DE EEMBODE. r
ieblad
Bijvoegsel.
Zaterdag 16 Juli 1904.
tttiende Jaargang.
Het geldstuk.
De winter van 1839 op 1830 was
buitengewoon streng de armen hadden
bittere beproevingen te doorstaan en de
politie moest het bedelen in de straten
van Parijs dulden. De verschrikkelijkste
dag was ongetwijfeld de 18de December
de armen-inrichtingen werden bestormd
door een menigte, wier gekerm men
heinde en ver kon hooren.
Dien dag kon men de vuren op de
openbare pleinen niet ontsteken wegens'
de sneeuw, die den grond bedekte.
Omstreeks tien uren in den ochtend
veranderde de dooi de straten in ware
modderpoelen. Vervolgens kwam er een
vinnige koude opzetten, die voor ijze!
deed vreezen. De rjjtuigen reden snel
naar stal, om het vallen van paarden
en andere ongelukken te voorkomen.
Om twaalf uur spreidde zich een sluier
uit over de stad, een hevige sneeuw
storm brak los, en de wind deed de
vlokken ronddwarrelen, welke op de
voetgangers neerkwamen. Een ieder
spoedde zich ijlings voort, ineengedoken,
voorover gebogen, het gelaat druipnat,
pogende de parapiuie recht te houden,
die allerlei vreemde bewegingen maakte.
Het slijk kwam tot de enkels en de
beklagenswaardige, verschrikte voetgan
ger liep recht door, alle hindernissen
op zyde duwend, alsof hem een werke
lijk gevaar dreigde.
Een arme oude vrouw evenwel zat
onder een poort in de straat Laffite
neergehurkt. Het verwulfsel kon de arme
stumperd niet tegen den storm beschutten.
Zij hield boven haar hoofd een afgedankt
regenscherm, dat tot speelbal diende
van den wind. De bedelaarster, bleek
en bevende,stak de hand uit, zonder even
wel een woord te zeggen doch zij weende.
Men ging de arme vrouw voorbjj
zonder haar te merken, wellicht. Zij had
in ieder geval nog geen penning ontvan
gen, om een stuk brood te koopen. Het
stroo, waarop de voeten van de bedelaar
ster rustten, dreef in het water, dat
rondom haar schuilplaats al meer en
Tegenover de koetspoort, welke hel
arme oudje beschutte, verhief zich een
vry deftig huis. Op de eerste verdieping
van die woning, ontwaarde men de
zware zijde gordijnen van twee vensters.
Achter die gordijnen was een dame
peinzend en met een bezorgd gelaat
neergezeten. Zg hield haar blik schier
onafgebroken gericht op de bedelaarster
hem van tijd tot tijd op de voorbijgangers
vestigend, om degenen, die zich ver
wijderden, te volgen. In het salon, waar
de ongeveer zestigjarige dame zich be
vond, heerschte groote weeldemaar
die weelde droeg geenszins het Parijsche
karaktermen kon er uit opmaken, dat
zij een vreemdelinge was.
Eensklaps schittert er een helder licht
te vormen werd eerst geboden toen het verstaan, dat
in de oogen der dame, die, uit haar
stoel zich oprichtend, op het venster
toetreedt, dat zjj met haar blanke hand
schoonveegt. De storm verdubbelde in
hevigheidhet scheen onmogelijk weer
stand te bieden aan de kracht van den
wind. de sneeuwvlokken slaan legen het
gelaat aan en belemmeren het vrije gezicht.
Een jonge man was bij de arme
vrouw blijven staan. Daar hij zijn
parapiuie niet kon ophouden, had hij
haar dicht gemaakt. Maar waar zat zijn
beurs Het zoeken duurde lang. De
jonge man moest zijn bandschoenen uit
doen en zak voor zak onderzoeken.
Hjj ontknoopt zijn overjas, vervolgens
de ander. Eindelijk vindt hij geld in zijn
vestjeszak. Dit stilstaan bij een dusdanigen
wind en bij die sneeuw scheen den jonge
ling niet te hinderen, die uan de arme
vrouw een geldstuk ter hand stelde, de
sneeuw afschudde, die hem bedekte, en
zijn tocht voortzette. De bedelares dankte
hem met de volgende woorden
Moge God het u teruggeven.
Gedurende dat tijdsverloop had de
dame om een harer livreiknechts ge
scheld.
Volg, zeide zij hem, den jongen
man, welke daar die aalmoes gegeven
heeftgij moet zijn woning, zijn positie
en zijn naam te weten komen.
Een geruime poos later kwam de
livreibediende terug, om verslag uit te
brengen over zijn opdracht. De jonge
man was Maxime de SM*. luitenant bij
het 4e regiment infanterie van de konink
lijke garde, gekazerneerd in de Pépinière.
De luitenant woonde in de straat Saint 1
Lazare, no. 135. In den tijd, dat de be
diende den jongen officier volgde, had
de dame voor een tweede maal gebeld.
Ga, sprak zij tot haar bediende,
naar de arme vrouw, die gij daar onder
de koetspoort ziet, om haar het geld
stuk te vragen, hetwelk de jonge man
haar gegeven heeltin plaats daarvoor
zult ge haar deze vijftig francs ter hanil
stellen. Ge moet aan dat oude vrouwtje
zeggen, dat zij naar huis moet gaan en
morgen bij mij komen.
De boodschap werd stipt uitgevoerd,
en de bediende bracht een vijffrankstuk
terug, waarop de beeltenis van Lodewijk
XVHI, koning van Frankrijk en van Na
varre. De dame deed het geldstuk in
een stukje papier, schreef eenige woorden
daarop en borg het in een voor sieraden
bestemd kistje.
Vervolgens deed deze dame in stilte
inlichtingen inwinnen bij den heer De i
Farincourt, die het commando voerde 1
over het regiment, waarin Maxime de
S"**, de eer had te staan. Met zeer
veel ophef werd van den luitenant ge
waagd, die geen ander gebrek had, dan
dat hij arm was.
Door het afleggen en ontvangen van
bezoeken kwam de dame in aanraking
met Maxime, welke aan haar werd voor- i
gesteld. Op zekeren dag, dal de jonge
ofticicier zich te hare huizen bevond, en
terwijl l et regende, voegde de markie
zin d'llerford aldus was de naam van
de dame hem eensklaps toe
- Verbeeld u, mijnheer, dat ik ge
durende een storm een jo- gmensch heb
zien staan bij een bedelares om haar een
geldstuk te geven, daar, in de straat,
onder de koetspoort, vlak tegenover mijn
vensters.
Staat u hierover zoo verwonderd,
Niet zoozeer over de aalmoes,
mijnheer, maar wel over de goedheid,
verre verheven boven de aalmoes, oni
in den regen te blijven stilstaan, aan
de koude zich bloot te stellen, zijn tijd
aan een liefdewerk te besteden, in één
woord, zich te wenden tot een arme,
behoeftige vrouw.
Maxime dacht in 't geheel niet, dal
de markiezin hem herkend had.
't Is de moeite niet waard, dat
men er over denkt, luidde zijn antwoord.
Als ik een ongelukkigen hond voor de
gesloten deur zijns meesters aantref,
maak ik haar open voor dat beest
zoo de vogeltjes in den winter zich by
mijn venster vertoonen, dan open ik
het om hun de kruimeltjes van mijn
brood Ie geven. Hoe dus verwonderd
te staan, dat een mensch deelneemt in
het lijden van zijn gelijken? Dit is een
natuurlijk gevoei, 't welk niet eens de
naam toekomt van liefdadigheid.
De markiezin bewaarde het stilzwijgen.
Deze dame was de weduwe van een
Engclsch admiraal, die in IndiC een groot
fortuin had bijeengegaard. Haar eenige
zoon, officier bij de Uritsche marine,
was op den leeftijd gestorven, welken
Msxiine de S*** had. Alleen in de wereld,
zonder bloed verwanten, ver van haarvader-
land daar zij te Calcutta was geboren
- had de markiezin zich gevestigd te
Parijs, waar haar wankelende gezond
heid de zoigen vereischte van bekwame
geneesheeren.
De ongekunstelde goedhartigheid van
Maxime trof de zoo innig brave vrouw.
lil de lente van het jaar 1830, korten
tijd na het voorgevallene, verliet het
regiment van Maxime de S*** Parijs om
te Orleans van garnizoen te wisselen.
Alvorens te vertrekken, ging de luitenant
afscheid nemen van de markiezin d'Her-
ford, die hem met een moederlijke
teederheid onlving. Op het oogenblik
van scheiden wees de markiezin, die
vlak voor het venster stond, hem met
den vinger naar de koetspoort, vlak
tegenover haar hotel, en voegde hem
toe
Vergeet niet, mjjn zoon, de ge
schiedenis, die ik u verhaald heb van
de oude bedelares te midden van den
sneeuwstorm, en van den jongen voor
bijganger, die zoo goed voor haar is ge
weest.
De gardeluitenant schoot in een lach
en antwoordde;
vijk, Hilversum, Hoogland
Prijs dsr Advertentién t
regelsf0.30.
regel meer-0.05.
itión en AdvertentiSn moeien uiterlijk Vrijdagavond
zullen worden afgebroken. Il(j heeft deze
nota mondeling medegedeeld aan den
secretaris van den nuntius te Parijs.
Dal tie Paus in deze zaak niet hukken
zal voor de Fransche vrijmetselaars-re
geering, is boven allen twijfel verheten.
Uit de beste bron wordt dan ook ver
nomen, dat Pius X onherroepelijk zijn
gezag handhaven zal, er moge gebeuren
ke wat wil.
De eerlijkheid van Coinbes wordt nog
steeds zeer in twijfel getrokken. De
nationalistische Liberlé heeft althans een
nieuwe beschuldiging van oneerlijkheid
tegen Coiubes ingebracht. Zy publiceert
namelijk een brief, dien Combes in 1895
zou hebben geschreven aan het besluur van
een der spoorwegen, en waarin hy met
zijn parlementairen invloed dreigde, in
dien hij geen lid van den raad van toe
zicht werd.
De begrotingscommissie heeft met 6
tegen 5 stemmen de crcdieten voor eere-
dienst goedgekeurd. Een voorstel van
Berteaux om het geld voor de vacante
bisschopszetels niet uit te trekken, is
met 6 legen 5 stemmen verworpen.
Ter zee zijn ook bij dezen oorlog
kwesties gerezen lusschen Rusland en
andere Mogendheden, die aanleiding
hebben gegeven lot gedachtewisseling.
De zaak is dezeDe Russen hebben geen
recht om hun oorlogsschepen uit dc
Zwarte Zee door de Dardancllen te sturen.
Nu hebben de Russen zicli in deze cor
rect gedragen, maar naast hunne eigen
lijk gezegde oorlogsschepen beschikken
de Russen nog over eene zgn. vrijwillige
vloot, bestaande uit gewone snelvarende
handelsvaartuigen, die echter in lyd van
oorlog bewapend kunnen worden en als
hulpkruisers dienst doen.
Van deze schepen zijn er thans twee,
de ,St. Petersburg" en de .Smolensk"
door de Dardanellen gestoomd naar de
Roode Zee. En eenmaal in de Roode
Zee gekomen, hebben deze beide vaar
tuigen zicli de rechten van oorlogsschepen
aangematigd en achtereenvolgens dc
Engelsche schepen .Malacca", .Waipara"
en .Persia", benevens den Duilschen
Mailsloomer .Prinz Heinrich" aange
houden. De .Malacca" zou opgebracht
zijn omdat ze wapenen en munitie aan
bsord had voor Japan. De kapitein van
de .Waipara" werd 4 uren lang aan
boord van de .Smolensk" gehouden.
FEUILLETON.
Zuster Angela.
(I) Tengevolge van een telegram, dat een
bevriend olflcier mjj met al te veel dienst ge
zonden bad, ging lk in Met naar 't Ooeten terug.
Wel bad ik nog een «eek langer verlof, mur
de tjjdlog van de verplaatsing Van den majoor,
bet waarschgoljjk peononneeren van deo overate
hadden mjj bet verMjjl op bet landgoed van
mjjnen zwager tegengemaaklik moest da op
handen xjjnde, ingrijpende veranderingen op de
plaats selt zien voltrekken. Zoo bad ik dan in
dan vroegen morgen afscheid genomen van de
familie, die slechte noode den oom zagen ver
trekken.
Door do schold van mjjn koetsier hadden
wjj deo jniaten tijd verloren, de sneltrein stoomde
met een acbril gefluit weg, toen wjj juist om
den hook van de Stalionsslraat kwamen. Indien
deze zssr onatogeaame atcornia van den morgen
m|) deo volgenden dag niet weer zon over
komen, was ik verplicht den eerst over twee
in en in
mj in de sinten vso hel stadje en stoomde
ten slotte, toen mjj eindelijk de Irein had op
genomen, door een even vervelend Weatfaalsche
heide. Het gezelschap, dat ik in de coupé had
r aangetroffen, waa aan 't volgend nation afge-
•tapt, en geheel alleen msl mijne sigaar, ver
stomming.
keer, op mjjn horloge gekeken, of de
vroeg genoeg ia Hannover zon
mjj hel bezoek der opera de cavalierla rusticaoa
zon gegeveo worden, naar ik gezien had le
kunnen veroorloven, toen plotveliog ra ij een hevige
schok doortrildede ruiten der coupé rammel
den, en 7oor ik begreep, wat er gebeurd was,
slond de trein midden in de beide slil. Aan
stonds snelde ik naar hel portier, en sprong
uit deo wagen, om de oor» aak van dit opont
houd te vernemen Overal angstige gezichten,
verwondering, radeloos over- en weerroepen en
loopeu der evenals ik, zoo oozacht uil huone
toekomstplannen opgeschrikte reizigers. Een as
van de locomotief was gebroken i er was geen
denken aan verder reizen.
.De dames en beeren zullen wei zoo goed
zjjn een kwartiertje te willen loopen tot Schilda,
hel station voor Wellendorfl" sprak de hoold-
couducteur, een verstandig man op jaren, de
vso alle zjjden hem bestormende vragers trach
tende te kalmeereo. ,Io een goed nar is alle
schade hersteld en zullen wjj ongestoord de
reis kunnen voortzetten."
Woer keek ik op mjjo horloge en wierp een
verdrietigeo blik op de wjjsers. Hslf vier 1 We
hidden Ie zeven uur in Hannover moeten aan
komen, en nn dat nare opontbood I Onderdeze
omstandigheden zouden wjj bezwaarlijk vóór
Degen nor ons doel bereiken, te vroeg om den
heerlijken Meiavond in 't een of ander bedompt
loktal door le brengen, en te last, om den
I le gnan bojookon. Maar wat moest ik
doen; ik was genoodzaakt mjj in 't onvermijdelijke
ichikken en b(j slot van rekening mocht ik
wel blij zjjo het er heelhuids te hebben
afgebracht. Daar ik, behalre mjja reistsscbje
de ooudlge parapiuie geen ander pakkage
had, hiog ik volgens gewoonte het eerste
mijn acboader, nam de laatste in de hand
rolgde deo menschenslroom, die reeds de
richting naar het kleine station genomen had.
.Wel k|jk, mijnbeer de dokter 1 Gaat a ook
naar Wellendorf?" riep een heldere jengdige
stem mjj loe.
.Naar Wellendorf herhaalde ik verwonderd
en keerde mjj naar den vrager, een Hinken,
joogeo man van ongeveer twintig jaren, een
aankomend schilder, wiens kennismaking ik
eenigen tjjd geloden bjj oen bevriende familie
te Drosdeu bad gemaakt. Hugo Forstor was
mjj op dit oogoDblik en op deze plaats een
zeer bigde verschijning.
.Nn ja," antwoordde de jongeling na de ge
bruikelijke begroeting, eon blik op mjja reis-
tascbje werpend, .omdat u uwe bagage bij a
hebt, dacht ik
.Ja, wel," viel ik hem in de rede, .lonter
gewoonte, beste joogeo. De ondervinding bei
mjj geleerd nooit mjjno bagage in den trein
laten liggen. Maar wat is dat met Wellendorf?
De naam klinkt mjj bekend in de oore
toch weet ik hem op '1 oogenblik niet
le brengen."
,Te Wellendorf bevindt zich het provinciale
krankzinnigen- en idioteogeslicht," antwoordde
de jonge man op gedompleti toon, .ik dacht..
.Je dacht, dal ik wetenschappelijke sludiflt
ilde maken viel ik den spreker in de rede
leen, mjjnbeer Forster, dezen keer ben Ik ge
•el voor pleizier op reis. Ik dacht zells nog
izen avond dc nieuwe opera van Maacagoi
at nest ik wees op het kleloe dorp, welks
lage kleibutlen voor ooa thaos zichtbaar wer.lec
urenlang moeten vervelen, voordal de machior
in zooverre hersteld ia, om nsar Hannover te
knonen doorstootnen. Gelukkig, dat ik n ge
troffen heb."
,'t Spjjt me, mijnheer de dokier, ik reis'aan-
slonds verder."
.Verder I Waarheen dan wel?Toch niet naai
Wellendorf
.Ja, helaas naar Wellendorf," sprak mjjn
begeleider met een zucht. Den blik alwei
en sc'ijjobaar met veel aandacht hel opvtjjgen
van een leeuwerik gadeslaande, sprak hjj zacht:
.U weet wellicht niet, mijnbeer de dokter, dat
ik mjjnen vader reeds jong vetluren heh, dal
rnjjoe moeder al jaren lang aan 'l ziekbed
gekluisterd en mjjoe eeoige zuster zich beviD
onder de ongelukkige kinderen der idiote
stichting te Welleodorf. Eoo bard lot, niet waar
Voor mijne moeder wel 't hardst, die met ge
heel haar ziel aan het zieke dochtertje hangt,
die dag en nacht aan haar denkt en haar toch
niet bjj zich kan hebben."
.Sedert wanneer is da kleine in die Inrichliog
vroeg ik wjjfelend.
.Al van baar vijlde jaar," was bet treurige
antwoord. ,Een gewetenloos kindermeisje had
het nauwelijks negen maanden oude kind laten
valleDeen hevige hersenschudding en krampen
waren bet onmiddellijke, ongeneesbaar Idiotisme
het latere gevolg."
De jongen man zweeg, ovetweldigd door de
hem aangrijpende gevoelens ook ik sprsk niet
meer. getroffen door het pjjoiyke zjjner een
voudige woorden. Toch kon ik niet nalaten
zijne baod te grjjpeo en die derloemeod te
drukken, leder zjjn eigen gedachteogang volgend
legden wjj den weg at naar het kleine slation
Schilda. Perron en wachtkamer waren vol
reizigers, die reeds vóór ons aaogekomen waren,
en die allen wachtten op een spoedige bevrjjdiog.
Voor het hek van het station stond een elegant
tweepersoons riitnig, welks krachtig span on
geduldig den grond omwoelde. Mjjnheer Forster
sprsk eeo paar woorden mei een der loopen,
nam zjjn hagage in ontvangst en wendde zich
daarna lot mjj.
.Vaarwel, dokter," sprak bjj, mij hartelijk
de rechterband toestekend, .tot wcerzieoa onder
gelukkiger omstandigheden I Waarschijnlijk be
hoeft u niet laag meer te wachten, om nwe
reis te vervolgen. Vaarwel I"
.Halt, rago jonge vriend 1" riep Ik uit, snel
bei onprettige oponthond aan hel kleine station
overziend eo de mogelijkheid overwegend,
misschieo eerst te middernacht to Hannover
aan te komen, ,ik rjjd met n. Wel heb Ik
meer dergeljjke inrichtingen bezocht, maar
Wellendorf moet eenig in zjjne soort zjjn. Als