Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 16.
Zaterdag 18 Juli 1903.
Zeventiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
entsprijs por drie te
Franco per po*t
Afzonderlijke nummen
I 0,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat, 18 Amersfoort
Uitgave van de Vereenlglng De Eembode.
Prijs der Advortontiën:
Van 1 tot 6 regels
Voor iederea regel meer
Het middel tot redding
der Maatschappij-
Er heerscht eene sombere verwarring
in onze hedendaagscbe maatschappij,
die zich maar al te zeer op bedenke
lijke wijze openbaart in de wereld der
arbeiders. Dat hebben onlangs de be
faamde stakingen daghelder benezen.
Een verwarring van begrippen viel daarbij
op te merken, die ruimschoots stof tot
ernstig nadenken bood. Op den eersten
wenk van socialistische en anarchistische
leiders werd ook hier te lande de orde
verbroken, de vrijheid aangerand, met
het gezag gespot en werden recht en
billijkheid onder den voet gelreden.
Ieder ordelievend staatsburger stond
een wijle als verbluft over zooveel ver
warring des geestes. Tegen alle oprecht
gemeende vermaningen en dringende
waarschuwingen in, dat hier de geheele
toekomst van honderden roekeloos op
'l spel werd gezet, dat het eindresul
taat van de beweging, door de revolu-
tionnaire leiders aangestookt, niet anders
dan op ellende en armoede voor de
volgelingen moest uilloopen, werd toch
de stsdcing doorgezet. Men weet met
welk gevolg.
En de oorzaak van zooveel verblinding
behoeft niet ver gezocht. De slagboom
immers, die den werkenden stand van
dergelijke dwaasheden tot dan toe had
weerhouden, was van lieverlede verbro
ken, doordat men den werkman, die den
opruiers in hanien viel, het hoofd
vulde met onbereikbare idealen en god-
delooze leerstellingende nijvere werk
man moet knielen voor den Mammon op
de wereld moet hjj zijn eenig geluk vinden
in genieten, en niet in bekommernissen
en zorgen des levens zijn heil en troost
zoeken bjj den Gever aller goeds, bjj
den goedertieren God.
Het is treurig, maar waar geweldig
heeft de geest der revolutie reeds in
gegrepen in het leven des volks, dit
bljjkt steeds meer van dag tot dag.
Doch hoe ernstig deze kwaal ook reeds
ingekankerd, toch blijft den Katholiek
i raiddel, dat in den strijd des levens
met uitstekend gevolg kan worden aan
gewend. Dit onfeilbaar raiddel werd door
Dr. Schaepman op schitterend wel
sprekende wijze in de algemeene ver
gadering van den Bond van R. K. Werk-
liedenvereenigingen in het Aartsbisdom
Utrecht, op 28 Oct. 1894, in genoemde
stad den leden aangeboden, en thans
in hel onderstaande in eerbiedige her
innering gebracht.
,Het groote middel aldus sprak
de HoogEerw. Bondsadviseur om
den arbeider te ontwikkelen tot een vrij
en zelfstandig man, en om zijn zelf
standigheid te handhaven tegen hen,
die te veel onderwerping vragen zoowel
als tegen hen, die Je valsche onafhan
kelijkheid, den revolutionnairen souverei-
niteitswaanzin prediken is het geloof.
Het arbeidersvraagstuk is zeer zeker een
vraag van recht, maar juist dasrom
een hoogst zedelijke vraag. Wie niet
rechtvaardig is, kan in den strijd voor
het recht niet beslaan. Maar recht
vaardig blijft alleen hij, die gelooft in
God en die handelt naar het geloof.
,Gij moet mannen zijn des geloofs
en gelooven als kinderen. Hoe onbuig-
fier i
i nek,
kunnen die eigenschappen niet bewaren,
als wij niet knielen voor den eeuwigen
majestueuzen God. Gjj moet gelooven
in God den Schepper, die u geschapen
heeft naar Zjjn beeld en gelijkenis
alle menschen evenzeer. In die betrek
king van gelijkenis ligt de kern der
naastenliefde, zonder welke ook hel recht
wordt een klinkende schel, een hol ge
luid. In den Schepper moet gjj gelooven,
omdat gij alleen dan een steunpunt
hebt, waaraan gij u kunt vasthouden,
ook omdat gjj anders niet zult gelooven
in deze wereld.
,Gij moet gelooven in God den Wet
gever. In Gods wel ligt de oplossing
van het geheele vraagstuk der maat
schappelijke ellende. Eerbiedigt het
Gjj zult niet stelen, en ook uw recht
matig loon zal u niet worden onthouden.
Eert uw vader en uwe moeder en
ook de maatschappij zal zorgen voor
uw ouden dag. Muilbandt niet den dor-
schenden os en men zal u niet onthouden
leel van het godorschte graan. Dient
den Heere en ook uwe meesters
zullen welen, dat zjj Gods rekenplichtige
rentmeesters zijn.
„Gij moet gelooven in God den Re
geerder. Hel herstel der wereld is aan
Hemde hoogten en de laagten heeft
Hij geschapen. Maar de laagten mogen
rijzen en de hoogten kunnen dalen
ook dat is Zijn toelating. Aan de hoogten
zegt Hij: geen eigenwaan en geen ver
drukking aan de laagtengeen ijver
zucht, geen ijdelheid.
„Gij moet gelooven in God den Ver
losser. Wie zegtverlossing, zegt zonde
en de zonde is alljjd met ons. Daarom
zal er altijd smart zjjn in de wereld en
armoede en nood. Zelfs le goeder trouw
vergeet dit geen Katholiek. Twee dingen
in onze wereld zijn van gelijke grootte
en verhevenheidalle smart bestrijden
om haar te verwjjderen, waar hel kan
alle smart dragen, waar het moet.
.Gjj moet gelooven in God den Rechter
en Zaligmaker. De voleindiging van dezen
tijd ligt niet in dezen tijd. God zal oor-
deelen en God zal loonen. Hij is recht
vaardig en Hjj is goed.
.Ziedaar het middel. Altijd en overal
is het onoverwinnelijk. Daarommet
het gelooven in Godvooruit I Er
is te veel tijd verloren dan dat wij een
oogenblik kunnen dralener is te veel
te doen, dan dat wij achteruil kunnen
zien. Vooruit I Wij hebben een gids.
,0, Leo, hoe op dit oogenblik in ééne
vlucht onze harten uitgaan en opgaan
tot U! Hoe wjj God onzen Heer en Koning
nederig en jubelend danken voor de Ko-
ningsgave ons gegeven in UI De dwaas
heden van de wereldpaden hebt Gij ons
getoond, den waren weg hebt Gij ons
gewezen, het ééne doel ons doen zien.
Paus der werklieden en onsterfelijke werk
man aan den wereldvrede, zijt Gü ons
voorbeeld, onze kracht, onze troost. Met
den last der grijsheid op de schouderen
roept Gij tot ons met de kracht der on
vergankelijke jeugdVooruit
„Vooruit, wij volgen, wjj gaan. Wjj
gaan inel het oude woord, waarmee de
Kerk haar bedevaarten opentProcedamus
in paceIn nomine Chritti. Amen. Voor
uit in orde en vrede I In den naam van
Christus, zoo moge 't zijn!
Zoo hebben de leden van den Bond
der Werkliedenvereenigingen in het Aarts
bisdom in die gedenkwaardige vergade
ring de krijgsklaroen hooren schallen ter
aanvoering in don strijd tegen ongeloof
en revolutie. Wjj hebben -gemeend deze
nog eenmaal te doen hooren, opdat de
heerljjke klanken nogmaals de harten
van velen mogen doordringen en aanzetten
tot nog wakkerder strijd, dan reeds on
versaagd geboden werd. Want hoe ver
kwikkend en opbeurend voor het beangst
en bekommerd harte is het niet, wanneer
men ziel katholieke strijders hun banier
ontplooiend, neergeknield voor den Drie-
ëenigen God. Zjj alleen toch zijn toege
rust met onoverwinbare wapenen,zjj alleen
beschikken, volgens hel woord van den
onvergetelijkcn Strijder voor de eere
Gods, over het middel, dat de in nood
verkeerende maatschappij redden en be
houden kan.
BUITENLAND.
De toestand van Z. H. den Paus.
De schjjnbare verbetering, die zich hjj
Z. H. den Paus in het laatst der vorige
week voordeed, en de hoop op het be
houd des Pausen nog eenigszins deed
herleven, nam Zondag weder een zeer
bedenkelijke wending. De koite inhoud
der bulletins was Maandag reeds, dat
de toestand zoodanig was, dat eenige
kardinalen werden ontboden. Het bulletin,
dat Maandagavond verscheen over den
toestand des H. Vaders luidde
De inzinking der krachten houdt aan.
De ademhaling is eenigszins versneld 36,
de lichaamstemperatuur is 37 gr., de
pols is zwak92 slagen. De toestand
van den hoogen lijder blijft ernstig,
maar er is geen oogenblikkelijk gevaar.
In den loop van den dag heeft de Paus
nu en dan aanvallen van uitputting
gehad, die groote ongerustheid wekten.
Lapponi bleef uren lang 2ilten voor het
bed van den Paus, wiens toestand klaar
blijkelijk verergert, wegens de toenemende
zwakte. Op het Vaticaan is men op
het ergste voorbereid. Zoodra het be
richt, dat de toestand van den Paua
verergerd was, verspreid werd, begaven
zich tal van kardinalen naai- het Vaticaan.
De Zwitsers en de leden der adellijke
lijfwacht krijgen geen verlof meer, om
uit te gaan.
Dinsdagmorgen om 8 uur werd uit
Rome geseind
Gisternamiddag werd de toestand
langzamerhand slechter. Z. H. ontving
toch nog enkele kardinalen en sprak
met Satolli van de Bijbelcommissie, doch
moest van vermoeidheid eindigen.
De3 avonds deden de doctoren een
onderzoek, dat vermindering van krachten
aantoonde en verslechtering van den
algemeenen toestand. De nacht was zeer
onrustigde Paus weigerde cordiaal te
nemen. De gurde-noble en de Zwitsers
benevens de geheele anii-caraera bleven
waken, terwjjl de bibliotheek van den
Staatssecretaris verlicht bleef.
Telefonisch werden den geheelen nacht
mededeelingen gedaan aan kardinalen
en gezanten.
Hel einde schjjnt te naderen.
In den loop van den nacht had Z.
H. echter eenige rust. Volgens verklaring
van Zijn geneesheeren was in den al
gemeenen toestand van den zieke geen
verandering. Zelfs ontving „De Tjjd"
een draadbericht uit Rome, waarin werd
gezegd, dat, als er niets buitengewoons
geschiedde, Z. H. de Paus nog eenige
dagen zou kunnen leven. De helderheid
van geest was bjj den hoogen lijder
geheel teruggekeerd.
Van andere zjjde werd echter ook
gemeld
De toestand van den Paus wordt
voortdurend ergerde krachten nemen
gaandeweg af. Mon voorziet, dat de
doorluchtige grjjsaard zachtkens zal weg
sterven door overmaat van zwakte en
door bloedvergiftiging, daar de nieren
niet meer werken en de urine zich met
het bloed mengen gaat.
Zoo bleef de spanning aanhouden, te
meer nog toen dr. Mazzoni verklaarde,
dat hoewel de aanslaande dood zeker
is, de artsen geen berekeningen meer
durven le maken, daar de buitengewone
constitutie des Pausen deze telkens be
schaamt.
FEUILLETON.
Engelsch Indië.
Het rellen In Indië.
Gedurende mgn verbijt in Bellary meende
ik goed te doen een en ander te noteeren, wat
rojj ala eigenaardig voorkwam; en dit gedaan
hebbende kon ik niet van mg verkrijgen om
het nn too nutteloos te laten liggenik zond
het op, doch vernam voor een geraimen tgd
er niots van, soodat ik het schrijven er voor-
loopig aan gat Op mjjn navragen echter ont
ving ik een Eembode en zog daar tot mjjn
verbazing, dat mjja eenvoudig schreven zich
tot Feuilleton had ontpopt, wat mg aanspoort
om nn iele over 't reizen in Indië aan mjjn
voormalige stadgenooten mede le deelen.
Vooraleer ik echter tot dit onderwerp overga,
moet lk in 't kort vertellen, wat mg daartoe
brengt. Alsof het reisje van Holland tot midden
in Indië nog niet geaoeg ware, ontving ik tegen
hel einde van Januari een tgding, dat ik mij
moal gereed maken voor mjjn vertrek naar
mijn standplaats mei name „Ravipada". Ik
vernam van een ond-miasioaaris, die dttr
voor eeo 10-tal jaren werkzaam was geweest,
dat er niet veel te krggen was, wat betref!
huishoudelijke artikelen en kantoorbehoeften.
Ik ging naar den winkel en kocht alles in, wat
ik zooal roorloopig noodig zon hebben; ikwaa
reisvaardig en van alles voorden (wat ik nn,
Febrnari, avonds om 10 uor, kwam ik aao I
station, waar de mailtroin klaar stood om os
Madras te vertrekken. Eo hoe gaat hel er v
vormen. Het heele statioo krioelt
vóór 't statioo, op 't perron, on
men elkander om zich zoo goed e
mogelijk eei plaatsje te veroveren. Men ontziel
niets of niemandieder zorgt voor zich
gaat dat niet goedschiks, dan scheldt en raast
men totdat het mogolgke eo zelfs bgoa het
onmogelijke is bereikt. Het is een aardig gezicht
dat alles na te gaan! Ala eeo lodiaao op reis
gaat (en dal is meestal om een of ander bnwe-
ljjk hg le
is dan vergezeld
liefst (wal in Holland
een reden is van .thais-blijvea") neemt
de kleine kinderen ook mede. Eo toch all
behulpzaam, ieder, zooale ik reels opmerkte,
zorgt voor zich zeiven.
Het reizen gaat bier op geheel andere wjjze
dan in Holland. Zonder impedimenten schjjnt
men bier niet Is kannen reizen. En waarlgk,
voor zoover ik het reeds ondervonden
bet onmogeiyk zonder eenige zaken op
wordt
medebrengtde gastheer wil voor alles zorgen,
doch een hed is daar niet in begrepen. Der
halve moet meo een licht matrasje, een hoofd
kussen, een deken en lakens uls men zo heefi)
volstrekt medeoemeo. Verder mondbehoeften
en daar staat een Indiaan op. Eeo doek met
eeo groote hoeveelheid ongekookte of ree-Is
tbnia voor de reis gekookte rij.-t, kan men ieder
reiziger mede zien torsen. Dan, een apart
handeltje, verschillende kruiden om het maal
smakeljjk en hartig le doen maken, d. w. z.
zoo heet en scherp mogcljjk, zóó, dat het voor
ons soort menschen niet om te eten is. Dit
pakje wordt gewoooljjk aan de zorg der klei
neren overgelaten. Ouk neemt men mede potten
en pannen om bet eten te koken eo kops ren
kannetjes om water te balen aan elk station,
waar de trein stopt.
Ik behoef niet te zeggen, dat er ook «en
groote hoeveelheid kleeren medegenomen wordt,
dat, alles in doeken gepikt, de vrouwen toe
komt om te dragen. Een parapluis mag ook
niet vergeten worden; doch slechts óën en
deze wordt gewoonlijk, ja altgd gedragen, liefst
ondersteboven of onder den arm door papahet
is een kenteeken, dat by en de zjjnen tot oen
zokcre .caste" behooren en derhalve moet ge-
rospecteerd worden door anderen, die tol geen
caste behooren en dal zjjn de arme pariab'e.
Alle hecren en dames (bier in Indië is het
niet: „damee en heeren") zgn gezeten, alle
bagage ia weggemoffeld en de trein wordt in
beweging gebracht door den van nature zwar
machinist. Wederom begon ik een reisje vso
uren sporeos, nacht en dag in den Irein, stei
verderOok van Bombay naar Belli
moest ik 2* uren aan een stak in dea Ir
zitten, Na echter zou 'ik door een der schoon
streken van Indië gaan; het kon vergclel
worden, zoo zeide men mij, met Beieren
Tyrol. Doch het was avond en ik maakto a
matrasje in gereedheid om den nacht in
trein met slapen door te brengen. Van slapen
echter kwam niet veel, doch mijne slap
heid werd vergoed door hetgeen ik zag v
schoons natuur, die jnist genoeg verlicht werd
door de beider schynende maan.
In die omstandigheden, kwam mg ee
ander recht poëtisch en romantisch voor. Want
zie I terwgl ik zoo nit bel raampje zit le toren,
bemerk ik een vreemde gedaante op een rota,
meer vooruitstekend en overhellend dan de
andero rotsen. Ik meen eerst een door do natuur
eigenaardig gegroeide boomstam te zien, doet
merk by nadere beschouwing, dat hel niet!
meer of minder ia dan een verbazend groote
tjjger. Het dier ziet, staande op dien vooruit-
stekenden rots, machteloos zjjn buit voor zich
heeogaao. Kwispelstaartend ziet hg zgn onge
naakbare prooi oa. Een vreemd gevoel, zelf in
mjjn veiligheid, kwam over mjj, als ik dat
staartje zag bewogen in den maneschijn.
Dra was de tijger verdwenen on nu k
zeggen, dal ik eens een wilden Ijjger in de
doorgestoomd was, kwamen de gewone dorre
landeryeo te voorschynhier en deer een
groote kudde goiteo en schapeneen dorpje,
bestaande in kleine rieten hnljee, hier en daar
oen groepje menschen, hnn land bewerkende ln
de felle, brandende zoneen man of vronw met
een bos slroo of voedsel voor bet vee op bet
hootdeeo zwerm vreemde vogels etc., dat alles
kan men zien als meo ia dea trein zit, bier ia
ladië. Asn weelderige, groene weilanden, waarin
de koeien lastig loopen te grazen valt hier niet
te denkennoch ook aan oen Hollandsch dorp
met zöo t ol 6 roolgo hooibergen noch ook aan
een flinke boerdery met allerlei melkgereed-
schappenook niet aan wagen met paarden er
voor; hier wordt al het werk gedaan door
buffïlseo het is vergeefsche moeite sis men
het volk wil san 't versland brengen, dat paarden
hetzellde werk doen op 't land in Holland als ds
buffels bier iD India.
Waarschgniyk zal het reizen in een trein,
met deze reis voor my wel zoo goed als afge-
loopen sjjo. Ala er voortaan te reizen en te
trekken valt, gebeurt dat in dezelfde hnlfkar
met ossen bespinacD, als die op my stond
te wachten aan 't station om mg le brengen
naar mgn standplaats, Ravipada, waarover ik
een volgenden keer iels hoop mede te deelen.