Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 50. Zaterdag 14 Maart 1903. Zestiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenrnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAO. Abonnementsprijs per drie maanden Franco per poit 10 40. Afzonderlijke nummer*f0,05. BureauBreedestraat, 18 Amersfoort Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prije der Advertentièn Van 1 tol 6 regel*f0.30 Voor iedcren regel meer0.05 BIJ dit nummer behoort een Bijvoegsel. Aan wie de schuld? Het schouwspel, dal ons vaderland thans biedt, is zeker van zeer hedenke- kelijken aard. Eenerzijd* eene Regeering, die krachtig en fier voor handhaving van orde, gezag en vrijheid optreedt, zonder eenige zwakheid of wijfeling te toonenmaar van de andere zijde een revolutionnaire macht, die de wettige macht wil overvleugelen tot eiken prijs, Dat het zoover komen moest is echter vóór jaren reeds voorspeld. Toen de liberale beginselen als de eenige heil aanbrengende niet enkel gepredikt, maar ook in toepassing werden gebracht, kon men zonder profeet te zyn de bange dagen aankondigen, die komen zouden. Niet alleen uit de staatkunde, maar ook uit de geheele maatschappij moest van toen al de eeuwige God worden ge weerd. Dat bracht ook mede, dat ge- loovige Christenen, inzonderheid dege lijke Katholieken, uit ambten en betrek kingen zoowel van den Staat als die van ondernemingen van eenig belang zooveel mogelijk moesten geweerd worden. De hoogere ambten vielen veelal ten deel aan mannen, die tot de loge behoorden, of door de loge werden aanbevolenen deze beambten zorgden op hunne beurt er verder voor, dat de lagere posten werden toegekend aan personen, die de godsdienst hunner jeugd hadden overboord geworpen, of nimmer zich met godsdienst hadden ingelaten. En de enkele Katholieken die bij het spoor wezen of anderzins werden aangesteld, werd het vervullen van hun godsdienst plichten moeilijk ol onmogelijk gemaakt. Nog herinneren wij ons, om slechts één voorbeeld te noemen, hoe aan e n spoor wegarbeider bij zekere gelegenheid door zijn chef: .spoordienst gaal voor gods dienst" werd toegesnauwd. Kan het nu ook maar eenigszins verwondering wekken, dat de ambte naarswereld, dat vooral het spoorweg personeel zich groolendeeis in de armen van het socialisme geworpen heeft Is de we/, die daartoe leidt, niet door de Overheid van voorheen zelve gebaand? In de onderu ijzerskringen der open bare scholen is het niet minder treurig gesteld. Dit werd o. m. bewezen bij de Kamerverkiezingen, die enkele weken vóór de bewuste slaking van het spoor wegpersoneel in de hoofdstad des Rijks in 2 districten plaats hadden. In een district werd door aaneensluiting van alle orde lievende partijen en door krachtig yveren de Kamerzetel te nauwernood voor de par tij van orde behoudenmaar in het andere district werd de socialist met verplette rende meerderheid van stemmen gekozen. En vraagt men nu, wie tot den behaalden triomf der socialisten bij die stemmin gen het meest hadden bijgedragen, dan moet het antwoord doen huiveren voor de toekomst, want het zegt ons, dat de ze gepraal van de revolutionnaire elementen groolendeeis te danken is aan de door den Staat gesalarieerde opvoeders der jeugd. De schoolmannen, de vrienden van het neutrale onderwijs, zagen hier een wrange vrucht van hun werk zich in den schoot werpen. Lieden, die zij hadden aange wezen als de steunpilaren van orde en gezag, schaarden zich vrijmoedig in de gelederen van hen, die lijnrecht *taan tegenover het wettig gezageen hon derdtal onderwijzers, die de jeugd moeten vormen tot trouwe onderdanen des lands en nuttige leden der maatschappij, draaf den gewoon weg als de eerste de beste socialist in het gareel der revolutie. Voor zulke bondgenoolen hadden de leiders der socialisten natuurlijk allen lof. Maar zij hadden zich ook nóg ver dienstelijker gemaakt. Naar aanleiding van den gunstigen afloop der herstemming in district III schreef het socialistische orgaan „Het Volk": .Wij kunnen hieraan toevoegen, dat de zuiver socialistische propaganda, onder de kleine winkeliers gemaakt, den meesten winkeliers de oogen heelt geopend voor de waarheid, dat hel kapitalisme voor hen duurzaam gebrek, zorg, intelleclueelcn en maatschappelijkcn ondergang betee- kent, terwijl de ontwikkeling van hun bedrijf in socialistische regeling hen als mensch vrijmaakt, hun zorgen doet ver dwijnen, hun als agenten der gemeen schap een beter bestaan beloofl dan zy thans als slaven van leveranciers, geld schieters en grootlabrikanten genieten." Aan die zuiver socialistische propa ganda, aan dal schaamtelooze bedriegen van den kleinen winkelier, werd natuurlijk ook door openbare onderwijzers ijverig deel genomen. Niet genoeg, dal zij de jeugd opvoeden op eene wijze, die haar van God ten eenenmale vervreemdt en haar daardoor geleidelijk voert in de armen van hel ongeloof en 't socialisme, ock de behoeftige ploeteraar, die in stillen vrede zijn karig stukske brood geniet, of onder veel kommer en druk, maar gelaten en betrouwend op God zijn dagen slijt, moet het hoofd door fraaie, doch nimmer te vervullen beloften op hol worden ge bracht. Maar die arme misleide slachtoffers hebben bij de jongste stakingen reeds een voorproef gezien van de zegeningen, die hel socialisme vermag te brengen de malaise, welke daaruit ook voor hen is voortgevloeid en nog voortvloeien zal, wordt reeds en zal nog in volle zwaarte lang gevoeld worden. De ernstige lyden, die wij beleven, zijn derhalve niet onvoorbereid gekomen. Men heeft volgens de liberale leer geijverd om een maatschappij zonder God te scheppen en om daartoe te komen moest op de eerste plaats de school neutraal, dat wil zeggen tolaal godsdienstloos zijn. Het onderwij* der jeugd moest zoo worden ingericht, dat een heiden er zich mee kon vereenigen. Wel werd listig voorge geven, dal op die school „Christelijke en maatschappelijke deugden" werden inge prent, tnaar de onde. vinding bewijst, wat daarvan is terecht gekomen. Toch moest ieder protest tegen de Staatsschool met die holle frase worden gesmoord. Thans beleeft men ook de heillooze uitkomsten van dit hooggeroeind maar ampzalig onderwijs mede in de heer schappij ïa" het socialisme. Verre weg de mecsten, dal wil zeggenhon derden openbare onderwijzers vor men, gelijk wij hebben aangetoond, de kern van de socialistische party. Niet zonder reden mag derhalve gevraagd Zullen nu eindelijk de oogen zich ook ontsluiten van die Christelijke ouders, welke in de gelegenheid zijn hunne kin deren naar een Christelijke school te zenden, en die toch tot heden aan de openbare school de voorkeur gaven Nu immers zijn zij overtuigd geworden, dat zij niet de minste zekerheid hebben, dat hunne kinderen bij hel bezoeken cener openbare school niet zulien onderwezen worden door een godloochenaar of re volutieheld Ongetwijfeld zal het vrijwel overbodig wezen, na deze onze beschouwing nog de vraag te stellen .aan wie de schuld" ligt, dat, te oordeelen naar de jongste gebeurtenissen in ons land, de maat schappij zoowel zedelijk als godsdien stig zóó diep is afgedaald. In de heden- daagsche benarde treurige toestanden, staat immers het antwoord in schrille kleuren vermeld. BUITENLAND Een zeer treffend schrijven heeft de hoogeerw. abt van hel Capucijnenkloosler te Toulouse gericht aan minister Combes, waarin hy protesteert tegen het weige ren van autorisatie aan zijne congregatie. „Ik ben oud, zegt de hoogeerw. abt, en nog slechts eenige schreden van hel graf verwijderd, en nu word ik bedreigd met geweld uit een klooster te worden verdreven, dal ik voor vijltig jaar ge sticht heb, waarvan ik de wettige eigenaar ben en waarvoor ik steeds zeer nauw gezet de belastingen heb betaald. Ik sta op het punt, mei geweld uit. mjjn armoe dige cel te worden gerukt, waar ik hoopte, vreedzaam te zullen sterven Meer danvijftigjaarstrydik, met bet kn de hand. Zou oen gewelddadige en echlvaardigc verdrijving than* mijn belooning zijn Zou u een zoo monster achtige onrechtvaardigheid gedongen Neen, het zal niet aldus zyn. "t verwacht, dat gij mij zult verdedi- en beschermen. Wij zijn geboren in hetzelfde departement en onder den- zelfden hemel, onze wieg stond op den zelfden gronduw oom, een eerbied waardig priester, die voor u een vader was, was mijn vriend; ik heb vóór dertig jaar zijn parochie bediend; ik heb ook vaderlijk uw broeder ontvangen, toon deze zich aanbood in onze orde Ie treden en het heilig kleed te dragen kan ik Excellentie, bij al deze titels twijle- 1 li aan de grootheid onzer ziel?" Ten slotte zegt de vervolgde Capucyner kloosterling lot Combes .Stel u tegen over de eeuwigheid en denk dan eens ernstig aan hel heil uwer ziel." Toch staat Ie vreezen, dat de door hartstocht verblinde kerkvervolger Com bes, zich weinig aan deze hartroerende vermaning storen zul. Dit wordt ook bewezen door zijn houding inzake den inhoud van den Vasten brief des bisschops van l'érigneux, Mgr. Delemaire, waarin deze prelaat de toe passing dor wet op de Congregaties .een openbare en nationale schande" noemt en de wet zelf „een hondschen arbeid van de vrijbuiters der Financiën." Uver dit optreden is Combes zoo hevig verbitterd, dat hij in den ministerraad reeds heeft te kennen gegeven het trakte ment van den bisschop in te houden. In den Dinsdag gehouden ministerraad deelde de minister-president Combes mede, dat hij de inrichting van ,de Zusters van den Goeden Herder" in Nancy opgeheven had. Zoo zachtjes aan bereikt de kerkver volger Combes aldus het uiterste. Dat de uitkomst der reis van Cham berlain naar Zuid-Afrika volstrekt niet aan do verwachting voldoet, wordt opnieuw bewezen door c-n opstel in „Land en Volk Daarin wordt aange toond, "dat de poging van Chamberlain om de genegenheid der Boeren te win nen totaal mislukt is. .De redevoeringen van den heer Cham berlain, schryft bet blad, beginnen zoo langzamerhand te vervelen. Hoe grootsch en ontzaglijk hel rijk ook moge zyn, dal zich van pool tot pool uitstrekt en over welke eindeloosheid zelfs de zon nimmer daalt, deze groolpraatjes van FEUILLETON. De Stadentenmoeder. I „li, Felix mag priester wordez Deze toeatemmiog werd gegeven in eene nede rige woning in een der dalen van Saleburg. En dat kwam zoo. De moeder was ziek. Naast haar stond de vader. Zfcoe handen waren eeltig door het zware werk, zijn gestalte was hoog en sterk, doch thans iets gebogen. De zorg voor. y de moeder waa daarvan schuld. Bedroefd keek hij haar aan, als wilde bjj zeggen.Och, moe der, word toch spoedig weer beter. En zoo gaarne waa tg weder gezond geworden, Vooral als ifl aan hem en hear vier kinderen dacht. No wu zb ingeslapen en had een droom gehad xjj zag in den droom haar jongen ale priester aan het altaar. Zy ontwaakte en riep den vader, .Vader, Ik heb gedroomd, dat Felix priester xal worden. Wat denkt gg er san, als wjj van daag eens de gelofte deden, dat Felix priester zal worden als ik heratel." .Van ganacher harte, moeder, maar wie zal het geld geven, het kost zoo veel." .Dat laten wjj geheel aan Onzen lieven Heer over, vader. Ale het Gods wil is, zal God ons ook het geld wel geven." ,Je hebt gelijk, moeder, wg moeten op God vartrouwen. Er zjo altijd nog goede meoseben." Daarop riep bjj Felix. .Wel, Felix, beb je al etui nagedeebt, wat er van je worden moet?" De jongen keek zijnen vadi-r mei de schoooe, zwarte oogen aan, en sprak: .Ik weet al, wat zeggeo. Het zou n maar spijten, omdat ik hel toch niet kao woideo." Hjj zweeg weer, sloeg zijne oogen neer, verhief Vader, ik zou gaarne priester willen worden...! H9 mocht priester wordeu. Of bjj het ooit zou worden Dst wist God alleen. Het kwam eindelijk zoo ver, dat het koaapje vertrekken moeat naar de academiestad, naar Salrborg. Er liep toen log geen Ireio, en de toekomstige student ging met zjjn vader naar de markt vanwaar de postwagen hem naar Salz burg moest brengen. Een heele rei». Zjjoe moeder gal bem wat brood en vleesch mede, en zoo giog hjj zjin doel tegemoet. Het knaapje moest alleen vertrekken, de reis was anders te duur geworden. .Verder zult gjj vrel studenten ontmoeten, te Golliog en Kucht stappen wel andere studenten in." Het ventje schreide, toen hjj zoo alleen weg moest. Het weinigje, dal hg het zjjoe kon noemen, had hg in en handkoffertje gepakt. De postil jon gal den knaap een plaatsje oaaat zich en sprak hem toe. Eens zon hg geestelijke worden, dal hoopte hg. Langzamerhand werd het ventje wet rustigereerst toen by in den wagen keek en om zich heen niete meer van zgn geboorte plaats bespeurde, werd bp weer elil en treurig. Eiodelgk kwamen de eerate studenten, het werd levendig in den wagen. Eerst wa» het koaapje .Waar ga je in den kust?" vroegen zu: Het ventje begreep ben niet; toen vroegen .Vader heelt gezegd, dal ik wel wa vinden. Voor vandaag lieef! vader injj gel geven en morgen zal ik wel wal vinden.' .Juffrouw, waar is de studenten De gevraagde glimlachte en zeide: .Wel ventje, wat wou je van haar .Oct., ik zou tiaar vriendelijk, hor lijk willen vragen, of een arme studi „Zoo, zoo. Ik zal het je eens zegge moeder hebben?" partg voor het venije. Dat „'1 Beste ia nog," sprak een Dunner, .dat gu terstond naar de .Studenteoinoeder" gaat." Dal beviel den knaap. Die oaatn beloofde hem veel: „Stodeotenmoeder I" lig kon zich echter nog niet goed voorstellen, wie dat moest züo. .Dat is de waardio uit de HOIIbrau. Zjj houdt veel van de studenten en geelt bun gaarne een dag den koet. Misschien ben je wel een van de laataten, maar 't zal nog wel gaan." No liepen de paarden Felix veel te langzaam steeds dacht by, het moest eene te laat zëo. Eiode lgk zag men in de verte de reetiog Hoheosalzbnrg aan welks voeten bet academie-stadje lag. De stndeoleo zongen een vrooljjk lied en zoo voeren zg binnen. Nog nooit was Felix in eeo stadje geweest, en bet scheen bem bier eeo andere vereld toe. De postwagen hield stil, de einden- aar slapen toch ook Maar ik smeek U. zeg waar de Stadentenmoeder is. Als ik haar vriendeiyk verzoek, zal hel misschien wel e bent een heel aardig studentje, en zoudt gaarne io 't huis van d« Sludeolenrnoeder n slapen Dat heeft er nog geeo één gezegd." 1, juffrouw, maar de studenten slapen toch .zy heeft geen plaats meer Dat kan ik niet gelooven, zjj is toch de Stndeotenmoeder, en dan moeten de studenten toch by baar zjjn, zg hunne moeder is." De v lachte. ten stapten v_. slaan. Deze nam zijn koffertje t de waardin, by wiens herberg d einde raad. .Och Juffrouw, ik verzoek u nogmaals beleeldst, zeg mjj, waar de goede Stadentenmoe der ie. Anders komen mjj anderen voor." .En wat zondt gjj wel doen, ala de Staden tenmoeder u alleen maar te eten wildo hebben?" .Dat kan xe niet willen. Ik moet toch ook Weer lachte de waardia en vroeg opaieaw: „En ala xjj a na in 't geheel niet wil opne men, wal dan Misschien heelt zg geen plaats .Och juffrouw, nemen, want ik most ge treeft het ook gedroomd." „Zoo, zoo, gg zoudt dos geestelgke willen ,Ja juffrouw, eo dan aal ik bidden voor de Slndeotenmrieder, dat zg in den hemel moet komen. En bg tujji eerste H. Mis moet zg oaaat moeder knieleo, heel rooraan Nu kon de waardin zich niet langer goedhou- den; zjj streek den knaap over bel haar en aprak met vriendelijke stem: „Hoor eeos, ventje, je bent een brave jongen, word maar geestelijke en bid goed voor de Studeotcnmoeder, dat zu in den hemel mag komen. Onze lieve Heer heelt je hierheen ge stuurd, je kant dan ook bltjven, zoolang je braaf blgft; ik ben de „Studentenmoeder." Nu ging zy met hel knaapje in de geleg- kamer en sprak„Je zult zeker honger hebben, dadelgk zal ik je wat geven." „Ik moet eerst naar de kerk, goede Staden tenmoeder, dat heeft moeder mg gezegd. Ga eerst naar den lieven God, dan zult gij gelnk hebben, zeide zy. Dat moet ik eerst doen." „Braaf, ventje. Kijk eens, dan ga je alrake Het ventjo knikte tevreden. Men bracht hem een goed avondmaal en een glaasje bier. Het studentje was in de wolken. Hg bad godvruch tig en vroef God zëo avondmaal te willen zegenen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1903 | | pagina 1