Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 12.
Zaterdag 17 Juni 1899.
Dertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn. Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, iN aarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs p*r drie maanden i
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauBreedestraat, E 349Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De bembode.
Prije der Advez-tentilni
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
De Triomf tod Jesas' 11. Hart.
Waarlijk een grootschc en indruk
wekkende plechtigheid was het, die den
11 "n dezer maand, gelijk over geheel de
wereld in vereeniging met de gansch'
Christenheid, ook in elk onzer bede
huizen en Godstempels is voltrokken
sen plechtigheid, waarvan men stellig
nog jaren nadien tot in de verre nage
slachten als van een zegepraal van het
Goddelijk Hart zal spreken. Want op de
eenvoudige roepstem, op een enkelen
wenk van het ééne zichtbaar Opperhoofd
der Kerk kwamen alle Roomsche
Christenen, millioenen in getal, op
éénzelfden dag aan het einde van de
helaas zoo zondige negentiende eeuw
neerknielen vóór het hoogheilig en aan
biddelijk Altaar-Sacrament, om zich zei
ven en al hunne mede-christenen niet
n, maar ook zelfs de niet-Christe-
dus allen, die ofschoon ook door
Christus' dood verlost, toch van hun
God en Heiland nog verwijderd, in al
de ellende en al het verderf van het
heidendom, van de dwaling en het on
geloof leven, als het rechtmatig
eigendom en den wezenlijken erlschat
toe te wijden aan Christus, den Stich
ter en Koning van het alomvattend
Godsrijk hier op aarde.
Van die plechtigheid mag gezegd,
wat door den H. Paulus, den grooten
Apostel der heidenen, in dankbare
vreugde voor zijn nieuwbekeerden jui
chend is neergeschreven„Zoo heeft
God dan al den riikdom van Zijn ge
heimenis ook aan de heidenen willen
openbaren, welke is Christus, in u de
hope der heerlijkheid, Dien wjj verkon
digen." Inderdaad, zoo mogen ook wij
heden jubelen, nu wij in eene wereld,
waarin bij het oude ook nog een mo
dern heidendom is gaan heerschen,
de rijkdommen en genadeschatten
van Gods geheimvolle goedertierenheid
opnieuw en meer. dan ooit zien
veropenbaard en wel door een godde
lijke openbaring van den allerlaatsten
tijd, waarbij Christus zelf, in de
bijzondere vereering van Zijn minnend
Hart een nieuw middel heeft ge
schonken om de wereld op te hellen
uit den staat van ellende, waarin zij door
den vorst der duisternis is gebracht. Zoo
heeft Hjj allen, die onder Zjjn koninklijken
Schepter willen leven, en Zjjn grootheid
en oppermacht, doch bovenal Zjjn liefde
willen huldigen en erkennen, met al de
schatten Zijner genade en de ruimste
zegeningen en hemelgunsten willen verrij
ken. Want als men aan deze latere, van
God zeiven gewilde en bevestigde gods
vrucht van het Allerheiligst Hart een
juisten naam zou willen geven, men zou
geen beteren kunnen aanwjjzen dan met
haar te noemen „de devotie van onzen
tijd."
De godsvrucht tot Jesus' H. Harl,
n godsvrucht van onzen tijdvoor
zeker niets is meer waar, als men na
gaat de geschiedenis van haar ontstaan,
van hare ontwikkeling en heilvolle in
werking op den bloei en de zegepraal
m Gods Kerk.
Waarom do Heer, Die zelf als hemel
bode op deze aard' verschoen om een
devotie, die tot hiertoe slechts een lie
velingsdevotie van groote heiligen en
bevoorrechte christen zielen was ge
weest, als een in dien zin nieuwe gods
vrucht aan de wereld te verkondigen,
tot op een tijdstip, nu ruim twee hon
derd jaren geleden, heeft gewacht,
op die vraag is nog een drietal eeuwen
vroeger in een heraelsch visioen door
eersten minnaar van het Goddelijk
Hart, den H. Joannes, die b|j het laatste
avondmaal aan 's Heeren boezem rustte,
een andere Vereerster van dat Hart,
de H. Gertrudis, het antwoord bij voor-
baal reeds gegeven. Bekend toch is uit
het leven dezer heilige, aan wie de Heer
mede in persoon zijn goddelijk Hartals
een schitterende zon eens heeft vertoond,
hoe zjj aan den leerling, dien Jususlief
had, aan Joannes den Evangelist, bij
een verschijning de vraag heeft durven
stellen, hoe h(j, die toch aan dat God
delijk Hart had mogen rusten, zoo
nig van Jesus' Hart en van de goddelijlae
zoetheid daar gesmaakt, tot heil der
Kerk in zjjn Evangelie had vormeld
waarop het antwoord luidde „Omdat
God zich heeft voorbehouden deze de
votie in de laatste lijden te doen kennen,
dan namelijk als de wereld als verou
derd begint te worden, en zulks oi
vlam der liefde weder op te wekken,
welke alsdan zal verkoeld zijn,"
Welnu, die tjjd is daar, waarvan de
apostel der liefde eenmaal heeft ge
sproken. Het is de tijd, waarop Josus
zelf, Die Zjjn uren en dagen kent, en
als Goddelijke Stichter en Bestierder van
het Godsrijk in deze wereld volmaakt
kennis draagt van de gedurig toenemende
woede dor helsche machten en van de nood-
wendigheden Zijner H. Kerk, Zich gewaar-
digd heeft, op eene wijze gelijk Hij het noo-
dig heeft geacht, om de taal Zijner liefde
in wonderbare openbaringen te spreken,
en door het nederige werktuig Zijner god
delijke plannen, een zwakke klooster
maagd, aan de wereld het heil- en
redmiddel te verkondigen tegen alle
kwalen en ellenden onzer dagen.
Een blik op de hemelsche verschijning
van den Verheerlijkten Godinensch, zooals
Hij Zich met Zjjn van liefde gloeiend
Hart aan genoemde Gelukzalige heeft
vertoond, zegt hier genoeg, wanneer men
tegelijk acht geeft op de droeve tegen
stelling, welke hiermede onze heden-
daagsche wereld maakt. Hoe veelzeggend
toch is het H. Kruis, dat als het teeken
des geloofs en onzer zegepraal op Jcsus'
Harte straalt ter beschaming van het
thans heerschend ongeloof. Hoe zinrijk
zijn die vlammen van dat Hart, beschouwd
bij de uit het ongeloof voortvloeiende
koudheid en onverschilligheid der meeste
menschenharten- Hoe predikt de door
nenkroon om Jesus' Hart gewonden,
de lijdenskroon, die hier aan al den
smaad herinnert, welken Hjj vooral in
Zjjn H. Liefdegeheim ondervindt, de
verloochening van eigen wil en harl,
de zucht naar zingenot te doodon. Ein
delijk de wonde in Jesus' Hart, hoe staal
zjj hjj zoo onafgebroken en zoo wrecde
vervolging tegen do H. Kerk en Jesus'
vrienden, steeds voor Zjjn getrouwen
als een veilige schuilplaats open, die
ons al door uitnoodigt in te gaan in de
Arke van het Nieuw Verbond. Is het
dan niet waar, dat tegen al de thans
heerschonde misdaden in do devotie tol
Jesus' Hart onze steun, onze hoop, onze
overwinning is gelegen?
Zoo heelt reeds de groote Pius IX zali
ger en roemrijker gedachtenis, van eene
zegepraal gesproken, die de Kerk juist
door dit middel allicht in onzen tjjd
eenmaal zal beleven, met blijdschap ge
tuigend voor geheel de christenhoid,
„dat er als een geheimzinnige stroom
in Jesus' Kerk rondgaat, die alle harten
tot Jesus' Hart wil roeren."
Of is het geen triomf, dien het God
delijk Hart in don loop der beide laatste
eeuwen reods hooft behaald door deze
godsvrucht, ondanks alle tegenkanting,
in den beginne zelfs ook van eigen
vrienden, zoo snel over de wereld te
verbreiden, en heeft die triomf niet met
de toewijding aller menschenharten op
den heugelijken Junidag van dit jaar
het toppunt nu bereikt? Met recht dus
mocht onze roemrjjk regeerende Paus
Leo XIII, die in kinderlijken eenvoud
Zijn wonderbaar herstel uit eene doode-
lijke krankle van de laatste maanden
aan het Goddelijk Hart wil danken, in
Zijn laatste Encycliek, herinnerend aan
de alverwinnendo kruisbanier van dan
eersten Ghristonkeizer van het Romein-
sche rijk, nu van het Allerheiligst Hart,
waarboven, geljjk weleer, doch hier tus-
schen een schitterenden vlammengloed,
het kruis van Jesus straalt, als van eon
goddelijk zegeteeken spreken, waardoor
een volkomen triomf van Christus' Kerk
in de naaste toekomst wordt voorspeld;
eindigende mot de bede„Op dat Hart
moet alle hoop worden gevestigd, van
dat Hart moet het heil der menichheld
worden afgesmeekt en verwacht."
Welnu dat laatste juist is op den
afgoloopen Zondag, overeenkomstig het
verlangen van Z.H. den Paus, door geheel
de katholieko wereld ook geschied#
Ten aanschouwe van haren Goddeljjken
Koning en goheol Zjjn hemelsch hof,
heeft gansch de Christenheid zich toe
gewijd aan de vereering en den dienst
van Z(jn aanbiddenswaardig Hart, on in
een tjjd, waarin zoozeer naar vrede wordt
versmacht, ook voor de ongelukkigsten,
die nog leven in de duisternis en de
schaduwen des doods, het licht der
waarheid met den vrede en de vrjjheid
der kinderen Gods van den Ecnigen Vrede
vorst afgesmeekt.
Moge daarom hot H. Hart van Jesus,
ome vrede en onze verzoening, in de
komende eeuw, door den Paus by voor
baat den God-Verlosser en Koning aller
harten toegewüd, al meer en meer Zjjn
gezegende heerschappij bevestigen on
uitbreiden over deze aarde.
R. v. L.
BUITENLAND.
Tegen alle verwachting heeft de dag
van Zondag 1.1. een kalm vorloop ge
had. Zooals onzen lezers bekend is zou
President Loubet op dien dag de wed
rennen te Longchamps büwonon, in
weerwil van het voorgevallene te Au-
louil acht dagen vroeger. Dit is geschied.
De President der Fransche Republiek
begaf zich in den namiddag naar de
wedrennen en werd met de kreten
„Leve Loubet" en „Leve de Republiek"
ontvangen. Deze ovaties had hy vooral
te danken aan de socialisten en anar
chisten, die dicht om den presidentieelen
zetel waren geschaard. Enkele kreten
van: „Démission", „Panama" werden
gehoord, doch door de uitgebreide po
litiemaatregelen en de aanwezigheid van
talrijke troepen, werden deze kreten
weldra gesmoord.
Het aantal militairen en politieagenten
was dan ook zoo groot, dat het geheel
meer op eene grootsche wapenschou
wing dan op eone vreedzame wedren
geleek. Minister Dupuy had zulke uit-
FEUILLETON.
De Anarchist.
1) Max verliet bet buis; de noorden zijns
veders bedden hem niet overtuigd, moer toch
door bunoen ernst een diepen Indruk op hem
gemaakt. De nieuwe directeur kwem, eeu booge,
slanke jonge man met een vriendelijk innemend
gelaat, zeer elegant en naar de laatste mode
gekleed. Wie hem nauwkeuriger opnam, ont
ging een licht fronsen der wenkbrauwen niet,
die de donkere, heldere oogen overschaduwden
en deze dao eene uitdrukking gaven, welke in
'l gelaal eens mans sleeds maar eene beteeke-
nis heeft.
,AIs die kwaad wordt dan xal het er span
nen," zeide de onde Thomas, „of ik heb geen
verstand meer van menscben."
Lang duurde bet niet, of er hrak eene werk
staking in de fabriek niL De oonaak er van
was hel optreden van den heer Doorn tegen
do „arbeidersvereenigingen." Vior leden van
den geheimen bond van Nockor had hjj wegens
dronkenechap weggezonden ook Necker bevond
zich onder deze. Nauwelijks acht dogen later
was het grootate deel der onbezette plaatsen
weder ingenomen door nieuwe werkkrachten.
De (takers kregen het benauwd en zonden
eene deputatie naar den direelenr. Deze deed
hen weten, dat de nog open plaatsen door
degenen konden bezet worden, die zich het
eerst aanmelddende nienwo werklieden ion
hjj schier niet wegzenden. Terwijl hjj ast de
algevaardigden sprak rook bi) aan ceno roos
keek daarbij vriendelijker dan ooit; maar
hjj bleef standvastig en onverzettelijk als de
groote machine, die bnilen stoomde eo dreunde.
„Wjj behooren toch lol geen gonootscliap,
lfs niet eens tot do werkliedenverbotoruars,"
beweerde Max, die ook bij de deputatie be-
„Zoo?" zeide de directeur. „Daarmede heb
ik mij overigeus nog in 't geheel niet ingelaten.
M|jne werklui kunnen, wat mjj aangaat, lid zjjn
en dozijn vereeoigingen of bonden, als zij
degelijke eo vertrouwbare arbeiders zijn.
Wat sjj in bet private leven doen, gaat mij
ian. Wie er aan gelegen is hier weder
t werk le komen melde zicb bjj Ijjds aan,
zoolang er nog plaatsen open zjjnik neem do
i boe moeL het gaan mei Holler en Oos-
n, mei Schreiner en met mij?" vroeg
Necker.
„Gij kant elders werk zoekeo, voor u heb ik
geen plaats meer. Zoo ook de drie anderen."
„Zoo, dan welen wg ten minste, waaraan wjj
ods le honden hebben. De lieden echter, die
onzen kinderen bol brood uit den mond stooteo,
mogen oppassen. Meer behoef ik niet te zeg
gen."
De deputatie vertrok, uiterlijk pralend en
pochend, maar inwendig lang niet op bun
gemak. Zulk eene standvastigheid van den kant
des directeurs had men niet verwacht. Den
volgenden dag, na afloop van het werk, kwam
het tot eene woeste kloppartij by de uitgangen
der fabriek. De sUkars zochten zich te wieken
degenen, dio, zooals zjj zeiden hnn en hun
kinderen bet brood uil den mond gestoo-
len hadden. Er vielen heel wat klippen, menigo
en verwonding werd toegebracht, een
polilieagenl ontving een messteek en oen der
ilakera bleef dood op de kampplaats. Dozo
aatste was een der jongste stakers, de ocnigo
:oon eenor weduwe, de goedhartigote menach
er wereld, als hy geen sterken drank gedron-
ten had. Hjj behoorde tot Neckers geheime
vereenigingMax bielp bom thuis brengen en
e weenend terug van den trenrigon tocht,
even nutteloos als erbarmeiyk treurspel
eindigde mot eea volslagen nederlaag der sta
aking als geëindigd verklaard. Er blecl
nu nog alechta over, om den uitvoerder van
het vonnis te kiozen. Het lot zou beslissaa
warle stokje bleef in do handen van Maz
las. Hy hield hetzelve hoog boven zicb,
een ieder het kon ..ienonder de aan
wezigen wae er niet een, wien niet een zucht
in verlichting ontsnapte.
„Ik ben bereid", zeide Max met vaate item.
Necker koek bom nilvorscheod aan en knikte
gerastgeateld. Toen
Toch had zy ook nog andere gevolgen.
Het valt niet makkeluk een Duitech werkman
tot sluipmoord aan te zetten, al heeft by ook
mogetyko anarchistische ideeën in 't hoold.
Toen echter Necker op den laten avond na de
vecblpariy de met bloed leloopen gexich-
ran de leden der geheime vcreenigiog
beschouwde, las bg op aller gelaat de aftoc-
kening der hartstochten, welke ook hem ver-
Het nee eeo negenlionde-eouwscb veemge
richt, dat in dien nacht in do ats vereeni-
gÏDgstokaal dienende zolderkamer, by elkaar
Arthur Doom, de directeur der landbouw-
hines werd door ben in contumaciam,
ens moord op eenen medebroeder en lid
bonds, ter dood veroordeeld. De uitvoering
het vonnis zou echter veertien dagen
worden nitgeatetd, opdat men niet op het goede
spoor zon komen; om dezelfde reden werd ook
i. Hy si
trappen af on de straat op. Hior bleef hö
der oen gaslantaarn staan.
„Gy kent onze statuten", zeide hg met zyn
'aarsto stem. Als deze niet sterft, dan sterft
I Denk daaraan, als u de moed mocht ont-
„Mg zal de moed niet ontzinken", antwoordde
ax dreigend.
„Goed, ik geloof n. Als er meer onder ons
aren zooals gy, dan behoefden wy niet lang
eer te wachten op de sociale revolutie. Heb
ook kleingold by je? Kom, laten we er een
i nemen, by Bndiker kunnen wc nog toreebt".
„Ik drink niet mede. Hier heb je een kwartje
mgn laatste, dst kan je kiügeo. Hier, pak aan".
De hoogmoed, welke hem vervolde, toen deze
groote man bg hem eerst kleins sommen htd
nd, hal langzamerhand plaats gemaakt
geheel andere gevoelens. Dit laatste pogon
van Necker, nn alles, wat vroeger was voor
gevallen, kad hem gekrenkt
Nadat nog eenmaal alles was bespreker.telde
j den ander wel te rusten en ging igns weegs,
el de banden in de zak kso, het hoofd gebo
gen, liep by langzaam door de etille, verlaten
stralen. Do lange, alle op elkaar tykesde hul-
■tonden daar zwygend en duisterer vu
geen enkel verlicht venster te tien ja, toch
m. Max kende dat huis en ook dat vanster.
Hg bleef slaan en keek naar het mal-grle
gordgo. Hy wist wsarom er nog licht in die
iiner braodde, lerwgl daarentegen in alle
idere wooingen duisternis en rost heerschte.
:bter dit verlichte venster lag Panl Drlger,
i jougdigo werkman, die by de vechtpartij
don dood had gevonden.
„Ik verheug my, dat op my het lot gevallen
mompoldo Max met een vochtigen blik op
it venster. „Rust in vrede, Panl, gy znlt ga-
roken worden".
Plotseling liep by achternit en snelde verdsr
hg bad eene schaduw op het gordijn gezien,
ie schaduw eener kleine, gebogen vronw.
Zooals moedor", zeide bjj. .Jniet zooals
eder." En weder dacht hy do barlverechsu-
ide klaagtonen te hooron, welke van de lip
pen der armo vrouw kwsmen, toen sy den
vermoerde bg haar thuis gebracht hadden
«as altijd zeo'n liefdevol, goed zoon 1"
it zon ragna moeder van my niet zeggen",
mompelde by, lerwjjl xjjne keel als dichtge
schroeid werd. „En toch zoo zjj bet van m|j
eggon
Nog mal