DE EEMBODE.
ieblad
No. 31.
Zaterdag 28 October 1905.
Negentiende Jaargang.
DE EEMRflnE
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 21 October 1905.
Onwaarheden.
In nr. 1687 van .Het Volk" is onder
het bovenschrift .Een Kinderronselaar1',
een bericht uit Den Helder opgenomen,
dat wij niet onweersproken mogen laten.
Het luidt
„Gisteren vervoegde zich bij den
Matrozenbond een jongen uil Amersfoort,
die had willen teekenen bij de Marine,
daartoe van reisgeld (enkele reis) was
voorzien door den heer Veen, Hoofd
eener openbare school aldaar, en lid der
commissie ter bevordering tot dienst
neming bij de Kon. Ned. Marine. Hy
had zich echter bedacht, en wilde nu
maar niet teekenen, nadat hy een nacht
proefondervindelijk had doorgebracht
aan boord van het wachtschip. Naar hij
ons mededeelde, heeft bedoelde heer
Veen nog reeds twee jongens zoo willen
ronselen, waarvan er een te Amersfoort
werd afgekeurd.
.Het zou niet kwaad zijn, waai u»=
onderwijzer zich nog al warm maakt
voor die zaak, zoo onze partijgenooten
te Amersfoort in deze wat tegengift toe
brachten. Wij onzerzijds helpen gaarne
mede om 'smans naam in de achting
aller menschenvriendon aan te bevelen."
Aldus deze Hcldersche berichtgever.
Zooveel woorden, zooveel onwaarheden.
Men oordeele.
In de eerste plaats heeft de heer Veen,
Hoofd eener openbare school alhier,
niets met deze zaak uitstaande. Bedoeld
moet zijn de heer Van Veen, in zijn
hoedanigheid van Secretaris der sub
commissie van de Kweekschool voor
Zeevaart te Leiden. Het feil. dat ook
laatstgenoemde heer aan het hoofd eener
openbare school staat, heeft,met de zaak
niets te maken. Aan zijn school wordt
nooit gesproken met de leerlingen over
dienstneming bij de Marine, en de be
kende .circulaire" is zelfs'niet ter kennis
gebracht van de onderwijzers.
Geen der beide bedoelde jongens (want
er kan hierbij slechts sprake zijn van
twee jongens, en niet van'drie, zooals
het bericht zou doen denken) is bij den
heer Van Veen op school geweest. Zij
waren den heer Van Veen persoonlijk
onbekend, toen zij zich om voorlichting
en hulp tot hem, als Secretaris, wendden
zooals zij zeiden gedreven door on
weerstaanbare lust om bij de Marine in
dienst te gaan. Beide jongens zijn in
hun 17de levensjaar, zoodat toelating
tot de Kweekschool voor de Zeevaart
te Leiden voor hen niet aangevraagd
kon worden.
De eene, wiens naam D. H. Bettink
is, had zich reeds voorloopig genees
kundig laten onderzoekon aan het Militair
Hospitaal alhier, doch was ongeschikt
geoordeeld voor den dienst bij de Marine.
Dit had hem echter niet weerhouden
zich tot den Secretaris der commissie te
wenden om te trachten toch bij de
Marine te komen. Op herhaald aan
dringen van den jongen, werd hem
gelegenheid gegeven zich aan een her
nieuwd voorloopig geneeskundig onder
zoek te onderwerpen.
De uitslag hiervan was, dat hy enkele
lichaamlijke gebreken had, doch dat het
niet onwaarschijnlijk was, dat hy toch
ten slotte voor den zeedienst geschikt
bevonden zou worden.
Aan den voort, ..inden drang van
den jongen om hein hierdoor de gelegen
heid te verschaffen, heeft de heer Van
Veen eindelijk toegegeven en hem reis
geld naar Den Helder verschaft, zooals
gebruikelijk is„enkele reis"omdat bij
evenlueele afkeuring ter plaatse door de
betrokken autoriteit geld voor de terug
reis gegeven wordt, later uit de kas der
commissie te reslitueeren.
Aldus is hel Bettink eindelijk toch
gelukt, naar Den Helder te gaan, waar
hij 's avonds aankwam, en zich aan
meldde aan boord van de .Sommels-
dijk"op welk schip hem, in afwachting
van de geneeskundige keuring, logies
en voeding verschaft werd; beide, vol
gens zjjne verklaring aan ons .recht
naar zijn genoegen".
Maar iets anders had hem tjjdens zjjn
verblijf aan boord sterk getroffen, t.w.
de zonderlinge wijze waarop hij door de
matrozen begroet werd: op afschrik
kende wjjze werd hij een nieuw slacht
offer genoemd en trachtte men hem
diets te maken, dat een .onmenscheljjke
behandeling" hem wachtte als hy in
dienst kwam en met eigen oogen zag hij
hoe hardhandig een der lichtmatrozen
door een korporaal aan boord behan
deld werd. Reeds voor zjjn vertrek
hadden een 4 of 5 tal te Amersfoort
met verlof zijnde matrozen, die hjjdaar
aangesproken en om inlichtingen ge
vraagd had, hem een afschrikkende
voorstelling gegeven van de toekomst
bij de Marine. Zij hadden ook gesproken
van onmenschelijke behandeling, slecht
eten, enz.
Toen hij zich daardoor niet had laten
afschrikken, was er zelfs een matroos
geweest, die hem zeide„als je nu toch
in dienst gaal, zullen wij je 'l leven
wel zuur maken."
,Dc commandant van het schip tal
er dan toch ook nog wel zijn* had
toen Betlink dien matroos geantwoord
want zijn plan om bij de Marine te
gaan, liet hij zich niet uit het hoofd
praten. Maar in Den Helder begon hem
het hart in de schoenen te zinken,
vooral toen hij door een korporaal ter
keuring werd geleid en een andere
korporaal, dien zij onderweg ontmoetten,
zijn collega toeriep,Zoo, heb je daar
weer een nieuw slachtoffer
De uitslag van dat geneeskundig onder
zoek is geweest, dat Bettink voor den
dienst afgekeurd is waarbjj hij be
weert zich opzettelijk te hebben laten
afkeuren, door zich te houden alsof hij
niet goed kon zien, wat men hem voor
hield. Hoe dit laatste ook zij, zeker is
het, dat Bettink daarna van een officier
geld voor de terugreis ontving en weer
naar Amersfoort vertrokken is.
Ons heeft hy thans verklaard, .dat
hij hel schande vond, dat mijnheer Van
Veen in .Het Volk" voor een kinder-
ronselaar was uitgemaakt en dat hij nu
precies begreep, waarom de matrozen
hem hadden willen afschrikken" van de
Marine en, .dat hy nu toch in dienst
zou gaan, en zich te Amsterdam voor
de herkeuring zou gaan aangeven."
Ziedaar de ons'bftonderzock.gebleken
feiten met betrekking tot Bettink.
Toen wjj ook den anderen jongen
wiens naam is Jules Wejjers onder
vroegen, verklaarde deze ons, dat niemand
hem had aangeraden ol aangezocht had
om bij de Marine dienst te nemendat
hij 't voornemen daartoe uit zichzelf
had opgeval en geljjktjjdig met Bettink
naar Den Helder had willen gaan. Hy
was bij het voorloopig geneeskundig
onderzoek geschikt voor den dienst ge
oordeeld en had ook by den heer Van
Veen reisgeld naar Den Helder gehaald,
en hij ook had aan matrozen, die hij
te Amersfoort op straat ontmoet had,
inlichtingen over de Marine gevraagd,
en ook hem hadden zy sterk ontraden,
dienst te nemen. Zij hadden gesproken
van onmenschelijke behandeling slechte
voeding; dat de commandant in éen
dag incer verdient, dan uen matroos in
een maand; dat de wassching ellendig
was aan boord, en .dat je je soms met
koffie moest wasschcn of met limonade,
die je dan zelf moet koopen," enz.
Dit alles had hem dermate afgeschrikt,
dat hij er aanvankelijk van afgezien had
om bij de Marine te gaan maar
.aangezien het altijd zjjn idéé was ge
weest" om dienst te nemen en hy nu
begreep hoe de zaak was, wilde hij nu
toch bij de Marine gaan en zou hij zich
gaan aanmelden. I'M wij hebben hem dal
niet ontraden I
Ter handhaving ,van]den'goeden naam
van den Secretaris onzer commissie, in
wiens persoon de geheele commissie
zich getroffen gevoelt door het bericlit
uit Den Helder, hebben wjj gemeend u
om ruimte voor onze mcdedeelingen
te mogen vragen. En onze meening is,
dat het een verkeerde weg is de weg
van boycotdoor intimidatie langs
welke, zooals u gebleken is, het jonge
Nederland, dat lust en roeping voor den
zeedienst gevoelt stelselmatig van dienst
neming by de Marine wordt afgeschrikt
onder de schoonschijnende leuze van
bestrijding der ,kinderronselar|j".
Langs dien weg kan de zoogenaamde
„verbetering van den toestand der min
dere schepelingen by de Marine" niet
bereikt worden, integendeel, zal
verbittering worden aangekweekt, die
niemand ten goede kan komen.
G. J. Buus.
jhr. J. W. A. Barchman Wuijtiers.
ds>W. J. Meiners.
J. W. Jorissen, arts.
Laten der SutiCommUsie van de Kweek
school voor de Zeevaart te Leiden.
Amersfoort, October 1905.
wijk, Hilversum, Hoogland,
Prijs dsr AdvertontiOni
entiGn on AdvertentiSn moeien nHorljjk Vrijdagavond
- san hel bureau bezorgd lijn
>rne boete te doen voor de Kerk en voor
Frankrijk.
De kardinaal haalt do voornaamste
zinsneden uit den laalsten brief van den
Paus aan en schrijft dan verder
.Voelt g|j niet in het binnenste van
uw ziel, dat hel woord des Pauson do
ware uitdrukking is van don tegonwoor-
digen toestand V Hel gnat niet om eon
str|jd tusschen staatkundige partijen
hot gaat er om, of Frankrijk christelijk
zal blijven, dan wel, of het er van zal
afzien, de groote katholieke mogendheid
te zijn van voorheen."
Kardinaal Richard schrijft verder, dat
de behoefte tot aansluiting zich doet
gevoelen onder de geloovigen. De dreigen
de scheiding maakt de zielen ongerust.
Men voelt, dat er verdeeldheid in het
land zal ontstaan. Tegenover hen, dio
Frankrijk willen ontrukken aan do over
levering van een katholieke natie, wil
de kardinaal de liefdadigheid stellen en
gobcd en boetvaardigheid en .dan zullen
wij op doeltreffende wjjze werkzaam zjjn
geweest om in ons dierbare vaderland
de eendracht te herstellen."
De directie van den .Matin," die met
haar .onthullingen* niet erg gelukkig
is goweost, heeft tegen vurschillendo
Duitsche bladen oen vervolging in
gesteld wegens beloediging, en zulks
omdat /.ij de bekende artikelen van het
Parijsche blad over de Marokko-kwestie
een bcursmanoeuvre genoemd hebben.
Te Hamburg is de vordering tegen twee
aldaar verschijnende couranten reeds
door de rechtbank afgewezen, opgrond
dat de kritiek gevoerd was ter .ver
dediging van rechtmatige belangen",
wat volgens de strafwet een veroor
deeling uitsluit.
De anti-militairistische beweging is uit
Frankrjjk ook naar Zwitserland overge
waaid. Daaromtrent wordt gemeld
Den laatsten tijd wordt er in Zwitser
land door sociaal-democraten sterk ge
ijverd voor oen beweging tegen het mi-
litairismo, dat de waakhond van hot ka
pitalisme wordt genoemd. In verscheidene
steden is een afdceling opgericht van een
bond tegen het militairismc.
Do Bondsregering acht dozo beweging
een ernstig verschijnsel en heeft er in een
harcr luatstc vergaderingen uitvoerig ovor
beraadslaagd. Er wordt verwacht, dat er
van regoeringswege maatregelen togen
genomen zullen worden.
niet naar bshooren bebaudelon. Hel scheeps
volk echter betcbouwde bjj als een troep boaden,
slecht, dienstig om t„ worden uitgescholden en
-.".I'"'''''''/.*.100 hH- h"
die sou zeker allo dagen werk hebben gekregen
•o nauwelijks èén man van de equipage soa
er zonder bloedige geeselslriemen afgekomen
zfjn.
Ik zie den kerel nog voor mg, als wtre bet
gisteren gebeurd. Een lang lichaam, op twee
boenen, die aan de voeten naar buiten om
bogen. Hjj was een man vat ongeveer vijftig
jareo, met borstelig rood baar, een gelaat zoo
rood ala een baksteen, en met scherpe oogen,
die op elk een afstootenden indruk maakten.
atond onbeweeglpk in de buis.
Hollins, een eenvoudige, goede, kalme kerel,
die mjj eens gezegd bad, dat lig niet van plan
was de verwachtingen van z(jn toekomstige
carriire door de rnwe maoiereo en den brntalen
loon van den kapitein Ie laten bederven, maar
bjj alles zjjne kalmte te bewaren tot bet nlterste,
om zich niet door onbezonnenheid of jeugdige
lichtzinnigheid ln 't ongeluk to storten. Met
Hollina had ik dus, zooals gezegd, do wacht,
en tegen 13 nar 's middags van den Hen April
1818 kwam ik op het dek, om voor hem het
opzicht te bonden, terwijl hg naar't vooronder
ging, om daar eeoige werkzaamheden te ver-
Het i
t snikheet, de zon atraa'de alt eea
uiy sag IA net witte geschaarde det, dat er
zoo proper uitzag, dat men er wel vaa bad
kunnen oleo. Stuurman Hollins atond zgwaarts
aan het alunrrad, met den verrekijker voor 't
oog. De kapitein was een weinig naar vorea
getreden tot aan den grooten mast en kerk oaar
eeoige matrozen, die aan de zeilen bezig waren.
Hg atond bgna loodrecht onder mg, zoodat de
bovttnkant vao den cylinder, die hg b(j elke
weersgesteldheid droeg, mg voorkwam als do
deksel van een gzeren pot.
Terwgl ik mg nu gereedmaakte verder naar
beneden te gaan, sliet ik met den voet tegen
een loshangend voorwerp, dat op het dek viel.
Ik lette daarop niet, daar ik meende, dat het
een eind loaw was, door een slordig malrooa
daar achtergelaten. Maar toen ik langzaam naar
beneden ging, sag ik den kapitein in de hoadiog
en schoen fluisterend met eenigo passagiers te
spreken, die eveneens bunno blikken op den
kapitein gericht baddeo.
.Dat heb jg gedaanI" risp de kapitein met
eeoe «tem, die beescb en dof klonk van woede,
en daarbg koek hg mg soo grimmig aan, al»
wilde hg mg in alukk m scheuren tegelgkeitgd
wees hg op 'l dek, waar ik eon acbeepahaak
Dat was derhalve het Voorwerp, dat ik zonder
opzet nit den mast had laten vallen.
,Dat heb jg gedaan I"
,'t Spijt mg wel kapitein," sprak ik.
.Spgt heb je er van?" viel hg mg ln de
red. a en in «énen adem wierp hg mg een
dozga scheldwoorden naar 't hoofd. .Spgt?
Ja, je hebt er spgt van, dat je mg niet getroffen
hebt. Dat ding was voor mgn hoofd bestemd, hé?"
.Neen I" riep ik uit, diep ademhalend en ik
gevoelde, hoe mgne handen zich balden: mgn
bloed begon te koken lig de lage scheldwoorden,
welke hg mg in tegenwoordigheid van passagiers
en matrozen naar hot hoofd slingerde.
Wal na volgde kan ik niet nauwkeurig be-
ackrgven. Van al de verwenicblngon on scheld
woorden, die lig legen mg uitwierp ia er geen
enkele uit nigno gedachten gegaan en ze ataaa
als in mgn geheugen gcgrllt. Tandenknarsend
van woede kwam bg op mg toe, on ik liet mgno
armen zinken daar ik meende, dat hg mg slaan
wilde. Eeno uildrukkiag wierp bg rag lelterlgk
gelaal, die mg waanzinnig maakte. Nan-
lolgka
II zgn i
of mgn vuist trol hem tusschen de oogen
hg viol ruggelings neer, zoo stgf als een stok.
Zgn achterhoofd bonsde zoo hevig tegen bot
dek, dat ik werkelgk meende, dut hg dood was.
In gewone omstandigheden was ik buitengewoon
sterk, dóch na had deze opwladlng mgne «pieren
nog meer gestaald kortom, deze vloekende,
tirannieke mao, lag daar ln zgne volle lengte
op bet dek, als door den bliksem getroOen.
Do matrozen kwamen van den boeg toesnellen,
en ln een oogenblik bevond slch de gotrofTena
omgeven door veel menscheo.
.Stuurman Hollins, gg hebt zgne woorden
gehoord. Hg heeft er mg toe gebracht 't waa
niet mgne schuld, dat de scheopzhaak naar
beneden viel, ik heb 't niet opseltelgk gedaan.
Ik neem u tot geinige, dat, wal Ik deed, alt
zelfverdediging geschiedde, na eene uitdaging,
die zelfs don zachtmoedlgslen raonsch waan
zinnig zou hebben gemaakt."
{Wordt mrvots<t,)