I Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 10. Zaterdag 7 Juni 1902. Zestiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum. Bussum, Driebergen, Eeinnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie maanden i franco per po«t10,40. Afzonderlijke nummer*f 0,05. Bureau Br eedestraat18 Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Frije der Advertentiin Van 1 tot G regel*f0.30 Voor iedcrea regel meer-0.05 Gorrespnndcnlién en Adverlcnlién moeien uiterlijk VrjjilngavonJ Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Vrede. De Engel de* vredes is met den olijf tak op de velden van Zuid-Afrika neer gedaald! Deze verblijdende mare werd Zondag vr.n uit Londen over de wereld verspreid. Ja, er is vrede gekomen, een vrede, waarnaar in bange onrust reeds zoo langen lijd werd uilgezien. Lord Kitchener, de opperbevelhebber van liet Engeische leger in Zuid-Afrika, seinde onder dag- teekening van 31 Mei: ,Het stuk bevattende de voorwaarden van de overgave, werd hedenavond te half elf onderteekend door alle Boeren- gedelegeerdcn, lord Milner en lord Kitchener." En de reed* zoo lang door teleuritel- ling en beproeving gefolterde bevolking van Londen barstte in jubel los bij het vernemen dezer heuglijke tijding. De straten wemelden van menschen, die on verholen hunne vreugde uiljuichlten de klokken van de kerken en andere gebouwen luiddende geestdrift was onbeschrijfelijk. Dit nieuws werd ook uit Londen ge seind en onder al dat jubelen en juichen verscheen de volgende boodschap, van Koning Eduard aan zijn verheugd volk .Z. M. de Koning heeft de welkome tijding van de staking der vijandelijk heden in Zuid-Afrika met oneindige - voldoening ontvangen, en vertrouwt, dat de vrede weldra zal worden gevolgd door het herstel van de welvaart in zijn nieuw gebied en dat de gevoelens, die noodwendig zijn verwekt door den oorlog, zullen plaals maken voor de ernstige samenwerking van al de onder danen van Z. M. in Zuid-Afrika tol de bevordering van het welzijn van hun gemeenschappelijk vaderland.'' Aan de heldhaftige worsteling, die ruim twee en een half jaar door de Boeren tegen een overmachtigen vijand is volgehouden, is du* een einde geko men. En liet slot van dien wanhopigen strijd is, dut de beide Hollandsche Repu blieken in Zuid-Afrika hebben opgehou den te bestaan. De mannen, die met leeuwenmoed hebben gestreden voor hun onafhankelijkheid en daarmede de be wondering der geheele wereld afdwongen, hebben deemoedig het hoofd moeten buigen voor een onbedwingbare over macht; zij zagen in, dat hel doelloos was nog langer een strijd voort te zetten, die hun naamloos wee en ellende slechts vermocht te vergroot en. Tot den strijd gedwongen door ruwen inval voorheen en sarrende uitdaging later, hebben zij al de smart en hul lijden ondergaan, welke een oorlog bren gen kan. Terwijl overal over beschaving, verlichting en vooruitgang geschetterd werd, terwijl een vredes-hymne door een der machtigste potentaten, den Alleenlieerseher aller Russen, werd aangeheven, werd een oorlog begonnen en voortgezet eenerzijds met een gruw zame barbaarschheid als wellicht niet overtroffen werd. Van Paul Krnger, den voormaligcn President der Transvaalsehe Republiek, was echter de voorspelling uitgegaan, dat de wereld verbaasd zou staan over hetgeen de uitgebroken strijd zou te aanschouwen gevendeze profetio is ten volle bewaarheid. De Boerenaan voerders inzonderheid liet ben zicli op het oorlogsveld lauweren vergaard, waar op menig veldheer, wiens borst met ridder orden is overdekt, met bewondering staren zal. De stalen volharding bij de worsteling voor hun ideaal aan den dag gelegd, deed een overmachtigen vijand telkens terugdeinzen; tevens wisten zij van den vijand eerbied en ontzag af te dwingenwant naast voorbeelden van ridderlijken moed en dapperheid gaven zij ook blijken van edelmoedigheid in den schoonslen zin des woords. Het einde van den strijd is dus voor het Boeren heldenvolk wel teleurstellend, maar de beproeving van een onvoor waardelijke overgave, waarvan de Engel setien steeds hadden gedroomd, is hun toch bespaard gebleven. Niet geheel mach teloos hebben zij liet zwaard uit de bandon gelegd. Eerst na wekendurende onder handeling hebben de Bocrengcdelegeer- den liet stuk, bevattende de voorwaarde van overgave geteekend de onafhanke lijkheid van de heide Zuid-Afrikaanschc Republieken werd hiermede vernietigd, doch hel bewuste document is niettemin een vredesverdrag. Van onvoorwaarde lijk overgeven mag dus geen spr ,ke zijn. Tot het laatste oogenblik moesten de Engelsehen ondervinden, dal de Boeren ir niet geheel gehro- door sterkere machtde fiere onafhankelijkheidszin dezer helden moest buigen voor hol Brilsche gezag, maar toch niel, voordat men van Engel- sclie zijde lot die daad door tegemoet koming aan do eitchen der Boeren-helden had meegewerkt. Zal nu de gesloten overeenkomst tussctien de Boeren en de Engelschen inderdaad vrede brengen voor het zoo zeer geteisterde Zuid Afrika? Naast de uitbundige vreugde, die de Engclsche pers bij de uitkomst van den ook voor tien wanhopigen strijd bezielt, schijnt gelukkig ook plaats voor innige belang stelling on medeljjden voor liet dappere overwonnen volk. Aan de Boeren zoowel als aan de Britsclic soldaten wordt warme hulde gebracht en menig woord van waardeering wordt door haar gesproken. „Er wacht ons een nog grootere taak dan de ooi log," schreef o.a. „de Daily News" onder den eersten indruk, dien do vredes-lijding bracht, „de taak om har monie en geluk te brengen over liet verwoeste land, om aan de Boeren te toonen, dat wij evenzeer kunnen uit munten in den vrede als in den oorlog." Ziedaar gulden woorden, die tot on* komen uit hel land der triomfeerenden. Worden deze woorden nu ook in daden omgezet, dan eer*l zal tiet „Wee den overwonnenen-' niet zoozeer op het zoo diep getroffen arme, maar roemvolle Boerenvolk kunnen worden toegepast. Docli hoe het zij; op de velden van Zuid-Afrika hoeft Engeland in bloedige lijnen eenc bladzijde zijner geschiedenis geschreven, welke, tol in de verste tijden, den beschouwer met huivering en afschuw vervullen zal. Het imperialisme en 'l kapitalisme vieren derhalvo triomf. Voor de Boeren daarentegen hel grievende der kapitulatie of liet prijsgeven van hun onafhankelijk heid; want dal was toch de inzet! Al de volkeren stonden inet hun sym pathie,hun offer* in goud, som* in bloed aan de zijde der Boerenvoor lien is de kapitulatie mede eene niel geringe teleur stelling. Teekenend zijn de volgende woorden van de Times: „De vrcdeivoor waarden verzekeren ons liet bezit van Zuid-Afrika, maar leggen ook den grondslag voor een toestand, waarin wjj op onze oude tegen standers kunnen rekenen om ons in dit bezit te handhaven. Het zal ons doel zijn tien te overreden, om op liet rijk, dat Koning Eduard VII regeert, de schitterende vaderlandsliefde over te brengen, die zjj gekoesterd heli- ben voor de kleine Blaten, waarvan zij tot dusver duel uitmaakten; unite voor waarden, die wij hun verschaffen, nu zij er binnentreden, zullen ouzo taak moeien vergemakkelijken." Die voorwaarden moeten er goede Engelschen van makenDe houding van enkele Boeren-gedelegeerden, zooals o.a. van Sleyn, die het beier achtte „lot hel bitter einde" te volharden, „dan de onaf hankelijkheid te verliezen"en van de Wet „die nooit Engclseliman worden zou", schijnt wel eenigszin* zonderling zeer waarschijnlijk echter hebben ze voor een harde noodzakelijkheid moetcr zwichten; maar dat de Boeren hun schitterende vaderlandsliefde op het rijk, dal Koning Eduard regeert, zullen overbrengen, zal vrijwel onder de vrome wenschen kunnen worden gerangschikt. BÜITEKLANl). Maandag deelde minister Balfour in liet Lagerhuis de vredesvoorwaarden de, waarvan de hooldinhoud is als volgt 1. lie bur*era ia het vebl zullen terstond do spenen nederieggen en alle kanonnen on munitie hun bezit overgevenzjj zullen nfzieu van Ie vorzcMügon hel gezag van den Koning, Alle burgers in hel veld huilen de grenzen 'vual uii Orangia cn do krygsgevange- 1 Zuid-Afrika, die burgers zjjn, zullen klaring, dal z|j de positie^ vau onder val! Trai d zjn. hun poiannnljilte vrijheid en eigendommen. Geuno maatregelen, burgerljiku of ciiini- neele, zullen worden genomen tegen de burgers, van deu oorlog. Deze bepaling s'.rekl zich in- strijd met do oorloge van de vijandelijkhedi krijgsraad n Neilerïamlsclie laai zal worden onde wezen in do openbare scholen in Transvaal en Orangia, waar do ontere vau do kinderen dat verlangen, en zul worden toegelaten In do ge- li. liet bezit van geweren zal zyn toegestaan aao personen, die ze vorderen voor Imnne be- gerljjk bestuur, en zooilra de omstandigheden dit toiilaluii zullen vertegenwoordi l. Gr zuil m I u der Hueruu van de Kaap erugkumst zijn rdeel, dal De K ische r< en moeien zjiu, en dat de veldkornctten cn leedeu hij de stuwkrachten vau den vijand, regens hoogverraad zullen worden terechlge- teld, maar dat in geen geval de doodstral zal rordon opgelegd. De ovcreenkoms. werd geleekend door Kit- FEUILLETON. De hloementail. Daag* voor het leest van den heiligen Lode- ivijk, in 't jaar 1758, kwam een arme werkman, een zekere Bohner, bjjna buiten adem ii hoi» van don commissaris van politie te Psrjjs, en verlangde hem te spreken. Hel was echter juist één unr, de toenmalige lp van eten, en de bedienden, lot wien zich de man wendde, waagden bot niet hoonen heer, Bertio de Bellisle, te storen ter wille van eeo werkmao. Toch bield hjj voet bjj stuk men lachte hem uit; hö smeekte; men zeide hem heen te gaan hjj werd dreigend en trachtte met geweld door te dringenmen pakte hem bij de schouders en op hot pont hem de deur uit te zetteo. „Jaagt mjj niet wegl Ik wil en moot mijnheer Bertio de BellislB apreken! Het leven des Konlngs staat op het spell" Bjj dit gezegde aarzelden de bedienden, eo een korporaal, ge troffen door den toon van oprechte waarheid, slclde den politic-commissaris in k.-nnis mei tos begeereo, die nu terslond werd binnen geleid, waar de beambte hem ontving met een r streng gelaat. )eza werkman had, terwijl hü aan 't werk was in een koninklijk tuinhnisje, door een dun planken beschot twee hovelingen hooren spre ken. De dikwjjb genoemde naam van den ko ning bad hem opmerkzaam gemaakthjj luis terde to hoorde woorden van groot gewicht, Onder de bloemruikers, welke denzellden avond den koning, Lodewjjk XV, bjj gelegenheid van zp naamfeest, zouden overhandigd worden, had men besloten, tevoren er een klaar tema ken, welks bloemen in gilt zon worden gedoopl, zoodot, als de koniog er aan rook, hjj terstond dood zon blijven. In het bezit van dit verschrik- keljjk geheim had Bohner z'yn werk onalgedaan gelalen, en liep, zooals lljj was, In zjjn werk pak, naar hot commissariaat van politie, om samenzweringen van Lalude en andero minder bekende komplottensmeders, was de politie hjj dergelijke aangiften zeer achterdochtigde on- gewone, heilige gemoedsbeweging van Bohner deden hem echter gehoor viodeo bjj Berlin de Bellisle. „Hebt gjj," zoo sprak deze tol den werkman, ,zokor gehoord, wat gjj mjj daar zegt? Bedonk het wel, en weel, wal gjj zegt, want drjjft u de hebzucht, zulk een vreeseljjk verzinsel te bedenken, dan zult gjj uw onbe zonnen stap duur betalen. Heeds meer dan een heeft zich op die manier de deur van de Bastille geopend!" „Al zondt gjj my op de pijnbank leggen, ik zon niet anders spreken antwoordde Bohner snel. „Ik hoorde werkelijk, wal ik verklapte. Hond rnjj bier, tot gjj zekerheid lioblgaarne wil ik mijn loven ten pand stellen voor de waarheid van mijn beweren 1 Ik gevoel mjj daartoe op mjjo geweien verplicht „Dat is voldoende! Ik geloof u'. Ik zal u ray naar n de Beil de residentie aan en gi beïiue trap in de kleine zaleo, om nie achterdocht te wekken dergenen, achter boos plan hij hoopte te komen. Hjj had een gespiek met koning Loiewijk XV. Tegen acht uur, eerst op het oogenblik, dat de koning op lor deze i sg gugov hadden, beloof i ilk. Breuj hier- e Trakli 0 gaan. om do gelukwonschen van liet hof on di vreemde gezunlen Ie ontvangen, kwam de com missaris in eene aangrenzende zaal, waarin Bohner ouder toezicht van twee wachters van liet hooggerechlahof zich bevond. bodewijk XV ging met een vrcoljjk gelaat op den pronkzetel zilten achter in de zaal voor hom slood de prachtige mozaiok tafel, welke Lodewjjk do Grootc eertijds van de Re publiek Vonelill ton geschenke had ontvangen, en weke op dezen dag bestemd was de rul- kers le ontvangen van de koninklijke familie, de groot-officieren van het Huis en de leden van het corps diplomatique. Lodewijk scheen volstrekt niel onrustig, doch streelde van tjjd lot tjjd zjjn lievelings patrijshond, welke op een laboaret aao zjjno voelen lag. De plechtigheid begon. De koning nam zooals elk jaar, de hem aangeboden ruikers in ont vangst. Alsof iijj spelen wilde mei den hond, wiens ongemanierde liefkozingen hem schenen le bevallen, bield hy deze schertsend eiken ruiker ouder den neus en legde daarna den ruiker op do tafel. De leden van hot corps diplomatique brachten Z. M. het eerst hunne buide, daarua kwam de koninklyke lainilie, die ikljjk hor. By den e hovelingen overhandigden ruik hond doud neder. Deze plotselinge en akelige dood van d hond deed liet feest snel ophouden, en verbazing over dil voorval namen de ga»t afscheid, zonder een oplossing voor het feit kuoueu geven. Toen Lod bevond, lie waart goed isle," sprak ik kan en grootmoedig patroon Lodowyk IX zelfs. o zjjne vi l golicii werkman betreft, d Ilier dienl opgemerkt te worden, dat Berlin d.-n koniog de duislere bron zyner redding te noemen. Het was een schoon voorbeeld voor alle waardiglieidsbekleeders, doch dat slechts weinigen navolgen, üewoonlyk toch brengt een koperen rad oen gouden wyzer in beweging endeze alleen zichtbaar, ontiangt slechts lof co bewondering. „Ik heb den braven man meegebracht l" ant woordde de commissaris. „Hy bevindt zich hier Sire, verkeert in de grootste onrust, en heeft zyn armoedig werkinaospakje aao I" ,ües te beter, hol werkpak is het kleed des heen, ik zal hem inet meer achting ontvangen De commissaris verwyderde zich en kwam weldra uit de zaal der gardes mei zyn bevonden beschermeling, die het niet waagdo de oogen op le slaan. Den koning blonk een traan in 't oog en op den werkman toetredend, sprak hy „Omhels nwen koning, goede man; dit zy uw hulde en eer waard 1" hem op het voorhoofd. Welk een toooeel 1 Een koning van Frankryk, de elegantsche en meeat pronklievendc monarch van Versailles on Marly, die een armen, slecht gekleeden werkman aan zyn hart drukt; de koning haneu van dank baarheid stortend, de werkman weenond van verrassing en ontroering! „Wat wilt gy van my len geschenke hehbon?'' vroeg Lodewyk na deze eerste oogcnblikken. .Niels, Sire! Ik ben overgelukkig!" „Vraag en ik zal u toeslaan, wat gy verlangd" i, Sire, geef my een klein huisje, hier i nahjjheid „Is dat alles .Ja, Sire, alles! En als Uwe Majesteit my toestaat u zoo nu en dan maar eens to zien, zal ik voor immer gelukkig zyn." .Het biyft er by wat het hnisjc belreft, de nabybeid van Trianon gereed zyn, en gij moet my eiken morgen een ruiker brengun, dat

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1902 | | pagina 1