Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 1.
Zaterdag 4 April 1903.
Zeventiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Kaarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementoprijo par drie maanden
Franco per port0,40.
Afzonderlijke nummer»f 0,05.
BureauBreedestraat, 18 Amersfoort
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar Advertontiên i
Van 1 tot 6 regel»f0.30
Voor iederen regel meer0.05
eau bezorgd ijjn.
ailorlilk Vrjjilagasoad
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Gelijkheid
op Maatschappelijk gebied.
II.
Men kan God niet genoeg bewon
deren in de ordening en leiding der
menscheljjke samenleving. Zeker, ook
in de redelooze ichepping schitlerl Zijne
wjjshcid en machtdrio rijken van
delfstoffen, van planten, van dieren met
millioenen schakeeringen naast, in en
door elkander geworpen, openbaren ons
in de "duizelingwekkende verscheiden-
heid, in de heerlijke harmonie en de
daaruit ontspruitende eenheid, alles be-
heerscht door vastgestelde krachten en
wetten der natuur, tot behoud van het
geheel, de grootheid God». Nochtans
al deze schepselen zjjn willoo»zij volgen
blindelings den weg door den Schepper
aangewezen. In de maatschappij, in de
memchelijke samenleving treedt God in
al Zjjn grootheid op. Hier i» een wereld,
niet van rede- en willoozen, maar van
millioenen met verstand begiftigd, door
vrijen wil in staat ieder voor zich zijn
eigen daden te regelen, zjjn eigen weg
te kiezen. En tech.God leidt het ver
stand en den vrijen wil van ieder indi
vidu zóó, dat tot op den huidigen dag
in het gansche raderwerk der maat
schappelijke samenwerking geen stag-
natische stoornis komt, dal langs den
ganschen ladder der samenleving nim
mer individuen ontbreken om de onder
scheidene functies te verrichten tot wel-
zjjn van het algemeen.
Deze hoogst wondervolle inwerking
Gods op de individuen is noodzakelijk
tot instandhouding der maatschappij.
Hij is en blijft de Uitdeeler der gaven,
Hjj deelt de talenten stoffelijk en gees
telijk uit aan wien Hjj wil en in die
mate naar Hjj verkiest. Vandaar de on
gelijkheid onderling, de noodzakelijke
levensvoorwaarde voor het geheel. Aan
den een geeft Hij een, aan een ander
drie, aan een derde vijf talenten, ter
wijl hun tot levenswet gesteld wordt
daarmede te arbeiden ,in 't zweet uws
inschijns zult gij uw brood elen." Naar
gelang de talenten en hel woekeren
daarmede zullen de individuen eene
plaats innemen in de drie klassen of
groote groepen der samenleving, be-
hooren lot den werkenden-, burger- of
hoogercn stand, terwijl daar een ieder
de verschillende vertakkingen tot de
uiterste geledingen eene voor hem be
paalde bestemming vinden zal tot wei
van het algemeen. Ziedaar de Maat
schappij God gewild, door de
natuurwet verordend, dooi de boven
natuurlijk veropenbaarde geboden voor
geschreven I
Tegen dit heerlijk werk van Gods
liefde voor den mensch kwam verzet.
De algoede en alwjjze Leider en Be
stuurder moest gebannen buiten de men
scheljjke samenleving Zijn bestaan zelfs
werd ontkend en geloochend. Hiermede
valt de orde in de maatschappij, die de
veel-, de verscheidenheid tot eenheid
samenvoegtgelijkheid treedt gevolgelijk
daarvoor in de plaats. Niet, dat dit be
ginsel oogenblikkelijk werd toegepast
het liberalisme, de verkondiger van het
atheïsme, had reden te over tot het
tegendeel. Bovendien had het Christen
dom nog te zeer met zijn zuurdeeg
kracht de maatschappij doordrongen.
Langzamerhand echter drong èn door
de neutrale school, èn door atheïslische
wetten het verderf door tot de lagere
klassen der maatschappijgelijkheid werd
haar verkondigd, maar niet gegeien. Zjj
zagen de schandelijkste inconsequentie,
de daden met hun woorden in strjjd,
een koud, onverbiddelijk egoïsme. Vooral
bleek dit op economisch gebied.
Wanneer eenmaal kapitaal, industrie,
handel, nijverheid zich in de armen van
het ongeloof hebben geworpen, dan ver
valt de Hemel met zijne goederen en
wordt de aarde met hare bezittingen
hun allesdan blijft niets anders als
levensdoel over, dan genieten. Maar tot
het volle genot is noodig rijkdom. Van
daar, gelijk de Paus zich uitdrukt, een
onverzadigbare dorst naar rjjkdom en
tijdelijke goederen. Logisch gevolg daar-
was, dat men liet werkvolk tot dit
doel exploiteerde, zich verrijkte ten koste
den arbeider, zoo zelfs, dat de II.
Vader spreekt van een juk, hetwelk
weinig meer van slavcrnjj verschilt.
Schreeuwende grieven waren te over op
sociaal gebied, om brandstoffen te ver
gaderen, het buskruit op een te hoopen.
De lont moest worden aangebracht on
dit geschiedde door de hand der zoo
genaamde volksvrienden, de socialistische
leiders.
Onder hel ontplooien der revolution-
naire roode vlag begon het geschetter
over misstanden, wanverhoudingen, over
/.weet- en bloedsystecm, over uilzuigerjj
en wal dies meer zjj, om het volk voor
hun campagne te winnen. Het half
slachtig beginsel, door het liberalisme
verkondigd, werd tot de uiterste con
sequent's voor het volk als recht opge
vorderd. Eén gemeenschappelijke stand,
één gemeenschappelijk kapitaal, één ge
meenschappelijke arbeid werd logisch
geöischt in dc uitgebazuinde leuze. Hoe
dit in werkelijkheid moest geschieden,
op deze pertinent gestelde vraag bleven
de socialistische leiders het antwoord
schuldig. Zij schenen zelf de onmoge
lijkheid daarvan te bevroeden, maar dc
gulle bekentenis daarvan af Ie leggen,
bleek te veel van hen gevorderd. Laat
het ons zeggen, wat zij niet durven
erkennen, 't Is louter onzin en dwaas
heid. Een vraag slechtshoe zal men
in eene maatschappij van gelijkberech-
tigden leden vinden voor de minste en
de laagste bedieningen, die toch moeien
verricht worden, gelijk ieder begrijpt
Dit zal daar alleen kunnen geschieden
door dwang. En daarmede valt reeds
de hoog uitgebazuinde gelijkheid, daar
mede treedt op de dwingeland e
gedwongene, of, gelijk Leo XIII zegt,
dc oude heidenschc maatschappij
vrijen en slaven, van tyrannen en getyran-
nisccrdcn.
De christelijke maatschappij is en
bljjft immer het ideaal, waarnaar wij
moeten streven tot heil en welzijn der
menscheljjke samenleving. Zwaarder rust
>ns deze verplichting, naarmate ze
meer wordt bestreden en aangevallen.
In onzen democralischon tjjd heeft de
christen werkman, het christenvolk eene
3vcne roepingvan hem hangt
grootendeels af, of do christelijke, ol do
atheïstische beginselen van het socia
lisme zullen zegevieren, of do christelijke
maatschappij mot do door God gewilde
en voorgeschreven orde van verschei
denheid, harmonie cn eenheid tot zegen
der inenschhcid zal blijven voortduren
of dat zij zal terugkccrcn tot de oude
heidenschc samenleving met al do ellen
de, mol het diepste zedebeder! en slavernij
dor lagere standen. Wij twijfelen niet. in
Nederland zullen de katholieke werklie
den, in katholieke honden vcreemgd, de
christelijke democratie volgen, door Zjjne
Heiligheid Leo XIII voorgeschreven en
langs dezen weg. niet door onwetligen
dwang en revolutie, maar door billijke
rechtsvordering en getrouwe plichtsbe
trachting daar, waar het noodig is, de
gewenschte lotsverbetering vinden,
BUITENLAND
De Oversten van de Congregaties, over
welke de Fransche Kamer het .dood
vonnis heeft uitgesproken, hebben een
kalm en waardig protest gepubliceerd,
waarin zij, nu naar eene verdediging
barer vertegenwoordigers in het Par
lement niet eens word geluisterd, een
beroep doen op de openbare mccning,
dc eenige, die hen misschien nog aan-
hooren wil.
Al de verwjjten, hun naar hel hoofd
geslingerd, worden de eene na de andere
onlzenuwd, en overtuigend aangetoond,
dat geen enkel verwjjt hun gedaan, hen
treffen kan. Na elk verwijt op hunne
beschuldigers te hebben teruggeworpen
zeggen zij„Laat men onderzoeken en
de waarheid onzer verklaringen nagaan,
en indien men tot de bevinding komt,
onze arbeid Frankrijk» vrede en
voorspoed benadeelt, dat men ons dan
veroordeole.
«Indien echter - en wij zijn daarvan
geweten overtuigd en hebben daar
omtrent du volstrekte zekerheid onze
arbeid geheel on al een arbeid des vredes
is, een arbeid van weldadigheid, van
toewijding, van liefde en barmhartig
heid indien wij onze krachten vorce-
nigen en ons leven besteden voor God
/oor Frankrijkindien wij door
i wil uit eigen beweging ons onder
werpen aan de krachtige en heilige tucht
der geloften ,- indien wjj, afstand doende
van de vreugde des huisgezin» on van
het genot der bezitting, slechts des te
meer kracht willen bewaren, om de
monschhoid tc dienen, dat dan de ge
rechtigheid spreke en onze rechten hand-
have Aan haar zal immers toch het
laatste woord bl(jven, du menschen gaan
voorbij, de gerechtigheid blijft.
„En wat zullen wij thans doen?
.Met een vertrouwen, door niets te
overwinnen of te verzwakken, zullen wy
voortgaan goed te doen en het woord
Gods te verspreiden. Want geen enkele
daad van geweld kan ons de beoelcning
der toewijding verhinderen en «het woord
Gods is niet gebonden". De Kurk en de
geestelijke orden zijn gewoon tc lijden
voor do gerechtigheid en te wachten op
de overwinning. Wy hebben gezegd, wat
wq zyn. Wy doen een beroep op alle
goede Franschon met gezond versland
en goeden wil, om ons te oordeelen,
niet volgons de beweringen van som
mige dagbladen, maar volgens de wer
ken, die wq tot stand brachten, cn die
allen, indien zij zich daartoe de moeite
willen geven, gemakkelijk kunnen con
troleeren.
«Wy hebben vertrouwen in de recht
vaardigheid Godswij hebben ook ver
trouwen in de rechtvaardigheid van ons
land, on wq zyn er van overtuigd, dat
de dag oenniaal komen zal, waarop het
ons zal worden teruggeschonken I"
De H. Vader heeft intusschen door
de congregatie der Riten een instructie
aan de verdrevenen doen toekomen,
waarin hun raad wordt gegeven, hoe
zich te gedragen. Zooveel mogelijk moo-
ten zq een onderkomen zoeken in bui-
tenlandsche kloosters der orde, waartoe
zij behooren. Wanneer dit niet mogelijk
bljjkt, worden zij van den plicht van 't
reiigieuse loven ontslagen en komen
onder jurisdictie van den bisschop in
FEUILLETON.
Stodentenioeder.
{Slot,)
Ilea wachtte met de lichtproef. Deo derden
dag kwam de dokter. Eerst het kind. Hot zag.
Mol verbaasde blikken keek het rond en wial
niet, wat er met hem gebeurde. De dokter lach
te. Dit lachen wae nog hel eenige, wat hem liet
waa ln dit leven. En het kind begreep niet,
waarom hjj lachte, alsof het onschuldige, geloo-
vige kinderhart aan een hoogere macht het her-
atel toeschreef en niet aan den man der knoal.
Bjj den eoldaat moest oog gewacht wordeo ten
gevolge ven verbloeding; hel zou heden nog
te vroeg geweest zgo om bet verband weg te
Na kwam het onde moedertje aao de beurt.
Men nam het eerste verband weg, Dr. Wiesen-
berger zelf het laatste. Het oude vronwije kon
weer zien. Doch toen tg zag, begon zjj le bo
ven, strekte hare handen nit en riep.Felix,
Felix, m|)o Felix 1"
De dokier werd bleek. Hjj had een mensch
het licht teruggegeven, dat het in tranen om
hem had verloren. De herstelde was de Sludeo-
enmoeder. De dokter weende; Qod schonk hem
de geoade der tranen. In deze tranen smolt de
jjakorst van xgn hart
«Hoeder, vergiffenis," smeekte hij, «God zg
donk, dat gjj weer ziet!"
Hg schroei behoedzaamheid, langzame gewen
ning aan 't licht, volslagen rust voor. De ope.
ralie was voorbij; '«ter zocht Feliz zjjoe zicko
op. De Studeotenmoeder verhaalde hem haar
leven. Dag asn dag had zij voor hem gebeden,
bad zjj om hem Iranen gestort eo daardoor was
zjj blind geworden. Steeds had zjj nuar hom ge
zocht, doelt Item nergens gevonden. En toch had
zg bem zoo graag oog eens gezien en tot hem
Eiodeljjk had zg v
s Weo-
,lk boorde, dat gij eerste dokter aan de oo-
gen-kliniek waart. Toen liet ik mg hierheen bren
gen. Zoo God mjj hel licht terugschenkt zal hg
dat door u doen, zoo dacht ik. Ik kende nwe
stem, doch sidderde niet. Ik dacht slechts aan
u, niet aan mijn ongeluk. En gij gaalt mij hot
gezicht terng, dat ik in tranen om n verloren
had."
Hg luisterde stilzwijgend en boog naar haar
«Kind, ik liet niet na voor n te biddeo; steeds
weder bestormde ik den hemel. God mag mg
allee ontnemen, oogeo en leven, ala gjj maar
weer knot zien, als gü maar weer levend wordt!"
«Weder zien? Levend?"
„Ja, weer zien, want gij zjjt blind."
«Blind? Ik blind, moeder?"
«Je, blind zgl gjj, en nw leven le dood! QU
moet weer ziende, levend worden. Kind, ik
smeek u, word weer geloovig."
„Moeder, ik kan niet."
«Kind gij knot het, gg behoeft aleebts te wll-
Moeder, ik zal d.
ir of ik
Felix, de dengdzaine jongeling dwaalde af
en is geen priester geworden. Maar de vrede «o
hal geloof, dal hjj verloren had, heeft hjj terng-
gevondeo. De Studeotenmoeder bidt voor Item.
In het bergdorp is het heden hoogljj. Leopold,
eoD neef van Dr, Wloscoborger, is priester ge
worden. Hij was do jongslo oeel van den beroom-
den dokter der keizerstad.
«Leopold moet prieater wordeo," had Felix
tot zgo jongste zuster gezegd, die hot huis harer
onders had overgenomen. Dr. Wieseoberger droeg
de kosten der studiejaren. Leopold atndeerde le
Salzburg en woonde by de SLudenteomoeder.
Zy had hem lielgekregen ala haar eersteo stu
dent. Met dezelfde goede moederoogen beschouw
de zjj hem, zij die oonmaal Felix als kind had
gezien en gehoed.
Tusschen Felix en zijn geboorteplaats beeft
bet wedergevonden geloof de afgebroken brug
reeds lang weer gelegd. !o de zomermaanden be
zoekt Dr. Wieseoberger het eenzame dal en
ztine dierbaren en is daar gelukkig. Ook de
Stodentenmoeder is weer geheel agoe moeder
geworden. Met haar is hg naar bet groots feest
deo. De
y de dokter vry
rvuld ven angst
de oerslo heilige Consecratie van den jongen
priester. Builen schalde het donr do bergen, in
't kerkje ie 'l plechtig stil, de l'riesterkoniog
van brood an wijn op 'l altaar, 't Is doodstil.
Alleen het sehelle'jo klinkt van 't altaar. Dr.
Wiesenberger houdt Zijn g-laat in zjjno handen
gesloten en weent. Dal had ook zgo geluk ken
de Studcnleomoeder en snikt van geluk. God
zogone u, goede, bravo Sludonloninooder.
Hongarije nai
lang geworden door
TE LAAT
eso laoge reis geweest,
Dresden, en
dan kom ik, zoo spoedig al
laat, by u."
En zoo atspte zij, liet bar
Voor de dour eo in den tuin zitten groepen
soldaten te praten en te rookendlo z(jn roede
h«t ergste te hoven en zullen woldra, ala
hersteld ontslagen worden. Zou haar zoon daar
ook bij zjjo? Z(j kjjkt en kijkt, en het moeder
oog ziet iclterper dan welk ook haar Jozet
is er niel byi -
«Ginds, in dis zeel, mevrouw I" antwoordt da
dokier aarzelend, wien zy in 't bureau nlar de
gewonden vroeg. Hjj is verlegen en züne woor
den komen hortend en stooteod over ayns lip
pen, want In die zaal liggen slechte degenen, die
hol zwaarot gewond zjjn. Zy let er niet op;
slechte eene godnebte vervult hare ziel. Zy wan
kelt, doch ook slechte een oogenbllk. Daarna
slapt zjj ving naast deo bediende voort, dia baar
zy tr
n lield
reis wi
rgen, welke
haar vervulden: baar eoniga root toch, haar
Jozef, die als vaaodrig stood by het Ooetenryk-
aclto regiment van den Prins ven Holslein, log,
daar by in Juli '66 ia Bohomon gewond werd,
met vele zyaer kameraden ia de voormalige
pioniers-kazerne, welke thans in een hospitaal
was veranderd. Met bevende hand had hy naar
zgn beangstigde moeder geachreven:
«Thans gaat bet, Goddank, wat beter, lieve
moeder; weldra mag ik het bed verlaten, en
Zwygond staart de zaaier de angstige moeder
aan.
«Te laat, mooderl" zegt zjj daarna toonloos.
Met afgowend gelaat wjjst zg naar hat bed,
naaria zy op helzellde oogonblik den overledene
in zyac lijkwade beeft gehold.
Een harlvervchenrende kreet, xooali slecht»
een moederhart die uitea kan, klinkt door de