Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 1. Zaterdag 7 April 1900. Veertiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drie maanden i Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauBreedestraat, E 349, Amersfoort. Uitgave van de Vereenlging De Eembode. Prijs der Adrertentiin i Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 CorrespondentiSn on Advertentifln moeien uiterlijk Vrijdagavond Dit nummer bestaat uit twee Bladen. LEERPLICHT JANGENOMEN. Leerplicht is aangenomen 1 aldus luidde de tijding, die Vrijdag 30 Maart als een electrische schok de Christelijke partijen door de leden ging. Wel bestond er vreeze, dat die fatale dwangwet door eene meerderheid in de Tweede Kamer zou gesanctioneerd worden maar een uitslag als de ver- kregene bracht naast een gevoel van verrassing, ook de bitterste teleur stelling. Eene meerderheid in den strikten zin des woords werd niet verworven een gelijk getal stemmen heeft zich in de Tweede Kamer vóór en tegen de schooldwangwet verklaard, alleen met dit verschil, dal de heer Schimmelpenninck, diereedsbijart.I, dus in zake hel leerplicht beginsel, zijn legal in de Kamer gespro ken had, door een treurig ongeval in de onmogelijkheid verkeerde, om bij de eindstemming nogmaals zijn tegen te doen hooren. En dan durft men nog spreken van eene meerderheid vóór de wetOndanks den bijna stuitenden ijver der voorstanders die zieken, ja zelfs een schijnbaar doodzieken afgevaardigde naar het Parle ment meezeulden, om eene Regeering en haar aanhang voor hel oog des volks uit hare benarde positie te redden, kon slechts de helft der Kamerleden als vóórstanders der wel geboekt wor den, omdat de andere helft zich even beslist verklaard heeft tegen de wet. En toch heet de wet door eene meer derheid aangenomen Maar teleurstelling, grievende teleur stelling bracht hel feit, dat door de stemmen van twee katholieke Kamer leden, die van Dr. Schaepman en mr. Kolkman, eene zoogenaamde meerderheid verkregen werd. En ieder van hen draagt voor zich daarvan de verantwoordelijkheid. Had immers slechts iin hunner tegen de wet gestemd, of ware slechts één van beiden af wezig gebleven, dan zou deze gevallen zijn. Wij zullen niet trachten de innerlijke be weegredenen na te vorschen, die deze Ka merleden lot eene zoo diep treurige hande ling hebben geleid dit laten wij aan Hem, Die harten en nieren doorgrondtuiaar wel meenen wij ons de vrijheid te mogen veroorloven, om over hunne daad onze diepgevoelde teleurstelling uit te spreken. Beiden hadden den treurigen moed zich af te scheiden van hunne mede-katholieke Afgevaardigden en eene scheuring te brengen in de katholieke gelederen, nu eenheid meer dan ooit noodig is. En toch hebben ook zij in 1897 het Katholiek Program onderteekend en hunnen landgenooten aangeboden als een uiting en eene bevestiging hunner be ginselen. Met eigen hand onderschre ven zij: .Hoofdbeginsel blijft: onderwijs als wezenlijk deel der opvoeding is recht en plicht der ouders." En thans hebben zij gestemd voor eene wel, die dit heilig recht der ouders met voeten treedt Van Dr. Snhaepman mag gezegd worden, dat zijn geheel verleden was een vastberaden strijd voor een recht, zoo kernachtig in hel Katholiek Pro gram vastgelegd. En thans, helaas, heeft hij in koelen bloede een streep door het vermeld hoofdbeginsel gehaald niet alleen, maar ook zijn verleden ten opzichte van dat beginsel eenvoudig verloochend. Is het nu te verwonderen, dat de vraag wordt gesteld Is die plechtige aanbie ding van het Katholiek Program door de katholieke Kamerleden aan hunne ge- loofsgenooten in den Lande in Mei '97 niets meer dan eene schijnvertooning, eene comedie geweest 7 Indien op deze vraag een bevestigend antwoord mocht gegeven worden, dan, God lof! mag dit slechts voor Dr. Schaepman en rar. Kolkman gelden; de overige onder teekenaars dit moet tot hunne eere gezegd hebben ridderlijk hun woord gehouden. De heer Kolkman heeft het evenwel oorbaar geacht in de Kamer eene vrij zonderlinge verklaring te geven, waarom hij vóór schooldwang stemmen zou. Dit vermeldend, zegt de Ilesidrntiebode. dal zij volkomen de ontroering begreep, waar van mr. Kolkman bij die handeling deed blijken. Voor ons is dit evenmin een raadsel. Openlijk te erkenr.cn, dat men even gemakkelijk van overtuiging als van kleedingstuk verwisselt, daartoe wordt meer dan sterke zenuwen vereischl. Deze afgevaardigde kwam verkonden, dat hij in 1894 eene conclusie van de arbeids- enquête, waarin leerplicht word aange prezen, onderschreven had, en daarom met verloochening van zijne overtui ging op het Katholiek Program weerge geven, en door hem onderleckend, wat natuurlyk thans niet door hem gezegd, maar wel door hem gevoeld werd maar weer zijn overtuiging van '94 had opgezocht, en daarnaar stemmen zou. Maar er is meer. Niet enkel dat de eenheid onder eigen partij door de hoe ren Schaepman en Kolkman jammerlijk verbroken werd, ook het werkda dig optreden der Katholieken hebben zij een pijnlijke wonde toegebracht. Juist in zake Leerplicht hadden de Katholieken een vastberadenheid en een ijver ont wikkeld als nooit te voren. Toen van hoogst bevoegde zijde de waarschuwing vernomen werd, dat het ontwerp-leer plicht wel eens wel kon worden, wer den in honderden adressen, mede door honderden zielzorgers onderleckend, de ernstige gevaren ten opzichte van gods dienst en zedelijkheid ontwikkeld, die uit de invoering van eene zoo falale wet voor on* volk zouden ontstaan. Tot juist begrip hiervan wenschen we thans slechts een enkel adres te releveeren, en wel het protest, dat uit de grijze bisschops stad Utrecht ter Tweede Kamer werd ingezonden. Dit merkwaardige stuk, on- derteekend, gelijk wordt aangegeven, door den HoogEerw. Heer Deken, door alle ZeerEerw. H. H. Pastoors, door onderwijzers van de R. K. Scholen en hoofden van huisgezinnen, luidt als volgt: Aan Je Tweede. Kamer der Staten Ueneraal. iet versrhuldigdcn eerbied te kennel kenden, II. K. Geestelijken, Onderwij bijzondere R. K. Scholen en Hooldei dreigd in bun voortbestaan belde en kinderlijke dankbaar! ergeton uudeis ontelbare» gekrenkt werden a de heiligste gevoelen» van uudcrlgke zurg vryneidliei Hollandse! harde en onverbiddelijke wet. Al deze aangevoerde ernstige bezwa ren betreffen alleen de thans aangeno men leerplicht-wet. Niettemin hebben de heeren Schaepman en Kolkman niet geaarzeld lot de aanneming van een, zoowel uit godsdienstig als zedelijk oogpunt gevaarlijke wet hunne mede wei king te verleenen, daarmede ook de geheele adres-beweging hunner- geloofsgenooten totaal vruchteloos ge maakt. Verijdeld hebben zij het pngen van duizenden en nogmaals duizenden om eene wet te keoren, waartegen zoo angstig bezorgde stemmen geboord wer den. Zelfs de adressen hunner kiezers uit de districten Almelo en Rheden - het adres uit Almelo mede onder leckend door den HoogEerw. heer Deken en andere Ecrw. heeren geestelijken aldaar zijn luchthartig door de beide Kamerleden afgewezen. Hel heeft allen schijn, dat door hen niet de minste notitie ervan genomen is. Men veroorlove ons hier de vraag: Waar blijft zoodoende de nauwe, innige verstandhouding, die tusschen kiezers en gekozenen moet bestaan? Als met de wenschen en belangen der eersten door de kaatsten de spot gedreven wordt, waartoe dan bij verkiezingen zich warm gemaakt en zich voor de zaak soms groote moeite en opoffering getroost De gekozene moet, ook zonder mamla imperatif met zijne kiezers voeling hou den in het gegeven geval staat raen echter voor hel feit, dat zjj, zonder rid derlijk hun mandaat ter beschikking hun ner kiezers te hebben gesteld, het Katho liek Program, dat de kiezers tot hunne keuze heeft geleid, hebben prijs gegeven en zich onder de vaan der Liberale Unie hebben geplaatst. Is er nu onge zonder politieke toestand denkbaar? Maar een dergelijke toestand is tevens onhoudbaar. De beste krachten onder ons worden zoodoende verlamd, tot machteloosheid gedoemd. Wat baat toch een rusteloos ijveren voor de goede zaak, een volhardend arbeiden en strij den voor onze rechten en vrijheden, als een tweetal Afgevaardigden, met hel verlrouwen hunner katholieke kie zers vereerd, in een oogwenk terneer werpen, wat in maanden tijds door noes te vlijt en zelfopofferende lietde werd opgebouwd Maar toch zou het dwaasheid zijn zich ook maar in 't minst Ie laten ont moedigen, want onmogelijke toestanden of verhoudingen worden zelden lang be stendigd, en men vergete niet, dal de ernstige plicht, om onverpoosd mede Ie werken tot heil van godsdienst en maat schappij, niet lichtzinnig kan afgeworpen worden, zonder schuldig te worden aan schandelijke ontrouw en lafhartig heid. Moed en volharding, zij en bljjve Of de Regeering, die bij rustig naden ken met haar behaald succes wel een wei nig zal verlegen zitten, er evenwel van zal willen profiteeren, door te trachten de wet ook in te voeren, blijft nog een open vraag. De wijze waarop deze wet eene meerderheid verkreeg, wettigt wel eenigszins het vermoeden, dat de afstand tusschen de aanneming in de Tweede Kamer en de invoering ervan, nog uiterst moeilijk te bepalen is. FEUILLETON. De noodlottige verjaardag. Een verhaal uit de Franse/ie Revolutie van 171 3) Ongeveer zestig jaar geleden stond op eene kleine hoogte, niet ver van het Breton- sche dorpje St. Florent, een oud kasteel, de bakermat van het grafelijke geslacht, dat deze plaats en den omstreken dezen naam gegeven Hyacinthus, de laatste mannelijke afstamme ling dezer oude adellijke familie, was vjjfti.-n jaar vroeger op de bovenbeschreven manier am 't leven gekomen. Toch was ook nu nog bet kasteel bewoond, al gaven ook de vervatten terrassen, de met gras begroeide wegen eo voetpaden en de dicht gesloten en met neergelaten gordijnen bonw dit aanzien niet. Hier en daar zag men gestalten om bet buis, en bjjna dagelijks kon oien de statige gestalte eener dame, do mees teres van het kastael, zien, boe zij de breedi stoep op en al ging ol door het stille boscbji wandelde-, nooit echter richtte zij hare schre den naar hel dorp of naar den grooten weg, het laven en de bedrijvigheid pasten niet bü haar treurend, bloedend hart. Zjj was de tweelingzuster van den overleden graaf de SL Florent. Hermanie was niet jong meer, m.nr toch nog in 't oog loopeod knap. al was ook do uitdrukking van haar gelaat thans koel en donker geworden. Men kon duideljjk zien. dal zjj veel geleden had. Ach, het was eene smart, welke niet doer den godsdienst gelenigd werd. In de eersle ^ogenblikken der wilde, toomclooze smart bjj i-m dood haars broeders, had zij zich woorden laten ontvallen, die het hart eens Christen vreiind moesten zijn ,De smart is te groot, ik tan ze niet dragen." En toch bleef de smart war bijtoch moest zg zo dragen, maar zjj defd het zonder berusting en daarom zonder troost Jammer genoeg voor dame van de wereld en zonder diepgaanden godsdienstzinde vertroostingen, welke zjj baar hart van Hermanie me', haar diep gevoel haar vriendin en troosteres geweest. De eene dag volgde den andere in eentonigheidde eenige bezigheid, welke haar uit hare zwaar- muedige .«lemming kon krengen, was het lezen. Het kasteel bezat eene zeer uitgebreide biblio theek, on daarin bracht Hermanie een groot deel van haren tjjd door. Zij ias alles. In weer wil van het in het wilde grijpen Daar deze lectuur en den gevaarlijken inhuud van menig geschrift, bleel haar geloof onaangetast, dat sterke geloof, een erfdeel harer moeder, die haar en haren broeder zoo vroeg door den dood was ontrukt, n die hulsel Wel i prikkelbaarheid gerust z. Hare schoon heid trok heel wat jonlieden tot zich zij beantwoordde echter steids de bewijsvoeringen harer tante, dat zjj in 't huwelijk het geluk zon terugvinden, door it zeggen, dat zjj geen geluk meer te wachten lu', dat hare liefde met haar broeder Byaciolhus in bet graf was gedaald. Weldra verzocht zij bare tante haar naar hare geboorteplaats, naaf Je planta harer ge lukkige kindsheid te brenfsn. De meeste harer bezittingen waren geconfskeerd of verkocht en nog slechts een klein liedgoed met tuin en park was haar overgebleven door de trouw van een ouden bediende. Diar bieef HermaDie, overleden was, de eenige een of anderen Ijjd opflikkeren tol een hel dere vlam van reine liefde lot God en de menschen. Dat hoopte tenminste dc goede pastoor, de eenige bezoeker, dte ooit den drempel van het kasleel overschreed. De eerwaarde priester werd steeds door Hermanie met beleeldheid en eerbied ontvangen als dienaar van eenen godsdieost, waaraan zjj geloofde, al deed zjj er ook weinig aansteeds zette hjj zjjne bezoeken voort, in de hoop deze trolsche ziel terug te winnen, die door het lijden niet was voredeid doch wel verhard. De geestelijke werkte onder zekere moeilijkhedenwel kende bjj hare ge schiedenis, maar de eigenlijke grond van het verznim harer godsdienstplichlen nas hem nooit recht duideljjk geworden. Haar gedrag was onbesprokenaardscbe dingen trokken n doet hjj dit •Niettegenstaande dat alles versmaadde de freu godsdienst en liet gebeurde wel eens, dat i geestelijke bjjna wanhoopte. verte. De dag nas voor hnnr vol treurige her inneringen, doch op dit oogenhlik bepaalden hare gedachten zich niet tol deze herinneringen, maar richtten zjj zich op de gelukkige oogeo- blikkeo harer kindsheid. Zjj zag zich zelf weer als lachend, spelend kiod aan de zjjde haars broeders, van haar getrouwen speelmakker. Zjj boorde weder den bljjden lach, waarmede zij de vlinders naliepen. Kon zjj dat levenslustige vrooljjke kind zeil zjjn, deze door de smart ge broken vrouw, wie geen aardsch geluk meer toelachte En die opgewekte jongeling, kon hjj dezelfde zjjn wiens bloedende gestalte zg juder de geweren der soldaten had zien vallen? ,0, welk een bedrog schnilt er in het leven,'' mom pelde zij. Juist wilde zjj bet venster verlaten, toen zjj den pastoor door de laan, die van het dorp naar het kasteel leidde, zag aankomen. Zjj ging zelf naar de denr om hem binoeo te lateD, te verwelkomen. Een tjjdiang spraken zjj over onverschillige zaken, tol de pastoor loe- noemde, waarop Ireule de St. ■ordde vandaag de 3e Augustus, ik ken De pastoor achtte het oogenblik gunstig op i merken, dat alleen de godsdieost haar troost jn brengen en herinnerde haar aan de woor- en: .Zslig zjjn zij. die treuren, want zjj zuilen „Mjjohei lordde zjj op kalmen dat u mjj vermaant mjjoe toevlucht tot den gods dienst te nemen door dat te doen onderschat u mjjo karakter. Ik ken de voorschriften van den godsdienst, eveoals n ze kent, ik geloot vast en onwankelbaar. U wilt, dat ik bid, maar welk gebod heeft God zeli ons geleerd? .Ver geef ons onze schalden gelijk wjj vergeven onzen schuldenaren." Welnu, ik heb nooit en zal ook nooit de moordenaars mijns broeden vergeven. Ik kan mjj immers niet op hen wreken, waar schijnlijk bevinden zjj zich reed» bniten alle meosclieljjke wraak; maar de wensch, mjj te kunnen wreken, is bjj mij aanwezig, ja, ik vind eeno soort van voldoening en bevrediging in dit gevoel van haat, joist als ware dit de eenige trillende snaar, welke mjj zegt, dat mgn hart nog niet dood is. Thans weder vermaant u mjj Ier kerk te gaan, om daar troost te zoeken; denkt o, dat ik niet aan de woorden denk; .Voordat gjj uw ofTer op 't altaar brengt, ga eerst u met uwen broeder verzoenen i dan eent

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1900 | | pagina 1