Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 47.
Zaterdag 18 Februari 1905.
Achttiende Jaargang.
DE EENBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest Stoutenburg, Veenendaal en Zeist
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afzonderlijke aummers
10,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat 18, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode
Prij* 4*r Alnrttntiloi
Van 1 tot 6 regels10.30.
Voor iederea regel meer10.05.
CorreapondeotiGn en^AdvertentiGn moeien nilorljjk Vrijdagavond
De Onderwijs-qasestie.
1.
Deze brandende quaestie heelt de
vrienden der openbare school, en inzon
derheid de onderwijzers dier school,
weder in heftige beweging gebracht.
Sinds de Regeering een wetsontwerp
by de Tweede Kamer heelt ingediend,
waarmede zij de bestaande schreeuwende
onrechtvaardigheid ten opzichte der
bijzondere school eenigszins temperen
wil, hoort men, van de zijde der onder
wijzers van de Staatsschool vooral, de
kreet aanheffen, dat deze school daar
mede in gevaar komt. Dal de onder
wijzers in hoofdzaak zelve schuld dragen,
dat die school in discrcdiet is gekomen,
schijnen ze maar niet te kunnen inzien.
Daarom mag het 2eker nuttig heeten,
dit nog eens met leiten aan te toonen.
in de dagen der beruchte staking
van het spoorwegpersoneel schreef .De
Volksonderwijzer" over den .historischen
dag van 6 April," waarop wij destijds
reeds hebben gewezen, doch zeker nuttig
mag heeten dit thans opnieuw in herin
nering te brengen, het volgende:
.Zoo iets heeft Nederland nog nooit
aanschouwd. Dat is wat anders dan de
revolutie op de barricades. Het is het
georganiseerd verzet van het klasse-be
wuste proletariaat tegen zijn verdrukkers.
Het is de economische oorlog van den
arbeid tegen het kapitaal.
Was 31 Januari reeds een historische
dag in de geschiedenis van de wor
steling der arbeiders om recht, 6 April
zal dat nog meer zijn.
„Dat is een waardig antwoord op de
tartende woorden van Passtoors in de
Kamer. De werkersklasse duldt niet
langer den hoon der bourgeoisie. De
slaven staan gereed bun ketenen te
verbreken.
„Een ieder, die eenig proletarisch
gevoel in de borst heeft, trilt en tintelt
het hart van sympathie en blijde ver
rukking. Men ziet hem gloren, den
dageraad van een nieuwen dag, die
licht en leven zal brengen in de harten
en in de woningen der millioenen ter-
stootenen der aarde.
„Welke partij kan zoo'n massale be
weging voorbereiden, zonder dat er iets
uitlekt, zoodat de autoriteiten er plotse
ling door worden overdonderd? Dat
kan alleen de partij van den arbeid
met haar begeesterend ideaal. Och, die
arme rijke werkgevers met hun geheime
circulaires De dagen van uw onbeperkte
macht zjjn geleld, o, heerschers der
aarde. Uit uw vertrouwelijke brieven
spreekt de angst, dat gij het water aan
de lippen voelt komen.
„En wjj, proletariërs van don hoofd
arbeid, wij branden van begeerte om
mee te kunnen trekken aan het koord,
waarmee de doudsklok van hef kapita
lisme wordt geluid."
Zoo raaskalde het orgaan der socia
listische ondeiwijzers-vereeniging, van
mannen, opvoeders der jeugd in de
openbare school, ambtenaren in den
dienst der Overheid.
'Doch laten we hier even het woord
aan het liberale .Ulrechtsch Dagblad,"
dat bovenstaande aanhaling citeerde en,
na zijne verwondering erover te hebben
uitgesproken, dat deze volksonderwijzers
niet met de spoorwegmannen hebben
meegestaakt, in edele verontwaardiging
schreef
„Welke beschaving, die toch doel van
alle onderwijs moet zjjn, zal er uitgaan
van leiders, die zóó spreken als deze
.proletariërs van den hoofdarbeid'
hun dollen overmoed en grenzelooze
waanwijsheid
„Zeer ver schjjnt hun „hoofdarbeid'
niet te zijn gegaan; want anders had
men ineer inzicht mogen verwachten
in het feit, dat een maatschappij niet
plotseling omver gezel wordt door
paar oproerigen.
„En welke opvoedende kracht zal er
uitgaan van lieden, die zoo weinig besef
hebben van eigen plicht, dat zij, openbare
ambtenaren, openlijk sympathiseeren
met een revolutionnairen aanslag tegen
de wettige machten in den Staat?
.Gezag in de school, éénheid in het
onderwijs was hun reeds lang een doorn
't oog. Het hoofd der school zou,
ging het naar hun wensch, evenals zij
de klasse staan, maar in hun
klasse niet mogen binnentreden en op
schoolvergaderingen zou, ging het naar
hun idee, het hoofd der school één
stem hebben, machteloos staan tegenover
de meerderheid zijner onderwijzers.
Thans is hun ook het gezag in den
Staat te veel!
„Hoe zullen deze opvoeders der jeugd
bij hunne leerlingen het besef overplanten,
dat in een georganiseerde maatschappij
ieder zjjn plaats is aangewezen, die men
niet straffeloos verlaat!
„Hoe zullen zij tevredenheid kweeken
en geluk in eigen kring I
„Zou reactie tegen het toevertrouwd
blijven der kinderen des volks aan zulke
handen niet moeten intreden, hoe eer
hoe liever
„Och neen, alle „reactie", dat is alle
reageeren tegen soms zeer verkeerde
toeslanden is immers een kwaad
„Als straks de hongerige kinderen
van de ontslagen arbeiders weer komen
luisteren naar de lessen van deze volks
onderwijzers, kunnen dezen hen kalm
en ongestoord blijven opleiden tot „alle
christelijke en maatschappelijke deugden.
Zoo werden revolulionnaire onder
wijzers van openbare scholen door een
liberaal blad op de kaak gesteld. Een
liberaal orgaan schroomde niet openlijk
een klemmende waarschuwing te doen
hooren legen onderwijzers, die heulen
met de revolutie, dus niet als opvoeders
maar veeleer als „bedervers" der jeugd
werden aangeduid.
Natuurlijk treft men evenals in alle
standen onder de openbare onderwijzers
voortreffelijke mannen aan, maar dezen
zullen zelf toegeven, dat een talrijk element
der hen schuilt van een zeer beden
kelijk gehalte.
En het ongelukkigst is inmiddels,
,t wie zijn kind naar een openbare
school zendt, altjjd gevaar loopt, liet
de „hoede" van een onderwijzer
dergelijk gehalte te zien toever
trouwd.
BUITENLAND.
Aan het wetsontwerp betreffende de
'heiding van Kerk- en Staat, door minis
ter Bicnvenu Martin bij de Fransche Kamer
ingediend, wjjdl de Univcrs een hoofd
artikel, waarin dit orgaan tol besluit lot de
'olgemle conclusie komt. Hel ontwerp
n zijn geheel is onaannemelijk. De
scheiding, door het nieuwe kabinet voor
gesteld, is noch de eerlijke, noch de libe
rale scheiding. Zjj is niet eerlijk, wjjl
de regeering haar plechtige beloften
niet nakomt, niet liberaal, wjjl de ver-
eenigingen van den ecredicnsl beperkt
zullen worden in haar rechtenbewaakt
in haar daden daar de priesters, door
de politie bespinnncerd, niet de vrijheid
zullen hebben, hun apostolisch ambt
ongestoord uit te oefenen.
Wat de kwestie der goederen betreft,
het Concordaat rustte op dezen grondslag
De Kerk geeft aan den Staat den
eigendom van een zeer groot gedeelte
van het patrimonium, waarvan de Revo
lutie haar berooid had, maar op de
uitdrukkelijke voorwaarde, dat de Staat
aan de Kerk de gebouwen, noodig voor
den Eeredienst, zal teruggeven, en aan
de bedienaren van den Eeredienst be
hoorlijke schadevergoedingen zal geven-
De Staat nu handhaaft zich, krach
tens de wet van den sterkste, in
het eigendom van het vroegere
patrimonium der Kerk, en ontneemt
bovendien alle gehouwen'aan de Kerk,
terwijl zij ook ophoudt de schadever
goedingen te betalen. Dergelijke daad
is eenvoudig diefstal.
De priester wordt nu door den Staal
niet langer voor een ambtenaar gehouden,
hij ontvangt geen nou salaris, hij geniet
dus geen enkele bescherming of voor
recht, en toch zal de priester als een
misdadiger onder de bewaking der politie
gesteld blijven. Voor het minste onvoor
zichtige woord gaat hy de gevangenis in.
Dat is de vrijheid!
De staking in het gebied der mijnen
aan de Ruhr behoort 'weder tot het
verleden, maar de gevolgen ervan zjjn
ontzettend, en zullen zich nog lang doen
gevoelen.
Er is in deze staking alle getallen
zjjn zeer matig berekend en tot ronde
bedragen gebracht aan loon verloren
ongeveer 10 millioen Mark. Er is voor
32,000,000 Mark aan productie achter
wege gebleven; de spoorwegen hadden
een verlies aan inkomsten van 10 millioen
de verbruikers een even groot verlies
door de meerdere kosten der buiten-
larulsche steenkolen en de industrieele
verliezen door gedwongen staking van
bedrijf, bedragen nog een 20,000,000
Mark'.
Des te treuriger in dit geval is het, dat al
de ellende door deze staking ontstaan,
had kunnen voorkomen worden, indien
de directies der mjjnen zich een weinig
inschikkelijkheid tegenover de arbeiders
hadden getoond.
Terecht merkt de Köln. Volkszeitung
op, dat er nog een macht in het rjjk
is, die de zaak der arbeiders verd"digen
kan. Die macht is het Duitsche Centrum.
De ontzettende oorlogslasten, waar
onder ook het Engelsche volk gebukt
gaat, en welke lasten men nog steeds
verzwaren wil, beginnen een krachtig
verzet uit lo lokken. Sinds den Zuid-
Afrikaanschen oorlog is de marine-
begrooting met 500 millioen 's jaars
geslegen, en, volgens berekening, kan
er eerst tegen 1916 sprake zijn van
vermindering dier lasten. Men vermoedt
dan ook. dat de slrjjd bij de verkiezingen
heftig zal zjjn, wijl deze nu reeds met
den dag tegen het ministerie Balfour
feller wordt. Allerwege moet zuinigheid
betracht worden, doch de enorme uitgaven
voor oorlog zijn daartegen voortdurend een
beletsel. Voor het oogenblik is er dan
een groote kentering gekomen ia
de openbare meening ten aanzien der
uitbreiding der vlootde geweldige op
drijving der kosten voor marine vindt
dan ook slechts bitter weinig verdedigers
meer.
Met cenige spanning wordt nu reeds
het verloop der verkiezingscampagne te
gemoet gezien.
Dinsdag i.l. werd de zitting van het
Engelsche parlement door den koning
met een troonrede geopend.
Bij de beraadslagingen over het adres
op de troonrede in het Hoogerhuis ver
klaarde de minister van buitenlandsche
zaken, lord Lansdowne, in antwoord op
FEUILLETON.
Bods vegen zijn wonderbasr.
(«of.)
4) Da nieuwsbladen vu den volgenden dag
bevatten een uitvoerig verslag van den dief-
ttal der paarlenkroon. Hen noemde den naam
van den miedadiger, deelde dieoe verleden
mede en maakte aldna het vroegere leven van
een man bekend, die de politie jaren achtereen
te slim af geweest was. Tevens vermeldden
da bladen, dat de diet sich dee avonds self bg
de politie had eangegeveo. Zjjne trekken drnkten
geen kommer nit, bg sprak van den vrede,
dien God ham had geschonken het Instate van
zgne straf ion bg uitboeten en daarna een
ander meoscb worden. Hij sprak van bet gelnk
en deed nich voor els iemand, die het gevonden
Mi as Elli wist nog nist, dat de misdadiger
sich in htnden der politie geeteld had, noch
wie het was, toen men baar vroeg in den voor
middag op het politie-burean ontbood. Zjj bad
verboden haar naam tc noemensjj trad dan
ook aooder 't minste vermoeden binnen. Daar
hoorde sjj, dat de dief zich self had gemeld.
Hg werd gehaald, de bleeke man, en hjj werd
nog bleeker, toen bg haar sag.
„Eent gij daae dame?" vroeg de commissaris
Een si
lerkend
i, Elli, mgn k
trad xg a
I. Wel si
iefdevol op en trok bem tol
terwjjl zg sprak
„Vader, mgo lieve Vader!"
Daarop leidde meo bem wegmen wist on
alles. Zoo bad dao zjjo eigen kind bem aan 'i
gerecht overgeleverd Neeo, hg bad bet zeil
gedasD, eo zon bet ook gedaan hebben, al baddi
bg geweten, Jat zjjn kind er van wist.
Bgna machteloos bracht men baar naar 'i
rjjiuig. Toen avonds de meDScbeo naar 'i
circus atroomdeo, zochten zg tevergeefs dr
rijderes. Zg had zich ziek gemeld en leed etz
De wet deed gerechtigheid aan den schuldige
en voerde bem terug naar de gevangenis, welke
bg een peer maanden geleden verlaten bad.
Hij was eeu geheel ander mensch geworden,
dan men hem Ie voren in de gevaogenis ge
kend bad. Rg was stil, aan God onderworpen
en geduldigzgn oog zag vrieodelgk, de met
God verzoende ziel Izchte in zgn blik. Hei
maal acbitterde bet, als wilde bet zeggi
„Ik wil mgne dierbaren nog eenmaal zi
Kom, dag der vrgheid I" Hg telde de mai
den, welke bg nog in de gevangenis mo
blgvenbg telde ie geduldig, sis wilde bg
zeggenAls Gg bet wilt, o mgn God 1"
Zoo bleel hg tellen, tot bg niet meer k(
zgne gedichten verwarden zieb. Hg lag
xgne gevangenis ziek aan da lyphoa, ver i
zgna dierbaren, dia bg nog in leven w
Zg kwamen niel, daar zg oiet wisten, dat
met den dood worstelde.
Op den morgen van zg» overigden ootv
hg nogmaals met groole godsvrucht bet
Lichaam des Heereo. „Ik zal baar niet we
zien op deze wereld. Gods heilige wil geschied
Eeo stille lach verhelderde zgoe gelaatstrekl
eo kleurde zgoe wanjen met een mat tint
Wel is bet pgolgk zoo te rnoet-o sterv
geheel verlaten en tocb met het bewi
zgn oog dierbaren achter to lalen. ,Tot we
Hg slaapt den zachten slaap des vred
Drie dagen daarna bracht men bet lgk ni
't kerkhof, waar dnizeodeo vreedzaam na
elkaar rnsleo. Arm en rgk heeft tocb de
zeilde rustplaats, al is 'l eene gral ook wit
meer versierd dan 't andere, de tronwe moeder
aarde neemt allen in haar acbool op. Ook bem
wicn de Moeder vol vao Genade door de
paarlenkroon den vrede geschonken had.
De roem der knoslrgderes taande van al
den tgd, dat baar vader zieb aan bet gereebt
had overgeleverd. Vao dien tgd af was miss
Elli niel meer in den circus geweest. Het was
voorkomen, dat de naam baars vaders open-
Igk werd bekend gemsakt. Hen wist nn wiens
doehtsr de knnstrgderes was, eo zg was nn
voor 't openbare leven oomogelgk gewoften.
Hem hart was on nog meer gebroken dan
baar roam; 'de gedachte, dal haar vader een
miadadiger was, msakte baar sial zeer bedroefd.
Eenzaam en verlaten ala eeo bladerlooze
herfat waa baar toekomst,'geworden. Slechts
aa en bad vond sg troost voor
Verschillende gedichten doorkroisen haar
hart. Henig keer zien moederen dochter elksar
aao, lot eindelgk de Eerw. Overste binoen-
treedt en beiden vrieodelgk groei. Zg scheen
de jongste der dames reeds te kennen.
,lodien ik mg niet vergis, is n ai eens bier
geweest, mejuffrouw, en hebt ons de kostbare
kroon gebracht."
,Ja, ik ben bet, Eerwaarde Hoeder."
,Dao zal ik thans ook de eer hebben nwe
mama. van wien u mg gesproken hebt, Ie leeren
.Ju," antwoordde de aangesprokene, ,ik ben
de moeder van Elli."
.En welke weosch voert da dames bierbeen
.Een groot versoek." sprak Elli met be-
Indien bet in mgn vermogen ia, wil ik dat
gaarne vervallen."
.De wereld ia mg tegen geworden en mgn
hart beeft sicb van baar gekeerd."
.Gelukkig kind," sprak de non glimlachend.
.Ik kom om een plaatsje te zoeken, dat mg
tagen haar beschermt."
.Dos wilt gg tot mg komen Open nw hart,
mgo kind."
Mies Elli was voor haar neergezonken en koste
da blanke band der overste. Deze biet haar
op eo ging aan de tafel in de spreekkamer
zitten. Heide damea namen tegenover haar
plaats. Haar moader weende. Elli verhaalde
baar verleden en besloot met de woorden„Eer
waarde Hoeder, neem mg op, ik zoek een tehuia.
Ik gevoel, dat ik vooreenboogerdoelbengeboren.
God heelt mg geleid, Hg is goed. Wel is de
wereld schoon voor mg geweest, hare genoegens
trokken mg aan, en ik gevoelde mg gelukkig.
Doch het was schgngelnk, nn wil ik echter
waar geluk zoeken, en hoop bet bg n te vloden."
,En uwe moeder?"
„Voor haar is bet otfer grooter dan voor
mg, doch zg geeft baar toestemming."
„Dan kunt n komenweea ons hartelgk welkom.
God ia goed voor n geweeel, Zgne wegen zgn
wonderbaar. Hel offer der paarleokroon heelt
Hg ook gezegend. De genade des Hoeren zal
U ook in de toekomst bg blgven. Weea mg nn
welkom als mgne dochter in Christus, nw
Heiland en Goeden Herder."
Zoo vond miss Elli een lebuia.
Enkele dagen later ging sg in 't kloonter
baar moeder vergezelde haar tot aan do dear.
Daar nam sg afscheid. Wal stortten sg over
vloedige tranen, maar toch waren moeder ea
dochter gelukkig.
Hiss Elli bracht een kleinood mede, en toen
de overste baar tegemoet kwam, sprak zg
„Hoeder, Ik heb 't eerste ofler gebracht, da
paarlankroon. Hitr breng ik het tweede, den