Katholiek Nieuws- en Advertentieblad.
No. 8.
Zaterdag 24 Mei 1902.
Zestiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Bemnes, Harderwijk, Hilversum,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist
Verschijnt eiken ZATEBDAO.
I Franco per poit
Afzonderlijke
Abonnementsprijs par drie maanden i
i 0,40.
- f 0,05.
BureauBreedestraat, 18 Amersfoort
Uitgave van de Veieenlging De Eembode.
Prija dar Advertontitm
Van 1 tot 6 regel»f0.30
Voor iederea regel raeer-0.05
Leerplicht inde praktijk.
Neen, het valt niet mee met School-
dwang. Dit getuigen niet alleen mannen,
die op goede en, naar onze meening,
d niet deugdelijk weerlegde gronden Leer-
ti plicht bestreden. In het N. v. d. D. van
14 dezer schreef een schoolopziener een
paar kolommen onder het opschrift: „Iets
over Leerplicht". Het zjjn een paar kolom
men vol klachten, gericht meestal aan de
r ouders. Maar zijn blik is niet zoo omne-
veld, dat de wet zelfs voor hem zich volko-
men smetteloos of gebrekeloos voordoet.
Men hoore slechts „dat spoedig zou
blijken, dat in de wet leemten bestaan,
die dringend aanvulling eischen en voor-
schriften, waarvan de wijziging wensche-
lijk en noodzakelijk is, was vooruit te
Arm geschiedkundig paard, wat fou-
tief werk, wat ongelukswet is aan u
te w|jten
Leemten, wijziging noodig, 't is geen
Summa cum lande, hier aan den wet
gever toegekend. Veel werk leverde het
vorig ministerie af; ook goed werk?
Behalve op de leemten enz. in Leerplicht
wet, zij gewezen op het voorstel Heems-
I kerk c.s. op de Mililiewet van A°. 1901.
wijl het art., dat de oproeping der lich-
ting-1895 moest wettigen, onduidelijk
was gesteld.
Nu, ook zonder schoolopziener te -tjn,
geven we grif toe, dal de Schooldwang-
wet wijziging behoeft, maar snappen 't
niet, om wat redenen de ouders worden
gekapitteld door den schrijver. Die ouders
maakten die wet niet, en ze moesten
bizonder onbevattelijk zijn, wanneer ze
i niet het weinigje vrijheid, dat de wet nog
toelaat, tot de laatste bete opgebruikten,
j „Maar de wet is enkel en alleen in
ji- 't belang hunner kinderen en de over-
1 tuiging is nog niet algemeen tot de
volks-consciëntie doorgedrongen, dat de
goed ontwikkelde en goed onderwezene,
meer waarborgen bezit voor toekomstig
welslagen in den strijd om het bestaan."
Laten we het den schrijver gewonnen
geven, maar hij stemme ons bij, wanneer
we beweren, dat hel vrijheids begrip zoo
I diep in de volks-consciëntie is ingegroeid,
dat de Schooldwang er niet in wil.
Ten overvloede blijkt dal uit de be
merking in'lN. v.d.D. over ouders, dat
't verlof tot schoolverzuim wegens
veldarbeid 't volle gebruik er van nemen.
De schrijver kent geen geval, dat een
kind voor 't einde vai- 't verlof, nadat
de arbeid hoog en breed al af is, weer
in de school is gekomenWel zijn er
voorbeelden, dat het verlof willekeurig
is overschreden.
Het laatste is zeker af te keuren;
aar voor het overige zien we hierin
ook weder een blijk van ingewortelden
vrijheidszin, die, wanneer er verlof is
te krijgen, dit verlof ook heel en al
opteert.
Daartegen weet de schoolopziener niet
beter te doen dan te herinneren, wat
er opzit: voor 't kind, gevaar een jaar
langer school te blijvenvoor de ouders
gevaar van straf, want aan strafbepalin
gen ontbreekt het niet in de wet. Ge
lukkig, dat de onderwijzers en schoolop
zieners met groote toegevendheid te werk
gingen. Honderden en duizenden aan
maningen zijn verzonden, en het getal
der veroordeelingen is betrekkelijk klein.
Dan hier past de vraag: wat wet is
het toch, welker uitvoerders het maar
beter achten over een groot gedeelte
der overtreders geen veroordeeling te
doen komen? Al verdient die mildheid
waardeering, daarmee is de wet niet
goed gepraat.
ter velen (wij onderstrepen R. E.)
hun kind thuis houden, opdat hel kind
eenige cenlen zou verdienen, is een om
standigheid, welke wij zeker verwachtten
hier door eene bemerking getroffen te
worden, 't Verzuim is te betreuren en
meer nog de droeve aanleiding daartoe.
Breng echter die behoeftige ouders eens
tot de overtuiging, dat niet elke nu ge
wonnen cent inderdaad gewonnen geld
is, en een klein bedrag, nu verdiend,
ten koste is van guldens in de toekomst.
Te vreezen echter is, dat die toekomst
guldens weinig uitwerken in gezinnen,
waar elke inkomsle, hoe gering ook,
welkom moet wezen. Ventre affamén'a
point d' oreilles. Een hongerige maag
heeft geen ooren.
Enfin, ouders, wien het betreft maar
die zijn geen abonnés van het Nieuws
zullen er iets voor voelen, doch inet een
't kan eenmaal niet anders, zich bjj 't
heden met zijn kleine bij-inkomsten neer
leggen. Van de onderwijs-belemmering,
door die centen-inbrengende schoolver-
zuimers voor de heele klas, zullen z|j
zich afmaken met een„dan moet mijn
jongen 't maar met wat minder doen."
Worden beide argumenten te licht be
vonden, dan komt het in hun oog pak-
kender argument: „Geef ons dan werk
of meer bedeeling". Het gedwongen
schoolbezoek wordt dan een soort onge
val, waarvoor de Staat aansprakelijk is
te stellen. Van dezen gedachtegang is
de sprong naar de conclusie„De Staat
vergoede derhalve", spoedig gedaan.
De diepere denkers, onder deze cate
gorie ouders, herinneren dan wellicht
aan art. 35 der wetde bevoegdheid
den gemeenteraad lot verstrekking
voeding of kleeding aan schoolgaande
kinderen, die er behoefte aan hebben,
of subsidie-verleening tot dat doel.
Deze denkers zouden dan eenvoudig
m uitbreiding van dit artikel willen,
zoodat ouders, voor wie schooldwang
een ongeval is, de nadeclen uit dit onge
val in hun schrale beurs gevoelend, ver
goeding ontvangen. Het ouderhart kan
alsdan geruster wezen over de toe
komstguldens, het vooruitzicht hunner
kinderen.
FEUILLETON.
Op Voorposten.
(Slot.)
4) Aan Frits Lanter alleen, den ergsten on
der de zieken, vermag Alberts kunst niets meer,
Lang reeds gaat hg niet meer naar de mgn
meestentijds lit hg voor de denr en kijkt toe,
hoe de diep-gouden straal der herfstzon flik
kert op de geel geworden bladeren der beuken.
Sthuw gaan de menschen voorbij in een on
zekere verwachting, dat er met hem, den so-
cianl-demokraat, nog iets verschrikkelijks zal
gebeuren, voor bjj sterft. Kaar zg vergisten
zich. Frits Lanters dood was als die van alle
andere menschen. Zelfs de geestelijke van het
dorp is naar hem toegegaan en beeft lang
zijn kamertje vertoefd.
„Hg zal hem vermoorden," denkt Leona in
haar hart, toen zjj bet nieuws boorde .want
bjj baat de socialisten als eene doodzonde, en
hij is zoo sterk als een reus. Heeft bg Zondag
nog niet over bem gepreekt en bem met het
vagevuur en de hel bodreigdï"
Maar de geestelgke brengt den socialist niet
om, bjj zit zelfs zeer vriendelijk bjj bem en
bondt de magere vingers van den zieke io zjjn
sterke banden. Hg heeft het in zgn eigen, in
wendig zoo veel bewogen, loven ondervonden,
„help me toch uil den nood!" in be
nauwdheid uitroepen, is een treurig ver
schijnsel voor de mannen, die ons aan
zoo'n wet geholpen hebben. Laten we
echter hopen, dat de aan vriend en
tegenstander noodzakelijk gebleken wijzi
ging, niet Ie lang op zich zal laten
wachten, eene wijziging evenwel, welke
de volks-conseiöntie bevredigt.
BUITENLAND.
dat de plaalsbekleeder Gods eene gewelensscbuld
niet veroordeelen moet volgons de letter der
wel, zooals een aardsch rechter dat doet, en
dal voor de togen van den Alwetende een
vermeende schuld op aarde een juweel kan
worden aan de martelaarskroon.
.Kjjk eens, Lanter," zegt bjj vriendelijk, ,wg
streven in zeker opzicht allen naar een nieuwe
wereldorde. Het voertuig der beschaafde mensch-
heid is in den modder gereden, en wel hem,
die het ernit tracht te helpen'. Maar men
moet zich niet in de middelen vergissen, Lauter.
en doen zooals de stormwind, die de hoogste
bergen schoon veegt en de pninboopen in 't
dal werpt, zoodat alles, wat leeft bier en daar
boven te gronde gaat. We moeten niet alles
verwachten van eigen, armzalige krachten, maar
op God vertrouwen! Op God, Lanter! Zijne
werkplaats is nog nooit doormen. En is het
niet eene eer, als hg ons, jnist ons op de voor
posten in 't leven plaatst, waar veel leed en
zorgen te dragen zgn Daar beet bet dubbel
strijden, maar ook dubbel waakzaam zijn, dat
wjj den vijand niet binnenlaten!" Bjj neemt
de brochure van den socialist en zegt „Ik beb
ze gelezeo. Lanter. Veel goede wil, veel dwaas
heid, veel hartstocht, veel machteloozen toorn
en machlelooze liefde. Maar boven dit alles
staat Gods barmhartigheid, als de menscb,
tegenover den almacbtigen Heer, slechts het
eenige woord weet te vinden: God, wees mg,
zondaar, genadig 1"
Wanneer een man die met „Schoolopzie
ner" onderteekent, schrijft: „dat spoedig
zou blijken, dat er in de (Leerplichtwet
leemten bestaan, die dringend aanvulling
eischen, en voorschriften, waarvan wijzi
ging wenschelijk en noodzakelijk is, was
vooruit te zien", heeft dit een bizondere
beteekenis. Wij lezen hier, in zachte be
woordingen, eene veroordeeling der wel.
Ons, die met de groote meerderheid
der katholieke bladen, Schooldwang be
stredenals een niet, minstens onvoldoend,
gemotiveerd ingrijpen op hel ouderlijk
recht, bevreemdt het niet, wanneer Leer
plicht-wet in de praktijk hel moet afleg
gen. En die wet is nog zoo kort den weg
van het openbaar leven opgetreden
Piep-jong en reeds de teekenen
van ontbinding vertoonend, die het:
Het eindt: van de ramp op Martinique
schijnt nog niet te voorzien. Was Fort
do France de wijkplaats van duizenden
vluchtelingen, ook deze plaats if
veilig meer. Dinsdag vertoonde de
spuwende berg de Mont Pelée zoo ver
ontrustende verschijnselen van verhoogde
werking, dat de bewoners van Fort de
France door een paniek werden bevan
gen en velen eene wijkplaats zochten
op in de haven liggende schepen. Dien
morgen om zes uur kwam een ontzag
lijke wolk van asch met verschrikkelijke
snelheid op Fort de France neer. Door
het heldere schijnsel van de opgaande
zon scheen het, of de wolk beladen was
met bliksemende wonderlijke vlammen.
Het verschijnsel ging gepaard met een
onderaardsch gerommel.
De algemeene overste van de Gongrega-
e van den H. Geest, Mgr. Le Roy, heeft
an den zeereerw. pater Parel, algemeen
icaris en administrateur van het dio-
jes van St. Pierre en Fort de France,
de lijst ontvangen van de kloosterlingen,
die bij de vreeselijke rainp zijn omge
komen: 13 paters van de Congregatie
van den II. Geest, 11 priesters van de
reguliere geestelijkheid, 33 zusters van
St. Jozef van Cluny en 28 zusters van
SI. Paul van Chartres.
De Missions Catholiques, waaraan deze
cijfers ontleend zijn, voegt erbij dat deze lijst
onvolledig is, en dat nog tal van Kreool-
sche zusters om hel leven zijn gekomen.
De overste van het seminarie van St.
Pierre, die zich in Frankrijk bevindt, pa
ter Mallerct, acht het aantal slach offers
van de ramp op Martinique, 40,000.
overdreven. Volgens hem kan het cijfer
niet hooger dan 30,000 zijn.
De berichten van het eiland St. Vin
cent luiden nog steeds treurig. De gou
verneur van dit eiland seinde de vol
gende nadere bijzonderheden over den
omvang van de verwoesting
„Er zijn tot dusver 1300 lijken ge
vonden en ter aarde besteld, 130 ge
wonden worden in het hospitaal ver
pleegd. Paarden, muilen en vee zijn tot
een getal van ten minste 2000 omge
komen. Negen van de grootste suiker
plantages zijn ernstig beschadigd, een
van deze is geheel ve vi est. De lava
stroomt nog voortdurend n u den berg."
Volgens Reuler's correspondent lijden
50.000 personen op St. Vincent gebrek. De
nood is daar nog erger dan op Martinique.
Te Madrid heeft Zaterdag met schit
terende praal de plechtige eedsaflegging
en inhuldiging plaats gehad van den
jeugdigen koning Alfonso. (Jit de bijzon
derheden, die daaromtrent werden ge
seind, zij gemeld, dat de inhuldigings
stoet, die van het paleis naar de Kamer
trok, was samengesteld uit vierentwin
tig koetsen. In de laatste zaten de koning,
de regentes, de infante Theresa, builen-
landsche prinsen, buitengewone gezanten
en het diplomatieke corps. Om halfdrie
trad de koning de Katner binnen, te
midden van toejuichingen. De zaal was
vol afgevaardigden en senatoren. De
koning nam plaats op den troon. De
president naderde den troon en verzocht
den koning den eed af te leggen.
De koning antwoordde: „Ik zweer bjj
God en op het heilig Evangelie de grond-
en de wetten le zullen in acht
nemen.
Een daverende toejuiching volgde op
op deze woorden.
Na afloop dezer plechtigheid vormde
de stoet zich opnieuw en richtte zich
naar de kerk van den H. Franciscus.
Troepen sloten den weg ter weerszijden
af. Een ontzaglijke menigte was op de
heen, om het groolsche schouwspel te
zien. Om halfvjjf kwam de stoet aan de
kerk. De koning trad voor den troon,
gevolgd door de kardinalen en dertig
bisschoppen, die het Te Deum zongen.
Voor de builenlandsche prinsen, het
corps diplomatique, de buitengewone
gezanten, afgevaardigden en senatoren
waren tribunes opgericht.
Toen de koning met gevolg naar het
paleis terugkeerde werd h|j levendig toe
gejuicht. De ministers boden den koning
aanstonds hun ontslag aan, maar de
jonge vorst hernieuwde de opdrucht aan
het kabinet Sagasta.
Re eerste hulde, die de jeugdige
koning ontving, ging alweder met eene
ernstige ervaring vergezeld. Men kwam
nl. tot de ontdekking van een samen
zwering tegen het leven van den koning,
die echter gelukkig verijdeld werd. De
samenzwering werd bij tijds ontdekt,
6 personen zijn in hechtenis genomen.
Het plan was, om bij het voorbijtrekken
van de koninklijke koets met dynamiet-
palronen le werpen. De anarchisten heb
ben bekend.
Toeo had de socialist het hoofd gebogen en
dikke tranen waren over zijne wangen gerold.
Een rehoone, gulden herfstdag was liet, toen
het met Frits Lauter op bet eind liep. Het
halve don was toegestroomd, want allen wilden
den sociaal-demokraat zien sterven. De geeste
lijke zit aan het bed, ook de directeur is zoo
even met zijnen broeder aangekomen. Het ge
laat van den stervende is doodsbleek, zjjn moede
oogen zijn bijna gesloten; korten stokkend komt
do adem. Op eens beweegt bjj zich. De pastoor
legt hem het kruis op de borst, maar de zieke
is nog niet tevreden. Een verlangende, stom
smeekende blik, ligt in de dor glanzende oogen,
de hand pinkt zenuwachtig aan hel laken.
„Hjj wil zjjne brochure hebben," roept Leona,
die aan het voeteneiode van het bed ataat.
„Met zjjne brochure wil hjj sterven."
De hand van den directeur grjjpl naar de
brochure, die de een of ander van de tafel
beeft genomen; nu legt de mjjn-direcleur hel
zeil in de koude viogers van den stervende.
Hjj grjipt er krampachtig naar, neen, niet
naar het boek, dat achteloos op den vloer valt,
doch naar de hand des directeurs. Nu omklemt
hjj deze vast, zjjne brekende oogen richten zich
op het jeugdige gelaat, dat zich goedig over
hem heenbuigt.
„Blgf bg ons, mjjnheer de directeur," sta
melt de socialist smeekend, „Het is erg voor
onze bergen, als gjj heengaat gjj zjjt een
rechtvaardig mgn-direeteur, beter dan de
anderenEene hartstochtelijke spanning
teekende zich op zjjne trekken.
„Ik bljjf hier in de bergen zoolang
het noodig is," aolwoordde de directeur ge-
De socialist haalt diep adem eu grjjpt naar
het kruis op zjjne borst; nu kan hjj rustig
En in weerwil van het ernstige oogenblik
gaat een bljjde beweging door de aanwezigen;
dat heeft liet antwoord van den directeur be
werkt. Slechte Leona is niet tevreden, niet
met den dood van den socialist, dien zjj zich
veel heldhaftiger voorstelde, niet met den direc
teur, niet met den pastoor, niet met zich zelf.
„En toch moet er een nieuwe wereldorde ko
men" bromt zg en kijkt naar de mjjoge-
bouwen der loodgroeve. Dat oude hoofd houdt
de nieuwe leer veel halstarriger vost dan die
Van het sterfhuis van Frits Lanter gaan
beide broeders lerug naar de loodmgn, en
weder blijft Albert staan np die plaats van hel
bergpad, waar de wjjkende bergen eenen blik
op 'l vrge land toelaten. Met geweld willen
beiden hun weeke, geroerde rtemmiog onder
drukken.
„Hoe staat bet toch met de plaats als eerste
dokter ia 't Hiltlenhospilaal 1" vraagt de direc
teur. „Is de zaak nog Diet beslist?"
„Zeker, 't is al beslist. De tegenwoordige
eerste dokter ziet van het professoraat af eu
blgft in zgn oude betrekking, 't ts ook ma-.r
„En hebt gg, Albert, al andere plannen voor
de toekomst gemaakt?"
Daar kjjkt de jonge dokter met droomerige
blikken in hel schoono, arme, woeste land, en
terwgl hg zich plotseling, vast besloten, tot den
directeur wendt, zegt hg: „ik blgl bg u, Otto,
op voorposleo, ten minste de eerstvolgende
Maar Ott -*• broederlijke liefde wil het niet
toegeven, zg voelt, dat Alberts offer te groot
is. „Gg, do veelbelovende jonge dokter, die jaren
lang assistent-arts waart in vei echeidene inrich
tingen, wien de scbittorendste loopbaan wacht
sprak hg.
Albert echter lachte vroolgk. „Als ik werke
loos wilde zgn, kon ik mg op den ouden krijgs
kundigen grondregel beroepen: „De beste aal
daten staan op de voorposten
Geroerd gaf de directeur zgnen broeder de
hand, Zg begrepen elkaar; van heden af om
geven hen nog steviger banden dan die des
bleeds, do banden der vriendschap.
Ton de hoogte brult de stoompgp der lood
mgn, de mgnwagons rollen over de rollsoveri
gens lieeracbt in de natnnr de eentonige herlsl-
rusl, terwgl zg langzaam bergopwaarts gaan.
Hooger, steeds hooger en volmaakter! Da
vogelkersen gloeien als koralen in hel donkeie
sorbenloot en boven de bergen trekt de blauwe