Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 39.
Zaterdag 27 December 1902.
Zeatiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden. Nijkerk. Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATEBDAO.
Abonnementsprijs per drie meenden
Fnnco per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat, 18 Amersfoort
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentitn i
Van 1 tot 6 regelsf0.30
Voor iedere» regel meer- 0.05
CorrespondonliSn on Advertontitla ranelcn uilorl(jk Vrijdagavond
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
VAN HET OUDE IN HET NIEUWE JAAR.
Nog slechts enkele dagen en hel jaar
190i is ten einde.
Een tijdperk wordt daarmede afgeslo
ten, rijk aan diep in 't gemoed grijpende
gebeurtenissen. Terwijl de tijd met den
geregelden gang, door God vastgesteld,
zijnen loop in dit jaar vervolgde, werden
er wereldfeiten voltrokken, die óf een
jubeltoon uit het hart deden opstijgen,
óf een schrillen kreet van afschuw of
verontwaardiging uit de bange borst
ontwrongen.
Toen immers het bijna afgeloopen jaar
zijn intrede deed, werd het reeds begroet
met smart- en angstkreten, die van de
slagvelden van Zuid-Afrika opwaarts
stegen, De roof- en moordpartij in
die verre gewesten is geëindigd, maar
ze staat opgeteekend als een huivering
wekkende schanddaad in hel boek der
geschiedenis.
En gelijk weleer in de dagen der groole
revolutie, werden in Frankrijk in den loop
dezes jaars ook weder het recht en de
vrijheid met een helsche woede vertreden.
Onderwijl men zich daar vol geestdrift
schaarde aan de zijde van hen, die hun
diepen afschuw uitspraken over de ge
pleegde ongerechtigheden en voldoening
eischten voor de door Engeland gelyran-
niseerde volken in Zuid-Afrika, deed zich
tegelijkertijd hel weerzinwekkend verschijn
sel voor, dat op eigen erf een rechts- en
vrijheidsverkrachting werd gepleegd,
de meest perfide soort. Maar in Frankrijk
betreft het kloosterlingen, die het volk
door algeheele zelfopoffering en i
beeldige liefde leiden tot God, en voor
deze helden van naastenliefde blijkt zelfs
bij een groot deel der om vrijheid en
recht schreeuwenden geen recht of vrij
heid meer te bestaan. Zich wijden aan
de opvoeding der jeugd, zich opofferen
voor den lijdenden en behoeftigen i
mensch, onverschillig tot welke natie of
godsdienstige of politieke richting deze
ook behoort, wordt voor kloosterlingen
tot misdaad gerekenden hij, die zich
daaraan schuldig maakl, wordt over de
grenzen gedreven of in den kerker ge
sleurd. Zells moest men ontwaren, dat
op éénzelfden dag door de Fransche
Kamer amnestie werd verleend voor
misdrijven tijdens de slaking der mijn
werkers, met dolk en revolver bedreven,
en door de Regeering een tuchli-
gingsmaalrcgel werd afgekondigd hel
inhouden der bezoldiging tegen drie
Bisschoppen, wijl zij deze Prelaten be
schouwde als degenen, van wien hel
plan of de redactie was uilgegaan der
petitie ten gunste der vervolgde en be
laagde congregatiën. De stem op edele,
waardige wijze verheffen voor schandelijk
verdrukten wordt derhalve aan de Bis
schoppen ontzegdeen recht hel recht
van petilionncercn dat ieder staats
burger toekomt, aan deze Kerkvoogden
ontwrongen, en misdadigers van
de gevaarlijkste soort worden in be
scherming genomen.
Ziedaar eene toepassing van rechten
gerechtigheid, die bij de sectarissen alge-
mccne instemming vindtgeen enkel
protest dezerzijds werd vernomen
wel weerklonken oproerige kreten der
socialisten zoowel in als buiten de Par
lementen, en werd het gerommel der
steeds naderende revolutie gehoord.
Slechts deze uit de vele rampzalige
gebeurtenissen bewijzen o. i. overtuigend,
dat het bijna afgeloopen jaar een tijd
perk was van strijd en beproeving, van
zedelijk bederf en goddeloosheid,
barbaarschheid en revolutie-geest. En als
alle voortcekenen niet bedriegen, dan zal
er in de naaste toekomst hard gearbeid,
fel geslreden moeten worden, meer nog
en krachtdadiger dan te voren. Naarmate
toch de moderne leer, die niet anders
predikt dan opstand tegen God en Zijne
Kerk, en die alle orde en gezag tracht
te vernietigen, in de harten meer ingang
vindt, wordt de taak der geloovige
Christenen steeds zwaarder, wijl niemand
onzer den strijd daartegen ontwijken mag.
Hier toch is pal staan, onwrikbaar en
onvervaard, een onafwijsbare, een ge
biedende plicht.
Maar bij al dien strijd en arbeid,
welk een troost, welk een bemoediging
ontwaart niet de Christen, die in Zijn
en Heiland zijn hope heeft gesteld.
Daarentegen welk een angst, welk een
twijfelzucht, welk een moedeloosheid bij
den ongeloovige, die tevergeefs bij de
moderne weienschap een oplossing zoekt
voor de gewichtigste levensvragen. Als
hij zich afvraagtwie ben ik van waar
kom ik waarheen ga ik dun weel hjj
zich geen antwoord te gevenvoor hem
derhalve geen hoop, geen waarachtige
troost in de teleurstellingen en beproe
vingen des levens, vandaar ook geen
levenslust noch stervensmoed.
Deze vragen kunnen ons, Katholieken,
geenszins veronlruslen, omdat het ant
woord door onze Moeder de H. Kerk
daarop gegeven, ons blijde en gelukkig
stemt. Wij houden geen (jdele bespiege
lingen, maar nemen het leven in zijn
volle werkelijkheid. Wij welen immers,
dal wjj, die hier .zien als door een
spiegel in een raadsel en slechts kennen
ten deote, eenmaal zullen kennen van
aangezicht tol aangezicht."
Toen Casimier Périer, minister
koning Louis Philippe, den dood voelde
naderen, beweende hij in de bitlerheid
zijns harten zijne aldwalingen en riep
uit.De godsdienst, ziedaar wal eigenlijk
waarde heeft, ziedaar wat alleen goed
is op aardeT Is een groot ongeluk,
dat men den godsdienst heeft vergeten
men weet niet, wat men verloren heeft."
Dan wendde hij zich lot een jong go-
neeshecr, die bij hem stond, en zcidc
.Eloe denkt gij er over, jonge man?
Heb ik niet gelijk? Voell gij dal,zooals
ik het nu gevoel Bemint gij den gods
dienst Hebt gij godsdienst Als
nu de jeugdige geleerde antwoordde, dat
hij zich daar niet over uitliet, hernam
de zieke met vuur: „Gij hebt ongelijk,
mjjn vriend, gij zult het u later berouwen.
Sana la religion Wen! Zonder godsdienst,
niet»Ik zeg het u in 't aangezicht des
doods. Noem u in acht 1"
De woorden door den Franschcn
staatsman gesproken in de ure zijns
doods: „Zonder godsdienst,niets," mogen
zeker opnieuw gehoord en ook Ier harte
genomen worden. De historie toch heeft
voortdurend in harde, droeve lessen ge- I
leerd, dat de Stalen, die naar de be
grippen der revolulie worden geregeerd,
den eeuwigen God, den God van het
recht en der ware vrijheid hebben af
gewezen, en zooveel in hun vermogen
was de volkeren buiten hel Christendom
hebben opgevoed, ook de wrange vruch- I
len moesten oogsten, die door hel uil-
gestrooide zaad de» ongeloofs en der j
revolutie gekweekt worden. Het moge
dus niet verwonderen, dal steeds luider
wordt gehoord de verzuchting: „Terug
tot den Christus, die de volkeren heeft
vrijgemaakt met de vrijheid der kinderen
Gods." Mogen daarom de woorden van
den slcrvenden staalsman: „Zonder gods
dienst, niels," in de harten der volkeren
sleeds dieper ingang vinden, dan beslaal
er hope, dat de God var goedheid en liefde
steeds meer en meer in alle rangen en
standen der maatschappij zal geëerd en
aanbeden worden, op eene wijze, als aan
Hem alleen toekomt. En dan ook mogen
we hopen en verwachten, dat de nieuw
te openen jaarkring ons zal brengen
waarachiigen vrede, welvaart en geluk,
die wjj al onzen lezers van ganscher
harte toewenschen.
BUITENLAND.
Eindelijk is de beruchte oplichtcrs-
lamilie Humbert, die in Frankrijk zulk
een interessante rol heelt gespeeld, le
Madrid geval. Sedert 7 Mei, loen
de leden van die bende plotseling ver
dwenen, hebben deze verblijf gehouden
ter plaatse, waar ze nu gearresteerd
werden. In bijna alle werelddeelen wer
den ze le vergeefs gezocht, een premie
van 25.000 francs werd door de Fransche
Regeering uitgeloofd, aan dengene, die de
zwendelaars wist op te sporen, en niet
temin hebben deze zich ruim 7 maanden
weten schuil te houden, vlak in de buurt
van Frankrijk.
Omtrent de airestatie verluidt uit
MadridSedert eenige dagen bewaakte
de politie het hui» no 33 in de Fcrraz-
straat, tot hare verdenking, dal de familie
Humbert daar woonde, bevestigd was.
In den nacht van Vrjjdag op Zaterdag
drongen toen de politiebeambten, van
een gerechtelijk mandaat voorzien, in
het huis, dat door politic en gendarmerie
geheel omsingeld was. Nadat de politie
20 minuten vergeefs gescheld en de
bewoners beproefd hadden door een
achterdeur le ontvluchten, werd de deur
geopend, waarop de politie de leden
der familie, Frederic, Eva en Maria
Humbert, Thercic, Maria, Paul en Jean
Daurignac arresteerde,
j Zij waren den 9en Mei rechtstreek»
van Parijs naar Madrid gekomen en
hadden in den beginne in een ander
1 huis gewoond. Hun woning was praeh-
tig ingericht: gelijk van zelf spreekt
wa» hun eten lijn, met tafelzilver, zjj
hielden echter geen dienstboden. Zoodra
I de inventaris opgenomen was, werden
1 de gearresteerden naar de gevangenis
overgebracht, waar zjj Ier beschikking
van den Franschen gezant gesteld werden.
Aan tooneel-effect heeft het bjj de
aanhouding niet ontbroken. Eva Hum-
bert werd door een zenuwtoeval getrof-
I fen. Mevrouw Humbert omhelsde wee-
t nend haren man en hare dochter. Romain
j Daurignac zeide tol de agenten„Ik ben
I degene, dien gij zoekt." Mevrouw Hunt-
i bert riep: „Laat mij toch mijn dochter."
Kort na hel binnendringen in het huis,
vond de politie in een geldzakje een
bedrag van 2.275 peseta's in geld en
voor circa 10,000 peseta's aan juweelen.
Romain verklaarde, dat hjj en de zijnen
gerust zijn omtrent den afloop der zaak.
Builen Romain Daurignac kende geen
der familie Spaansch.
Over die gevangenneming bljjvcn spot
en ironie niet uit. Dal sinds eenige
maanden heel Spanje en Portugal werden
doorzocht, en Madrid vergeten werd,
of zoo onbegrijpeljjk onnoozel door
zocht werd, dat een club van zes per
sonen aan de navorschiDgen wisten te
ontsnappen, is al te opvallend en wel
geschikt om gevolgtrekkingen te maken,
die niet in het voordeel der Fransche
Regeering en juslitie uitvallen. Dat som
mige hooggeplaatste personen over deze
arrestatie zich niet verheugen, is licht
le denken. In ieder geval kan men zich
in Frankrijk weder op een groot schan
daal-proces voorbereiden.
FEUILLETON.
Gered door de eoorant.
In de woonkamer der wednwe Hellwig was
een k,ein doch vrooljjfc geselschap bjjeen. Op
de eeroplaats, de sola, sat hel bruidspaar: Trnda
met bare bruine oogeo en mei eene uitdrukking
ran goedheid, zachtheid en hartelgkheid io hare
trekken, en naaat baar Cnstaaf Nell, haar brui
degom, twee of drie jaren onder dan zg, breed
geschouderd, eierk, met eeo eeoigszios
groot rond hoofd, doch met twee heldere blauwe
oogeo, die als twee spiegels zjjo eerlijk hart
weerkaatsten. In een ouden leunstoel naast hen
had de wednwe plaats genomen, terwijl lB met
de nog eteeds heldere, levendige oogen den
geheelen kring met een moederlijken blik over
zag. Daarna kwamen de gasten, eeo paar
vrienden van Gustaaf en een paar vriendinnen
van Truda, waartueschen de zestienjarige broe
der en de twaalfjarige zuster der gelukkige
bruid zaten.
Het gezcliehap zat nog aan tafel hazen-
en ganzebontjes, met een glas Beiersch bier
en Tiooljjke gesprekken kruidden het eenvou
dige maal. Lange toosten werden niet gehou
den, de eenvoudige zin der aanwezigen zou
dezen vorm der moderne huichelarij In bun
(aostel||ken kring slechts als een vervelende
stoornis beschouwd hebben, al had ook iemand
der feestelingen de knust om lang te praten
in zich voeleD opkomenmeo dronk eeo glas i
op eikaars gezondheid, eo bracht menig luid,
welgemeend, juichend hoezee op het bruidspaar
en de moeder der bruid, - wat hinderde het
dan ook, of do verloviDg nog oiet officieel was,
en het wisselen der ringen eerst na den eten
bij den punch zou geschieden alleu wisten
toch, hoever zij er mede stonden 1
Van alle deelnemers was misschien Trnda
j Heltwig de eenige, die oiet vao ganscher harte
in de vrooljjkbeid deelde de ontmoeting met
baar chef, hoe onbeduidend zolks aan de niele
kwaads vermoedende voorkwam, had baar pjjo-
ljjk aangedaan, en slechts langzaam kwam haar
goede luim terng. Juist vertelde een der jonge
maonea op koddige manier zijn eigen verloving
en Truda lachte uit volle borst mede, toon er
plotseling aan de denr werd geklopt, en de
twaalfjarige Anna, die eens ging hooren, wal
er was, kwam met de boodschap terng, dat
mijnheer de Commissaris LOber er was en
moeder wenachte te spreken. Deze stond aan
stonds op, waarbij rij kaar verwonderde dochter
betcekenisvol toelachte, wat in de feestzaal
beduiden moest, dat dat wel zon wezen om
geluk te komen wenschen en misschien wel om
't een of ander geschenk te overhandigen. Tol
Truda's verbazing bleel zjj echter lang, zeer
long weg, er kon al wel een kwartier verloopen
Zijn, en het meisje stond ten slotte onrustig
op, om eens te gaan kjjken, toen deze joist het
hoofd door Je denr slak, om hare dochter to
zeggen, dat zjj even bij haar moest komen.
O hemel, wat een verschrokken, doodsbleek
gei,vat, wat klonk dio stem vreemd I Alle gasten
keken verwonderd eerst naar de deur, dan
elkaar aan, de bruigom keek vragend naar zijn
aanstaande, die met angstig kloppend hart, als 1
door een dreigend ongeluk bedrukt, aan den
roep der moeder giog gehoorzamen.
Juffronw Hellwig greep hare hand en bracht
haar in de keuken; hier stond de Commissaris
inet nog eeo ander, beiden droegen bnrgerkloe-
ren, en de Commissaris trachtte een zeer ernstig
gezicht te zetten, terwijl 'och bet zenuwachtig
trekken vao zgoen mond een hevige aanJoeoing
te kenoen gaf.
.Daar is zjj," sprak baar moeder met loon*
looze stem, terwijl zjj hare dochter naar den
ouden vriend leidde. Deze keek met angsligen,
vorschooden blik in de trekken van het jonge
meisje.
.Beate juffrouw Hellwig," sprak hjj, daarbij
de oude vrouw de hand drukkend, „het is eene
zeer pijnigende gedachte voor mjj, dat ik juist
op dit ear moet optreden. Hoe gaarne had ik
als oud vriend n geluk gewensebt en een uarljo
bjj n komen doorbrengen, in plaits van zulk
een treorigen plicht te moeten vervullen I"
.Een verschrikkelijke aanklacht is tegen n
ingebracht, mjjo kind," kermde de ongelukkige
moeder. .Hen beweert, dat gjj een eerlooze
dievegge zgtgjj moet alles gestolen hebben,
wal in den laatstee tijd in de zaak van den
heer Hahrhorst verdwenen is; gjj moet, zegt
meo, de briljanten gestolen hebben, die uw
hoor in zijnen lessenaar
Zjj kon niet meer. Truda boog het hoold, als
getroffea door een hevigen slag; baar door het
bljjde leest tot nn toe blozend gezicht, werd
„ik..
Hemel;
„Gjj
veggol" r;
us niet schuldig lo zjjn,
Truds?" vroeg de Commissaris met iets lintc-
lends in zjjn scherpe, doorborende oogeo.
.Mijnheer de Commissaris, u kent mjj van
der jeugd af, ben ik ooit slecht of lichtzinolg
geweest?" soikle Trnda. ,0, hoe kunt gjj mij,
hoe kan rajjoheer Hahrhorst mjj van zoo iets
De Commissaris schudde medelijdend hel
hootd. „Op mjj komt het volstrekt niet aan,
Truda," sprak hg zacht, waarop hjj haar do
gronden meedeelde van zjjn verdenken, welkn
hjj van den koopman vernomen bad. ,Is het
waar," vroeg bjj loon, „dal gjj door eea'jongen
naar het kantoor geroepen zjjt?"
.Zoo waar do goede God ons hoort
„Eo gij kendet den jongen niet?"
„Neen. Wel verwonderde ik mjj over die
boodschap, maar ik moest ze toch opvolgen?"
„En van waar dat geld voor de inkoopen,
welke gjj voor nw uitzet gedaaa hebt?"
.Dat was heimelijk bespaard geld, dat ik in
deo loop der jaren bijeengebracht had."
.Bespaard geld? Hjjoheer Hahrhorst zegt,
dat gü van uw inkomen niets hebt kuooen
overleggen. Gjj moest toch owe moeder en uw
broer en zuster onderhouden?"
,WÖ leefden ook zeer bescheiden en afge
trokken, mijnheer. Ik kleedde mjj eenvoudig,
gunde mjj gean genoegeo, en legde eiken coot
.Hoeveel hadt gjj daa wel bespaard
.Eeo weinig meer dan honderd gulden."
.Zoo." Hgnheer Löber scheen geroerd. .En
wist uwe moeder van dat geld
.Neen, ik wilde haar verrassen, als het een
maal noodig werd een buitengewone uitgave
te doen."
.Gjj bezat dos een spaarbankboekje?"
.Dat wel niet, ik bewaarde het geld in mjjn
Hel gelaal van den Commissaris betrok steeds
meer. .Dat is erg," antwoordde hjj io gedach
ten. .Juffrouw Hellwig," verklaarde hjj na oen
poosje op beslissenden toon, „ik kan n, balsas,
het smartvolle eener huiszoeking niet besparen."
„Eene hniszoeking Bij oas 7" riep de weduwe
op smarteljjkea toon. ,En nog heden avond
„Het is mijne plicht."
„Moeder, zeod de gasteo weg," riep Trnda
boos. „Zeg hon, wal er gebeurd iehoe ook
de eOoop zjj, ik kao hon aanblik niet meer
duldeo. Doe nw plicht, mijnbeer de Commissa
ris, ik sie den nitslag met gerustheid tegemoet,
waot ik gevoel mfl van schuld vrij."
Haar moeder giog heen, om aan het verzoek
barer dochter met een geprangd htrl to vol
doen. Toch kon zjj het niet ove. zich verkre
gen, den vrooljjken menschen de waarheid ts
zeggener was een ongeluk gebeurd, zoo sprak
zjj, zjj zonden weldra meer ervan hooreD. Gns-
taaf kon echter blijven. Eenige minnten later
was da kamer ontrnimd en de beide politie
beambten traden met Trnda de komor binnen,
om hun onderzoek te begionon. De jonge koper-
slager, in kennis gesteld van de tegen zijne
bruid ingebrachte aanklacht, was buiten zich