Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 13. Zaterdag 28 Juni 1902. Zestiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenondaal en Heist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementeprije par dria mtondeni Franco per posti 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauBreedextraat18 Amersfoort Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prija dar Advertentitni Van 1 tot 6 rogelsf0.30 Voor iedercn regel meer- 0.06 Correspondenten co Advertenlibn moeien uilcrljlk Vrijdagavond BIJ dit nummer behoort een Bijvoegsel. Sint Petrus- en Paulusfeest. Meer nog dan anders is Anno 1902 Sint Peter- en Pauwelsdag een treffend feest, omdat dit jaar een exceptioneel zeldzame viering alle katholieke harten verblijdt, die van 't zilveren Pausschap van Leo XIII. Nero waande, toen hij Pelrus en Paulus onder beulshanden deed sterven, aan zijne goden een dienst te doen en den Romeinschen Staat voor een gevaar te behoeden. Hg heeft zich echter misre kend de heidensche tempels zijn inge stort, het Romeinsche Rijk vprdween, de Kelk is verspreid tot in werelddeelen aan de Romeinsche adelaren onbekend, en de opvolger van Petrus zetelt te Rome. Nero heeft zich misrekend. Zeker, Paulus was de groote propagandist van 't geen de sekte der Christenen heette, waarvan Petrus het hoofd was op aarde. Met beiden uit den weg te ruimen moest de nieuwe sekte in 't hart getroffen zjjn. De goden-stoet, de goddelijke Nero in cluis, kon rustig zijn en 't vaderland ookde Imperator, tevens pontifex maximus, vreesde geen nieuwen opbloei der sekte. Nero was een bloeddorstig monster, maar dit ter zjjdehij moet een geniale anti-clericaal zijn geweest. De christelijke zedeleer moet hem als ideaal zjjn toe geschenen, ofschoon onpraktisch. Het .Geeft den keizer, wat den keizer toekomt" vond bij correct, eiken Romein wilde hy hiervan doordringen, dit voorkwam veel moeite en last. Maar hoe vrijgevig ook jegens de goden der overwonnen natiën met Christus, Die door mirakelen Zijn Godheid had bevestigd, tegenover Wien de goden der heidenen duivelen zijn, verdroeg zich de Keizer niet. En dan't woord van Christus tot de Apostelen „Gaat en onderwijst alle volkeren, hun leerende onderhouden, wal Ik u bevolen heb" 't was heel in strijd met de beginselen van Rome's staatsrecht. Weg derhalve met den verkondiger van zoo'n woord, met het hoofd der sekte. Het Pausdom overleefde dien gewel digen anti-clericaal, die zelf een ellendi- gen dood slierf. Maar zijn politiek daalde niet met hem ten grave, zij werd voort gezet door bijna al zjjn opvolgers in drie elkaar opvolgende eeuwen. 'tWas gemunt op de Kerk en in de eerste plaats op hem, die op Petrus Stoel zeielde. Wie den met bloed bespatten staf van den gedooden Opperherder overnam, wist dat die staf hem den martelaarsdood verkondigde. Wat nochtans aan Nero niet gelukt was, en niet kon gelukken, mislukte eveneens aan de andere Imperators. Het getal dergenen, die in den Paus den Plaatsbekleeder van Christus erkenden, nam in alle landen en onder alle klas sen dermate toe, dal geen edikt baatte, zoo min als het foltertuig. Constantijn verklaarde bij edikt te Milaan in 312 het Christendom vrij en met hem steeg het Kruis ten troon. Teekenend is het, dat hjj te Constanli- nopel zijn residentie vesligde. Rome was en bleef de Zetel van hel Pausschap. Onaangevochten zou 't Pausdom echter niet blijven; de groote ketterijen wilden langs anderen weg bereiken, wat aan de politiek der heidensche keizers onmo gelijk was gebleken. Maar zijsprongen naar het bloedpad worden ook nu ge daan en de weg der Pausen bleek nog eens een lijdensweg te zijn. Het Paus dom echter overleefde die oude en groote ketterijen, tot welke de Byzantynsche keizers zich aangetrokken gevoelden en waardoor volkeren, die hun wouden en steppen hadden verlaten, om de weelde van het zonnig Zuiden te genieten, wer den aangetast. Die volkeren waren van hun bergland naar de vlakten neergestort en richtten een vernieling aan, alsof vulkanen hun inhoud over de oude beschaving hadden uitgebraakt, Geheele landen scheurden zich los van 't Romeinsche Rijkeinde lijk stortte het Woslersclie Keizerrijk met Rome in. De instorting van den bouw val, die 't Oostersrlie 11 ijk heette, en zich van 't Primaatschap der Pausen had losgescheurd, zou ccnigu eenwen later volgen. Het Pausschap bleef; ja, liet redde de wereld voor ondergang door de Bar baren te kerstenen en Ie beschaven. Het diende den II. Doop toe aan Clovis, den Koning van Frankrijk, wijdde St. Willibrord tot aartsbisschop in 'I land der Friezen, en Bonifacius in 't land der Germanen; het zond Auguslinus naar Engeland om de Anglo-S iksen te bekec- ren. De opvolgers van Pelrus zorgden, dat 's Heeren bevel„predikt het woord aan alle schepsel" geen ijdelen klank bleef. Het Pausdom vierde heerlijke trioml- dagen, of liever het bracht roem en dank aan Christus voor elke overwin ning op den geest der duisternis bevoch ten. Toen het in 800 de keizerskroon op hel hoofd van Karei den Grooten plaatste, trad een nieuwe aerain. Paus en Keizer, de geestelijke en de tijdelijke macht aan den arbeid lol be vordering van stoffelijk welvaren en inlellectueele en zedelijke verheffing der volkerenToch scheen het in du tiende en elfde eeuw weer een inzakking in eene inodderrivier. De Duitsche Keizers overtroffen Nero, erkenden geen zending :- macht door Christus aan de Kerk ge geven, mits zjj den zendingsbrief uit reikten. Maar God wekte Paus Gregorius VII (1087) als redder, ook der maat schappij. Na hunne rechten erkend te zien, ston den nu de Pausen, lol aan 't begin der veertiende eeuw, aan 't hoofd der Chris telijke volkeren-familie, aan het hoofd der sociale beweging. Dat hield, helaasop, toen de Fransche koning Filips de Schoone op 't beginsel van vorstelijke staalsahnacht zijn poli tieke actie baseerde, ondanks 't verzet van Paus Bonifacius VIII (1294-1303). Uit dit beginsel volgde, dat dc staat kunde door geen zedeleer is gebonden, Boven alle wetten uil slaat 'skonings wil, deze is wol. Ziedaar i - één trek liet absolutisme of imperialisme, nog in ile moderne staatsleer geschreven. Uc vorst, ilie aan do vrjjhedon der Kerk zicli vergreep, moest wel in stryil komen met Bonifacius. De vorsl, vervalieher van 's Rjjks munl, had de katholieke traditie vervalscht. Maar al stierf Bonifacius, verzaad van versmaadheid, het Pausdom ovorlcofdo den aanval van 't anll-cloricaliume, ter wijl do prinsen van Orleans, uit Filips' geslacht gesproten, als pretendenten in den vreemde zich ophouden. Als een wervelwind verscheen het Protestantisme; maar Luther heeft mix- geprofeteerd met aan te kondigen, dal hjj stervende den dood aan het Paus dom bracht. Volkeren hebben in revolutic-rop» den Paus gevangen genomen't modern anti-clcricnlisine heeft den Pans Van zjjn tjjdelijkë soevereiniteit beroofd, on kel met het doel om Ie gemakkelijker lol de opheffing zjjner geestelijke macht te koincn, maar zoo min als ondor Nero, of keizer Hendrik IV, of Filips den Schooncn, kapilulccrde in de XIXo eeuw noch Pius IX, noch Leo XIII voor do dwaling, wnlke den Staat tot bron van nllt recht verklaart. En de XXe eeuw ziet evenmin, dal do poorlen der hel de Kerk overweldigen, wier zichtbaar hoofd de opvolger van Petrus is. BUITENLAND. De verklaring, waarmede de Fransche Regeering voor de Kamer is opgetreden, heelt de minister-president, Combes, nog wal aangevuld met een circulaire, ge richt aan do prefecten, waarin hjj zijn anti-clericaal gemoed nog eens op de onbesehaamdste wijze komt uitstorten, „Oin het werk der democratie, door het vorige kabinet zoo gelukkig aangevungeu, voort te zetten," zegt Combes, ,heb ik behoefte aan loyalen en krachtdadiger! steun en dien van alle ambtenaren, die deeltje der openbare macht bezitten." Dientengevolge zegt C.onihcs tot de pre fecten, dat hun plicht gebied' de gunsten on voordeoltm, die te hunner beschik king staan, alleen te verleunen aan degenen hunner ambtenaren, die ondub belzinnige bewjjzen hebben gegeven van hun trouw aan de republikcinscho in stellingen. Daarom zal er voorlaan geene benoeming en gcenu bevordering inden umblenaiirsdienxt geschieden, voordat dc prefect van het betrokken departe ment over het politieke gedrag van dun aiudiduat is gehoord. Dat is dan toch wol do onverdraag zaamheid ten top voeren. Of,de presi dent dor Fransche Republiek, Loubot, dit nok govoolt. valt iuoell|jk uit te maken; maar uit zjjn antwoord, op ocno toespraak van den inaire van Le Mans aan een feestmaal Zondag gegeven, twee dagen na dc uitvaardiging van de beruchte circulaire van ('.oraties, klinkt een andoren toon. Hjj zeide o.a. .Dn republikeinen, uit wier naam gjj mij bogrout, hebben mjj zooveel bljjken van genegenheid gegeven en hebben mjj zooveel sleun geschonken, dat Ik hen nooit daarvoor danken kan. Zjj weten, dat al injjnc krachten gewjjd zjjn aan den dienst der Republiek, cn aan hare vreedzame ontwikkeling. Met warmte beveel ik hen echter aan een program to volgen, dat in deze woorden saam te vatten isVerdraagzaamheid, eenheid, verzoening." 'I Is nu maar de vraag, wat Loubet onder verdraagzaamheid, eenheid, ver zoening eigenljjk wil verstaan. Zjjn ver leden strekt hierin niet erg tot gerust stuiting. Van Engolscho zjjde wordt alles be proefd om de harlen der Boeren in te nemen. Tcrwjjl Lord Kitchener in een brief van dankbetuiging aan de generaals Botha, Delarey en De Wet zjjne waar deering heeft uilgesproken voor hunne medewerking bjj het nedurieggen der wapenen van de Boeren-coirunando's cn daaraan toevoegde: „De wjjze waarop liet ncderleggen der wapenen door de Boeren is geschied, heeft Z. M. den Koning veel genoogen gedaan en een diepen indruk gemaakt op het Engelsche volk, dat van harle bereid is de Boeren als medeburgers te begroeten," ver klaarde lord Roberts op een gastmaal van het Koninklijk aardrjjkskundig ge nootschap: „De Boeren waren dappere mannen. Zjj waren hooghartig, edel- FEUILLETON. Het eenige brood. (Slot.) 8) Beiden sluimerden iü nu den nacht door. De xoete rut der sliup, «elke deo vermoeide lriicht en kracht en leven «chenki, verkw hen echter niet; het was de zware «Immer halve onmacht, die loodtwaar op her lichi valt, wanneer alle krachten der nalnur ontbre ken. De schrik des doods herbaalde zich in de sn weder en perate bet angst- in groote droppels nit de op dooden gelij kende geraamten. Spoedig hoorden zjjheloade- rende gedruiscb van den atrjjd, met 't gejam- -gehoil der vluchtende vrouwen en kinderen vermengddra aagen «ij horden van onmen- ■chen als roovera het buis biunenslormen eu opnieuw met de angst, die den weerloos overvallens onder bet zwaard van deo i denaar ondervindt. Zoo worden zjj io huive ringwekkende droomgezichten gemarteld, ijj door hnn eigen angstgeschreeuw bang ont waken. Dan jaagt bon de storm, die alt de liepie van bet dal opbroischt, vocht door het rerbrytelde venaterover huunekonde legersteden, de rilling hnn door merg en been voert en none bevende leden schudden doet. vader, de met kruis beladen ljjder, troost mat de gedaebte aan het naderend nnrlje, ham spoedig van de aarde, waarop de men- i, dikwijls niet meer meoacben, maar re volutie dieren «ijo, veftossen en hem tot Uod brengen tal, waar de ziel niet meer te ver geefs naar rust verlangt. De toenemende smart der wonden was ook voor don koaap, wlen geen enkele kermende zucht, waarmede hij den vader eenigaiins zou Ituuneu kwellen, ontsnapte, een welkome bode des doods. .Maarmjja Ijjdepde vaderdacht de vrome zoon. En de vader dacht aan ver- weezing van den koaap. als God hem zal bob ben weggenomen uil d-ize ellendige wereld. ,Acb, wie zal hem leiden en heachormen?" fluisterde hjj zicht en vurig. En beiden drukte het zwaar op 't hart, ofschoon zij zich zoo even nog over een naderende verlossing ver heugd hadden. Wanneer dan het scheidingsge- voel te pijnigend werkte, lonk" de loodzware sluimer der onmacht weder beklemmend op hen neer en nam hun hel wakend bewustzijn, om hen opnieuw met verschrlkkel-'ke gezichten van den koortsdroom te kwellen. De morgen trad laat en duister in het dal en scheen over de algemeene verwoesting en de verjaagde families te treuren. .Vader, leelt unogï" vraagde de knaap met krachtelooss inspanning. ,Ja" lispelde hem zacht de stem van den anderen kant tegen. Nog eenmaal raapte de zoon de rest ijner verdwijnende krachten te xamen en kroop langs den muur heen, naar hel brood, zijn eenige hoop, om daarmede xjja vader te ver* kwikken. Hg bracht het hem, want hjj vreesde, non aanbrengen. Dan sleepte bjj xich naar de bron, bevochtigde met eenigen druppelen wa ter zijne wonden, en droeg onder uiterste In spanning eene voorraad van ettelijke scherven water naar zijn vader toe. Het waa de eenige de engelen zsgen dat oller en zegenden hem. ,Eet nu, eader," sprak bij, en doopte het brood in bet water, .het heelt u locli gisteren zoo goed gedaan." „Ja, mijn zoon, ik wil etennit uwe hand doet het mij zeker goed. Haar gjj moet het met De knaap stond ecoige oogenblikken in ge dachten en zeide toen Nu, ja vaderik deel met ulaat het u nu goed smaken I" Daarna nam hij een bete broods en proefde Nu nam ook dn vader spoedig iels en stamel de: „Ach, ach, dat ik toch ook voor mijne ziel brood htdde, da H. Teerspijze der stervenden I" „Arme vader," weeklaagde nu de zoou. „or is geen priester in de nabijheidkerk on tabernakel zjjp verwoest! Onze pastoor, de goede herder, werd als gevangene weggevoerd - Ontvang daarom godvruchtig in den geest de heilige Teerspijze I Ik wil daarvoor in stilte da confiteor bidden I" De grijsaard dankte en wilde zich ophelfen om le knielen, doch sidderend en bevend zonk hjj op ijja leger, den bladerenzak, terug en scbeeo in zoete overwegingen verzonken, want een glimlach speelde om zijnen mond. Erenala uit een zalige bespiegeling ontwakend, ekonde stem .Mijn zo Reik mjj nog een enkele maal uwe hand en uwen mond, opdat ik die kussel Mijn zegen zal met tnjjoea adem afdalen in uwe ziel, en de Drie-enige God daarboven, de Algaede en Allerbsrmhartigsle, Die de harten en nieren doorgrondt en ook uwe trouw en Helde kent, zal mjjn ootmoedig gebed om vergelding voor u, de laatste bede van zjjn stervenden diens knecht wel verhonrenl" De vader legde nu, bij gebrek aan een cruel- liz, dat men hem ontroofd had, gelijk de eer ste christen-martelaren, kruisgewjjie de armen over Z|jn borst en fluisterde: „O God. wee» mj) armen zondaar genadig I O God, ik vergeef van ganscher harte al mijne vijanden I O God, be scherm en hoed mijn edel kind I Jesus en Maria, U baveel U mijne ziel en mijn verweesd kind I" De knaap kuste deo vader, drukte bem zacht de gekruiste handen, en liet een traan der kin derlijks liefde vallen op dieoa aangezicht. De vader zweeg en richtte zich niet meer op. Den volgenden morgen keerde een der zonen terug, die tegeo den vjjaod gestreden hadden; do andere waa in den slrjjd voor da vrijheid des vaderlands gevallen. Die daar binnenkwam vond zjjn vader op den bladerenzak mat op da borat gekruiste en verstijfde banden liggen hemalsche vrede met smarten vermengd in de gelaatstrekkeo, den uitgedoofden blik op waarts, oaar de woonplaats der gelakseligeo ge richt. Zjjn geest had hemelvaart gevierd, an de laatate slaap had aijn omhulsel ia liet gebod omarmt. Hat eenige brood, dat voor bem ten koste van brandende wonden, door sjjojongateo «ooo was gered, lag, als een heilig gedankte*- ken der lietde, neest hem. armoedige lompen de wondon bedekt, lag de kmap ala een ofler der kinderlijke liefde ver bloedend en de bete broods, welke bj), tot gerustelhog zjjna blddenden vedert, van het eenige brood had afgebroken, hield h|) nog on verteerd in de hand. Door hot geruisch en liet lu'de weanan das binnengekomen broeders ontwaakte hjj nil zjjne zwakte, glimlachte weemoedig, en verkreeg oog zooveel kracht om mat zachte woorden, door tuasclienpoozen onderbroken, hal gebeurde le verhalen, fyiarna sloeg h|j een langen blik op hel ontzielde lichaam zijne vaders, op het eenige brood, en op zltnen broeder een Irtto oen zucht eon Avo-Msris een twaren ademtocht en de zoo edele zoon waa, al zjjn wea en ellende overwinnend, degelukzali- go eeuwigheid binnengegaan. De morgenzon straalde door de verbrijzelde glasruiten haar louter goud over debalde Ijjken, en omhulde se ala met hemelschen glans da morgenwiod speelde sacbt In de grijze lok kan des veders en in de bloode des zoons, en slechts het lispelen der linden stoorde de •tilt* in da doodenkamer. De teruggekeerd* zoon knielde, in Irtnen badend, tusschen twee eerbiedwaardige lilken, en bad Innig tol God om de eeuwige rust eo hal eeuwige licht roor tj|nen rader eo i|)nea

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1902 | | pagina 1