Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 16. Zaterdag 21 Juli 1900. Veertiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Benines, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie meenden i Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauBreedestraat, R 349Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Frij» der AdrerteutiJni Van 1 tot 6 regels1 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 Is de vrede gewaarborgd V. Wie enkel gevaar ziet in Oimberlains in consorten, wanneer zij de wilde volks krachten ontketenen, of in 't Schrikbewind dor demonen in China met wat daaruit volgt, erkent de waarheid slechts ten halve. Feiten worden beheerscht door ideeën, die als in vleesch en bloed, monument of ruïne, zich omzetten. Denkers spinnen de ideeën uit tot stel sels, helpen het zaad ter ontwikkeling lot boom, waarvan de aard aan vrucht of toepassing kenbaar is. k aan 't volk, dat geen dikke boeken leest, worden de stelsels genietbaar ge- tmen houdt leuzen voor, waarin n een kort begrip het hoofdpunt der leer is samengeperst. De leuzen geven den aard van 't tijdperk, den tijdgeest weer. Bij revolutie en volksbeweging, heeten partijen-strijd en rumoer in eigen kamp, leert men ze duidelijk kennen. Ze waren er voorheen, prijkten op den kiijgsstandaard de wapenheraut deed weerklinken, en met haar over schreeuwde de donderstem van 't oproer elk ander gedruisch. Onder de heerlijke leuze: God wil het, trok Europa ter kruistocht naar 't H. Land. Eeuwen later opent Lulher zijn opstand tegen de Kerk onder de leuze Hervorming, logenleuze misvor ming, verwording, zit aan zijn werk voor. Vergeten we niet de schoone .euze van Pius IX Non possumusdat eike trans- aklie met het revolulionnair Italië terug- ook de waa-borgenwel en haar Judas-penning. Daarentegen klinkt in China heden ien leuze, afschuwelijk als een kreet uit een spleet der hel ontsnapt: de dood de vreemdelingen, want die vreemdelingen zijn Christenen. Enkele leuzen kozen wij uit, waardoor de vader der leugenen het volkenrecht en de Staatkunde, door de Grootmachten n praktijk gebracht, vergiftigde. Eene daarvan luidtnon interventie en dekreteert als uitvloeisel van staals- manswijsheid en beleid: geen Staat kome er lusschen, wanneer twee andere Staten, hoe christeljjk overigens, elkaar bevechten. Barmhartige Samaritanen- dienst is buiten die staatsleer geslo ten, als zijnde alleen tol aanpassing geschikt voor particulieren. Het fatale deze leuze is, dat zij den zwakke aanspraak op steun ontzegt bij een bru talen aanval van den sterkere; voor recht en onrecht dezelfde maat aan legt. Wat dat uitwerkt zagen wij bij den zeeschuimerskrijg der Ver. Staten tegen Spanje, om Cuba en de Plulippijnen binnen hun sleepnet te halen. We zien 't ook in de strooptochten van Engeland in Transvaal, -ij voorkomt door de toe passing dier leuze niet alleen het ont staan van eigen nationale onafhankelijk heid, zooals de Philippino's voor zich willen, maar zij vergrijpt zich ook aan 't reeds zich ontwikkeld jeugdig staat kundig leven de oorlog met de Repu blieken in Zuid-Afrika bewijst het. Een andere leuze van geen minder noodlottige draagkracht isde erkenning der voldongen feiten. Is de Statenroof geslaagd, wijkt een dynastie naar het land van ballingschap en vervangt haar een andere, ja kome er een nic regeeringsvorm, binnen enkele dagen volgt de erkenning der inslokking of gelukte vervanging, 't Is veel, wanneer de erkenning eerst voorloopig heet daarmee wordt dan bijwijze van eerbe toon aan den overledene, zoo iels als kortstondige lichte hofrouw aangenomen, die aan de heeren 't gebruik van witte handschoenen en aan de dames zelfs 't dragen van versierselen, die gekleurd zijn, niet ontzegt. We noemen slechts enkele landen, waarop binnen kort tijdsverloop de ope ratie is toegepast of die den geeuwhonger van een politieken veelvraat stillen moest. Brazilië (wil de zetter ons ver beteren en hierheel Zuid-Amerika lezen, hij mag), Frankrijk, Italië, de Kerkelijke Staat vooral, Spanje enz. Euro- potenlatec. hadden, na de ge slaagde scalpeering, gelijkenis met den priester en den leviet in 't Evangelie gesignaleerd zij erkenden de berooving de verwonding des reizigers en gin gen huns weegs. Is er dan ook meer onvruchtbaar werk denkbaar, dan zich met gevallen vorsten en opgedoekte nationaliteiten te bemoeien Business, zeggen de Angclsakscrs enken doen, en ze leverden kanonnen aan het ten doode opgeschreven China, waaraan deDuitsche industrieafgoden en mausers leverde. Was de invoer frauduleus, of was de schaamte niet linaal afgelegd, dat't opschrift op de verzending in 'tEngelsch gedruktstond? 't Zal toch geen tlcsschcnlrekkerij zijn ge weest, die in Nederland een hoogc bloei bereikt. Erkenning der voldongen feilen is niet enkel de gelijkstelling van onrecht met recht, maar is de grafkuil voor T overwonnen recht. Het is voor de zwak keren onder de natiën een aanzegging van den dood, nog tijdens haar leven en schijnbare gezondheid. Maar wat heeft haar dan de weten schap, de beschaving gebaat? Deze zullen haar ondergang niet voorkomen mochten ze op die wetenschap en beschaving zich beroepen, bjj gemotiveerd pretest, er zal ze dan gewezen worden op den vooruitgang, op de evolutie-leer, krach lens welke de mindere rassen of soor ten door een ijzeren natuurwet tot ten ondergaan zijn gedoemd. Haar hersen- ontwikkeling inoet het standpunL bereikt hebben, noodig om die wet te erkennen en er voor te buigen. Overigens schaadt de opdoeking van hun onafhankelijk volksbestaan volstrekt niet aan den vooruitgang, want die beoogt niet zoo zeer de volken in het bizonder, dan '.vel de menschheid in haar algemeen. Met de kreet der tot sterven gedoemde Romeinsche zwaardvechtersZij, die yuan sterven groeten liO Cesar, kan een van qigen nationaal be staan beroofd volk de beschaving en meteen den nieuwen meester begroeten. BUITENLAND. De toestand in China is zeer treurig. Van alle zijden komt het bericht, dat de gezanten der verschillende Euro- poesche hoven te Peking gruweljjk ver moord zijn. Ook van andere plaatsen komen dergelijke berichtenBoksers, Kansoe-roovcrs en geregelde troepen, wedijveren in gruwzaamheid en in 't ver delgen der Christenen. Zoo zijn de vreem delingen van Wen-tsjou gevlucht tot Sjanghai, wijl zij in eerstgenoemde plaats niet meer veilig waren. Te Niugpo is de opstand eveneens uitgebroken. De Roomsche hoofdkerk aldaar is afge brand, de missionarissen en de geeste lijke zusters zijn op gruwelijke wijze vermoord. De Britsche consul te Wen- tsjou irachtle de Boksers bang te maken door te dreigen met ontbieding van de kanonneerboot Pigmy, maar hel ant woord der ambtenaren was, dal zij op de l'igmy zouden schieten en allo vreemde lingen dooden. Toen besloot de consul, al de vreemdelingen weg te zenden. De provinciën Tsjc-kiang, Hoe-pelt en Hoe-nan zijn geheel in opstand. In geen enkele provincie is het meer rustig, be halve in de westelijke. Voor zoover be kend zijn de Italiaanschc bisschop te Wen-tsjou met een paar missionarissen vermoord en verminkt. Minstens 20,000 inlandsche Christenen stierven den mar telaarsdood. De Chineezen teSjung-hai- kwan maken zich gereed, zich te ver zetten tegen de landing der Japanners, en de buitenlandsche oorlogsschepen zullen zoo noodig de forten te Sjang- hai-kwan bombardeeren. Volgens telegrammen uit Shanghai van de Daily Mail en de Daily Express is de ontzettende moordpartij te Peking geschied in den morgen van 1 Juli. De verdedigers, die gedurende verscheidene dagen geen voedsel hadden gehad, deden den vorigen avond een wanhopigen uit val en dreven den vijand eenigszïns terug. De Chineezen voerden daarop zware kanonnen aan, wier vuur de vreem delingen terugdreef en bres schoot in de muren der gezantschapsgebouwen. Herhaalde pogingen werden beproefd gedurende den nacht om de gebouwen te bestormendie werden alle afge slagen. Kort voordat de dag aanbrak, was de munitie van de verdedigers uit geput. Toengfoehsiang kwam de aan vallers versterken met groole troepen Kansoe „dapperen". Daarna had de be slissende aanval plaats. De Express verzekert, dat de verde digers vooraf hunne vrouwen en kinderen dood schoten Men kan zich denken welk een vree- selijk tooneel het moet geweest zijn, toen het Chineesche gespuis zijn bloeddorst en woede aan de Europeanen had ge koeld. De beschrijving van de Express steunt eene reeds eenige dagen ontvangen schildering van een ooggetuige, en is aangevuld met nadere bijzonderheden van dezen bode, die door hem aan zijn verhaal zjjn toegevoegd, nadat de gou verneur van Sjantoeng het feil als juist bad erkend. Volgens zijne opgaven had prins Toean, de wreedaard', die thans in Peking het bewind voert, de bedoeling de Euro peanen levend te vangen en daarna te martelen. De aanval op de legatiën werd aan generaal Toengfoehsiang met zijne mohammedaansche troepen opgedragen, die er op uit was zijne manschappen te sparen en gaandeweg den munitie- voorraad van de vreemdelingen uit te putten. Gewoonlijk bleef in de eerste zes k zeven dagen de aanval bij het aanbreken van den nacht steken. Dt Europeanen werden door prins Tsjing heimelijk van munitie en levensmiddelen voorzien, tot dat prins Toean hierachter kwam en Tjings '-ocpen terugsloeg. De Europeanen beproefden daarop in den vroegen morgen van 1 Juli zich door de belegeraars heen te slaanzjj namen vrouwen en kinderen in hun midden en richtten onder de Chineezen een groot bloedbad aan. Er volgde een woedende strijd de Boksers vochten als wilde dieren. Toean liet met groote kanonnen en eenige kleinere stukken op den vechtenden hoop vuren. De vreem delingen schoten zelf hunne vrouwen en kinderen neer en streden daarop den laalsten wanhoopstrijd. Een gedeelte van de overlevenden sloeg zich weder door naar de Britsche legatie, waarheen de Boksers hen volgdende laatste strijders vonden in de vlammen van de bran dende gebouwen den dood. Toen er geen Europeaan meer in leven was, verminkten de Boksers de lijken in de stratenzij overstroomden daarna de wijken, waar de inlandsche christenen woonden, sabelden de mannen neer, die zich niet bij hen wilden aan sluiten, sloegen vrouwen en kinderen de hoofden in totdat het bloed stroomde in de Tartarenstad. FEUILLETON. De Beeldhouwer van Brugge. 1) Ongeveer in 't midden der 16de eeuw, was er niet een kunstenaar, waar zooveel over ge sproken werd, als over Meester Andrea, de beeldhouwer van BruggL. Zjjn vader was uit Italië gekomen en had zich in Vlaanderen ge ld, waar hjj leelde en werkte, een ijverig en vurig man, wiens talent juist groot genoeg was, om hem zjjn eigen iouten te toonen. lleze liefde voor het schoone was de eenige erfenis, welke hg zijn zoon naliet. Doch Andrea, 'ie in het Noorden geboren en opgevoed was, verried tol op een zekeren graad zjjn Itali- aansche alkomst, doordat hjj aan zjjn vaders litstrevende natnnr een vasto volharding paarde. Doch al de talenten dezer wereld zjjn ■en oogenblikkelgk Inchtverschjjnsel. An drea's oorspronkelijk beroep was dat van hout- 'r, waarin hjj door zjjn bijzondere bedre venheid al zijn tijdgenooteo overtrof. In onze Dagen is hst onmogelijk uit de weinige ovsr- bljjtscleo, die nog bestaan, op te maken, hoe uitmuntend onze voorvaderen uit de middel- sn die kunst verstonden, noch wat er toe noodig was, om tot de waardigheid van beeld- bouwer te geraken. Heiligen en Madonna's kg- op ons neer uit hun nissen in de Kalhe- 'baals, doch de namen der onbekende kunstenaars, welke deze lieflijke hooiden en mooie kleederen uitsneden, werden vergeten, zelfs oog voor de zwakke bouwstof, waarin zjj werkten, haar eerste frischheid vorloreo had. De beeldhouwer, uit Brugge was oen van deze nu vergoten kunstenaarsen wal voor een kunstennar was by? Een in de hoogste beteekenis van het woord. Hg leefde en bewoog zich immer tnsschen mooie vormen, zg had den invloed op zgu karakter en verbeterden zijn ziel. doch maakten hem niet ongeschikt, zich in de wereld te bewegen. Rijkdom en eer kwamen lot hem door zijn naam, hij stond hoog in aanzien by zijn medeburgers, en de zoon van den armen Italiaanschen stndent was ten laatste waardig genoeg te huweo mol eene, die reeds lang het voorwerp zgnur liefde geweest was, eene dochter uit een der deftigste families uil Brugge. Deze vereeni- giog was niet gelukkigAndrea en zyne vrouw zagen verscheidene van hun tinderen één voor één sterven al wat zjj overhielden waren twee zoons en een dochter de lieve kleioo Goer- truida, die haar vaders lieveling was. Niette genstaande deze drie voldoende waren om het huis van den beeldhouwer op te vroolgkeo, werden do andere broeders en zusters noodu ln den tyd, dat ons verhaal begint, had An drea zyn laatste werk voltooideen engo- lengroep. ia hout gesneden, tot verfraaiing der kerk te Brugge. De menscheu verdrongen zich om het werk van hun stadgenoot, op nien zg met recht trotscb waren, te bewonderen. Het was een mooi werk van de oude Gothische houtsnijkunst, zooals men ze in enkele oude kerken, waar het nieuwerwetsclie nog niet de overhand heelt, nog aantreft. Drie Engelen vormden de groep, een knielende met de oogen ten Hemel geslagen en de handen gevouwen, terwijl de tweede do armen omhoog strekt tol aanbidding; de derde ziet ten Hemel en wyst op de biddende groep. Het werd algemeen ge prezen. De kunstenaar stond alleen, vervuld van trots, W3nneer menigeen zijn bind gelnk- wenschend drnkte, en het oog van menigeen, die te bescheiden was hem te naderen, op een afstand tol bewondering naar hem keek. In het geheele gezelschap was er slechts één, die een tegenovergestelde meoning was toege daan en dat was een kunstbroeder en mede dinger van Andrea. Melcbior Kunst was een van die sombere en onrustige geeslen, die overal, waar zij verschgnen, een donkere scha duw schijnen te werpen. Hy was een man met veel aanleg, niemand mocht hem echter lyden. Men kon niet zeggen waarom en toch was het zoo. Ook nu maakte iedereen werkluigelyk plaats voor hem, eu Melchior kwam vlak voor de groep te staan. Hy stond met zgn armen over elkander en bekeek haar enderzoekend van onder zgn zwarte wenkbranwen. Daarna wendde hg zich tot den kunstenaar, die op eenige passen afstand stond. „Gg meent zeker, dat dit zeer mooi is. Mr. „Niet ik denk dit maar het oordeel, dat de wereld over mijn werk uitspreekt, is van groot belang," antwoordde Andrea kalm. „De groep is goed nagemaakt." „Nagemaakt Het is mgn eigen denkbeeld." Waarlgkzei Melchior met oen kahnen glimlach oin de lippeo. de mooiste trek van zgn zoor schoon gezicht. „Waarijjk 1 Gnat gy nooit studiën by een ander maken, figuren na- teekonen, zooals gy dit van mg nagemaakt hebt?" „Dat is niet waar," zeide Andrea, zgn drift met moeite bedwingende. „Ik zeg, dat het zoo is," riep zgn tegenstan der. „Ziet heeren! kunstbroeders, ziet! dit is mgn groep mgn eigen ontwerp, en met mgn eigendom doe ik wat ik wil. Hg baalde een bjjl onder zijn mantel uit en voor do verwon derde toeschouwers het konden verhinderen, hakte hg een van de opgeheven handen van hel mooiste beeld af. Andrea werd tot in het diepst van zgn ziel gewond, door de vermin king van zgn werk, zgn Italiaaoscb bloed kookte en als een tjjger, die tot bet uiterste gebracht is, vloog bij op Knost aan. De mc- nigto hield hein tegen, doch hel was onnoodig, want Andrea's gezond verstand kreeg spoedig de overhand op zgn oogonblikkolgke woede, hy bloef slaan, bleek, maar zich beheerschende, nu eens naar zgn vyand en dan naar zgn ge havend werk ziende. „Melchior Kunst," zei hg (en laatste, „gg denkt, dat gg uuj een groote belcediging hebt aangedaandat hebt gg ook, maar zg is niet onherstelbaar. Ik wil mij nu niet wreken, maar gg zult mg eens voldoening geven." Een luid lachen van Kuoal deed dpn beeldhouwer zgn vnisten ballen, lerwgl zgn galaat vuurrood werd, doch hg zeide niets meer; en na Mel- chiors vertrek, verliet hjj de zaal mot eenige vrienden, die sprakeloos van verbazing waren by dezen onverwachten twist. Het was 's avonds laat, toen Andrea naar huis terugkeerde. Hg wandelde langzaam langs den kant van het donkere en sombere kanaal, hetwelk door het gedempte schgnsel der maan nog doodscher dan anders leek. Muren met dicht overhangende klimopranken wierpen don kere schaduwen over het water, zoodat het een donkere afgrond geleek, waarvan de diepte niet te gissen was. Hier en daar drong een bleeke straal der maan door de takken der acacia,s die aan do overzijde stonden, golykeado op een helderen pgl, flikkerende in de duister nis. Andrea was zeer ter neer geslagen. Zjjn roem was in smart geëindigd, niet alleen, door de teleurstelling, dat zgn werk bedorven was, maar daarenboven, door de onrechtvaardige beschuldiging van Melcbior Kunst. Andrea wist hoe gewillig de wereld is, wanneer één het wantrouwen aanwakkert, en hy vermoedde, dat reeds koude en wantrouwende oogen met min der achting dan te voren zgn groep onderzoch ten. Daarenboven veroorzaakte de plotselinge opwelling van toorn, waartoe hjj zich in zgn drift had laten medeslepen, een uitpntting zoo wel naar lichaam als naar geest. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1900 | | pagina 1