Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 10. Zaterdag 6 Juni 1903. Zeventiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnomontoprijn par drie munill Franco per poit Afzonderlijke nummer* f 0,40. f 0,05. Breedestraat, 18 Amersfoort. Uitgave van de Vereenlging De Eembode. F rij» dar AdvortontiSm Vu 1 tot 6 regel* Voor iedere» regel meer Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Rome en de Paus. Toen Koning Humbert van Italië door snoode hand was omgebracht, aan vaardde zijn zoon onder den naam van Victor Emmanuel 111 de regeering inet een proclamatie lot het Italiaansche volk, die niet anders dan een weerklank was van het snoevend stuk, dat in 1878 door koning Humbert tot de Italianen werd gericht. .Home is onaantastbaar", herhaalde de nieuwe koning, waarmede hij zeggen wilde, dat, ondank* alle pro testen van den beroofden Paus-Koning Rome de hoofdstad blijit van hel ,eene Italië''dat de overweldiger er heer en meester blijft en tol geen prijs zijn buit denkt af te staandat het godtergend onrecht gehandhaafd zal worden tegen recht en rede in, wat daarvan ook de gevolgen mogen wezen. Met zulk een voornemen, dat onge rechtigheid tot grondslag heeft, zou Victor Emmanuel Cl, volgens zijne meening, lot welzijn van het Italiaansche volk in vrede kunnen regeeren. Alsof al de schitterende beloften, door zjjn vader bij diens troonsbestijging afgelegd, niet door de bitterste teleurstellingen waren gelogenstraft. Veel verder strekking nog had echter het woord .Rome i* onaantastbaar" in den mond van koning Victor Emmanuel bij de lijkbaar zijns vaders tot het Italiaansche volk gericht. „Rome is onaantaitbaar" beteekent evenais in dien zijns vaders niet anders dan onverzoen- lijken strijd met den Paus, vijandschap tuischen Staat en Kerk, voortwoedende oneenigheid tusschen de zonen van het zelfde volk. En zoolang het voorschrift des Pausen voor de Katholieken blijft gelden „ne elettori ne eletti" .noch kiezers nc 'h gekozenen" dat wil zeggen, dat zij zich van alle deelneming aan de openbare zaak zullen onthouden, zoolang blijft dus het land overgelaten aan verwoede anli-clericalen en mannen der revolutie. Victor Emmanuel moet derhalve ge voelen, evenals zijn grootvader en vader hebben wedervaren, dat hij door de teugellooze bende, die in Italië den loon aangeeft, feitelijk wordt gedreven en beheerscht. Zijn regeering zou Italië zegeningen brengen, beloofde hij in zijn proclamatie aan het Italiaansche volk maar welke zegeningen kan ze brengen, wanneer haar voornaamste «treven blijft een toe stand te bestendigen, die den bloei en de welvaart des volks ondermijnt en daarentegen het eenigc redmiddel afwijst, dal in den onhoudbaren toestand ge nezing kon bieden, namelijk de ver zoening met den Paus? Neen, „geen verzoening met den Paus" is hel wachtwoord, dal van uit hel Qui rinaal bij herhaling werd gehoord. Deze overmoedige taal van zijn voorgangers weerklonk dan ook opnieuw in zijn proclamatie, toen hij zeide „Rome on aantastbaar als zinnebeeld der grootheid en als onderpand der onschendbaarheid van Italië." Bittere ironieWant klonkt hel niet als eene bespotting te snoeven op de grootheid van Italië bij de bittere ellende, die door het volk geleden wordt ten gevolge van de schier ondragelijke lasten, die de zoogenaamde grootheid het komt opleggen En de onschendbaarheidDe lessen der geschiedenis spreken een heel andere taal en wei in den geest van het woord door Leo XIII destijds gesproken, name lijk dat inderdaad Rome onaantastbaar is, maar niet het Rome van Victor Emmanuel, neen, het Rome van Paus, het middelpunt der katholieke wereld, in waarheid de Eeuwige Stad, wier heilig karakter al dc revolution- naire machten niet vermogen te vei nietigen. Reeds voor ettelijke jaren schreef o.s de liberale .Corriere di Napoli" „Het valt ons pijnlijk te zeggen, maar het dient nergens toe, het te verbloemen Rome, dat men meende, liet groote middelpunt te moeten zijn van liet natio nale leven oefent de uitstraling van zijn assimileerende kracht nog in oen veel te uitgeslrekten kring uit. De waar borgen dienen tot niets meer, zelfs niet tot de gezwollen rhetoriek der volks redenaars. En wij maken hier een heel treurige vertooning, aangezien wij arme indringers, die wij zijn, tusschen het Coliseum en St. Pieter nog niets anders hebben kunnen tot stand brengen dan het paleis der Financiën, waar men op de welbekende wijze met de financiën omspringt.En het orgaan besluit zijn jammerklacht met die woorden „Hel was beter de bres der Porta Pia te sluiten en de reis terug te maken van liet Pantheon naar dc Supcrga" Tot deze conclusie kwam echter niet en kel dit liberale blad, maar onderscheidene bladen hebben zich zoo uilgelaten zelfs de rninislerieele .Solchetto" stelde des tijds voor een bres door de Porta Pia in omgekeerde richting le slaan, daar mee te kennen gevende, dat een terug tocht van het Italiaansche Hof naar Turijn de ecnige goede oplossing wezen zou uil het slop, waarin het zich te onzaliger ure heeft vastgewerkt Zoo werd herhaaldelijk tot op deze dagen door sommige bladen, die de overweldiging van Rome weleer uit volle borst toejuichten, rondborstig er kend, dat Rome ondanks alle schijn- vertoon van de indringers, nog altijd de Pauselijke stad gebleven is. Laten we hierbij nog even releveeren, dat wijlen de beruchte Italiaansche Staats man Crispi, die niets onbeproefd heeft gelalen om tot de -overweldiging van Rome te geraken, nog kort voor zijnen dood de bekenterlis ailegde .Italië valt eiken dag dieper in den afgrond, en Het paleis der koningen van l'ieinont te niemand heelt de kracht het land op te heffen Tot die ontzottende ontnuchtering kwamen zij, die het hardst gejubeld hebben over den roof van de stad der Pausen. Rome moest de hoofdstad van Italië wezen, dit was hun ideaal. Met de bereiking vai: dit ideaal, kwam men echter tot de ervaring, dat Rome niet de plaats is voor een koninklijk indringer en zijn gevolg, dal deze zich daar nim mer thuis zouden gevoelen, omdat Rome niet enkel in de oogen van Italië, maat' van heel de wereld, de onvervreemd bare stad der Pausen blijft. Nimmer voorzeker is deze waarheid in schitterender licht getreden, dan juist in de dagen van 's Pausen jubilé. Dit hopen we in een volgend artikel nader aan le tooncn. BUITENLAND Het schijnt, dat Comhes lang niet op zijn gemak is over de schandaalzaak betreffende hel millioen, dat men van de Karthuizers wilde afpersen met de belofte, dal na liet storten dier som gelds zou bewerkt worden, dat aan die orde autorisatie werd verleend, in welk schunnig zaakje de zoon van Combes betrokken werd. Zijn ontstemdheid daar over ging reeds zoover, dat hij in een der senaatszalen bijna handgemeen raakte. In heftige termen verweet hij daar den senator Dubosl, die voor Isère (liet departement der Karthuizers) zitting heeft, dat hij niet in de bres was ge sprongen voor zijn zoon Edgar. De heer Dubosl antwoordde eerst, dat hij niet wist, waarover de heer Combes het had. Toen Combes daarop antwoordde, dat het de plicht van Du- bost was geweest tegen de lasteringen van Besson op te treden, dat zijn zwij gen gelijkstond met medeplichtigheid aan den laster en dat zjjne houding trouwe loos was, repliceerde de heer Dubost, dat hij niet kon antwoorden op bemer kingen, welke op dezen loon werden gedaan, en hij draaide Combes den rug toe. Daarop werd de houding der beide heeren tegenover elkaar zoo dreigend, dat een groep afgevaardigden zich om hen verzamelden. Combes wilde Duboit nog antwoorden, doch hjj werd door zijne vrienden medegezeuld in een nabij- zijnd vertrek. Hij moet daar het vol gende verklaard hebben„Ik zeg het lol u allen, als ge mjj niet meer onder steunt dan ge tot dusverre gedaan hebt, zal ik heengaan, want ik heb er ge noeg van!" Het is waarlijk niet te verwonderen, dat Comhes er genoeg van heeft. Het verzet tegen zijn tirannie zal hem ook we! te machtig worden, zelfs moet Waldeck-Rousseau, volgens de .Liberté," besloten zijn in den Senaat op te komen tegen de wjjze, waarop Combes de wet van 1901 toepast. Hij zou het bewijs willen leveren, dat al de incidenten van den godsdienstoorlog zjjn uitgelokt door hen, die de meening der wetgevers van 1901 veranderden en verdrukking en geweld in de plaats stelden. Wal echter algemeenen indruk moet maken is hetgeen de heer Paul Leroy- Beaulieu, een der bekwaamste Fransche economisten, onverdacht van alle cleri- calisme, schrijft in de „Economisle frangais" als volgt over de daling der Fransche rente: „De oorzaak is alleen gelegen in de verfoeilijke regeering, die wij bezitten en die onder liet intellectueeie deel der bevolking de grootste onrust verwekt. „Frankrijk is overgeleverd aan eene bende dwazen en onvoorzichtigen,dieniet weten, wat ze doen en die men tot alles in staat acht, zoo op stoffelijk als op zedelijk gebied. „Uitgezonderd den grooten en voorbjj- gaanden schok van 1848, heeft Frank rijk nooit een regeering gehad, die zoozeer alle belangen verwaarloosde en zoo diep de eerbiedwaardige gevoelens van een groot deel der natie kwetste. „Wat betreft den waarborg van den eigendom leeft men nu, onder de tegen woordige strooming der socialisten, in eene onveiligheid, waarvan men slechts gedurende de revolutie in de verleden eeuw een weerga vindt." Zoo wordt het met den dag duide lijker gemaakt, dat Frankrjjk zich be vindt op een weg, die ten ondergang voert. Uit Rome wordt gemeld, dat de ge zondheidstoestand des Pausen niets te wenschen overlaat. Omtrent het bezoek van Keizer Wil helm aan den Koning van Italië, doet nog hel volgende verhaal de ronde De FEUILLETON. DE VEROORDEELDE 6J In plaals echter ven het door allen verwachte kommando„Vuur 1", riep de majoor met taider slem„Ia naam vau Z. M. den Koning ver kondig ik den mnakelier Brand, van hel regi ment KoDinginoe-infanterie genader' In het volgend oogenblik boorde men niets dan een langgerekt „O I" van verrassing, daarna weerklonk luid tromgeroffel en een duizend voudige jubelkreet der grenadiers en van bet volk. Brand had hel woord genade nog gehoord, doch was daarna halten keaaie op den zand hoop neergezegen. Met bigde deelneming drong het volk om den kriog van soldalen, van wie enkele den bewusteloozon kameraad in een rjjtnig droegen, terwjjl majoor RÖmer den almaracb komman deerde. Do uitvoering van het spiteroedenloopen werd uitgesteld, verschoven. Den zonnigen zomerdag, waarop de zon der koninklijke genade goschonen had, mocht geen treurige herinnoring En waar waz Marie met baar kind, terwijl de echtgenoot on vader zoo hevig loed Van alles, wat er op de Nieuwmarkt ge beurde, bad Marie geen vermoedenzjj wist niets van do toebereidsolen tot de terechtstel- i, dat i i bete arrestlokaal der hooldwacht hnd gebracht, Marie bevond zich met hot knaapje in een deel van het koninklijk paleis, dat door het dienstpersoneel bewoond werd, zonder iets te weten, van wat er met haar man gebeurde. Wjj herinneren ons, dat de kenrvorstin den avond le voren Harie bad gezegd in die kamer te wachten, lol tjj van den koning zou zjja teruggekeerd. Eeo half uur kou Marie iu angstige spanning gewacht hebben, toen er eene kamerjuffer der keurvorslin bö haar kwam en haar meedeelde, dat hel de wensch was vau hare koninklijke hooghoid, dal Marie mei haar kind dien nacht in liet paleis zou door- brongen en men liet haar weten, dat het dood vonnis aan Brand niet zon voltrokken worden. Zjj moest kalm blgven en niet eerder de kamer verlaten voor een tegenbevel van hsre konink lijke hoogheid zon komen. De Opperjagermeester kende den oudBn lazantcnopziener Bölig meer dan dertig jarea als een trouw en braaf dienaar. Op voorspraak van BOtig was doze grooto hesr in 't paleis gekomen en Marie by do kenrvorstin toege laten. Nadat Marie door do kamerjuffer boven staand was bekend gemaakt, verlieten BOIig en de Opperjagermeester het paleis, nadat tg eerst beloofd baddeo het stilzwijgen te l over het meegedeelde aan Marie. Door hoop bezield, betrok zg het haar aangewezen vertrek, welks vensters aan den van het paleis nitzicht gaven haar alles, wat gednrende den morgen op slraat was voorgevallen, onbekend gebloveo. Zoo was het elide morgenuur vau don 11 don Juli aangebroken, zonder dat de wachtende vrouw, tusschen hoop en vrees om den geitel len dtel viel. Elke voetstap, welke in dit ge deelte van het kooioklgk paleis woerkloDk, vermeerderde hare hoop op gelukkig nieuws, doch zoodra de schreden weder in de verte wegstierven, zooder hare kamer gonaderd te zjjn, en de vroegere stilte om baar hoerschle, gal zjj zich weer geheel over aan hare droeve gedachten, die haar sedert hare aankomst lo Dresden gekweld hadden en die do hier thans doorgebrachte dagen lot de droefste baars levens Op denzoltden tijd bevond zich de keurvor slin van Saksen in hel vertrek van Frederik Augustus, den eerelen koning van Polen en keurvorst van Saksen. Deze pracbtlievende en levenslustige vorst wss juist in geen besten luim, waul de jicht hield hem sedert verscheidene dagen in zjjn kamer, en ofschoon niemand zulk een grooten invloed op hem had. en niemand hem in betere stemming kon brengen dan de keur vorstin, zoo scheen het haar toch niet mogelgk geweest te zyo, de wolken van zorg en boos heid van bel voorhoofd van den lydeoden vorst Jnist t vagen. kenrvorstin„Sire, droeve aangelegenheid tot eeD goed einde brengen, kunnen we onmogelgk halverwege biyven slaan. De begenadigde soldaat Brand, die waarlgk genoeg geboet heeft, zonder schul dig Ie zgn, wat hom tol een misdadiger zou gestempeld hebben, en die lot op hel laatste oogenblik de angslon dos doods ondergaan hoeft, moet vry, geheel vrg worden van den dienst, waartoe hg bovendien op zoo vreesBljjke wgte geprest was geworden. Ik hoop van de genade eo goedheid van Uwe Kooioklgke Majesteit, dat Brand oog hedeo zga gebeele vrgstelliog bekend gemaakt wordt." De kooiog, dio op eeoeo stoel zal, bewoog het hoofd heen en weer, peinzend en teekenend met zgn krukje, dat gewoonlijk legeD zga sloel stond, figuren in da lucht eu op den vloer. Eindelgk sprak lig„Onze doorluchtige schoon zuster sebgot goou juist begrip te hebben van de strengheid der krOgewetlen, vooral als de soldaten in werkolgken dienst staan." Een Kleine pauze ontalood, waarin de koning probeerde zich met behulp van zyn stokje uit zgnen sloel op le richtendaar hem dil ecbler niet gelokte, zonk hg verdrietig In zjjnen stoel lerug eo sprak verder„Ik heb genade van den dood bevryd, maar verdei ik den loop der gerechtigheid niet tegenhoi Men zou later in dargeljjko gevallen op Brand wgzon en dezelfde genade en zachtheid van den koning eischon, ea dat zou den eerbied voor de krggs- eo andere wetten zoodanig ver minderen, dat er de grootste moeilgkheden door zonden ontstaan. Het gaat waarlgk niel, er moet een voorbeeld gegeven worden en deze Brand mooi minstens twee jaar als ge vangene aan het een of ander gebouw werken," „Dat ben ik met U oenel" riep de keur vorslin uit en zy glimlachte. „Uwe Majosteit zal het nu wol mot mg oene zün, als Ik deze onverkwikkeiyke geschiedenis ton einde breng. Ik heb do arme vrouw Brand, toon z|) den mg zoo dierbaren armband, een geschenk van Uwe Majesteit, dien ik verloren had, terugbracht beloofd, als belooniog daarvoor haren man geheel vrg te maken van den militaireo dienst. Mgn heer gemaal, de keurvorst van Baksen, heeft my daartoe reeds volmacht verleend, en nu heb ik Brand, toen hg dezen morgen naar de hooldwacht werd geleld, lol inspecteur bg don bouw van ons lustslot Hubertusburg ba- uoorad oo zijne aanstelling roods onderteekood. Uwer Majcsteits wil gaat dus in vervulling. Brand moot by 't een of ander bouwwerk maar ais gevangene naar Habertuiburg." Sprakeloos von verwondering over deze eigenmachtige handelwgze zgoer schoonzusier, riep de koning: „Dat gaal niell" Op vasten en kalmen loon antwoordde de keurvorstio„Uwe Majesteit zal loch zeker niet willen, dal de kenrvorstin van Saksen haar woord breekt?" „Maar hel zou loch oen schreiendo onrecht vaardigheid zgn, als morgen do andore muiters spitsroeden moeien loopen en deze Brand ge heel werd vrggelatenl" riep de koning nil. „Dal is geraakkelgk le verhelpen," riep de keurvorslin snel, „schenk alle ichuldigen Uwe Kooioklgke genade 1" De hooge vrouw kon zulks wagen, zg kende dan koning le goed, om niet te welen, dat zy thans gewonnen had.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1903 | | pagina 1