Katholiek Nieuws- en Advertentieblad.
No. 52.
Zaterdag 28 Maart 1903.
Zestiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum. Bussum, Driebergen, Eemnes. Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnsmentaprijs par drie maardau
Franco per port
Afzonderlijke nummer»
I 0,40.
f 0.05-
Bureau Breedestraat, 18 Amersfoort
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prija dar Advartantièn i
1 lot 6 regel*
Voor iederea regel
O.orrcsponiio
Adverlentiën moeien uiterlijk Vrijdagavond
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Gelijkheid.
i.
Dit i» het verlokkend tooverwoord,
dat opgeld doet, vooral in verdwaasde
tijden. Niet» it rtreelender voor den
mindere dan de voorspiegeling in de
toekomst de gelijke te worden zijner
superieuren in Staat en Maatschappij
niets bekoorljjker voor de lagere standen
dan eenmaal op gelijken voet te staan
raet jonkheeren, baronnen en graven,
met patroons en werkgevers, met indus-
trieelen en kapitalisten, met regeering,
vorsten, koningen en keizers. Het is
de voortzetting der eerste verleiding in
het Paradijs„Gij zult als goden zijn.'-
waarvoor zelfs onze stamouders zijn be
zweken. Geen bekoring is vleiender voor
'smenschen natuur en derhalve machtiger.
Niet als loutere theorie of als een
wisselende ineening werd gelijkheid ver
kondigd, maar als beginsel, waarvan
men in vervlogen eeuwen had moe
ten uitgaan. .Deze eeuwen achter
ons aldus werd gezegd heb
ben gezondigd, dat recht onthouden,
de rechten des volks miskend, vertrapt,
't Wordt derhalve tjjd, hoog lijd, deze
rechten voor de massa op te eischen 1
Te lang reeds heeft hel onrecht ge
duurd, de barbaarschheid geheerscht,
de tyrannie den schepter gevoerd, het
volk de slavernij getorscht! Uit dien
lagen staat moet het opgeheven, als
gelijk berechtigde moet het mede aan
zitten aan den weigeladen disch, waar
aan het onrecht alleen zil te brassen
Zoo klonk de stem der revolutie, vond
ingang, verbreidde zich onder de breede
schare der ongeloovigen, de pest gelijk,
die rondwarend alom hare slachtoffers
vordert. En tochis gelijkheid niet
anders dan eene onbereikbare utopie,
louter waanzinDat willen wij aan-
toonen vooreerst op religeus-kerkelijk
gebied.
Men bewondert de Kerk van Christus
n hare onvergankelijke kracht. Niet de
kinderen dier Kerk alleen, maar de
vijanden, hare bestrijders, treden vooral
in onze dagen als lofredenaars op van
hare rotsvast lieid, van hare innerlijke
kracht, zij wijzen haar aan als de vijandin,
als de eeiiigt, waartegen zij ten lange
leste zullen te strijden hebbenalles
zal wijken, zij alleen zal bljjven, waar
tegen in het einde de ontzettende strijd
zal worden gevoerd op leven en dood.
Waarom? Zij zeggen liet ons (en zij
leveren ons hierin het bewijs, dat do
machtige verschijning der Kerk hun niet
ontgaan) o»i de hiërarchische arde,
die heersclit in de Kerk zij zien, hoe
haar van het laagste lot het hoogste
vast in- en aaneengesloten is, tot een
geduchten phalanx gevormd, zij aan
schouwen, hoe in haar de orde wordt
saamgehouden door liet gezag, dat
door hare leden als goddelijk wordt
erkend, beleden en aanbeden, huldigend
de prediking van den Apostel der vol
keren „Omnis polestas a Deoalle
gezag komt van God." Heerlijke ge
tuigenis onzer vijanden, die het werk,
de stichting van Christus roemen als
de eenige in de geschiedenis,
schoone belijdenis medo bevestigend
de woorden des Stichters: ,De poorten
der hel zullen haar nimmer overwel
digen."
Wanneer volgens de bestrijders de
kracht der Kerk moet gezocht worden
in hare hiërarchie, dan valt daarmede
de gelijkheid als beginsel, dan kan onge
lijkheid geenszins uit den booze zijn.
Want de hiërarchie bestaat juist in de
onderlinge ongelijkheid, in 't lagere en
't hoogere, in 't mindere en 't meerdere
ze is de aaneengeschakelde keten van
leeken, priesters, bisschoppen en Paus.
In deze orde strekt de Paus zijn gezag
uit over de gansche Kerk, de bisschop
pen over hun diocesen, de priesters
over hunne gemeenten. In de afdaling
van het meerdere tot het mindere en
in de opklimming van het mindere tot
meerdere, onderling vereenigd en
saamgehouden door de goddelijkheid des
gezags heeft de Stichter van onzen hei
ligen godsdienst de onvergankelijke kracht
gelegd, d. i. in de ongelijkheid.
Herhaaldelijk noemt de Apostel Pau-
s in zjjne brieven de Kerk het lichaam
van Christus. Een treffend beeld, waar
door zoo duidelijk de éénheid en de
veelheid wordt uitgedrukt, liet lichaam,
zoo vallen wij korl samen wat hij daar
in leert, is één en de leden zijn velen
en de velen elkander ondergeschiktin
bewonderenswaardige harmonie samen
gevoegd, vormen de eenheid, het lichaam.
Maar. zoo vervolgt hij, wanneer de leden
in dit bewonderenswaardig samenstel
ontevreden zich zouden willen verdrin
gen uit hun aangewezen plaats, dan zou
de éénheid ophouden, het geheel ver
woest, de ontbinding voor het lichaam
zijn ingelrcden. „Nu echter heelt God
de leden gesteld, een iegelijk hunner,
in het lichaam, zooals Hij hccfl gewild."
Verscheidenheid van gaven en bedie
ningen, ondergeschiktheid van hel lagere
aan het hoogere, ongelijkheid van plaats
en bestemming is het, wat wij in I
samenstel der Kerk opmerken, die toch
volgens het oordeel harer bestrijders,
de krachtigste organisatie is, welke ooit
de wereld aanschouwde.
Vóór meer dan drie eeuwen heeft
hel protestantisme beproefd de éénheid
van dit mystieke lichaam van Christi
te verbreken. Een geweldige aanslag
werd gepleegd tegen het onfeilbaar leer
gezag der Kerk, het cement, dat de
onderlinge deelen verbindt en samen
houdt. In het vrjje onderzoek werd ieder
verheven tol eigen leeraar en wetgever.
En waartoe leidde deze gelijkmaking op
godsdienstig gebied De geschiedenis
leert het ons in den Boerenkrijg, leert
het ons in de prolestantsche vorsten,
die in Duitschland en Engeland zich tot
pausen moesten opwerpen, om de los
gelaten elementen in bedwang en saam
te houden, leert liet ons in de onop
houdelijk voortdurende verbrokkeling in
tallooze secten, in de gestadige ontbin
ding, waardoor eindelijk een groot deel
in hel ongeloof zijn dood en graf vond.
„Een rijk in zich zelf verdeeld, (d. i.
welks leden niet door hel gezag worden
saamgelioudcn) zal verwoest worden."
De conclusie uit het bovenstaande
ligt voor de hand de veroordeeling van
het gelijkheidsbeginsel door de revolutie
verkondigd. Meer nog, uit een en ander
blijkt, dat er geen organisme mogelijk
is zonder ongelijkheid, en zal het krachtig
en duurzaam zijn, het. door het gezag, dat
uit God is, moet worden bcheorscht
zooals klaarblijkelijk in de Kerk van
Christus in liet licht treedt. Op ieder
gebied is de gelijkheid eene totale onmo
gelijkheid dit wenschcn wij op maat
schappelijk gebied in ecu volgend arti
kel aan te tonnen.
BUITENLAND
De strjjd tegen de Kerk in Frankrijk
wordt steeds scherper. Dit, bleek vooial
uit de rede, die Combes 21 dezer in
den Senaat gehouden heeftvoor de
eerste maal durfde hij openlijk dreigen
met opzegging van liet Concordaat.
Dit gebeurde raar aanleiding van het
voorstel des heeren Delpeeii om het
concordaat op te zeggen, vooral thans,
zeide hij, ,nu onze democratie geregeerd
wordt door mannen, van wie verschei
dene lot de vrijmetselarij behooren."
Nadat Delpech deze redeneering nog wat
had aangedikt in don geest van Combes,
nam deze liet woord en zei o. a. dat
men niet plotseling het concordaat kon
opzeggen, omdat het land er niet op
voorbereid is, en liet daarop volgen
.Maar de breuk zal eens plaats heb
ben, en ik geloof spoedig.
.Degenen mijner politieke vrienden,
die scheiding van Kerk en Staat ver
langen, zullen niet lang behoeven te
wachten."
Sedert eenigen tijd, voegde Combes
hieraan toe, heeft de geestelijkheid zich
naar allen schijn tot taak gesteld te
toonen, hoe weinig zjj zich bekommert
om de wetten, die liet Concordaat be
treffen, daar zij die wetten schendt op
verschillende wijzen, met name door
zich te moeien in een politieken slrjjd
Combes noodigde de geestelijkheid uit,
met haar plannen voor den dag te
komen, want de republikeinsche partij
zal er eerder toe overgaan met het
Concordaat te breken, dan zich langer
om den tuin te laten leiden.
Komende op de kwestie van de
cindbenoeming der geestelijken door den
Paus het nobis nominavit deelde
Combes mede hoe liet met de onder
handelingen stond. Hij vertelde, dal er
candidaten van de regcering door den
Heiligen Stoel waren gepasseerd, omdat
zjj zich buiten de politiek hielden.
Wij zijn dus in het vol conflict met
het Vaticaan, besloot Combes, en ik zal
niet naar Canossa gaan. ik ben fier
op mijn werk, want liet doet den dag
naderen van de scheiding tussehen Kerk
en Staat.
De Senator Laniarzelle nam nu den
Judas Combes nog eens geducht onder
handen en verweet hem, dat hij een
conflict zoekt. Gij benoemt een bisschop.
Om bisschop te worden, moet de ka-
nonieke inthronisatie plaats hebben. De
l'aus zal zijne toeslemming hiertoe niet
geven, daar het Concordaat een vooraf
gaande overeenkomst tussclien de beide
■nachten eischt.
't Is hel vrjjwillige conflict, dat gjj
wilt. Er zal dus geen andere uitkomst
zijn dan de scheiding tussehen Kerk
en Staat.
Ik verklaar echter, dat liet beter is
het Concordaat op te zeggen dan dat
de regcering zich er van bedienen zou
als middel van verdrukking.
Maar ik weel ook, dal de opheffing
gelijkstaat met den godsdienstoorlog.
En dat wil ik nietIk laat aan u de
volle en algeheele verantwoordelijkheid.'
De trawanten van Combes besloten
ten slotte met iCfi tegen 71 stemmen,
dat de rede van Combes zou worden
aangeplakt.
Een motie van vertrouwen werd aan
genomen met 188 tegen 49 stemmen,
hel voorstel Delpech werd verworpen
met 210 stemmen tegen 68.
Maandag zette de Senaat de beraad
slaging over liet hoofdstuk van Eere-
dienst voorl. De senator Clemenceau
herinnerde aan de rede, Zaterdag door
Coinhes gehouden, en stelde voor, den
post van Franscli gezant bij den H. Stoel
af te schaffen.
Toen nam de minister van Buiten-
landsche Zaken, Delcassé, het woord en
antwoordde hierop, dat hij daaraan niet
dacht. Niets in de betrekkingen met
FEUILLETON.
lentenraoeder van alles ie
Twee
'erhuiade h|j. Kalm
De Stedentenmoeder.
Hoe zod de Studeolenmooder dat opnemen?
O, ijj k*n niet boos op mg *ijn. Neen, daartoe
is zg te goedl
Nog aarzelde hg. Hel was, alsof het woord
.Kind," lieflijk in z8ne ooren klonk. Wat zal zij
wel zeggen? Neen, zg hondt te veel ran mij,
xjj moet my bijeen liefhebbeo. Eo dan het voor
deelt Zoo'o arme student in die groote stad.
En nog zakgeld bovendien. Zon dat geen voor
deel zjjn?
Hij telde, berekende, verontschuldigde zich.
Weder kwam een alrjjd in zön binnenste op;
bet woo'd .Kind" boorde bjj weer, luider en
luider
,No, wet denk je te doen, beu je er haast
mede klaar?
.College, één dag bedenktgd."
„Bedenktgd! Moet je dan tgd bebbeo om te
denken als je iets wordt aeogebodeo? Kom!
.Morgen vroeg krflg j« •o"'1-"
.Nu, als je dan niet anders wilt, zat ik wach-
teo. Maar wees nu niet dwaas. Tot morgen dus."
De student ging heen. Hg triomfeerde.
Felix ging later nit, later, veel later dan
voorbeen, kwam hg thnis. Zgne hospita vroeg
hem, waar hg was geweest. Zg had niet de ge-
A ringste bedoeling hem te beleedigeo. Hg werd
kwaad; xg zweeg. Den volgenden morgen lag
de brief voor zgo mede-studeot op tafel. Hg
nam het aanbod aan. Tevous «lelde hg d' 3tn"
i telken
Eo loch liet bg zooveel achter, toen hg verhuis
de. Hg verliet bet buis des geluks en des ge
loof» en trok io de wereld van ongeloof en ar
moe des harten. Twee dagen na zgne verhuizing
kwam de brief der Stndentenmoeder. Zg maak
Ie hem geen verwgt, maar luvachen de regels
kon hg lezen, dat bg baar pgn gedaan bad.
Het slot luidde: .Maar ik smeek u, Felix, blgi
braaf en deugdzaam. AU gg ongelukkig wordt,
is dat mgo dood; vergeet bet bidden niet en
wacht u voor slechte makkers. Scbrgr een» spoe
dig, hoe het u gaat. Ik Igd om u en kan slechts
voor u bidden."
Felix was bigde, dat hg er zoo afkwam.
Het beviel hem bg de studentenzg Hete
bem geheel vrg, bg kon naar de kerk gaa
wanneer hg wilde, Zg zgo toch nog zoo alect
niet, als men beo maakt, sprak bg tot zich zei
UDgzaatn echter lieten zg het vergif droppel
voor droppel in zgne ziel vallen. Eo b
zoog het gif in en 't scheen hem eeu onsc
ge drank. Toch was bet vergif. Een maai
ter kwam er een brief van de Stndentenm
of Felix xiek was. omdat bg io zoo tan
had geschreven. Bg schreef baar eo w
veel werk voor; zg was tevreden, doch bi
niet meer een brief van haar kind. Hg schreef
zonder gevoel, het gif begon te werkeo. Later
schreef lig elke maand, maar al meer en meer
begoo het git te werkeo. Een moederoog ziet
scherp.
Felix - «oo schreef «g - gg »g« verloren,
I. Qg xjji b,
terug, ik smeek er u om."
Hg keerde niet terug. Sieeds ging hg vooruit,
zgaeu val tegemoet. Het gil had bem vergiftigd;
bg wierp het geloof over boord; vrg wilde hg
.Moeder, hier waait eene lucht van vrjjbeid.
Het ie ou eenmaal zoo; eeu nieuw lictil gaat ous
over veel op, wal men voorbeen niet vermoedde."
Wie had vermoed, dat hg ooit zoo zou schrg-
ven? Was dat het knaapje uit het bergdorp, dat
ingeloot is 100 vaak de ondankbaar
iaden jegens degenen, die nog geloovlg
a zg ook de grootsie weldoener» ge-
Of zg elkaar nog ooit zouden ontmoeten?
zgn vader ging gebukl en geleek een atgeleelde
grgsaard.
In de stad gaat oen oud moedertje naar do
rozeokrans eo weeot en bidt: do goede Studon-
elderi
"logen. Wat
brief vi
ter. Toen
lig terugkwam vond hg belde; hg was bigde,
dat bg oiet thuis geweest was. Zoo ziokt de
meosch, die zgo geloot verloren heelt, al dieper
en dieper. Treurig, met beklemd har!, keerde de
Studenteomoeder naar huis terng. Geen heiligen
beeldje, geen kerkboek, had zg bg hem gevon
den. Hg was dood voor haar. Slechts zelden
schreef hg eu dan nog zoo slgl mogelgk. Hg
was niet meer haar kinJ, tg was oiet meer
zgne moeder.
Zgoe stndién bad bg glanargk beëindigd, De
professoren wenschlen Dr. Wiesenberger geluk
met zgne toekomst. Talent eu eer weren de
eenige drgfveeren, welke bem voortjoegen; zgo
idealen bad hg verloren.
De Studeotenmoeder en Dr. Wiesenberger
III
Dertig jaren zgn sedert i
doen igpen? Vader en moeder uit het bergdorp
zgn ter eeuwige ruste. HU, op wieo zg al huooe
hoop gesteld hadden, doch die al huouen ver
wachtingen den bodem ingeslagen had, hg had
huo hart gebroken. Zg alapeo kalm den slaap der
rechtvaardigen. Broeder en zuster zgo volwassen,
hebben reeds kinderen en worden reeds oud,
Felix heelt zgn geboorteplaats eo de zgnen
vergeten, doeh is zelf ook verloren gegaen door
zgoe dierbaren te vergelen. Ondankbaarheid
breDgt geen zielevrede.
Wel belred hg den weg des roems, maar zgn
hart bleef arm. Vrede kende bg oiet. Eenzaam
brengt. Snel waa hg op de maatscbappelgko
ladder geslegeo. Talent, energie, aanhoudende
vlgt deed hem van trap tot trap atggen, tot hg
ten slotte eerste dokter werd aaD de oogen-kli-
oiek. Hg was rgk. Hel ambt, dat hg bekleedde,
bracht hem goud, doch hg gaf er oiet om. De
ders; ook det koo bem oiet bevredigeo. De
moeilgkste operaties gelukten hem; dat was het
eeuige loon, dat tig voud. Doch ook dit bevro-
digde hem niet.
Hg bleet oogebuwd. Eenzaam en donker leg
de hg zgn levensweg af. Hg was geheel ooge-
loovig geworden. Hel ongeloof, dat hg uit licht
zinnigheid door slechte kameraden had ingezo
gen, plantte hg jaar op jaar voort door Blccbte
boeken, van zgne hand.
Hg betrad de operatiezaal. De vensters waren
gesloten, allee was donker. Reeds waren drie
patiënten ter behandeling in de zaal gebracht.
Wat hoopten deze ongelukkigen op geneziog! De
zoo, huooe dierbaren weer te kunnen tien, welk
een vurig verlangeu, wat een gelakt
Eerst was een kind aao de beurt. De assi
stent deelde omstandigheden eu de oorzaak dar
ziekte mede. ,Vgl jaar oud, enz."
De instrumenten werden gebaald. Het kind
kromp ineen. Een gil. Afgemat zonk hetneder, De
dokters en assistenten zorgden voor 't overige.
Er werd een soldaet gebracht. .Zesentwintig
jaar. Bg het scbieteu eeo ongeluk gekregen."
De knnst ging zgo gang. De assistenten deden
hun plicht. En zoo kwsin offer na offer.
Daar werd een ond moedertje gebracht.
„Grauwe -tear. De zieke geeft voor veel om