Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 27.
Zaterdag 30 September 1905.
Negentiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par dria Btudu
Franco per post
Afzonderlijke nummer»
f 0,40.
- f 0,05.
Bureau: Breedestraat 18, Amersfoort
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar AdvartsatUm
Van 1 tot 6 regels
Voor iederea regel meer
Het kiesrechtvraagstuk.
Geen enkele zinsnede in de Troonrede
heeft meer de aandacht getrokken dan
die, betrekking hebbende op het kiesrecht-
vraagstuk. Zij luidt:
,Ten einde den gewonen wetgever
vrijheid te geven bij de regeling der
kiesbevoegdheid zal U eene herziening
worden voorgesteld van de daarover
handelende bepalingen der Grondwet.
.Vooraf wensch ik te doen onder
zoeken, welke andere wijzigingen noodig
in de Grondwet moeten gebracht wor
den."
Het zonderlinge in dit geval is wel,
dat toezegging wordt gedaan, dat inder
daad een blanco-kiesrechtartikel zal
worden voorgesteld, terwijl daarop on
middellijk volgt, dat zooveel mogelijk
rekening zal worden gehouden met het
verlangen van alle groepen der bevolking.
En de uitspraak der meerderheid aan
de stembus was tegen een blanco-artikel,
zooals het door socialisten, vrijzinnig-
democraten en Unie-liberalen wordt ver
langd.
Ten overvloede staan we voor het
feit, dat in de Tweede Kamer 48 leden
der rechterzijde en tien oud-liberalen
zitting hebben, die geen blanco-artikel
wenscben, en een meerderheid in de
Eerste kamer beslaat, die van Grondwets
herziening niets weten wil.
Deze quaestie heeft dan ook heel wat
pennen in beweging gebracht. Voor de
oud-liberalen, is het daarom blijkbaar
een reden tot blijdschap, dat eerst zal
worden onderzocht, welke andere wijzi
gingen noodig in de Grondwet moeten
gebracht.
,De aan de orde stelling der Grondwets
herziening zal dus ook in verband
met.de benoeming eener Staaiscommissie
waarschijnlijk wel tot het laatste
deel der vierjarige periode worden uit
gesteld," schrijft de N. R. Ct. .Onmisbare
voorwaarde voor bljivende verbetering",
als hoedanig kiesrechlhervorming placht
aanbevolen te worden, is zij dan blijk
baar niet in de oogen der Regeering,
die haar niet vooropzet, maar zal laten
volgen na het tot stand brengen van
belangrijke wetten, als b.v., die op het
gebied der sociale wetgeving en der
belastingen.
„Wij bepalen ons tol deze opmerkingen,
is ten aanzien van de Grondwetsher
ziening ons oordeel voor later geheel
voorbehoudende, en hopende middelerwijl
het Ministerie te kunnen steunen in
hetgeen het op ander gebied zal voor
stellen."
Een zachte wenk aldus van bevriende
zijde aan de Regeering om deze quaestie
naar den achtergrond te dringen,
in eenzelfden zin laten de andere
oud-liberale bladen zich uit. Zij zullen
eenvoudig afwachten, wat er van een
blanco-kiesrechtartikel zal terecht komen.
Niet aldus de socialisten. .HeL Volk",
de zaak onder den eersten indruk be
ziende, merkte op
.Grondwetsherziening brengt het alge
meen Kiesrecht iets nader bij. Wel
wordt er een algemeene Grondwets
herziening voorgespiegeld, en kan daar
door de zaak langduriger en ingewik
kelder worden, en het slagen moeilijker,
en wel wordt geen algemeen Kiesrecht,
maar slechts een .blanco-artikel beloofd
maar de hoofdzaak is op het oogenblik,
dat de Regeering Grondwetsherziening
op het stuk van Kiesrecht noodzakelijk
heeft verklaard. Dat is een concessie aan
de democratie, die niet licht meer on
gedaan wordt gemaakt."
Dat oordeel klinkt dus nog al zacht
en welwillend, dochin een tweede
artikel, een vervolg nog wel van hel
eerste, wordt deze raeening verkondigd
„De Koningin zal doen onderzoeken,
of er nog meer in de Grondwet te wij
zigen is. Dal beteekent een Staatscom
missie, allerlei nieuwe quaeslies en een
uitstel, dat waarschijnlijk verder reikt
dan het vierde jaar der Kegcering, dat
de povere belofte was van Borgesius
en de zijnen. Achter die commissie ver
dwijnt de verantwoordelijkheid der Re
geering. Dat. is een terugtreden op het
voornaamste punt, en dat is wel de
ernstigste grief tegen deze troonrede.
,De libera'e concentratie schuift hier,
bij monde van het door den heer Bor
gesius gevormde Ministerie, eene verplich
ting vau zich af. die werkeljjk al beperkt
genoeg was, maar die zij, zoover de
toezegging reikte, ten volle heeft op
zich genomen."
Hier slaat men du» voor het ver
makelijk geval, dat in hel tweede artikel
van het Volk juist het tegenovergestelde
wordt gezegd van wat het eerste aan
den lezer te genieten gaf.
Het slot van dit geval is echter toch,
dat het „Volk" spreekt van een .ernstige
grief" die de Regeering wel bij voort
during onder het oog zal worden ge
bracht, nu zij een blanco-artikel aan de
orde heeft gesteld.
De organen der Rechterzijde zijn van
gevoelen, dat van eene herziening der
Grondwet in de eerste vierjarige politieke
periode wel niets komen zal. Toch ver-
gete men niet, dat het aan de orde
stellen van deze quaestie door de Regee
ring ook haar bedenkelijke zijde heeft.
Zeer juist schrijft de „Anli-rev. Rotter
dammer"
.Wij zien de alinea over het kiesrecht,
en vermoeden, dat eene raaicalistisch-
socialistische agitatie in den lande al
de doekjes, waarmede hier de invoering
van het algemeen kiesrecht in principe
is omwoeld, spoediger zal verwijderen,
dan het Kabinet zelf hel wellicht zal
wenschen.
.Voor deze dingen zijn wij, zelfs
onder dit zwakke Ministerie, beducht".
Die beduchtheid heeft grond. Waar
men zich nog zoo geheel onder den in
druk gevoelt van hetgeen onlangs vóór
en tijdens de stemming voor de Tweede
Kamer is geschied, is een zekere vreeze
voor de toekomst gerechtvaardigd. De
schreeuwers om algemeen stemrecht
gaan uit van de stelling, dat de aan
houder wint, en in de politiek is
dit maar al te zeer bewezen. Wij hebben
gezien, dat de grofste leugen, de schan
delijkste laster, zelfs bjj goedgezinde
kiezers nog ingang vindt, zoo zelfs, dat de
val werd aanschouwd van een Mini
sterie, dat als grootste grief werd aan
gerekend, in christeljjken ziu te regeeren,
iets wat juist door de meerderheid des
volks gewenscht wordt, zooals door de
stemmencijfers nog afdoende werd be
wezen. Wat dus agitatie voor een idee
of zaak vermag, wanneer alle middelen
goed worden geacht, heeft de onder
vinding geleerd, en juist daarin ligt een
zeer ernstige waarschuwing.
BUITENLAND.
Een oorlog tusschen Zweden en Noor
wegen is gelukkig afgewend. De onder
handelingen, die te Karlstad gevoerd
werden tot regeling van de voorwaarden,
waaronder de door den Noorweegschen
Storthing bjj zjjn besluit van 7 Juni uit
gesproken scheiding tusschen Zweden
en Noorwegen zal worden voltrokken,
zijn tot een goed einde gebracht. De
conferenliÊn hebben drie weken geduurd
en zjjn voor de gevolmachtigden, die er
aan hebben deelgenomen, geen sinecure
geweest. Op een zekeren Zaterdag heeft
de conferentie zelfs twaalf uren achtereen
zitting gehouden. En er zijn dagen ge
weest, waarop men zich ernstig bevreesd
maakte, dat de pogingen lot scheiding
in der minne zouden mislukken. Die
vrees is nu gelukkig afgewend; de
zal vreedzaam worden ontbonden.
Toen de gedelegeerden het gebouw
van de onderhandelingen verlieten, be
reidde een groote menschenmenigte den
Zweedschen gedelegeerden een levendige
betoogingde Noorsche vertrokken om
halfzevenhierbjj hadder geen betoo
gingen plaats; de Zweedsche verlieten
tegen middernacht Karlstad.
Door een medewerker van den Temps,
die te Stockholm toeft, ondervraagd,
heeft koning Oscar verklaard, dat hij
alles gedaan heeft om de scheiding tegen
te houden, waarvan de Noren de eenige
bewerkers zjjn. De herceniging zal niet
meer gebeuren, maar de koning had de
volstrekte hoop, dat de vrede bewaard
zou blijven. Ook zeide Z. M-, dat nooit
een van zijn kinderen koning van Noor
wegen wezen zou.
De politieke toestand in Hongarije
blijft hoogst ernstig. De onderhandelingen
van de Hongaarsclie politici met den
vertegenwoordiger van koning Frans
Jozef, Cziraky, zijn afgebroken. De Hon-
gaarsche leiders zijn naar Boedapest
teruggekeerd. De Koning heefl op geen
der beslissende punten willen totgeven,
fn een rede heeft Kossuth, het hoofd
der onafhankclijkheidspartij in Hongarjje,
verklaard, dat de natie voor ernstige
gebeurtenissen stond.
Het leidend comité der coalitie heefl
verklaard, dat het de houding der door
dit comité aangewezen staatslieden, die
weigeren te .iderhandelen met Gola-
chowsky, den Oostenrijkschen minister
van Buitenlandsche Zaken, goedkeurt.
In een telegrem uit Pest aan de Köln.
Ztg. wordt gewaagd van de verbittering,
die het gebeurde bij de audiëntie te
Weenen in geheel Hongarjje heeft teweeg
gebracht. Het door de Kroon voorgelegde
programma wordt opgevat als eene ont
kenning van het nationale standpunt;
bovendien heeft de vorm, waarin de
Koning zijn programma aan de leiders
van de meerderheid mededeelde, ont
stemd. Men neemt het den Koning
kwaljjk, dat hij de leiders van de meer
derheid in het geheel niet heefl uitge-
noodigd te gaan zitten, hun niet de
hand gaf, hen in het Duitsch aansprak,
en hen na enkele minuten ontsloeg,
zoodat zij niet een» aan hel woord
konden komen. Dagbladen en staatslieden
spreken van eene beleediging van de
Hongaarsche natie, van vernedering van
net vaderland en van eene oorlogsver
klaring aan Hongarjje.
Dat Keizer Frans Jozef de Hongaarsche
leiders niet al te vriendeljjk ontving, is
wel te verklaren. Het geduld van den
grjjzen monarch hebben zjj blijkbaar
totaal uitgeput.
Hot volgende belangrjjke bericht ont
ving de .Palriote" uit Parjjs
De Fransch-Russische alliantie is weg
gekwijnd, de H. alliantie, de alliantie van
de drie keizerrijken herleeft. Deze gebeur
tenis lag in de logische ontwikkeling der
feiten nu zal zjj zeer spoedig werkeljjk-
heid worden. Uit onbetwistbare bron
vernoem ik, dat op het oogenblik, waarop
Rusland weifelde tusschen vrede of oor
log en er over dacht, den laatsten sol
daat en het laatste kanon naar Mand-
sjoerjje te zenden, te Weenen, Petersburg
en Berljjn schikkingen zijn getroffen.
Zjj zjjn niet van diploraatieken aard
maar van militairen, evenals de eerste
onderhandelingen tusschen Frankrjjk en
Rusland. Niet de diplomatie treft die
schikkingen, de militaire attachés van
de drie mogendheden voeren de pen.
Die militaire schikkingen verzekeien de
grenzen van de drie naties in geval van
een treffenzjj zjjn feiteljjk de opheffing
van de militaire Fransch-Russische schik
kingen. Ingeval van botsing zal Frankrjjk
op het vasteland geïsoleerd zijn. Dat is
het antwoord van Duitschland en Rus
land op het Engelsch-Fransche en
Engelsch-Japansche verdrag."
Het Fransche episcopaat heeft wederom
een harer leden verloren. DinsdAg is
nl. overleden Mgr. Cotton, bisschop van
Valence, in den ouderdom van 80 jaar.
Sedert 1875 was Mgr. Cotton bisschop
van Valence.
Het veelbesproken EngelschJapansche
verdrag is eindeljjk in extenso te Londen
en te Tokio openbaar gemaakt. Het
FEUILLETON.
De Zeen vee den Mist
1) Het nu ia November vso 't jur 1838.
De joigdige Legast Joachim Pecci liep ruste
loos io xjjo studeervertrek te Beoeveotum op en
neer. Een ofHeter, die de hooge, edele geatalto vso
den Legaat beschouwde, aloud io de dear. Plot-
■eliag bleef deze voor deo oIBcler staan, en
vroeg met een welluidende, diepe stem
,Peri is dos ontkomen, Camillo, in weerwil
vu alle voorzorgamulregelen
.Zooals Ut reeds meldde, Monseigneur", ant
woordde de officier, ,wjj omsingelden bet
rooverebol en vielen toen plotseling sen. De
rooveri verweerden sicb hardnekkig, doch
moeeten ten slotte voor de overmacht beswijken.
Wie niet gewond waren, werden gevangen geno
men, de gewonden werden naar hel boepitul
gebracht. Toen het gevecht over wu, bleek bet,
dat de hoofdman ontkomen was."
Weder liep Peccl de
,Eo geen epoor v
>n outioapte is gevon-
.Qeen enkel i maar toch heb ik er nog wat
aan toe te voegen." De officier «jjfelde een
«ogenblik eer bjj voortging. .Peri's vronw werd
zwaar gewond en sliert onderwegde kleine
jongen, die tjj naliet, is in de kaxerne."
Opeens bloei de Legaat slaan.
.Een vrouw, een kind 1" riep hjj alt, en er
klonk diep medeljjdea in tyne stem, „de vrouw
is dood, xegt gjj, en, zonder geestelgkeo bgrtaod
gestorven 1 Moge God baar een barmhartig rechter
zjjn; maar het kind, de arme jongen I Hoeond
ia hjj ongeveer?"
.Nog geen jaar. Monseigneur."
Een oogenblik zwegen tjj', Pecci was in een
stoel gaan tillen en keek peinzend voor zich.
.Goed," sprak hjj en zjjo alem klonk weer
vast, .haal mg den knaap, bg zal nog wel niet
gedoopt zijo, en ik zal hem doopen. Du t
gjj hem near hal klooster SaoU Sofia en
zoekt de eerwaarde Zusters io mijnen naam
deo kleine op te nemen, tol ik zelf nader
hem beschik."
De officier ulneerde en vertrok, terwijl de
Legaat aan z(jo schrijfbureau plaats nam. Spoe
dig daarop kwam Camillo terug, gevolgd door
eeo soldaat, die een kleinen, zwarloogigen knaap
op den arm droog. De kleine scheen heel big
en tevreden, want hg keek vrooljjk rond en
stak zgn handjes nil naar den Legaal, die opge
staan wu. Peccl streek het knaapje liefkozend
over de lokken.
.Arm kereltje," sprak hjj mat een zachtheid,
welk scherp afstak bjj sjjn overigens xoo groote
vutberadenheid, ,je weet nog niets van goed
en kwaad, noch wal de dag van beden u ont
nomen heelt, doch met Gods genade zal ik
trachten le vergoeden, wal ge thans mist. Kom
Camillo," zeide lig tot Jezeo, ,ik zal het kereltje
doopen en gij moet peter zjjolaten we hem
Vinceotins noemen."
Spoedig wu de heilige handeling geschied.
Nadat de Legaat zgn kleinen bescbermeliog oog
Zjjn priesterlijken zegen gegeven had, bracht
Camillo hem, gehoorzamend aan den wensch
van zijn meerdere, naar bet klooster Santa
Sofia, waar bjj na dien bleef.
tn jaren later belrid een knap, verstandig
tod jongeling met een professor van het
Perngia, het aartabisscboppolijk
paleis. Weldra waren beiden in de tegenwoor
digheid van den jeugdigen aartsbisschop. Een
bljjden gloed lag ia da donkere oogen van den
hoogwaardigen heer, loen bg den knaap zag
II fdevol stak hjj hem de hand toe, welke deze
looig aan de lippen drnkle.
„Wel, mijn toon, wat voert u hierheen?"
vroeg de blsacbrp den jongeling. Professor Rico
nam in zgn plaats het woord en sprak ernstig:
„Vinceotins beeft een verzoek aan n, Monsei
gneur, dat ik gaarne stenn."
„Nu, als het niet te vermetel is, zal ik bet
'gaarne toestaan, temeer daar Vlocenlins rag
vreugde verschaft."
Professor Rico werd min ol meor verlegen,
terwijl de jongeling zgn schitterende oogen
8meekend naar den kerkvorst opsloeg.
.Welon, wal is er?" vroeg de aarlbisschop.
.Monseigneur heeft bepaald, dat Vinceotins
zich op de rechten moet toeleggen," begon de
professor.ook baefl U de meeniog te kennen
gegeven, dat er omstandigheden zgn, die het niet
wcnsehelgk maken, dat de knaap den gaeateljjkea
staat kiea'. Wjj alten neten dit en Vinceotius
is bet niet onbekend. Ds knaap heelt echter
geen lost in udere stadie dan die der theologie;
wg hebbeo ons best gedsan, hem van gedach
ten te doen veranderen, doch tevergeefs. Daarom
kom ik thus met hem bg U, om Monseigneur
te verzoeken deo knaep toe te staan, zich
op de theologie toe te leggen."
Een ernstige trek vertoonde zich op bet ge
laat van du kerkvorst bg de noorden van deo
professor. Mocht bg den zoon eens misdadigers
tooitian priester te worden? Kon hg het voor
God verantwoorden den knaap tot den dienst
des altaars toe le laten Maar had God zeil
niet den slaat van priester in ds ziel des kinds
gelegd lig keerde xicb tot Rico.
,Gg ondersteunt bel verzoek van den knaap nit
volle overtnigiof? Hebt gjj hem beproefd, of hg
werkeljjk roeping lol het priesterschap gevoelt
.Goed," aprak hg, na een oogenblik voor
beiden staan blgvend, .als de zaken zoo etsu
ia het misschien Gods wil, protestor. Ik sla uw
verzoek toe. Maar, mgn zoon." hierbg kearda
bg zich tot den knaap, .doe steeds uw beat het
verbeven beroep waardig te worden, waaraan
gjj u thans gaat wgden."
Vinconllus brak in tranen nil en omvatte da
knieflc van zgn weldoener.
„Vader, geliefde vader," riep bg, „hoe duk
ik o, dat n mgn verzoek hebt toegeatauzeker
zal ik mg uwe goedheid waardig toonen."
Pecci hief den koaap optranen pvelden
in tgae oogen.
„Mjjoo goedheid behoeft gij a niet waardig
te loooeo, mgo kind," sprak hg, „maar gg moet
geen oogenblik vergeten, dat gg den verheven-
steo, den heiligsten stut op aarde gekozen hebt,
dan zal uw leren een onafgebroken dankbe
tuiging zgn voor Gods vadsrigke goedheid."
Zeer verheugd vertrokken Rlro en zgn leerling
de aartsbisschop Peccl knielde neder en ver
zonk in een innig gebed voor den zoon van
den misdadiger.
Wordt vervolgd,)