldt daarom deze onze ern
stige waarschuwing wel het meest, 't
Spijt ons, maar wij achten ons in ge
weten verplicht deze goedhartige, doch
soms al te zeer onnadenkende lieden,
als uit een zoeten droom te moeten
wakker schudden.
't Lacht vele buitenmeisjes toe in de
stad te gaan dienen, en vele ouders
stemmen daarmede in. Natuurlijk is het
voor deze meisjes niet moeilijk om in
eene stad eenen dienst te vinden. Maar,
ouders, weet het wel, als het stadsche
leven uwe dochter aantrekt, dan ligt
daarin al reeds een zeker gevaar. Want
veelal is het verdienen van hooger loon
om zich te kunnen opschikken en ach
te kunnen vermaken, daaraan niet geheel
vreemd. Uw eerste en allerduurste plicht
i» daarom, vooraleer ge uw kind onder
toezicht van anderen plaatst, persoonlijk
te onderzoeken, en u te overtuigen, bij
wie uwe dochter in huis komt; of de
menschen, aan wie ge haar toevertrouwt,
haar niet enkel als dienstbode beschou
wen, van wie zij niets meer verlangen
dan dat ze haar werk naar behooren
verricht, maar die uwe vader- en moe
derplichten voor een noodzakelijk deel
van u overnemen; die ook letten op
haar uitgaan, en of zij steeds stipt hare
godsdienstplichten vervultdie onder
zoeken, waar uw kind hare uitgaansdagen
of uren zoek brengtdie niet rusten
voor zij zich overtuigd hebben bij welke
personen zij zich aansluiten als ge
dat alles hebt onderzocht, en de uitslag
is bevredigend, weest dan nog niet ai te
gerust, want het gebeurt niet zelden, dat
menschen, die zich ernstig van hun
plicht als overheden willen kwijten, zelve
misleid worden. Natuurlijk kunnen zjj
dit ook veel gemakkelijker gedaan wor
den dan ouders, die het kar ikler en de
gemoedsstemming van hun kind van de
prilste jeugd af hebben gadegeslagen, on
dus beter in dc ziel huns kinds lezen
kunnen.
Het is, helaas, geen zeldzaamheid, dat
ouders, die kinderen in steden laten
dienen, waar ze zelve wonen, en dus
in de gelegenheid zijn veel toezicht
over hen te houden, tot de droeve er
varing komen, dat ze niet genoeg acht
hebben geslagen op de gangen hunner
kinderendat zij zich door al te
groot vertrouwen misleid en door hunne
kinderen in diensten te plaatsen, die
hen niet pasten, hen den weg des verderfs
hebben opgestuurd maar wat moet bet
dan niet zjjn voor buitenmeisjes, die liet
ouderlijk toezicht geheel moeten missen
Immers de gevaren naar ziel en lichaam
zjjn in de meeste steden veelvuldig. Want
weet men wel hoe het dikwijls, ook zelfs
met van huis uit brave dienstmeisjes gaat
Welnu, indien men het niet in zijn
schrille kleuren kent, dan zullen wjj
het u voorhouden. Als b.v. zorgzame
ouders eene dochter bij brave lieden in
dienst hebben gedaan, maar het meisje
beeft het ongeluk kennis aan te knoopen
met een of meerdere dienstmeisjes, die
zich nog wel zedig en braaf voordoen,
doch de manieren van de moderne
dienstboden reeds een weinig hebben
overgenomen, dan wordt het onacht
zame buitenmeisje tegen de lui, by wie
zjj dient, opgezetdeze zyu te streng,
kennen de wereld niet, zijn egoïsten, die
wel voor zich zelve zorgen, doch eene
dienstbode niet tellen en niets gunnen
dan hebben die vriendinnetjes betere
dienstbetrekkingen, waar de gevorderde
vrijheid wordt toegestaan, waar men
veel uit mag gaan, waar hoog loon te
verdienen is, enz. enz. Gewoonlijk weten
dan de overheden niet, hoe het komt,
dat hunne dienstbode zoo veranderd
en lastig, ontevreden en onhandelbaar
wordtlot op een goeden dag het meisje
bij een bezoek aan hare ouders vertelt,
dat ze het bjj hare lui niet langer uit
houden kan. De ouders worden dan
echter soms verrast met de mede-
deeling, dat hunne dochter reeds door
tusschenkomst van een bereidvaardig
vriendinnetje of andere gedienstige gees
ten een flinken dienst gevonden heeft,
waar ook veel hooger loon gegeven
wordt. Meestal zien de ouders dan, helaas,
geen bezwaar in de handeling van hunne
wakkere dochter, die de wereld reeds
toont te kennen, en blgk geeft menschen-
kennis te hebben opgedaan. Maar daar
mede wordt over het hoofd gezien, dat
het arme meisje met deze dead soms
een eerste schrede op den weg des ver
derfs heeft gezet. Want dan komt ze meest
al in dienstbetrekking bij menschen waar
het buitenmeisje vrijheid gelaten wordt om
meer uit te gaan, vrijheid om diep zede-
bedervende lectuur in handen te krijgen
en te lezen, goddelooze lectuur, die soms
maar al te vaak, ook in haren dienst,
slechts voor het nemen is, of ter lezing
wordt opgedrongenvrijheid om ook
met andere dienstmeisjes boeken uit
bibliotheken te halen en te lezen, die
een bloa van schaamte op het gelaat
moesten drijven, en dit lezen gaat soms
tot laat in den nacht; vrijheid om
danspartijtjes, die in onzen modernen
tijd door de dienstmeisjes, vaak djor
schijnbaar brave meisjes, veel meer dan
men denkt worden gehouden, bjj te
wonenrrjjheid zelfs om verkeeringen
aan te gaan, die hun ongeluk voor tijd
en eeuwigheid voorspellen. Dat is dan
de vrijheid, waarop die lichtzinnige schep
selen zich durven beroemen.
Waar het eene garnizoensstad betreft,
moet onze waarschuwing nog ernstiger,
nog dringender zijn. Juist in die plaatsen
zijn dienstbetrekkingen in overvloed te
kr|jgen, waar eene dienstbode alle moge
lijke vrijheid wordt gelalen, waar ze ook
de vrijheid kan bokomen ora dagelijks
met militairen in aanraking te komen,
of zelfs om met een militair, die in
bedoelde gezinnen de rol van oppasser
vervult, huiswerk te verrichten. Eene
gelegenheid tot kennismaking, die aller
minst aanbevelenswaardig is. En wil
men zich slechts eenigermate overtuigen
hoe hel in garnizoenssteden gaat, laten
dan de ouders uit de buitengemeenten
slechts des avonds, niet eens bjj feestelijk
heden, maar op gewone avonden, als de
boodschappen gedaan worden of men een
luchtje schept, in de straten of stegen
der stad eens een kijkje nemen, dan zullen
z|j niet alleen weten waarmede de dienst
meisjes zich veelal ophouden, maar ook
eenigszins kunnen vermoeden, wat in
de toekomst te vreezen staat.
De droeve voorbeelden zjjn, he
laas, talrjjk. Zij, die in dergelijke
steden de stoffelijke maar in de eerste
plaats de geestelijke belangen der dienst
bare klasse zich aantrekken, zooals o.a.
de Vincentius Vereenigingen, moeten zich
maar al te zeer bedroeven over de zede
lijke ellende, die in zoo menig gezin
heerschtover het smartiijjk leed en
het grievend zeltverwjjt, dat zoo menig
ouderhart kwelt, omdat ze over de on
schuld hunner dienstbare dochters -niet
genoeg hebben gewaakt, en daardoor
mede de oorzaak zjjn, dat deze door een
ergerlijken levenswandel hunne toekomst
schandelijk verwoesten of reeds verwoest
hebben.
Hoe diep treurig deze voorstelling nu
ook wezen mag, toch gelooven w|j niet, dat
er iemand wezen zal, die, de omstandighe
den door ons geschetst kennend, ons van
overdrijving beschuldigen zal. Alleen de
vrees, voor de ernstige gevaren, waar
mede zoo vele onschuldige zielen in deze
bedreigd worden, noopt ons dan ook tot
deze waarschuwing, ofschoon ze niet
dan met weemoed in ons hart uit onze
pen is gevloeid. Natuurlijk weten we,
dat vele ouders al het mogeljjke doen
om hunne dienstbare dochters in onschuld
te bewaren, en toch komt het voor
waarop wjj reeds wezen dat de beate
pogingen van deze brave lieden soms
nog deerljjk verijdeld worden. Maar er
zjjn, helaas, ook zeer vele ouders, die
mcenen, dat ze hunnen plicht ten opzichte
hunner dienstbare kinderen genoegzaam
vervullen, terwjjl ze integendeel juist
daarin jammerlijk te kort schieten. En
wanneer men nu bet treurige schouw
spel beleven moet, dat ondanks een
pogen tot zorgvuldig bewaken der
onschuld van dienstbare meisjes, dezer
deugd meermalen door de sluwste ver
leiding toch schipbreuk lijdt, welk eene
groole verantwoording laden dan niet
de ouders op zich, die door gruwzaam
plichtverzuim de schuld worden, dat hun
dierbaar kroost diep ten verderve gaat
Daartegen nu gevoelden w|j ons thans
verplicht met den meesten ernst te waar
schuwen, en God geve, dat deze waar
schuwing niet vruchteloos gegeven wordt I
BUITENLAND.
v Als bew|js voor het algeheele herstel
van Z. H. Leo XIII diene, dat de H.
Vader Dinsdag 1.1., den feestdag van
den H. Leo - den naamdag van Z.
H. te twaalf uur in de Troonzaal
van het Vaticaan de gclukwenschen van
het H. College en van de Romcinsche
prelaluur ontving.
In zijn antwoord op de toespraak van
den kardinaal-deken Oreglia di Santo
Stefano, bracht Z. H. dank aan God
voor bet spoedige herstel, en aan allen,
wier gebeden er hadden toe bijgedragen
om zjjne pijnen te verzachten en te ver
korten, waardoor z|j aan het hart de»
FEUILLETON.
Troosteres dor Bedrukten.
(Btn nrkaal uit <U ueertiendt uuu).
11) Nanwljjks htd hg de oogen gesloten, of een
akelige spookgestalte, die iD den boek lat, sloop
naderbij en boog rieb over den slapende. .Ha,
verhang n, Zwarte Dood, een nieuwe buit voor
B op deie beruchte plaats, waarait gij gisteren
pas den vromen kluizenaar gebaald hebt!"
Een vreemd gelold— was bet een kreet der
verlwjjfeliogof een jubeltoon wekte den vol
genden morgen den moeden slaper. Verschrok
ken ging bti rechtop zitten en staarde in bet
over hem gebogen gerimpeld gelaat vc- een
oud vrouwtje, die de verwarde lokken van bet
aseenwitte baar dicht over voorhoofd en oogen
vielen. Een geelachtig schemerlicht volde de
ganacfae rnimte en deed de spookachtige gestalte
nog geheimzinniger schijnen.
.Mjjo kindl Mgn kind!" joichte het'oudje, en
een stompzinnig lachen vertrok den tandeloozen
mond. ,Zfl hebben bet mg ontnomen, toen het
nog zoo klein was, zóó klein," hierbij slsk
tg de handen een paar span nit .en nn ze
bet mjj hebben teruggebracht, is het groot ge
worden, zóó groot," zjj strekte i magere
armen geheel nit .maar toch ia bet nog
Meeds mjjn kind, mgn lief kind
Kermend lilt Lndgerus zich op zgn stro»
terugvallen. Een verschrikkelijke pijn woelde ii
zgoe beenderen, een brandende dorit verteerde
hem. En daarbij nog die opkomende he .-iunerin-
en, welke als nevelbeelden opdoemden en plolse-
ng in eene bloedroodevlammenzeeoptlikkerden.
Dat was Dieta, de gekke Dieta, aan wie hg
sedert jaren niet meer had gedacht. De orge-
Inkkiga vrouw leefde, leelde nog alijjd en zocht
kind. Ludgeras wilde baar bjj baren
men, maar zijne slem stierf weg in
rslaanbaar gemompel.
fluisterde bet oudje geheimzinnig, .laat
by u niet booren 1 Ze zeggen wel, dat het de
Zwarte Dood was, die eergisteren broeder God
dorp baaldi
r. De bar-
baarsche speerruiters waren bet, die mij te
mgo kiod hebben ontnomen. En nu hebben ze
het mg teruggebracht I" schreeuwde zij schril
tusscben lachen eu weenen, om aanstoods daarna
met zachte stem Ie laten volgen .Slaap, kindje,
Een namelooze angst maakte zich van Lud-
gerus meester. Was hg daarom, oa zoo vele
gevaren en smartelijk lijden naar zijn geboorte-
heide gekomen, om in deze verpeste hut bjj
het zinneloos gepraat eeoer krankzinnigs hulpe
loos te sterven 1 Maar reeds gehoorzaamde zjjn
gepijnigd brein niet meer aan zijnen wil. Zjjns
gedachten warrelden door elkaar; de woorden
dreven den spot mot hem.
.Water I" kreunde hij, al zijne krachten in
spannend, .water, ik sterf van dorst 1" .Aan
stonds, mijn kind. Heb nog maar een oogenblik
geduld. Water, frisch, lekker bronwater, zoo
veel je wilt, en melk, de beste, vetste melk,
die ze in den stal hebban I Voor mgn verloren
en teruggevonden kind moeten de boeren allee
overhebben en geven, wat ik wil, alles, of
zij lachle spottend ik beheks hun vee, ik
laat den brand in bun graan vallen, ik roep
ongedierte en vuur vau den hemel af. Ja, ja,
Zoo babbelend liep bet oudje ber- en derwaarts
an snelde toen met de waterkruik naar de nabjj-
lünde pot. Dag en naeht zit de gekke Dieta
voorlaan naast het bed dea ziekeo, elk zijuer
ademhalingen beapiodend, elk zjjner wenacheo
met de haar eigene geslepenheid radend. Het
gepijnigde hoofd, de gewoude leden lagen zacht
de zoetste verscbe melk stond klaar, da lek
kerste beetjes waren er sleede. Al waagden de
boeren het ook niet, uil vrees voor de ziekte,
de kluis te betreden, nog veel minder hadden
zjj het gewaagd der krankzinnige Dieta iele te
weigeren.
De trenrige sloier, welke over het verstand
der arme vrouw lag, was met de jaren nog
dichter geworden en had haar tot een voorwerp
van schuw medelijden en geheime angst, lot een
God gi
kenden g
even gaarne nit den weg gaat, ala men er zich
voor wacht hen te belaedigen. Dieta beboelde
zich dan ook maar van verre te vertooneo, om
alles te verkrggen, wat zij voor den verpleegde
noodig had, en meer dan zij begeerde. Welis
waar waren deze .onvrjjwillig-vrjjwillige giften
niet altijd vergezeld van ztgewenacben, meer
dan eeD der omwonenden betrapte zieh op den
onbeiligen wenech, dat de Zwarte Dood den
een zoowel als de andere mocht halen.
Maar vreemd was het, de onverbiddelijke
worgengel, die zoo menig bloeiend leven piot
teling had afgebroken, en den eeomaal gegrepen
bnit zelden ol nooit weer losliet, liet zieb hier
het reeds lust vaste hand omknelde offer nog
op 't laatste oogenblik door een half krankzinnig
vrouwtje ontwringen.
XL
Lodge ui geuae, genas na de zware ziekte
langzaam maar zeker. Zjjne trouwe verpleegster
echter, die zoovele wekeu leng geouldig eaa
zjjn ziekbed gezeten bad, viel In zjjne plaats
onder den geeeel Gods. Op deoxalfden dag, dat
Ludgerus voor 't eerst, op eeoen stok geleund
naar den haard strompalde, legde zjj zieh op
bet armoedige etrooleger, om niet weder op ta
De arme Dieta ontsliep zacht en kalmeen
laatste atrial van lerugkeereod bewnstzjjn ver
helderde nog eene baar verstand. Als da groole
berjjder, de dood, de boeien dei levens elaakt,
slaakt bjj ook de banden dea geealea. De pastoor,
die ook trouw gewaakt htd ovsr dit dolande
schaapje, had Dieta <le H. Olie toegediend en
knielde nu biddeud naast het eenvoudige bed,
terwijl Ludgerus zich met betraande oogen over
de stervende heenboog.
.Mjjn kind," mompelde zjj, toen zjjne hand
nog eeomaal de bare aanraakte, .mijn kind,
en toch weer niet m(jn kiod I MjjnO, nu
weet ik het, au herinner ik mjj," au een heldere
glans schoot uit dea reeds omfloersten blik
eene heilige vreugde straalde uit elkeu rimpel
ven dit verschrompeld gelest, .rnjjo kind is nog
steeds mjjn kind, het is eva engeltje voor Gode
troon. Het wenkt mjj, het roept mjj. O Heyao,
o He/co, ik kom 1"
Op dea eeraten dag dar maand April bracht
een Iweerederige osveoktr bet Ijjk van het arme
vronwtje naar den doodenakker in 't dorp. Geen
lijkstoet, geen Ijjkbeklif. De eenige, dit oprecht
medelijden gevoelde, waa oog te zwak, om door
do gore winterlucht te loopenalle anderen
vonden het heengaan der gekke Dieta eene
verlichting ala van een drukkaoda laat. Treurig
keek Ludgerus het voertuig os, toen hst moei
lijk over de met soeeuw bedekte helde wegreed.
Hel was hem ilsef met de srms krankzinnige
d< laatste gelukkige herinnering, hel laatste
zwakke spoor eeoer bljjde kindsheid be gr a v sa
Sedert dien Ijjd was Ludgerus alleen, geha.1
alleen In de verlaten kluis, op de eensame beide,
die in haar winterdoe prijkte. Slechte de wiml
zong dag aan dag, in langs, diepe toaan, sjjoe
zwaarmoedige liederen en krassend riemden de
rusteloos rondvliegsode kruien io met de een-
torige klacht. Wel spoorde de vrome putoer
den herstelde aan bjj htm in de putorie Ie
komen en daar te bljjvoo, tot een nieuwe lente
hem gelegenheid zou verschafleo verder la rel-
zeowel wu de boer ran de Frukanroorda
geneigd dea als door sen «ouder geredden zoon
van zjjn voormaligen par.hter een plutaje in te
ruimen op zijne hoeve, sur Ludgeroe weev toe-
w I 'l een als hst andere vu de bud.
,Lut mjj blijven, waar ik beo, weleer wurde,"
gat hg op het herbaalde undriogen vu den
parioor ten antwoord. .Zoo lang heb ik zonder
thuis in da wereld roudgeiworveo, dat Ik 4e