Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 30.
Zaterdag 27 October 1900.
Veertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld. Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATEBDAQ.
Abonnementsprijs par drie maanden i
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
Bureau Breedestraat18 Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prije der Advertentitm
Van 1 tot 6 regelsf0.30
Voor iederen regel meer-0.05
lezergd ij
uiterlijk Vrijdagavond
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
Blijkens kennisgeving van
het hoofdbestuur der pos-
terijen worden vanaf 4 No
vember dee Zondags niet meer besteld
conranten en tijdschriften, die niet
meer dan eenmaal 's weeks verschijnen.
Om nn zekerheid te hebben, dat al
onze lesers DB EEMB O DE vóór Zondag
ontvangen, moeten de couranten iets
vroeger dan voorheen worden afge-
drnkt, ten einde ze tijdig op de post
te kannen doen. Heeren inzenders van
advertentiSn en oorrespondentién wor
den derhalve beleefd opmerksaain ge
maakt, dat dese voortaan uiterlijk Vrij
dags namiddags VIEB, nar aan ons
Bureau worden ingewacht.
Huwelijks-wetgeving.
De iV. R. Ct. noemt ons, Nederlan
ders, een eigenaardig volk, omdat ker
kelijke partij-politiek steeds aftrek vindt.
Dit wordt in korte woorden verduide
lijkt. Een nieuw Wetboek van Strafrecht
is ingediend, en nu vliegen de publicisten
aan op art. 449, dat de verhouding
betreft tusschen burgerlijk huwelijk en
de kerkelijke plechtigheid.
De Maasbode teekent hierop aan, dat
wat de A'. U. Ct. eigenaardig vindt
eigenlijk bewijst, dat we een christelijk
volk zijn, en 't liberalisme aan ons volk
alleen maar wordt opgedrongen.
Zoo is hel. Schetste onlangs een
Parijsche correspondentie aan een libe
raal blad den Eyöeltoren, die met zijn
vier uitgerekte ijzeren poolen rust op
blokken graniet, als de uitdrukking van
den geest der eeuwden schrijver ont
gingen niet de torens van de H. Hart-
kerk op Montmartre, en hij zag de
Sacré-Coeur basiliek als een geestelijk
fort, toegerust tot den kamp met den
tijdgeest.
Aan dergelijke »eestelijke forten ont
breekt hel ook ten onzent niet. Het
blijkt al weer overtuigend uit dal aan
vliegen op art. 449, over de ver
houding van we zullen t nu maar
zoo noemen burgerlijk huwelijk en
kerkelijk huwelijk.
Naar katholieke leer is het christelijk
huwelijk een Sacrament, een dier heils
middelen, die uitwendige teekenen der
genade zijn, welke zij veroorzaken, door
Christus ingesteld en gegeven aan Zijn
Kerk. Aan de Kerk komt het dus krach
lens goddelijk recht loe over het huwe
lijks-contract en derhalve over de geldig-
van 't Sacrament beslissingen te
n, wetten en bepalingen le maken,
de geldigheid van 't Sacrament betref
fende, en dientengevolge rakende de
•aarde of lo wel de geldigheid van 'l
contract.
Want, wij, Roomschen, weten dat er
niet is én een burgerlijk én een kerkelijk
huwelijk, zoodat aan een paar, dat burger
lijk huwde, het vrijstaat al of niet een ker
kelijk huwelijk le sluiten als een toevoegsel
(zonder meer kracht dan aan een zegen
bede of eenige druppels wijwater is
verbonden) aan de formaliteit voor een
ambtenaar van den burgerlijken stand.
Er is dus geen sprake van een ilubbel
contract, noch van scheiding van een
contract tusschen de eehlgenooten geslo
ten, ten overslaan van Vader Slaat en het
kerkelijk huwelijkscontract. Is aan de
eischen, die de Kerk mag en moet stellen,
voldaan, eerst dan, en dan alleen, is er
tusschen christenen een huwelijk. Nu
gaat Vader Staat voorwaarden stellen
omtrent de geldigheid van het contract
en zegt parmantigalleen het contract,
ot de verbintenis, waarbij aan deze voor
waarden is voldaan, erken ik als liet huwe
lijk. Dit is eenvoudig een usurpatie
van rechtsmacht. Met dat aandragen
van condities voor de geldigheid van
verbintenis of contract grijpt de Staat
indirekt in de geldigheid van 't Sacrament.
En dit Sacrament, aan de Kerk gegeven,
bestaat niet uit een dubbel contract,
waarover een Vader Staat volle macht
zou hebben. Waar 't contract geldig
bestaat, daar is tevens het Sacrament
insgelijks geldig aanwezig.
Bleef nu Vader Staat stillekes voort-
mijmeren over het burgerlijk huwelijk,
even als Brahma, du afgod der oud-
Indiërs op zijn lotos-blad. dan bad de
buitenwereld daarvan geen overlast. Maar
uit zijn mijmering tot bewustzijn ont
waakt, wil de Slaat zijn theorie tol
praktijk brengen, en zijn burgers, die
wenschen te huwen, dwingen voor zijn
ambtenaar te verschijnen. Is aan hetgeen
de burgerlijke wet eisebt en aan hare
formaliteiten voldaan, dan verklaart die
ambtenaar de echtverbintenis, het con
tract voor gesloten. Elk huwelijk, niet op
voorgestelde wijze gesloten, verklaart Va
der Staat zijnde van nul en geener waarde.
Heeft een godsdienstbedienaar, alvorens
hem bleek van 't aangaan van 't zoo
genaamde burgerlijk huwelijk eenige gods
dienstige plechtigheid of de inzegening
verricht, daar staat straf op voor den
bedienaar.
Is zoo'n dwang, zoo'n slraf bestaan
baar niet vrijheid van godsdienst en
van geweten
Al bijna een eeuw duurt die dwang,
waarvan Napoleon 1 met zijn rode cir'd,
de invoerder is. Eindelijk het dagel in
het Oosten de minister van Justitie,
de heer Gort van der Linden, toont in
"t Ontwerp-wctboek van Strafrecht een
man te zijn met wal ruimer begrippen, al
moeten wc bekennen, dat zijn wijzigingen
in zake huwelijkswetgeving niet geheel
bevredigen.
Tot heden zegt de wet, dat partijen
den bedienaar van den godsdienst doen
blijken, dat haar huwelijk voor den
ambtenaar van den burgerlijken stand
is voltrokken, zoo niet, dan is die bedie
naar strafbaar, indien hij kerkelijke
plechtigheden verricht. Dat wordt ver
beterd door een redactie-wijziging, 't
Zal niet meer geéisebt moeien worden,
dal partijen van 't gesloten huwelijk
doen blijken 't is voldoende, indien 't
ontwerp wet werdt, dat men zeker zij,
dat het huwelijk werkelijk gesloten is.
De zekerheid is dus niet beperkt tot hel
aiilhcntieke stuk van den ambtenaar.
Dit maakt aan eenige plagerijen en mo
gelijke korte hindernissen een einde.
Een betere bepaling is die, welke de
s tra I baarheid voor den bedienaar van
den godsdienst, zonder voorafgaand bur
gerlijk huwelijk, godsdienstige plechtighe
den verrichtend beperkt, indien tijdens die
plechtigheden, blijkens schriftelijk genees
kundige verklaring, levensgevaar voor
één der partijen bestond. Dcrlialv. een
duidelijk in extremis.
Dat bisrhen godsdienst en gewetens
vrijheid aan een stervende gegund,
maakt het A'ed. Dtjb't orgaan der
Christulijk-historischen, kriegelig. Het is
van meening. dat, indien er tijd was
om den geestelijke en den geneesheer
en misschien ook den notaris te roe
pen, er nog wel tijd zal wezen
om eventjes een ambtenaar van den
burgerlijken stand te roepenWonder
dat het blad er niet aan gedacht heeft
bij den suikerbakker wat bruidssuiker
te halen
Met een volgende bepaling, die nog
in een geval de strafbaarheid voor den
godsdieustbedienaar opbelt, heeft, zoo
ive weten, geen enkel katholiek or
gaan zijn instemming betuigd, wel het
tegendeel. De bepaling luidt(niet straf
baar) indien partijen, voordat tot de gods
dienstige plechtigheid wordt overgegaan,
aangifte hebben gedaan bij den ambtenaar
van den burgerlijken stand en aan dezen
en aan den bedienaar van den godsdienst,
't/.ij schriftelijk, 't zij voorzoo verre zij niet
schrijven kunnen mondeling en in te
genwoordigheid van twee meerderjarige
getuigen, kennisgeving hebben gedaan
van ongehuwd in ongeoorloofde betrek
king lot elkander te hebben gestaan, en
dat zij bekend zijn met het feit, dat de
voorgenomen godsdienstige plechtigheid
noch tc haren aanzien, noch ten aan
zien harcr kindtien eenige wettige ge
volgen heelt.
Begrijpt de minister, hoe goed hij '1 ook
moge mecnen, dat de geëischte verklaring
hier roet in het maal werpt Is hel
eigenlijk niet een premie of gunstige
uitzondering maken jegens hen, die zich
misdragen, terwijl zij die niets te hunnen
laste hebben ai de burgerlijke forma
liteiten moeten doormaken, alvorens
de bedienaar van den godsdienst onge
straft hun huwelijk zou mogen inzegenen?
Waarom niet eenvoudig het aldus
gesteld
dal do partijen van hun voorgenomen
huwelijk te voren aangifte hebben ge
daan bij den ambtenaar van den bur
gerlijken stand
dat zij aan den ambtenaar van den
burgerlijken stand ot den geestelijke
verklaren, bekend te zijn met 't feit, dat
de voorgenomen godsdienstige plechtig
heden gcenerlei wettige gevolgen hebben.
Daarmee kon volstaan worden, be
merkt de lies. bode., want de Slaat ver
krijgt zekerheid, dat omtrent de betee-
kenis van het kerkelijk huwelijk bij de
jonge lieden geen twijfel beslaat, en zij
liet aan zich zelve tc wijlen hebben,
indien de burgerlijke gevolgen uitblijven,
en tevens, dat de eerste stap gedaan is,
om 't kerkelijk huwelijk door een bur
gerlijk te doen bevestigen. Meer kan de
Staat in redelijkheid niet vragen, meer
bc-hoeft hij niet te eischen.
We zijn het op dit punt eens met de
lies. bode. en ontzeggen aan den Staat
geenszins alle recht en bevoegdheid,
maar die mogen alleen zich bewegen
binnen het terrein van burgerlijke rech
ten. Burgerlijke rechten waarborge hij
gerust aan de echtelingen en aan de
kinderen, het erfrecht regele hij naar
billijke grondslagen. Ja, hij mag aan de
genen, die van deze rechten willen pro-
l'Ueeren voorwaarden stellen, mits die
voorwaarden niet in strijd zijn met de
gewetensvrijheid.
BUITENLAND.
De socialisten in België, die bij de
ontvangst van I'rins Albert en zijne ge
malin reeds een manifestatie wilden
houden voor het algemeen stemrecht
en het kwijtschelden van straffen, zullen
nu daaraan gevolg ge.en, op 11 Novem
ber. Algemeen stemrecht is nu eenmaal
het parool dier onruststokers, en kwijt
schelding van straffen voor politieke
veroordeelden komt ook uitmuntend in
de socialistische kraam te pas. Het
voornemen is om aan 't hoofd van den
optocht een reusachtige wimpel te ont
plooien met de woorden „Kwijtschel
ding Algemeen stemrechtDaarachter
zullen de vrouwen van de politieke
veroordeelden loopen, gevolgd door
de vrouwen en kinderen van de Brus-
selsche socialisten. De socialisten zelf
zulten den optocht sluiten.
Uit Rome wordt gemeld, dat Z. H.
de Paus besloten heeft in de tweede
helft van November een consistorie te
houden en elf kardinalen te creëeren,
van wie de meeste Italianen.
Volgens inlichtingen uit Rome aan de Pa
rijsche Vfrité zouden de nieuwe Itali-
aansche kardinalen zijnMgr. Taliani,
nuntius le Weenen Mgr. Gennari, titu
lair aartsbisschop van Lepanto en as
sessor van het H. OfficieMgr. dell'
Olio, aartsbisschop van Benevento Mgr.
Tripepi, substituut van de secretarie van
StaatMgr: della Volpe, majordomus
van Z. II. den Paus.
Deze verheffingen tot het kardinalaat
zullen aanleiding geven tot een belang
rijke opschuiving in de prelatuur. Mgr.
Tarnassi, internuntius aan ons Hof, zal
Mgr. Tripepi vervangen bij de secretarie
van StaatMgr. Gagiano di Azevedo,
thans kamerheer, zal benoemd worden
tot majordomus-, de aalmoezenier van
Z. H. den Paus zal worden benoemd
tot auditeur van Z. H, en de twee ge
heim kamerheeren, Mgr. Bisletti en Mgr.
Miseiatelli, zullen ook bevorderd worden.
In de laatste dagen deed weder een
gerucht de ronde, dat de H. Vader on
gesteld was, doch het feit, dat Z. H.
FEUILLETON.
DE BLINDE.
valt mB plotseling een zekere angst. Dokter,"
riep bij en hield smeekend de handen omhoog,
.dokter, om Gods wil, zeg rajj, ik zal toch niet
i) Dagen, zelfs wel
wisseld door hoop i
zichtbare beterschap v
der onders was hun
nieuw verdriet versloi
de dokier binnentrat
.Johao, beden ma
de wume lacht!"
Zorgvuldig werd
neschjjn gelegd.
Verwondert zag ni
.Allee ie anders
zacht.
.Hoe meent ge
nader tredend.
.Voor rnjjae ziekti
weiden een friscbr
lachte mB zacht b
tor op het boombL-
m gingen nu voorbij alge-
vreee, tot eindelijk een
rd opgemerkt. De vreugde
[achten, zonnigen dag, dat
en aitriep
geworden I" mompelde hjj
lat vraagde de dokter
hadden
ene kleur en de hemel
tegen. Ik zag de kleinste
,o den vogel hoog boveu
is bet als hing over alles
als vloeiden de voorheen
irpen in een onverklaarbare
de donker
aap 1
volge bobbennn k:
it zijn v
k dat w
t op mijn aangeztch
Doch wat zou tag antwooraen r
„Johan," sprak hij eindelijk, den jongen zacht
Keet hel hoofd strijkend, .de roodvonk is een
waadaardige ziekte. Bij velen eindigt zjj io gene
zing, hjj niet minder in den dood, en bjj anderen
soms in eene ongeneeslijke blindheid."
„En bij mijn kind 1" gilde de moeder in ge
weldige angst.
.Dat is de zaak Gods," antwoordde de dokter
nacht, licht en duisternis aan ons menschel
kinderen schenkt, Wij moeten ons aan Zjjn
raadsbesluiten onderwerpen."
De knaap had in stille smart zijn hoofd gt
bogen, en de moeder weende bittere tranen i
bare voor de oogen gehouden handen.
Beiden hadden de woorden van den dokti
verstaan en begrepenieder bedwong nu zot
veel het kon zijne droelheid.
.Moeder," sprak de knaap, toen de arts reec
een wijle vertrokken was, .moeder, geef mg
mjjne rozenkrans en laat mg dan een poosje
alleen.''
Met het hoofd in de zachte knssens n
kens losschen de vingeren gleden. Zjjn a
zicht teekende diepen kommer, maar ondanks
het bittere leed glansde toch ook de zachte
verzoenende ster der overgeving.
Na eenigen tjjd trad de moeder met tranen-
gevulde oogen weder tot hem.
.Moeder," bad de koaap, „zet u naast mij
Lang rustten hunne handen in elkander.
,Wjj hebben," aldus ving bg na een wjjle
met zachte slem weder aan, ,wjj hebben beiden
goed verstaan wat de dokter gezegd heeft, niet
waar? Ik zal blind worden!"
De moeder snikte hoorbaar.
„Ween niet, lieve moeder," vermaande de
knaap, .ik bedwing immers ook mijne tranen.
Als ik voorheen alleen lag, dan heb ik weinig
gebeden. En toch waren wellicht mjjne gedach-
gebed. Ik herinner mij nog
hemel, in de dagen van zonneschijn en van
„Amen 1" Duisterde de moeder onder bet
storten van beele tranen.
11.
En ten laatste was hjj geheel blind geworden.
Dal gebeurde op zekeren avond. De knaap
had lang eenzaam in de donkere kamer gezeten.
I)e moeder had io de keuken te doen, en haar
dochtertje moest haar helpen, het avondeten tc
bereiden, opdat het dadelijk op de tafel kon gezet
worden, wanneer de vader hongerig van zjjn
arbeid zou terugkeeren.
.Bet is bjjna zeven uur," merkte de moeder
op naar de huisklok opziende; .vader kan
ieder oogenblik komen. Steek de lamp aan en
Het n
usje getu
:oo ju
Dikwijls heb ik het sinds diei
tjjd gebeden, doch eerst hedeo heb ik het leerei
verstaan. Toen ik aanving .Onze Vader" ei
tot de woorden kwam .Uw wil geschiede,1
werd het mg op eenmaal helder, dat het nie
slechts onze plicht is den wil van God te doen
maar ook deo wil des Heereo le verdragen. Me
deze gedachten heb ik lang gestreden, in smar
en leed gestreden, na echter ben ik met Go
en zjjn H. Wil tevreden, en, moeder, nu wil i
u het .Onze Vader" leeren bidden
„Uw wil geschiede op de aarde als in de
ichel ineengedoken
zag, wierp zij een weemoedigen blik op hem
en trad weder spoedig de kamer uit.
snelle treden binnen.
„Waar is Johan," was zjjn vraag, onderwijl
hg nog in de deurstijl stond, ,eu boe gaat
De knaap beurde het hoofd op en vraagde
.Wel bier Johan. Gjj zult me toch wel zien
„Er is geen licht in de kamer, en alles is
„Waar?" vraagde de knaap en spalkte de
oogen wgd open, als wilde hg ze dwingen een
lichtstraal in zich op te nemen.Ik zie niets 1"
,In het geheel niets?'
.Neenin 't geheel niets
De laatste woorden had de knaap langzaam
en met zachte stem gesproken. Ze klonken als
een smartelijk afscheid.
De vader liet zich op een stoel neder, plaatste
de armen op de tafel en verborg zjjn aangezicht
in beide banden. Johan stond in ijjo leed ver
zonken voor zjjn vader, wiens kwaljjk onder
drukte zuchten bij hoorde, en welke hem meer
door zjjne ziel sneden dan zjjn eigen smart, die
hjj reeds aan God als een offer bad aangeboden.
Nu tred de moeder binnen, doch deze bleef
vol baoge ontroering plotseling aan den -gang
.Vader, wat is het?" riep zjj uit.
Hjj kon niet spreken, maar wees slechts
naar den knaap.
.Moeder waar zjjt gjj?* riep deze de armen
uitbreidend.
„Mijn dierbaar kind!' onderbrak de moeder.
„Ik zie u niet!" was het antwoord.
„Dus is hjj geheel blind geworden I' gilde de
moeder in biltere smart en drukte den knaap
krampachtig aao haar hart, .Dat folterend leed
had ons de goede God moeten besparen, en ik
weet niet ot ik u niet liever op gindsch
kerkbol weoschte, dan in znlk een ellende.
Johan, wat zal, wat moet er on van n wordeo,
wanneer vader eens gestorven is?'
Dan zal ik voor hem zorgen antwoordde