Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 11.
Zaterdag 16 Juni 1900.
Veertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort. Apeldoorn. Baam, Barneveld. Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATEBDAQ.
Abonnementsprijs par drie maanden i
Franco per postf0,40.
Afzonderlijke nummersf o,05.
Bureau,Breedestraat, E 349. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prija dar AdrartontiSn i
Van 1 lot 6 regelsf o.30
Voor iederen regel meer- 0.05
raoe'en uiterlijk Vrijdagavond
De Eerste Kamer en de
Leerpiï ht-wet.
Na de eindstemming over deze onzalige
wet in de Tweede Kamer, werd aanstonds
twijfel geopperd of de Eerste Kamer
aan dit product van wetgeving wel hare
goedkeuring hechten zou. Zelfs meende
men met eenigen grond te mogen ver
onderstellen, dat deze wet dit hooge
Staatslichaam niet eens bereiken zou.
De Regeering was voor een tuimeling
over deze wetsvoordracht bewaard ge
bleven, daarmede zou zij zich in de
gegeven, zeer zonderlinge omstandigheden
zeker wel tevreden stellen.
Ons Kabinet is echter een ander gevoelen
toegedaanpartijbelang schijnt boven
alles te gaande laatste politieke troel
moet worden uitgespeeld om een spel
te winnen, waarvan het overgroote deel
des Nederlandschen volks de dupe wor
den moet.
Wij gelooven niet, dat ooit der Eerste
Kamer eene wet ter beoordeeling werd
voorgelegd, welke op zoo weerzinwek
kende wijze de Tweede Kamer pas
seerde als die op den leerplicht. Te
nauwernood was ze immers in het brein
van minister Borgesius gerijpt, in den
vorm van een wetsontwerp omgezet, en
der Tweede Kamer ter behandeling aan
geboden, of aanstonds ging een krach
tig protest ertegen op in de Christelijke
pers. Zelfs de liberale was schaarsch in
onverdeelden lof, omdat een zoo brutale
aanranding van de vrijheid des volks,
als het bewuste wets-ontwerp beoogt,
niet met den landaard in overeenstem
ming is te brengen.
De Eerste Kamer staat dus voor het
geval te moeten beslissen over eene wet,
waartegen door de overgroote meerder
heid des volks, met de kracht eener
edele en vaste overtuiging, is geprotes
teerd; die door de helft van de Afge
vaardigden des volks in de Tweede
Kamer met beslistheid is veroordeeld,
en die bij de eindstemming alleen aan
een treurig ongeval eene meerderheid
van één stem te danken heeft. Voeg
hierbij de omstandigheid, dat twee
Ministers, door mede te stemmen, hun
eigen werk aan het volk opdrongen,
zoodat, buiten deze ministers om, zich
slechts 48 stemmen vóór de wet hebben
verklaard, terwijl onder zeer ongunstige
omstandigheden voor de tegenstanders
toch 49 stemmen ley en de wet zich
deden hoorenmet hei paardenmiddel
van rechter in eigen zaak werd de
schooldwang tot dusverre dus feitelijk
door de stem van één der Ministers
opgelegd. En al botst dit nu niet tegen
ons grondwettelijk bestuur, dat ministers
hun eigen werk sanctioneeren, het
volksgeweten noemt dit toch niet anders
dan een wettelijk goedgekeurde tirannie.
Maar erger nog zijn de politieke prak
tijken, die bij de behandeling dezer wet
in de Tweede Kamer werden beoefend.
Volgens het Ned. Dagblad„heeft
men een vroeger zeer verdienstelijk
Kamerlid, die nu echter kindsch was
geworden en niet meer wist, wat hij
deed, uil zijn huis gehaald en „voor"
laten stemmen door hem een bordje
voor te houden, waarop het woord
„voor" geschreven stond." Terecht
laat dit blad op deze mededeeling vol
gen „Aan zulke treurige praktijken
moet de Eerste Kamer den kop in
drukken, zoo mogen ingrijpende wetten
niet tot stand komen."
Maar de vrees, dat het ontwerp-leer-
plicht vallen zou, dreef ook de Regee
ring tot het uiterste. Als zij beangstigd
werd, dat de politieke vrienden meer
met hunne eigen overtuiging dan met
den wil der Regeering rekening wenschten
te houden, dan werd fluks inet een
kabinets-quaestie gedreigd. Werd een
gevaar voorzien, dan rukte het geheele
Ministerie aan om door eene ze
delijke pressie de weerbarstige vrien
den tot andere gedachten te brengen.
Wordt nu aldus mag gevraagd op
die manier niet op de vrijheid der Af
gevaardigden inbreuk gemaakt V „Menig
een," merkte onlangs genoemd dagblad
op, „heeft vermoedelijk vóór Leerplicht
gestemd uit angst voor eene crisis en
de vraag is zeker gewettigd of eene
dergelijke pressie geoorloofd is." Is dit
dan ook geen reden te meer voor de Eer
ste Kamer om deze wet te verwerpen;
eene wet, die in de Tweede Kamer
feitelijk geen meerderheid hebbende,
bovendien nog met toepassing van min
der fraaie politieke praktijken een soort
meerderheid verkreeg
Zal de Eerste Kamer uit partij-oog
merken zich nu zoo volgzaam toonen,
dat zij haar zegel hecht aan deze Leer
plicht-wel? De Ongevallenwet om
dat deze en terecht gebreken
aankleefden, waaraan de Regccring niet
wilde tegemoet komen werd door
haar verworpen, niettegenstaande zij
overtuigd was, dat de werkman daar
door pijnlijk getroffen werdmet de
wetenschap, dat de Tweede Kamer met
groole meerderheid de wet had aange
nomen, en dal ze in beginsel algemeene
instemming verwierfen een Leer
plicht-wet, die in eigenlijken zin des
woords in de Tweede Kamer geen
meerderheid vond, en door het grootste
deel des volks uit den grond des har
ten verfoeid wordt, zal zij, naar ge
ruchte, komende uit de regecringskrin-
gen, voor lief nemen? Als partijzucht
nu zoover mocht gedreven worden, dan
kan men gerust voorspellen, dat de
schoolstrijd voorgoed heropend iswant
dan wil men de tegenstanders doen
buigen voor eene anti-nationale wel in
den meest stuitenden zin.
De illusion, die menig voorstander der
onzen over 't mooie van den schooldwang
nog voor de oogen zweven, zullen dan
weldra als nevel voor de zon verdwij
nen, en de koude werkelijkheid hun te-
gengrijnzun.
Bij invoering van deze wet zullen tevens
alweer duizenden en nog eens duizenden
belastingpenningen meer verspild wor
den, het bijzonder onderwijs, om welker
bestaan nu reeds noodkreten geslaakt
werden, die hot geloovig hart terecht
zoo pijnlijk aandeden, nog in moeilijker
verhouding worden gebracht, en een
bestendige wrevel en verbittering onder
de bevolking worden aangekweekt.
Moge de Eerste Kamer dit alles wel
overwegen, vooraleer zjj de invoering
van zulk een ongelukswet mogelijk
BUITENLAND.
De toestand in China wordt met den
dag zorgwekkender. De secte der Bok
sers blijkt zoo veel aanhangers te tellen,
dat krachtige maatregelen zullen noo-
dig wezen om aan het plegen der
gruwelen daar paal en perk te stellen.
Stoutweg dragen zij banieren voor zich
uil, waarop te lezen staat„Welvaren
aan China, dood aan de vreemdelingen."
En dat deze aansporing lot moord ge
volgen heeft, blijkt uit de afschuwelijke
misdaden, die zich dag aan dag opeen
stapelen en bijna uitsluitend tegen
vreemdelingen gericht zijn.
De Times verneemt uit Peking„De
keizerin en de keizer zijn naar Peking
teruggekeerd, beget id door soldalen. De
zendelingen van Toengtsjou hebben het
zendingshuis verlaten. Dit werd daarop
aangestoken door de keizerlijke troepen,
uitgezonden om de zendelingen te be
sehermen. Binnen drie dagen zijn 75
inlandsche zendelingen vermoord, velen
zijn levend verbrand. De vervolging van
inlandsche Christenen te Peking duurt
voort. De meeste zendelingshuizen zijn
daar verlaten. De Europeesche zendelin
gen schuilen in de legation.
De Boksers houden alle hoofdplaatsen
in den omtrek van Peking bezethun
aantal r.eeml gestadig toe en zij worden
met den dag vermeteler. De Chineest'.e
regeering deelt hun wapens uit.
2000 Europeesche mariniers zijn te
Takoe geland en 4000 man Russische
troepen te Piel tai-ho, die met geschut
in gepantserde treinen naar Peking zijn
vertrokken, om de orde te herstellen."
Dat de gezanten der verschillende
Mogendheden een zeer zware en moei
lijke taak hebben om deze zaak lot
een goed einde te brengen, blijkt ook
vooral uit een schrijven van Mgr. Anzer,
bisschop van Zuid-Sjantoeng. in het
Weener „Vaderland." Z. D. H. ziet in
de beweging een reactie, die ingetreden
is na de inbezitneming van Kiao-tsjao,
Port Arthur en Weihai-Wei, respectie
velijk door Duilschcrs, Russen en En-
gelschen, en die werd gedreven niet
door hel volk, maar door de beamb
ten-wereld. Wat de Europeesche mo
gendheden op dit oogenblik doen is
uitstekend, maar zjj moeten volhouden.
Laten zij zich afschepen met looze
beloften, dan zal de toekomst niet an
ders brengen dan teleurstellingen en
een herhaling der thans gepleegde gru
welen op nog grooter schaal. Alles
hangt af van het optreden der Euro
peesche gezanten. Iladde men in het
vorig jaar krachtig ingegrepen, de te
genwoordige opstand zou niet zijn
uitgebroken.
Een krachtig ingrijpen is zeker hoog
noodig, nu in een keizerlijk edict van
8 dezer de aanvoerder der regeerings-
troepen gelaakt wordt, omdat hij „voor
treffelijke Chineesche onderdanen" om
hals liet brengen. Hieruit blijkt over
duidelijk, dat de Boksers van overheids
wege gesteund worden in hun gruwelijk
bedrijf ten aanzien van vreemdelingen
in China.
In de Kamerzitting van Maandag te
Parijs werd de minister van buitenlandsche
Zaken, Delcassé, over de gebeurtenissen
in China geïnterpelleerd. In zijn ant
woord verklaarde hij:
Er beslaat gevaar voor alle vreem
delingen. Dit gevaar is de zekerste
waarborg voor de eensgezindheid der
mogendheden. Onze gezant heeft de op
dracht om in overeenstemming met zijn
collega's te handelen. Als China de orde
niet herstelt, zullen de mogendheden
raad schaffen.
De agitatie in Yunnan bedreigt de
veiligheid van onze onderdanen. Zoo
noodig zal ik den consul een legeraf
deling tegemoet zenden, want w\j den
ken er volstrekt niet aan veroveringen
te maken en hoogere belangen verbie
den ons de troepen te versnipperen.
Te Peking heerscht volkomen overeen
stemming lusschen de leden van het
corps diplomatique.
De minister eindigde met de verklaring
dat de Fransche troepen gereed zijn
om op de eerste oproeping van den
gezant op te rukken, waarop het inci
dent gesloten werd verklaard.
De Londensche bladen schjjnen ook
de meening toegedaan, dat op de gezan
ten een zware verantwoordelijkheid rust,
en daarom spreken verschillende bladen,
FEUILLETON.
Zij heeft het niet beleefd.
dagen «óór z
Vronwekerk a
wereld in! A
bij eene passiebloem, i
n de Lieve
n! Nu de
sder plukte
man, welke op
3) Maryland, wal was dat Maryland Een
studieniend, die daar in eene orde geUeden
was, schreef hem, dal daar «oor hem een teer
aangename en gewilde betrekking te krjjgeo
was bg het middelbaar onderwijs. Als hg
maar ja aeide, was bg klaar. Wat zou hg
doen Den weg over den oceaan afleggen Het
slond hem maar balt aan, en toch, dat vreemde
land trok hem aan; misschien werd daar „ia
'1 land der ergheid" ook zgne ziel ruimer dan in
zgn geboorteland. Een slrgd, kort maar zwaar,
en Erwin vatte bet besluit bel hem onheime-
ljjke buis sgos «aders te verlaten en de hem
verzekerde betrekking in 'l vreemde land aan
te nemen.
Meer dan eens trok zgn bsrt hem naar bet
graf der moeder, voor bg afscheid nam en bet
was een zeldzaam spel der verbeelding, dat hem
zijn moeders grafheuvel met den dag heiliger
werd en toch legelgkertjjd de zucht om naar
Maryland te trekken steeds grooter afmetingen
aannam. Tosscben hem en Maryland echter
'»g de oceaan. .Neen," sprak Klara, .zoo zult
ge toch niet op 'l water gaan, ErwinLaat de
geliefde doode den troost, dat gjj met God ver
zoend van deze plaats gescheiden zytl"
Erwin zweeg. Een geheime vrees voor het
poote water had hem bevangen, en twee
hare bladen glinsterde, kwam uil Erwins
en nu, vooruit!
lleiho! De ankers werden gelicht, vaarwel,
vaderland! Zgn vader en zuster wuilden nog
lang, tot de mast verdween daarna ging Erwin
in eenen hoek der kajuit zitten en zgne gedach
te richtten zich vooruit, naar zgn nieuw vader
land. - Maryland was de leus! Het was ver
velend op 't schip. Als pater Donaventura, de
bad het er met het onderhoud slecht uitgezien.
Maar deze boeide heu allen door zgn kinder
lijken eenvoud en door het verhaal zgner rijke,
wonderbare ervaringen.
O, hg bad daarbg zulke trouwe, goedige
oogeoDien man zou Erwin gaarne zgn hart
hebben uitgestort, zoo geheel als bet nu was,
als het geweest was en hoe het zoo was ge
worden. Zou hg bet niet doen En hg deed
het. En wat was het antwoord van den missio
naris? Hg sprak zoo liefdevol, zoo warm van
de moederliefde, dal Erwin de tranen in de
oogen kwamen en den daaropvolgeuden nacht
geen slaap zgn oogeo sloot. O, had hg zgne
moeder nog gehad, hg zon baar op zgne koieêo
om vergiffenis hebben gesmeekt en haar gezegd,
boe veel verdriet bg haar gedaan bad.
Maryland werd bereikt. Een nieuwe wereld
doemde voor hem op, ja het was eeo nieuwe
wereld, eeu andere voor hem. Hg bezocht het
klooster van zgnen vriend, maar niet om als
wereldsch professor in betrekking te gaan, want
zgn hart zoebt iets anders. De wereld bekoorde
hem oiet meer. Hjj wilde boete doen voor het
barteleed zgoe moeder aangedaao hjj wilde
den verloren tijd lohalen. daarnaar verlangde
zgn geheele ziel. In het klooster zijns vriends
besloot Erwin geestelyke oefeningen te houdeo
en bg hield ze goed. D»ar wierp bg een terug
blik op de gulden dagen zjjuer jeugd, maar
tevens op de woeateoy, welke bjj pas doorloo-
peo had. Dat was een land geweest zonder
weg, zonder water; slangen hadden zich aan
zijn hart genesteld en het gloeiende znnd van
een leven, waarin hg zich van God vervreemde,
had hem bgna bedolven. Hoe vloeiden tbans
zijne tranen Zg golden het moederhart, dat bg
in het stervensuur nog doorboord had; zg gol
den den roes van dwaze, vervlogen dagen; zjj
golden den verloren vrede des harten en zgn
gemiste carrière.
Hoe nu? Was er dan geen boete meer?
Kon niets hem van den prikkel bevrjjden, dat
bg een moederhart gebroken bad Was er
dan geen ambt, waarin by de verlorea dagen
weer goed kon maken? Ja, dat was er, en
derd en liet harteleed der moeders waren, zoo
als hy zelf; bier waren jongelingen, die ban
nen God verloren hadden, zooals bg zelf; hier
waren mannen, die geen vrede kenden, zooals
bg zeil, en er waren er dnizenden en honderd
duizenden.
Ter missie derhalveWaar is pater Bona-
veotura? De vriend in Maryland wist bet en
kende xyn klooster. Er was nog plaata genoeg
voor Erwin co vele andereu, en hel arbeids
veld was onmeetbaar.
Er verliepen een paar jaren, waarna wy Er
win ia 't kleed eens missionaris terugzien, met
knapen rondom zich, van de straat, van bet
veld opgespoorde jongens verdwaalde, uitge
teerde, bandelooze kinderen, die hö moest on-
derwyzen en opvoeden. Het Is een moeilijk
werk, maar dat juist bevalt hembel is eeu
vermoeiende arbeid, maar dat vioilt bg juist
zijn werk verwoest door vreemde hand, maar
zoo wil hg het dulden.
Zou hij nu nog priester wordea? Ja, hg
werd hel! Zy'o hart was groot en veelomvat
tend geworden en zgne i. d begon in bem te
bleken als die eens apostels. Nu kon hg zgne
kennis, zijnen moed, zgoen aandrang tot boete
den vrijen teugel laten. Want dag en nacht
was zyne gedachte; Het hart zgner moeder
moest hare boetedoening hebben.
Hoor, hoe do liederen schallenHet zgn de
jongens van zgne school. Zie, hoe de vaandels
zwaaien! Her zgn de jongelingen, door hem
in de Katholieke Vereeniging opgenomen. Hoor,
hoe de redevoeiiagen klinken! Het zgn de stu
denten, die hg voorbereidt lot het ambt, dat hg
wel laat bad gekozen, maar waaraan hy zicli met
gansch zgne ziel bad toegewyd. Zie, hoe die men-
schen timmeren, metselen, steenhouwen, er
moet eene kerk gebouwd worden in dit gebied der
oerwouden. En de zonen der wildernis komen,
om den goeden geest te aanbiddea, wiea zjj
zochten in het ruiscbea hunner boo-nen, wiea
zjj echter vonden door Erwins woord en hand
schaduw van het heiligdom der kerk.
as wel de zogen, welke uit de tranen
moeder voortsproot, en de ryke vrucht
aar bidden en haar ïydenEn haar
liet was toch geen droom geweeal!
acht bg nog eenmaal aan liaar graf
Erwin mocht het. Een gewichtige aangele
genheid der orde voerde hem weder over den
oceaan, en het werd hem vergund nog een
maal zjjn geboortegrond te betreden.
Hoe groetten bem vader en zuster thans met
glaozead oog, en boe ontroerde zjjn hert, toen
Erwin had een reisgezel meegenomen, een
van zgn jonge pupillen, een kind van het oer
woud, uit wiens oog geloof en liefde straalde.
Met dezen ging hg oaar hel graf zyner moeder,
om daar te weeoen spreken kon bg niet
Zgn reisgenoot haald het takje voor den dag,
dal by uit het verro land bad meegebracht.
Voor dit twygje groet de zoon der wildernis,
onder lioMeryk opzien naar zgn geostelgken
vader, eene plaats op hel graf.
Toen Erwin het takje, dat bg hoopte te zien
bloeien, op deze plaats plantte en het met een
vloed van tranen hegoot, scheen bet door da
trourwilgen te tuischeo„Wie op den Heer
vertrouwt, zal oiet teleurgesteld wordea I"