Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 45.
Zaterdag 6 Februari 1904.
Zeventiende Jaargang.
DE EEHBIDE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs por drie maanden
Franco per post
Afzonderlpe nummers
f 0,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat 18, Amersfoort.
Uitgave van de Vereenlgfng De Eembode.
Prijs dsr Advertentiin i
Vu» 1 lot 6 regels
Voor iederea regel meer
Frankrijk.
Wie den vinnigen strijd, de in koelen
bloede vermoording van godsdienst en
goede zeden in Frankrijk overweegt;
wie met geloovig gemoed de ten hemel
schreiende gruwelen aanschouwt, die in
dat katholieke land door een vrijmetse
laarsbende en tiaar aanhang voltrokken
wordenwie ervan getuige is hoe recht
en gerechtigheid daar schandelijk worden
veracht en met voeten getreden, hoe het
kruis, bet symbool van den katholieken
godsdienst verguisd en bespol wordt,
voelt zich als in het hart genepen en
geneigd met afschuw den rug tekeeren
naar een Rjjk, dat weleer in volle fier
heid op den titel: .Oudste dochter der
Kerk" mocht aanspraak maken. Maar
het biedt toch ook zooveel, wat het
katholiek gemoed verrukt, zooveel helden
moed en zielegrootheid, zooveel deugd
en offervaardigheid, zooveel liefde tot
den verguisden Christus en Zijne Kerk
ter bewondering, dat men, als dooreen
magneet getrokken, met eerbied tot de
helden opziet, die pal staan voor de eer
van Christus en het zoozeer gesmade
kruis.
Meer dan ooit, dit moet erkend wor
den, behoeft Frankrjjk mannen, als b.v.
een Louis Veuillot, waarvan Dr. Schaep-
man in .Onze Wachter" onsinschoone
forsche trekken een treffend beeld heeft
gemaald. Met deze enkele lijnen, door
de meesterlijke stift van Dr.S. getrokken,
rgst hg reeds als in levenden igve op:
.Wie het aldus Dr. S. met een
zucht en een traan kan aanzien, dat de
hand van den een of anderen lafaard
telken dage een nieuw opschrift plaatst
boven het hoofd van den menschgewor-
den God, onzen Heer en Zaligmaker, en
daarop heden idioot schrijft en morgen
dweeper en dan logenaar, een zoo
danige zal wel een vroom en braaf man
wezen. Maar Veuillot is van een ander
gestel. Hjj grjjpt den boef bij de keel
en zet hem de knie op de borat en ter
wijl hij met de eene hand den gorgel
omklemt, neemt hg met de andere het
gloeiend witte ijzer en brandt den bureau-
Pilatus eer, merk op het voor
hoofd, dat alleen het berouw kan weg
nemen. Hij zou zijn leven geven, indien
de gestrafte daardoor dien traan van
berouw kon weenen. Maar eerst de straf.
Daarin is hij misschien minder beminne
lijk dan die brave vrome, maar bij is
er toch niet minder om."
Gode zij echter dank! Frankrijk telt
nog vele mannen, zooals telken dage
in volle kracht voor de oogen oprijzen,
die als andere Veuillot'» het gloeiend
brandijzer gereed houden en het doen
sissen ook. Daarin ligt de hope voor de
toekomst. Doch men vergete niet: hun
tegenstanders daar deinzen voor niets
meer terug, nu het geldt het zwaar be
proefde land godsdienstig en zedelijk tot
in de diepste vezelen van zijn bestaan
te verkankeren. Het wordt thans be-
heerscht door mannen, die zelfs het
palriotisrae ondergeschikt maken
hun verwoed anti-clericalisme.
Dat moest ook de Elsasser abbé Delsor
ondervinden, toen hij dezer dagen
zijn moederland in eene vergadering als
spreker met een geheel neutraal onder
werp wilde optredenzonder eenigen
vorm van proces werd hij over de grenzen
gezet, en dat alleen omdat hij zoo
als Combes bij een interpellatie in de
Fransche Kamer heeft bekend een
priester was, een clericaal. En 295 rep
tielen der loge juichten bjj deze bewering
als bezetenen en gaven Combes bjj
stemming over die eerlooze daad een
parig gelijk.
Deze grievende hoon werd den Elsas.
een provincie, die in de bloedige dagen
van 1870—71 zoo wreed van Frankrijk
werd afgescheurd, niet eens bespaard,
nu men in den priester de Kerk opnieuw
treffen wilde. Maar nu weet zij ook, wat
zjj van die Regeering en haar uanbang
te hopen of te vreezen heeft.
En Keizer Wilhelm kan tevreden zijn.
Het geannexeerde Fransche deel is naar
den nieuwen heerscher heengeschopt, de
klove tusschen het moederland is mee
dogenloos schier onoverkomelijk ge
maakt. De Fransche schrijver Pierre
'Ermite, dit diep gevoelende geeft daarom
vryen teugel aan zijne verontwaardiging
in een artikel in de .Croix". De vader-
landslooze daad naar verdienste geese-
lend, noodigt hij den Keizer ter aan
staande tentoonstelling te Parys en zegt
„Als u morgen met don dag komen
zoudt, zoudt gij reeds 30,000 vrijmetse
laars en 295 afgevaardigden aan het
slation gereed vinden om u de schoenen
te likken.
„De rest van ons volk telt niet mee."
Deze afstraffing zal gevoeld worden,
maar is ze onverdiend?
Het Frankrijk, dat nog schaamte ge
voelt, dat lijdt en verdrukt wordt, be
seft dus te meer, dat het gaat
groote en eeuwige beginselen en
schier ontredderde vaderland. Het woord
van Veuillot den grooten strijder voor
God en Zijne Kerk, ons door Dr. Schaep-
raan zoo met meesterhand geschetst
eenmaal gesproken, bljjft evenwel nog
altijd van kracht, een woord, dat door
de Katholieken in Frankrijk maar ook
door die van elders mag ter harte wor
den genomen en dat hoopvol aldus tegen-
klinkt
„Komt uit voor de leer, die gij belijdt.
Belijdt haar met kracht, belydt haar te
allen tijde. Braveert het geschreeuw,
braveert de revolutie, braveert de dwaze
impopulariteit onder alle vormen, waarin
zjj zich voordoet. Zegt aan de wereld,
dat zjj in de dwaling ligt en er in zal
omkomen. Zegt haar, dat Jesus Christus
God is, en dat er builen Hem geen
ander God bestaat. Zegt haar, dat hel
Jesus Christus is, die de wet des heils
gegeven heeft, en dat er geene andere
te vinden is. Zegt haar, dat Jesus de
Schepper is, de uitdeeler en de Bestierder
der vrijheid, gelijkheid en broederschap,
dat buiten Jesus Christus deze woorden
geene waarheid uitdrukken maar slechts
de vervalschte geleibrieven zijn der
bloedige dwaling, de geloofsbrieven des
doods.
„Brengt hulde aan de Kerk, belijdt,
dat gij aaD haar de eer schuldig
het goede te doen en het kwaad niet
te doen, dat gjj handelt en u onthoudt
rolgens hare voorschriften, dat het uw
wil en uwe zekerheid is aan de Kerk
niet aan de verleiding van deze of
gene menschelijke meening te gehoor
zamen. Verklaart luide, dat de Kerk on
feilbaar is en gjj haar gehoorzaamt, wat
men ook rondom u erover moge zeggen
of gelooven. Alles wat de Kerk heeft
gezegd, zal waar bevonden, wat zij ge
daan heeft, als goed erkend worden
alle beloften, die zjj ontving, zullen in
vervulling gaan. De wereld is het bewijs
voor de Kerk, en wat gjj met de Kerk
en voor haar zult gedaan hebben, zal
zegevieren over het bedrog, de dwaas
heid, het geweld der wereld."
Thans in de bange dagen, die het
geloovige Frankrijk doorleeft, weerklinkt
niet minder luid de stem van mannen,
door God geplaatst aan de spits der
strijdende Katholieken van hel zwaar
beproefde Ryk. Hoe waardig en onver
schrokken immers wordt o.a. door hunne
eminenties kardinaal Langénieux, aarts
bisschop van Reims, en kardinaal Richard,
aartsbisschop van Parjjs, aan President
Loubet voorgehouden, dat de Regeering
van Frankrijk zich op een noodloltigen
weg bevindt.
En als de moedige Prelaten hun
schrjjven besluiten hooren we het fiere
woord
„Ten slotte hebben wij eens te meer
getoond, dat de geesteljjke macht, waar
mede wij bekleed zjjn, getrouw bljjft aan
hare zending, zelfs dan wanneer elke
andere tegenstand ontmoedigd of over
wonnen zou zjjn."
Onwrikbaar pal staan I Ziedaar de taal
van mannen, die in den strijd legende
vrijmetselaars-regeering en haar trawan
ten, Frankrijk voor een totalen onder
gang behoeden zullen I
BUITENLAND.
Naar thans verluidt, zal Keizer Wil
helm nu toch naar de Middellandsche
zee gaan en den 6den Maart uit Kiel
vertrekken.
In Duitschland is thans een wets
ontwerp gereed tot schadeloosstelling
voor onschuldig ondergane voorloopige
hechtenis. Artikel I luidt:
Personen, die bij een strafproces vrij
gesproken worden, kunnen voor de onder
gane voorloopige hechtenis een schade
vergoeding uit de staatskas verlangen,
als het proces de onschuld heeft doen
uitkomen of gebleken is, dat tegen hen
geen redeljjke verdenking beslaat. Be
halve de in hechtenis genomen persoon
hebben degenen tot wier onderhoud hjj
volgens de wet verplicht is, aanspraak
op vergoeding.
Dinsdag is de zitting in het Engelsche
parlement geopend. In de troonrede tot
opening van het parlement wordt o.a.
gezegd, dat de betrekkingen met de
vfeemde mogendheden gunstig bljjven,
en het vertrouwen uitgedrukt, dat het
Engelsch-Fransche arbitrage-verdrag be
vorderen zal, dat bjj internationale ge
schillen de toevlucht zal worden genomen
tot arbitrage. Het verdrag is een bewjj»
voor de vriendschappelijke betrekkingen
tusschen beide landen. Onderhandelingen
worden gevoerd met Italië en Nederland
tot het sluiten van dergeljjke verdragen.
Verder zegt de troonrede:
,Wij hebben met belangstelling den
loop der Russiseh-Japansche onder
handelingen gevolgdeen verstoring van
den vrede in die streken zou betreurens
waardige gevolgen moeten hebben. De
hulp, die onze regeering kan verleenen
om eene vreedzame oplossing te bevor
deren, zal gaarne verleend worden."
Een geduchte les hebben de kerkver-
volgers reeds ontvangen te Marseille.
Daar had de commissie uit den Gemeente
raad, die toezicht heeft te houden op de
gast- en ziekenhuizen, de vermetelheid de
koers in te slaan der tirannen in Frank-
rjjk, en joeg de Zusters uit de gasthuizen.
Op 1 Januari van dit jaar verlieten
de Zusters de huizen, verlieten zy haar
taak, verlieten zjj de patiënten, die niet
wisten waarom de Zusters hier weg
moesten, terwjjl de heftigste anti-cleri-
calen onder de lieden van het huidig
Fransch bewind, wanneer in hun huis
ziekte komt, diezelfde religieuzen ter
verpleging roepen.
En nog niet één maand is voorbjjge-
gaan of geconstateerd moest worden,
dat het sterftecijfer in de ziekenhuizen
belangrijk was toegenomen, en dat er
in die stichtingen volslagen anarchie
heerschte.
Voor den ernst van den toestand
staande, heeft nu de voorzitter der
commissie van de gasthuizen, dr. Queyrel,
die de Zusters weggejaagd had, haar
FEUILLETON.
VEREENIGD.
Hel su avond. Doodscbe etilla heerschte op
de «lakte, waar gedurende den dag een groot
gewoel wae geweest, hot gewoel van een ver
woeden atrjjd tuaehen Romeinen eo Barbaren.
Thans was het stil, vele stille slapers lagen
naast elkaar, vrienden en vijanden, Romeinen
Dicht aan den loom van bel wond lagen nog
gewond. Een pjjl was in de longen van d
jongste gedrongen, en de ondsta had een Bto
met een lans in den bnik gekregen. Beiden war
De ondale hef
n kant stroomt
een beek, misschien honderd schreden verwjjderd.
Kaar de onde man sinkt terug in het gras.
.Hol is te verlnicht hjj.
Na een pooa vraagt hj) zjjn makker: .Zon
niemand van de onzen terugkomen
helpen F"
De andere schudt het hoofd en antwoordt
kort einde aan onze ondnldbare pijnen te
.Niet morren,broeder,gedold
.Gedold bjj znlke smarten en bjj zolk een
vooruitzicht?O, mgn wonde!"Hjj
een wjjle etil, de wiod rnlscbt zacbt en
inden sterren fonkelen aan den hemel.
Daar vraagt de onde man opnienw.Ik hoorde
j Duisteren zeg je wat P"
,11 bid, broeder."
,Gg bidt?" Een siddering gaat door bet
haam van den onden '"ijger, en met toon
looss stem vervolgt bjj,U aan ook wel bidden,
want ook ik heb een God,den God van
Verwonderd kjjkt de andere hem aan.
.Gjj zgt dus een HebreSr
„JaGod heeft one volk verlaten. Hg heeft
en gjj bebt onzen heiligen tempel verbrand en
onzo stad inluch gelegd. Ikibelfzelf op de
moren van Jerusalem gestreden. Toenmaals
was mjj de dood niet gegnnd, en daar ware
ik toch zoo graag gestorven!
mjjn heilig, geliefd Jerusalem I"
.Arme vriend 1" mompelt de ander.
,lk werd.gevangen genomen en bjj
mjjn dapperheid
Ik een Romeinsch soldaat, ik in
n het volk, dat ik hat
die volkeren der aarde o, smaad en
schande IWees niet kwaad op mjj,
imeraad, want ook gjj zjjt eeo Romeio
„Ik beo volstrekt niet kwaad, vriend
.Ziet gij, attjjd in den vreemde zgo, nooit
boop hebben en steeds die gedachte bg zicb,
"it alles verloren is: vaderland en eigendom,
ider en moeder, vrouw en kiod o, dat ia
in ondrageljjk lot, vol woede en hoop en dui
zend planoen en éen groote wanhoop I
Eo mjjn jeugd was zoo schoon I
Medelijdend slaat da jongste een blik op de
nart van den onden man. „Wilt gjj mg alt
e mooie jeugd wat verbalen
De andere begint bilter te weenen, lang en
heftig als een kind. Ltngxsmerband wordt bjj
Dan ligt bjj bewegeoloos met gesloten
oogen. En eiodajjjk begint hjj te spreken, als
irak bjj half tot zicb zelf:
„Het was avond. De zon waa ondergegaan,
en de maan stond aan den hemel; joiit als
De velden waren alle etil eo eenzaam
Ik wandelde aan de band myoer moeder, ik
Mjjn moeder was zoo
Het was my
te moede, ot een stille engel naast mjj schreed
Daarna werd ik bevreesd so scbnwMoeder
wee toen zoo ernstig en plechtig Haar stem
sidderde, toen zjj tot my sprak
,Wg gaan naar den Profeet I Gy znit hem
xieo, en als gg een man zult zjjn, zult gy ver
tellen, dat ik je lot hem bob gevoerd."
.Daar is de Profeet'!" zei mjjn moeder. Ik
begon weer bevreesd te worden en bield my
vast aan de plooien van baar kleed.
.Zyo daar ook de dooden, die by ten leven
gewekt heeft vroeg Ik met bevende stem.
,lk geloof het niet, mjjn kind," antwoordde
de goede moeder.
.Maar als hg den atorm roept?" vroeg ik
Zoo kwamen wy by de vronwen en kinderen.
Zy allen wilden naar den Profeet. Haar een
paar mannen kwamen, en een banner zei; ,De
Meester te vermoeid I Gunt bem rast ea gaat
naar huisl"
De vronwen wilden zich niet laten afwyzen.
Toen werden de mannen driftig en geboden
one streng heen te gaas. Daarop keerden een
paar vronwen om, on ook myn moeder nam
mg by de baad en zei treurig: ,Kom mee,
kind."
Doch daar klonk van de bron een stem, zoo
zuiver, dal iedereen ze boorde, ea zoo wonder
baar, dit zg tot bet diepst ven ons hart
drong-, de stem ven den Proleet: .Laat de
kinderen tot Mg komen en weert ze niet af;
want vcar beo ie bet Hemolrjjk,"
De kinderen jnbeldon i de mannen weken Ier
zyde, en de moedert gingen met haar kinderen
near den Proleet. En ik zag bem. Romein,
ik ben een Joodmaar ik zeg u, hjj zag er
nit els een Godl Gy waart nooit in den heiligen
tempel te Jerusalem, gg hebt nooit gevoeld, hos
bang en tocb hoe ztlig de mensch is in de naby-
beid van Godandera zoudt gg eenlgszina be-
grypen, hoe mg het hart brandde op de plek, waar
de Profeet stond. En by was tocb zoo zacht en
goed. Hg beett met ieder kind gesproken en
het gezegend. Ik wae de allerlaatste. Met wgd
geopende oogen stond ik voor den heilige, en
toea by my wenkte, werd ik door zoo grooten
angst aangegrepen, dat ik laid schreeuwde.
Maar nannelgk bad hy .mg aangeraakt of fk
zweeg... Het was my, of myn hart stil stond...
of ik moest sterven en zalig wasOp dan
rand van de bron zat bg neer en drukte myn
hoofd zacht tegen zgn hartDaarna gaf bjj
my den zegen en zei met goedige, zachte stem
,Mgo kind, gg znit mg terugvinden 1"
.Broeder... broeder.laat mg u aanraken
en omhelzen, gygjj hebt den Heiland geilen I"
.Den Heiland
.Dien gy den Profeet noemten die toch
God zelf was... Jeans van NazarethI"
.Gy kent bem, Romein?"
,It heb gesidderd en gobeefd bg uw woorden,
ik beu een dienaar v
i Jeins, ik ben eea