DE EEMBODE.
.eblad
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 10 September 1904.
ittiende Jaargang.
Do Worstelaar.
Bij het krieken tan den morgen had
de kolonne rich op weg begeven. Den
zwaren ransel op den rug, liepen de
«oldaten onder hel geschetter der trom
petten en het geroffel der trommen in
den pas. Toen men de stad uit was,
verliet men den pas en bjj troepjes
gingen de soldaten voort over den lan
gen weg, terwijl de zon boven hun
hoofden brandde. De een klaagde over
de zwaarte van zjjn raadsel, een ander
mopperde over de hitte.
Nadat de troep eenige uren gemar
cheerd had, hoorde men in de verte het
slaan eener klok, on weldra zng men de
spits eener kerk, daarna witte muren,
huizen met roode pannen bedekt, wijn
gaarden met boomen men was in
een groot dorp aangeland.
Hier zou het kamp opgeslagen wor
den, hier zou men uitrusten. De gezich
ten der vermoeide soldaten vroolijkten
op, en hier en daar begon men een
marschliod te neuriën.
Op het dorpsplein heerschte ongewone
drukte; geen wonder, het was kermis.
Op de markt stonden een aantal kramen,
schiettenten, spullen en een worstelperk.
Het zeildoek van deze laatste tent wap
perde naar de luimen van den wind.
Boven den ingang der tent hing een
groote plank, waarop met reusachtige
letters geschreven stond:
WORSTELPERK.
Onder leiding van Roulin en Zonen.
Op de estrade voor de tent stond een
man in worstelaarskostuum. Hij zag er
bleek en mager uit in zijn nauwsluitend
pakje. Zjjn haren begonnen reeds te
grijzen, geheel zijn gezicht toonde aan,
dat de man niet eiken dag genoeg kon
eten. Toch sprak hjj met groote welbe
spraaktheid het verzamelde volk toe en
wist hjj zijn gehoor te boeien, iels wat
aan alle kermisreizigers eigen is.
„Treedt binnen I Treedt binnendames
en heeren, komt de beroemde Roulin
en Zoon, de wereldbekende worstelaars
zien! Treedt binnen, treedt binnen! Wie
durft den strijd tegen Roulin aan? Wie
durft?... Aarzelt niet, dames en heeren,
treedt binnen, het kost vandaag niet
een frank, niet vjjftigcentimes,noch twintig,
noch vjjflien, neen, tien centimes slechts,
om de kunsttoeren te zien van den be
roemden worstelaar Roulin I Treedt bin
nen, men begint, hel spel begint
Op korten afstand van de tent ston
den de soldaten naar den armen kermis
gast te luisteren, in afwachting van de
bevelen, die de commandant zou geven.
,Hm, hm," zei een soldaat van de
negende compagnie, ,die vent schjjnt
te weten wat hij kanl"
.Niets dan bluf," merkte zijn buur
man op, ,ik wed, dat hij mijn ransel
niet eens den heelen dag zou hebben
gedragen."
.Zeg, Darascon," riep een derde, „dat
r jou.
De aangesprokene haalde de schou
ders op.
,Ba, het is de moeite niet waard,"
antwoordde hjj onverschillig.
Darascon was een forsche kerel, flink
uit de kluiten gegroeid, een worstelaar
van beroep, die als zoodanig een groote
vermaardheid hjj zijn regiment genoot
en voor wien zjjn kameraden veel respect
hadden.
,Nog nooit heeft mjj iemand doen
vallen, en die dat doen zal, moet nog
geboren worden," zei hjj altjjd, want
hoe bescheiden hij anders ook steeds
was, als men van zjjn .vak" sprak,
hield hij er van, np zijn behaalde over
winningen te bluffen.
„Hebt gij schrik voor hem?" vroeg
een andere soldaat spottend.
Darascon wierp een blik op den
worstelaar. Een glimlach kwam op zijn
breed gezicht en zonder te antwoorden
keerde hij zich om.
.Ja, ja, hjj durft niet," zei een andere
soldaat, .in de chambrée kan hjj goed
bluffen, maar als het er op aankomt,
kruipt hjj in zjjn schulp."
ledereen lachte, alleet^ Darascon zei
niets.
De luitenant had alles gehoord en
kreeg plezier in het geval.
„Wel, Darascon," zei hjj, .zal men u
niet aan hel werk zien?"
.Och, luitenant, het is de moeite niet
waard, het is al te gemakkellijk, ik kan
er geen eer bjj behalen."
Roulin, die zag, dat iedereen den blik
op hem gevestigd had, riep, met den
vinger op Darascon wjjzend:
,Zeg, dikke, wanneer willen wjj ons
met elkaar meten, van avond of morgen
Darascon, in zjjn gevoelig punt ge
troffen, keek den schralen man in zjjn
fluweelen pakje een oogenblik aan en
zei toen plotseling: .Van avond!"
Tegen vier uur in den namiddag stond
het vol volk voor do tent van den worste
laar. De negende compagnie was geheel
present en nog andere troepen, die het
nieuws gehoord hadden, waren naar het
dorpsplein gestroomd. Darascon, door
de plagerijen zijner kameraads geprikkeld,
stond voor de tent, vast besloten den
mageren Roulin met een handbeweging
over den grond te doen vallen.
Een jongen, die bjj het kermisvolk
behoorde, lichtte een deel van het zeil
doek op om de nieuwsgierigen door te
laten en ontving op een bord de cen-
centimes der toeschouwers.
Te midden der tent was een oud tapijt
uitgespreid, dat moest de arene ver
beelden. Onverschillig trad Darascon bin
nen. Voor het tapijt ontdeed hjj zich
van zjjn jas, zjjn das en zjjn kepi. Op
zjjn breed gezicht kwam een spottend
glimlachje.
Roulin, de armen over do borst ge
kruist, beschouwde eon tjjd lang den
kolossusmen kon het hein aanzien,
dal hjj zjjn tegenstander vreesde, toch
wachtte hjj hem met bedaardheid at.
De twee tegenstanders keken elkaar
in het gelaat, zij deden een slap vooruit
en vingen elkaar in de armen op. Een
vorwoede worsteling begon, maar ze was
kort. Langzaam maar zeker deed Daras
con Roulin in het zand bjjten. De ^toe
schouwers keken zwjjgend toe, de sol
daten lachten reeds met de overwinning
van hun kameraad
Maar plotseling richtte Roulin zich
op, greep den soldaat om het middel
en wierp hem als een klein kind op den
grond. Nu was de overwinning bevoch
ten. Algemeenc verbazing onder de toe
schouwers I
Snel 9prong Darascon op, trok zjjn
jas aan en verliet rood van schaamte
de tent, uitg, floten en uitgelachen door
zjjn kameraden. Roulin ging bescheiden
en verlegen met het bakje langs de toe
schouwers, waarin eenige centimes vielen.
De manoeuvres waren afgcloopcn.
Darascon verdroeg zwjjgend de spotter
nijen zijner kameraden, soms, als men
de plagerijen te ver dreef, scheen hjj
te willen spreken, maar hjj bedwong
zich dan nog, haalde de schouders op
en verliet stil zijn kameraden.
Op een Zondag, toen de kapitein de
chambrée doorging, zag hjj een soldaat
op zijn bed zitten, bet hoold in de
handen verborgen. Bjj hel gedruisch
der schreden richtte de soldaat zich op
om zijn chef te groeten en, toen zag
de kapitein, dat Darascon weende.
„Kom, kom, mijn jongen," zei de
kapitein vriendelijk, .wees verstandig
on zet de nederlaag uit je hoofd Dat
overkomt iedereen, dat hij zjjn meerdere
vindt, al dacht men van te voren, dat
zoo iets onmogelijk zou zijn."
„Dat is hel niet, kapitein I"
.Wal dan, voor den drommel?"
„Ik kan het niet zeggen."
De kapitein bleef aandringen.
.Welnu, ik heb injjn reputatie van
worstelaar verloren, mijn kameraden
bespotten mij, mjjn toekomst is verwoest."
„Inderdaad," zei de officier, „ik be-
grjjp nu nog niet, hoe die vent je de
baas i9 geworden. Je stond er in het
begin zoo goed voor, iedereen meende,
dat je het winnen zou."
,Uc kan het niet zeggenherhaalde
Darascon.
„Toe, zeg het aan je kapitein," her
nam de officier, .toe, Darascon, spreek
vrjj op."
Den volgenden dag, toen het regiment
•ijk, Hilversum,
Hoogland,
Prijs dar J
regels
regel meer
De volksmenigte wordt terecht door de
boven aangeduide pers schandeljjk mis
leid en wel op alle mogelijke wjjze. Die
pers stelt zich ten allen tijde dienstbaar
tl, omdat, zooals de volksmond
,de wereld wil bedrogen worden."
Nog op een andere wjjze is het wapen
der Pers hoogst gevaarlijk en wel als
recht is haar vreemd. Op den waar
heidszin en hel rechtsgevoel harer lezers
pleegt zij voortdurend geweld; maar
opdat hare valsche leeringen ingang
zullen vinden, weet zjj den logen zoo
Pater Rutten is een Nederlander, ge
boortig uit Tilburg. Zjjn lagere studiën
deed hij in het missiehuis te Tilburg,
waar hij later ook eenige jaren professor
was, voor hjj priester gewjjd werd. Nauwe
lijks priester, vertrok hjj voor ongeveer
vier jaar naar de missie van Nieuw-
Pommeren.
De Paters Rascher en Bley zjjn Duit-
schers. Do twee Broeders Plasschaert en
Schcllekens zjjn Nederlandersde eerste
geboortig te Zuiddorpe (Zeeland), de
tweede uit Oisterwjjk (N.B.). De vjjf
vermoordo Zusters zjjn alle Duitschers
uit liet kloosters te Hillrup in Westfalen.
De moord op deze missionarissen bad
reeds den 13en Augustus plaats. Demoor
denaars zjjn de Bainingers, een volk, dat
pater Rutten eens in zjjn brieven afschil
derde als staande nog op den laagsten
trap der beschaving.
Zes on dertig inlanders zjjn gevangen
genomen, waarvan zestien zjjn terecht
gesteld. De inlanders hadden het plan
opgevat, alle blanken te vermoorden.
Nieuw-Pomraeren is een dor apostoli
sche vicariaten in Australië, die door de
Missionarissen van hel H. Hart worden
geëvangeliseerd. Apostolisch vicaris van
Nieuw-Pommeren is de ook hier te lande
wolbekende Mgr. Louis Couppé, bisschop
van Lero, die reeds sedert 1889 het vi
cariaat bestuurt.
Uit Rome wordt gemeld, dat Mgr.
Le Nordez en Mgr. Geay, de twee Fran-
sche bisschoppen, die hun ontslag ge
nomen hobben, van den II. Stoel een
jaarljjksche bezoldiging zullen ontvangen.
Op den geldelijken steun der Fransche
regeering kunnen en zullen zjj geen
aanspraak maken.
Bjj gelegenheid dor ontvangst van de
Fransche werklieden-bedevaart onder
leiding van den bekenden Leo Harmei,
door Z. H. den Paus, hiold Z. H. oen
toospraak, waarin, na oen hartelijk woord
van welkom, de H. Vader o.a. zeide:
.Wij zjjn gelukkig, dat gjj in de chrisle-
Ijjko volksactie de onderrichtingen van
den H. Stool in praktjjk brengt, die de
zelfde zjjn als die van het Evangelie van
Jezus Christus. Onze voldoening is nog
grooter, daar gjj, zooals mon Ons ver
zekert, tot grondslag van al uw werken
neemt de heilige vreeze Gods, de na
leving van Zjjn goddelijke wet, de be
oefening der chriateljjke deugden en het
veelvuldig ontvangen der H. Sacramenten.
„Wcest er wel van overtuigd, zeer
dierbare zonen, als de Heer het huis
niet bouwt, werken zjj, die steen op
steen leggen om het te bouwen, vruchte
loos; als de Heer niet de stad bewaakt,
waken de soldaten, die haar moeten
verdedigen tegen de aanvallen van don
vjjand, vergeefs, en elk werk is vruchte
loos zonder den zegen van God."
Volgens de berichten zouden de Japan
ners een nieuwen aanval op een bepaald
deel dor Russische verdedigingswerken
van Port-Arthur voorbereiden. Hun
FEUILLETON.
Onder de roevers.
1) In de lente ven bet jaar 1833 reed een reis
koets langzaam voort door de beerljjke streken
van Italië. Zjj voerde met sich mede een langen
mageren heer, in bet donker gekleed, eer leelljk
dan knap van niterljjk te noemen. Zjjn groote,
sprekende blauwe oogen en lange donkere lokken
dedee in ham een man van meer dan gewone
beteekenis kennen. Hg was vergezeld van Lnigi
sgn knecht, terwgl Pietro de koetsier, op den
bok gezeten, de paarden in een langtamen
draf deed voortgaan.
Hg zag nieta van Ilalle's blanwen hemel,
noch van de groene lanrierboomen langs den
rloesema aan de volgeladen
vollen bloei stonden. Bg was in gedachten
verdiept, want nn en dan mompelde hg een
paar onverstaanbare woorden ol neuriede eenige
maten oener melodie, waarbg hg de handen
rusteloos bewoog en met de vingers allerlei
figuren maakte.
.Lnigi f' riep bg, en de knecht, die naast den
koetsier was gesctao, keerde zieh om.
.Wal verlangt n, stgaor
„Mgn schrijfmap I"
De knecht gat swggend bat verlaagde voor
werp, en zgnheer wierp een blik op de omgeving.
.Waar zgn wg vroeg hg.
De koetsier antwoordde:
.Wg zgn dicht bg Alatrl io de Abrntzeo.
algoor, en nog vele mglen van de stad der
zeven heuvelen verwgderd."
.Wat ia dat voor een rgtnig daar achter
ona?" vroeg bg aan Lnigi.
.Signor," antwoordde de knecht, „dat ia
die dwaze Engelschmao, die ons sinds acht
dagen als een scbadnw volgt."
Paganini snchlte nog eena en liet er op
volgen„Die lord Sherwood moest liever naar
zgo koning gaan, van wien bg tot vervelens
toe aan tafel den mond vol heefthg moeat
i. Die i
Weder raalte de meester in de kussens van
het rgtuig, sloot de oogen en zag in zgn ver
beelding de concertzalen van Napels en OaUta,
waar bg roem, eer, kransen en goudstukken
Inoogstte, en om de moede, bleeko lippen kwam
„Eer," prevelde hg, „niets dan eer, eer en
„Ik moet dit eenlgszlns anders maken I" zeide
hg bg zich sell en riop toen:
„Pietro, stoppen I"
De koetsier stond stil, Paganini stapte uit.
.Langzaam oprgden I" beval de maestro,
.Luigl pas op den Stradivarius, op de cauette
en de bandschriften."
.Li Signor", antwoordde zgn brave knecht,
.ik zal goed opletten I"
Paganini sloeg liet voetpad naast den groo.en
weg in, keek nu eo dan naar den blauwec
hemel, ging eens op een of aadere rotspunt
zitten, schreef en w.arp toen een blik op den
straatweg en op de koets van lord Sherwood
die op aen afstand de zgne volgde.
Paganloi, die een reis door ItaliS maakte,
was nn op weg naar Rome, om daar zgn spel
opnieuw te doen hooren. Hg slapte weer In
zga rgtuig een gescheok van den groothertog
van Toscane en voort ging bet naar de
Eeuwige Stad.
,Nu de cassette, die vol is met dncatei
j bezig n
t de compositie. Tol grooto
lord Sherwood zóó vlak bg zicb, dat hg on-
tnlddellgk weer wilde instappen, toen op eens
schoten vielen, kreten weerklonken en eenige
bravi lot de landen gewapend, verschenen.
Onmiddellijk zette Pietro de paarden aan, die
lusscben de roovera doorholden, zoodat hst
rgtuig snel in de verte verdweeo. Lord Sher
wood daarentegen en Paganini, die uit zgn
rgtuig waa gestapt, vielen In banden der
roevers. De Engelschman trok zgn revolver
en wilde zich In staat van tegenweer stellen,
De roovera haddeo bun gevangenen weldra
de handen op den rag gebonden en doorzochten,
vloekende over bet wegsnellend rgtuig van
Paganini, de koets van den lord, waarin zg
echter geen geld vonden. De gevangenen werden
in do bergen geleid, maar rgtnig en paarden
door een der roovera in veiligheid gabraebt.
Papaniol droeg gelaten ago lot en zei tot lord
Sherwood
.Dat ia da wereld, hst noodlot I Ni
koning zal wel nw losgeld betalen 1"
.En gjj, sigoor f" vroeg de Engelschman in
o zal", antwoordde de matelro. De lord
Intnascheo was men onder de leiding van
den rooverhoofdman, die men Pepe noemde,
diep tusschen de rotsen doorgedrongen tot aan
eeo groot hol, waarin een lustig vaartje brandde,
en waaromheen eenige vrouwen gezeten waren,
die de gevangenen nieuwsgierig aaokeken. Eeoe
vrouw werd door dca hoofdman als Qiaivra
aangesproken. De roovera overlegden te zameu
een en ander, nnltigden het middagmaal, dal
de vrouwen hadden bereid en geven de gevan
genen overvloedig te eten en tu drinken. Een igen
t(jd daarna werden hnn kleederen door de
roovera op een zeer kissche manier doorzocht.
Zeer beleefd had de rooverhoofdman verzocht,
er too te mogen overgaan.
.Ik heb niets b(j m|JI" antwoordde Paganini.
.Daar ben ik I"
Pepe maakte een beleefde buiging.
,Ik ben overtuigd, signor 1 Eo gij. signor I'
wendde bjj zich tol don Engelschman.
.Doorzoek m|j maar, of gjj wet vindt I" ant
woordde deze lomp.
Pepe lachte en tocht hjj vond slechts een
.Het is m|j tameljjk onverschillig, wat er