Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 46. Zaterdag 15 Februari 1902. Vijftiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn. Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie maanden i Bureau Br eedestraat18 Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertentièn! Van 1 lol 6 regel* Voor ieder» regel meer nooien uiterlijk Vrj|dnga»on<l Feestgaven voor Z. H. den PAUS. T. F, V. d. M. Tot zekere in Hoogland. Uit dankbaarheid er van navolging J. J. v^D. r Ib87 geboren 31 I) N. N. Hulde en eere aan Z. H. Leo -> den wettigen Koning van Home A. v. d. H G. v. D. Tol zekere intentie Wel met vreugde eene feestgave schonken voor 7. II. den Paus, m niet voor jjdel wcreldseh ver ma Van N. N B. H. L Bussum. Tot zekere intentie N. N Tot intentie van Z, H. en een eali, D. S. udal ik vau landbouw^le g een liefdegitt voor den Onbekend H. W. H. Op hoop van zegen In navolging vao De Tyd. Uit eerbied en dankbaarheid jegens Mgr. den Aartsbisschop van Utrecht bjj gelegenheid der uitvaardiging van diens Vastcn-arnendement 1901, in de zoete hoop dat liet zoo hoogst belangrijk en allergewichtigst schrijven algemeen worde gelezen en herlezen, niet alleen, N. N. Leve Paus Leo XIII! Grbr. v. M J. H, Ter eore van de H. Familie G. v. L. K B. N. N Achteveld. Weinig maar uit een goed W. Uil eerbied en liefde voor onzen beminden H. Vader Paus Leo XIII. H. F. H. Ter eere vau den H. Antonius N. S. Als bljjk van lielde en hulde jegens Paus en Kerk N. N. Op hoop van zegen M.— W.— v. d. B. Tot zekere intentie Van N, N. Hoogland. Op hoop van dienstbode des Pausen is de za God". Daarom gaarne ook et .De in Z.H. den Paus door N. N Den Paus eon liefdegave schenken, Doel ook aan booger leven denken Van N. Van een Misdienaar Komaan ambtgenoo'.eu, volgt mjjo Heer zegen onzen H. Vader Van H. tot zekere inlenüo - Om heel veel zegeo, Is ieder verlegeo. Daarom van N. N. ook eene liefdegave voor Z. H. den Paus Van een dienslbode, weinig inaar uil een goed hart Henrieus van de Wetering, door de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel, Huisprelaat van Z. U. l'aus Leo XIII, Assistent-Bisschop hij den l'ause- lijken Troon, Aartsbisschop van Utrecht. Ann iIe geestelijkheid cm de Ucloomgen rmm ons Aartsbisdom, Zaligheid hl den lieer Met vreugde en dankbaarheid denken 'ij terug aan het jubilé, dat in de leede helft van het vorige jaar gevierd en een groole voldoening is hel Uns mogen getuigen, dat hel rijk aan zegeningen voor Ons Aartsbisdom is geweest. In alle parochiën zijn buiten gewone geestelijke oefeningen gehouden, welke door de geloovigen met lofwaar- digen ijver zijn bijgewoond en welker heilzame gevolgen dan ook niet zijn uitgebleven. Meerderen, die van den rechten weg waren afgeweken, zijn te ruggekeerd. God alk-en weel hoevelon in die dagen door eene rouwmoedige schuldbekentenis zich van hunne zonden hebben gezuiverd en zich met llem heb ben verzoend. Veel anderen zijn weer opgewekt en bevestigd in den dienst des Hoeren. De ijver en godsdienstzin, waarvan de geloovigen in die dagen zoo schitte rende blijken hebben gegeven, moeien voor ons, Kerw. Medebroeders, een (roost en een bemoediging wezen. Opnieuw toch is gebleken, dat, God zij gedankt, in ons vadorland.hct geloof der Katho lieken nog levendig is en zij nog hun keren naar hel woord der waarheid, Zonder twijfel moet in onzen tijd dooi de prieslers hard en veel worden ge werkt. Nu van alle zijden wolven in schapenvacht de kudde naderen, om die te verstrooien en le misleiden, moet de priester meer dan ooit waken over de kudde, leven en verkecren onder zijne schapen, om allen bijeen te houden en te besehutten legen gevaar, aan allen toonend, dat hij is de goede herder, die zijn leven veil heeft voor zijne scha pen. De verheven roeping, die wij van God ontvingen, zegt ons, dat wij nooit genoeg kunnen ijveren voor de belan gen, aan onze zorg en waakzaamheid toevertrouwd. Niels kan ons heiliger en dierbaarder zijn dan werken voor de eer van God en voor het heil der zielen. Daai om, Ëerw. Medebroeders, vindicamus haereditatem patrum noslrorum, laten wij het erfdeel, van onze vaderen ont vangen, de geloovigen zoo degelijk katho liek, zoo gehecht aan het geloof, zoo trouw aan hun priesters, laten wij die handhaven en beschutten met alle krach ten, die in ons zijn. Wanneer wij, naar het woord van den Apostel, alles voor allen worden, dan kunnen en zullen wij allen voor Christus winnen. Dat is de overtuiging, waarin de trouwe opkomst der geloovigen bij de viering van het jubilé Ons opnieuw bevestigd heeft. Daarom, Wij herhalen het, Eerw. Me debroeders, is de ijver, door de geloo vigen in die dagen getoond, voor Ons een groote troost en bemoediging bij den zwaren en moeilijken arbeid, in onze dagen van den priester gevorderd. Nooit zal het katholieke volk van Ne derland vervreemden van den priester, wanneer wij niet, onze heilige roeping vergetend, ons vervreemden van het volk. Ook bij u, B. G., zullen, naar Wij vertrouwen, de geestelijke oefeningen van het jubilé, door u met zooveel ijver bijgewoond, een duurzaam blijvenden indruk hebben achtergelaten. Niet alleen dat gij in die dagen met meer en inni ger berouw en in betere stemming tot de H.H. Sacramenten zjjt genaderd; maar wat gij in die dagen zoo vast en heilig besloten hebt, zult gij, naar Wij hopen, nimmer vergeten, en dikwerf zult gij ii die goede voornemens weer te binnen brengen. Weinig toch zou het Imten. onder den indruk van het oogcnhlik goede voornemens te hebben gemaakt, wanneer die goede voornemens niet ten uil voer worden gebracht. Niet hij die begint, maar alleen hij, die vol hardt tot het einde, zal zalig worden. .Mijne broeders," zegt de 11. Augusli- nus, .niemand zal, volgens den Apos tel, gekroond worden, tenzij lijj weltig- lijk zal hebben gestreden." Welnu, nie mand strijdt wcllighjk. die niet lot het einde toe strijdt, en zoo hij lot het ein de den strijd volhoudt, heeft hij wetfig- lijk gestreden en warrit hij daarom naar verdiensten gekroond. „Derhalve," zoo gaal hij voort, .heteekent het weinig, iict goede tu beginnen, maat' in het goede te volharden, dal alleen is vol maakt." Velen toch beginnen, maar be zwijken op den weg. Velen gaan uil naar de woestijn, maar weinigen berei ken hol beloof-'e land. Laat ons dan met moed liet goede beginnen en niet moede worden het goede le vervolgen. IJveren wij voor hot goede en houden wij vol In ijveren, opdat wij in het goe de volharden. En al is dan niemand veilig zoolang hij leert, omdat dit leven een strijd is en blijft op aarde, toch mogen en moeten wij dan vertrouwen, dat de genade der volharding teneinde toe ons zal gegeven worden door Hom tol Wien wij dagelijks bidden: Luid ons niet in bekoring, Laten wy dan, B. G-, de goede voor nemens en besluiten, tijdens de geeste lijke oefeningen van het jubilé gemaakt, ons weer herinneren, nu de lijd aan staande is, waarin wij ons voor God vernederen en door vasten en bidden Hem 0111 vergeving smceken. Doeli be denken wij daarbij wel, wat de 11. Au- gustinus zegt, dal God, lol Wien wij smeeken, niet alleen van onze woorden, maar ook van onze gedachten en nei gingen getuige is, zoodat wij door ons- zelven geweld aan te doen, moeten loo- nen, dat het ons ernst is, wanneer wij vragen, dat God ons Zijn onmisbare ge nade geve, om ons leven te beteren en in het goede te volharden. Onze tijd kenmerkt zich door een zucht en streven naar verbetering. Ver beteren wil men de maatschappelijke verhoudingen, den toestand der maat schappij. Verbeteren wil men de zorg voor het kind, de opleiding der jeugd, de vooruitzichten voor den jon geling; het bestaan van den man. hel lot der ouden van dagen. En nu zij hel verre van Ons in alles, waarnaar ge streefd wordt, inderdaad een verbetering te ziende zucht om le verbeteren, welke eraan ten gronde ligl, is even wel niet te miskennen. Op dit slreven en den ijver, die daarbij ontwikkeld wordt, u wijzend, herhalen Wij ook tot u, B.G., wat de II. Paulus tot de eer ste Christenen zeide, wanneer hij hun wees op de inspanningen en ontberin gen, welke de mededingers in den wed strijd zich getroostten om een lauwer krans te winnen zij doen dit, zegt de Apostel, om een vergankelijke kroon te ontvangen, wij echter een onverganke lijke. Wanneer wij zien, B.G., hoe er in onze dagen met vereende kracht ge ijverd wordt voor de stoffelijke, lijdelijke belangen van den mensch, moet dit ons tot grooter ijver prikkelen voor de hoogere, zedelijke, godsdienstige belan gen, welke wij moeien bevorderen. Nim mer loch mogen wij vergelen, dat de geestelijke en eeuwige belangen voor ons steeds op den voorgrond slaan. Daaraan herinnert ons het woord van den Verlosser Wal zal het den mensch baten, indien hij de gansche wereld wint, en zijner ziele verlies lijdt 'i Niet, B.G., dat wij daarom de stoffelijke be langen niet moeten bevorderen. Neen, elk billijk en rechtmatig streven naar waarachtige verbetering, ook op stoffe lijk gebied, moet bij ons vooral steun vinden, Immer» voor ons heeft alle stof felijke verbetering een dieper zin en hoogere heteekenis, ton eerste omdat wij aannemen, dal alleen door de zonde het bederf in de wereld is gekomen, en (en andere, oimiat wij in den mensch niet sleehls een gelijke, maar een broe der erkennen. Wanneer de Verlosser zegt: Zoekt eerst het ltijk tinds en zij ne gerechtigheiden at deze dingen zul len ii toegeworpen worden, dan hebben wij die woorden te verstaan, niet als ware daarmede alle zorg voor het tijde lijke veroordeeldmaar, zooals de II. Thomas van Aquine leert, alleen de vermetele zorg, waardoor de monsch meent voor het stoffelijke zelf te kun nen zorgen, zonder daarbjj de hulp van God nooilig le hebben. Wij daarentegen, li G., zijn overtuigd, dat aan Gods zegen alles is gelegen, dat geen waar geluk ook iu deze wereld mogelijk is zonder God en godsdienst, dat God de Gever is van alle goede gaven. Daarom, B.G., laten wij op de eerste plaats ijveren voor de bevordering van het godsdien stig leven. Door dit te bevorderen, be vorderen wij 's menschcn geluk voor tijd en eeuwigheid. Ouders, zorgt aller eerst voor eene degeljjk en godsdien stige opvoeding uwer kinderen, zoo zult gij liet best hun lijdelijk zoowel als hun eeuwig geluk verzekeren. Overheden, waakt voor de godsdienstige belangen uwer ondergeschikten dat is de eerste en beste zorg voor hun geluk. Dat ieder onzer zich bcijvere in zijn kring het godsdienstig leven le bevorderen door aan zijne omgeving liet voorbeeld le ge ven van trouwe, nauwgezette plichts betrachting. Tooncn wij, B.G., dat katho liek zijn voog ons niet leen bestaat in hel aannemen van de teer der katho lieke Kerk, maar dat wij ook heseffen, welke zware verplichtingen lint aanne men dier leer ons oplegt. Dal, hebben wjj meer genaden dan anderen vun God ontvangen, wij ook grooter dank aan Hem schuldig zijn en Hem trouwer moeten dienen. Dan zullen allen eerbied hebben voor onze godsdienstige over tuiging en zullen wjj zijn het zout der aarde, dat liet bederf weert, en het licht der wereld, dat anderen trekt en voorlicht op den weg des heils. Zoo moge ook in ons bewaarheid worden het woord van den VerlosserAlzoo sr.hijne uw licht voor de niCHSC/ten, op- dal zij uwe goede werken zien, en uwen Vader verheerlijken, die in dni Hemel is. Ten slotte, B.G., verzoeken Wij u met allen aandrang, in den vastentijd veel te hidden voor de H. Kerk en haar zichtbaar Opperhoofd, Paus Leo XIII, die dit jaar het 25ste jaar van Zijn npperherdcrlijke bediening ingaat, voor Hare Majesteit onze geëerbiedigde en beminde Koningin, voor Haar Koninklijk Huis en voor al uwe overheden, zoo geestelijke als wereldlijke. Krachtens apostolische volmacht ver- luenen Wij bij dezen aan de geloovigen van Ons Aartsbisdom, voor dit jaar, dispensatie in de onlhoudiiigswct op alle Zaterdagen, uilgenomen die Zater dagen, welke geboden vastendagen zjjn. De geloovigen blijven derhalve ver plicht zich van vleeschspijzen te ont houden op de Zaterdagen van de Vasten, •ie Quatertemper-Zaterdagen en de Vi gilie-Zaterdagen, waarop moet gevast worden om het booge feest, dat zij voorafgaan. Deze dispensatie geldt tot de veerligdaagsehe Vasten van het vol gend jaar. Wij vermanen u evenwel om door aalmoezen en door andere goede wer ken aan te vullen, wal door het gebruik maken van deze dispensatie aan uwe boetedoening ontbreekt. Overeenkomstig de Ons daartoe door den Apostolischen Stoel verleende vol macht, verleenen Wij dit jaar de gewo ne dispensatie in de Vaslenwet onder de gewone voorwaarden. En zal dit Ons herderlijk schrijven in alle tot Ons Aartsbisdom behoorende kerken, alsmede in kapellen, waarover een rector is aangesteld, op Zondag Quinquagesima op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Utrecht, den 30en Jan. 1902. i- II. VAN DE WETERING, Aartsbisschop vun Utrecht. Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, J. A. S. Van Schaik, Secretaris. BUITENLAND. Den Ëngclschcn is weder een bitter* teleurstelling bereid. Reeds langen tijd iiad Kitchener het schoone plan ont worpen, om generaal De Wel in handen te krijgen, do toebereidselen lieten schijn baar niets te wenschen over, en toch is die Boorcn-veldheer weder ontsnapt. Heel Engeland staat verbluftd.d. 1 Februari seinde Kitchener nog „Drie-on-twintig Britsche colonnes zjjn nu betrokken in dc operatie tegen De Wet, en incer dan in een vorig tjjdperk schijnt de verzekering gerechtvaardigd, dal de gevangenneming of vernietiging van zijne strijdmacht slechts eene vraag van lijd is. Dc blokhuizenlinie zal weldra voltooid zijn tusschen Heilbron en Bethle- lem, en zal hnm opsluiten in een beperkt gebied, waar hem, tenzij hij weet weg te sluipen, zooals hij deed in de Kaap kolonie, nacht.noch dag rust zal worden gegund." Grooter dan ooit scheen dc kans, dat De Wet's militaire loopbaan ten einde zou worden gebracht. Maar wederom is het slechts schijn geweest. Lord Kitche ner heeft in zijn telegram van 9 dezer slechts do mislukking van de met zoo veel zorg voorbereide operatie kunnen berichten. Hij zond liet volgende bericht; „Den 6en was De Wel in de inslui ting, maar aanstonds zijn toestand in ziende, beval hij zijn minnen zich in dien nacht te verspreiden en te trachten zich in veiligheid le brengenhij zelf begaf zich met eenige manschappen en eene kudde vee naar de blokhuizenlijn Kroonstad—Lindley, en om 1 uur 's mor gens, in een zeer donkeren nacht, baan de hij zich een weg door de omheining, door vee daarheen te drijven en zelf zich tusschen de runderen le voegen, verliezende drie man aan dooden, 25 paarden en een groot aantal stuks vee." Naast het nieuws der wonderlijke ontsnapping van De Wet, kwamen te Londen nog meer jobstijdingen in. Ook in den Vrijstaat zjjn de Boeren met succes opgetreden. Een telegram uit Bloemfontein d.d. 9 dezer meldt nam., dat de Boeren op den 30en Januari een geheelen trein met voorraad buit gemaakt en in brand gestoken hebben. En in het zuiden der Kaapkolonie, waar French bijna al zijn troepen heeft samengetrokken, hebben de Engelschen een paar geduchte klappen gehad. Kitchener seint daar over in het vol gende telegram Generaal French rapporteert, dat een konvooi van 60 wagens, dat van Beau fort West naar Fraserburg, trok onder escorte van 160 man op 30 mijlen van de bestemmingsplaats door de Boeren werd buitgemaaktzjj namen een twaalf tal wagens mede en verbrandden de overige. Kolonel Crabbe, die aanrukte, verdreef de Boeren na een hevig ge vecht. De Britten verloren 2 officieren en 11 minderen aan dooden en 1 offi cier en 47 minderen aan gewonden. Aan Boerenzjjde sneuvelden 24 man en werden er 47 gewond. De colonne van kolonel Doran, die in de buurt van Galvinia opereert, ver loor, toen zij na een nachtelijken aan val terugtrok, 3 officieren en 7 man aan dooden en 17 gewonden. Het gevecht van Crabbe is een der bloedigste geweest, welke ooit in die Kolonie geleverd werden.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1902 | | pagina 1