DE EEMBODE.
itieblad
No. 41.
Vrijdag 5 Januari 1906.
Negentiende Jaargang.
DE EEMBODE
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 30 December 1905.
De groet aio bet Kruisbeeld.
Nur ha Fransch door CHARLES FOLEY.
id Februari
Op een namiddag in de n
1793 keken in hel salon
le Nanlei mevrouw Le Noudec en haar
dochter Clotilde met zorg of er niets
ontbrak aan de vermomming, die hun
goede oude vriend, abbé Guibert, niet
zonder verzet had aangetrokken.
„Gjj ziet er zoo goed uit," zei de
dame. .Met uw bruin carmagnool wam
buis, uw lange broek en uw villen hoed,
die uw tonsuur bedekt, ziet gij er uit
als een rijke boer, die voor zaken naar
de stad gekomen is. Gjj hebt bovendien
niemand te groeten, want niemand zal
u herkennen."
.Inderdaad, ik loop niet het minste
gevaar herkend te worden," zei de pries
ter op verstrooiden toon, terwijl hij
Ireuiig hel hoofd schudde. .Op mijn
leeftijd en in deze tijden van vervolging
kent men meer mentchen in den hemel
dan op de aarde."
.Alweer die sombere gedachten, mijn
heer pastoor!" berispte de jonge Clotilde.
,Uw gelatenheid was zeer goed toen gij
gevangen waart, maar God zij dank, gij
zijt vrij en thans moet gij moed en vast
beradenheid toonenl Het heeft ons ge
noeg gekost u uit de gevangenis te redden,
uw overtocht naar Engeland voor te
bereiden. Het zou zeer slecht van u
zijn, indien gjj nu onvoorzichtig waart."
.Toen ik in de gevangenis opgesloten
was," antwoordde de grjjze priester
.bewees ik vele diensten aan de andere
gevangenen. Ik wekte hun moed op, ik
troostte hen door hun van een beter
leven hiernamaals te sprekenik bereidde
hen voor, als goede Christenen te sterven.
Ik was zeker in de gevangenis nuttiger
dan ik in vrjjheid zal kunnen zgo, vooral
te Londen, waar
.Nuttig of niet, gij zult in veiligheid
zjjn," antwoordde mevrouw Le Noudec,
.en dat wenschen vóór alles uw vrienden.
Men kent uw geest van toewijding en
zelfverloochening Wij willen u verhin
deren uw leven op te offeren voor het
heil van anderen."
,Ik ben drie cn zeventig," zei de pas
toor zacht, weinige dagen blijven mij
nog maar te leven over, het offer zou
niet groot zjjn!".
.0, koppige oude man I" riep Clotilde
verwytend uit, .denk niet aan u, maar
aan degenen, die rich ongerust over u
maken, leef voor uw vrienden!Aar
zelen te vluchten, terwijl uwe bevrijding
ons zooveel zorgen en moeite gekost
heeft, noem ik ondankbaarheid."
.Neen, neen, ik ben niet ondankbaar,
ik aarzel niet meer," zei de priester
overwonnen. ,Ik zal vluchten, en ik
beloof u, alles te doen wat ik zal kunnen
om te ontsnappen. Zjjt gij nu tevreden
.Ja. Hier hebt gij uw beurs en uw
papieren."
.Gij kent de stad. Gij hoeft slechts
dit straatje uit te loopen, dan gaat gjj
voorbij het vroegere klooster der Augus-
linessen en komt zoo aan de haven.
De boot ligt klaar. Alles is in gereedheid
gebracht, er is geen vergissen mogelijk.
Haast u en vertrek."
„En pas er op, dat de wind uw hoed
niet doet afwaaien en men uw tonsuur
niet riet," zei Clotilde.
Terwijl de twee vrouwen hem met
vermaningen en raadgevingen overstelp
ten, hadden rij den priester bij een
kleine achterdeur gebracht.
Op het oogenblik, dat mevrouw Le
Noudec die wilde openen, zei ze nog:
„Ofschoon het onmogeljjk is, een ver
keerden veg in te slaan, zal ik u tot
meerdere zekerheid een eind vergezellen
en u den weg wijzen."
.Neen, dat wil ik niet I" riep de oude
priester uit, .gij zoudt de opmerkzaam
heid op u trekken als gjj wandelde! in
gezelschap van een man, dien niemand
in deze stad ooit gezien heeft, en dan
zouden wjj beiden verloren zjjn. Indien
mijn vlucht een gevaar kon worden voor
een ander dan voor rajj, dan doe ik
deze vermomming af cn weiger te
vluchten."
.Welnu, vertrok dan alleenI Haast
u!" zei mevrouw Le Noudec. .Vaarwel,
mjjn oude vriend!"
Moeder en dochter knielden neer, de
grijze priester Guibert zegende haar bei
den en verliet daarna het huis.
Abbé Guibert ging langzaam door
hel straatje, niet uit voorzorg, maar
omdat hij rijn hoofd zwaar voelde van
gedachten en het hart nog zwaarder
van spijt.
,Ja, 't is dwaas, op mjjn leeftjjd zjjn
leven opnieuw te beginnen," herhaalde
hg, .en God weet welk nutteloos en
doelloos leven! Alsof mjjn plaats van
priester niet was in het midden van
degenen, die gaan sterven 1 Maar daar
ik mijn belofte gegeven heb, wil ik die
twee arme, goede zielen, die m)j gered
hebben en meenen, daardoor goed te
hebben gedaan, niet bedriegenIk
zal naar Engeland oversteken en geen
enkel der goede raadgevingen van de
dames vergeten. Goed mijn hoed vast
houden Onnoodig, er is geen windje
aan de lucht Mijn beurs en mjjn por
tefeuille niet verliezen. Geen nood, ik
voel ze beiden in mjjn zak. Niet ver
dwalen Ik ben op den goeden weg,
daar ginds reeds zie ik het oude klooster
der AugustinessenMaar wat gebeurt
daar toch? Waarom is de kloosterpoort
open en staat die dichte menigte in de
straat opgehoopt?"
Abbé Guibert verhaastte zjjn stap.
Hij bereikte het klooster juist op het
oogenblik, dat een bende sans-culotten
huilend en tierend uit de kloosterpoort
kwam. Door den storm meegesleurd
stond de grijsaard spoedig tusschen de
woeste bende revolutionnairen. Daar
hjj noch vóór, noch achteruit kon, was
hjj wel verplicht te kjjken naar hetgeen
er voorviel. Dit schrikte hem geenszins
af; hjj had wel andere dingen gezien I
Met of zonder bevel van den gemeen
teraad kwamen de sans-culotten het
klooster doorzoeken, maar zonder veel
gevolg, want het klooster was reeds
herhaaldelijk geplunderd, zoodat er niet
veel meer le halen viel.
Maar plotseling verscheen een man
te midden van luid gejuich en gebrul.
Hjj zwaaide met ren groot kruisbeeld,
van den muur der kapel losgerukt
Op het oogenblik, dat het groote kruis
beeld voorbij den grjjzen priester ging,
maakte de grijsaard eerbiedig het kruis-
teeken en nam met de linkerhand lang
zaam en plechtig zijn hoed af, om Christus
te groeten. Zjjn tonsuur in het midden
zjjner wille haren was voor iedereen
zichtbaar.
Hjj voelde zich aanstonds met brutale
handen vastgegrepen en op den grond
geworpen, terwjjl er een gebrul uit de
bende opsteeg.
.Arme dames Le Noudec!" dacht de
goede pastoor.
Bespol, geslagen, voortgesleurd door
de sans-culotten dacht hjj, zonder de
minste vrees, sedert lang gewoon aan
die uitbarstingen van woede, alleen aan
die goede dames.
.Zij zullen op mij boos zjjn! Zjj zullen
denken, dat ik het opzetteljjk gedaan
heb! Maar ik kon den goeden God toch
niet laten voorbijgaan zonder Hem te
groetenl"
BURGERLIJKE STANDEN.
Gemeente Amersfoort,
van 31 tot 38 Dec.. 1906.
Graoatw Elianora Anny, d. vso J. Wouil»tr«
ea H. M. de Jong. Maria Johanna Josephine,
il. van F. M. Hoabaer en J. C. T. vao dun
Roach. Evert, I. van W. Maaien ea O. de
Brain. Dioa, d. van H. van Binnendijk ea
C. M, Yeenendaal. Marlha, d. van IL M.
van 't Hoi ea M. van Kamp. Wilhelmlaa
Johanna, d. van J. vao den Brom en J, W,
van Beem. Johannes, z. van F. de Bree en
G. C. Ktaaikemp. Hendrikos. z. van B. de
Wit en E. Oostveen. Geurt Johan, z. van G,
J. Sierk en Ch. C. Flink. Johanna Marlha,
d. van P. van 't Kloo.ler en M. C. van Schaik.
Wilbolmioa Hnberta Maria, d. van J. Haze
laar en G. Bokken, Lotje, d. ven J- Wegen
en G. van Onwerkerk. Ujjsbertu», z. van J.
van der Velden en A. ven Diemen. Arie
Drieise, I. van A. van de Weg en J. H. van
Hattom.
Dirk van der Linden en
Gctrodwd J. Boshuizen en R. H. van Zwol.
A. Eikelboom en S. Jarvia. H. A. van
Sloolen en A. van B
iv
Hl, 8 m
m. gesl. van H. A. van Hensbergen en G. A.
E. Wolfswinkel. F. H. Jagtenberg, lj.
A. Willemseo, 83 j., wed. van W. Bosch. -
H. D. Blommers, 67 j., eebtg. van E. Kiinar.
- jhr. M. W. Boreel, 19 j., eebtg. van jhvr.
C. S. W. Prins. - P. van Beekvelt, 86 j., wed.
van A. van Empel.
derwijk, Hilversum, Hoogland,
eist.
Prijs dar Advertentièni
tot 6 regels
ederen regel meer
t bur.au bezorgd s(|n
n uiterlijk Vrijdagavond
tigheden
de ge-
i. Alleen
odsdien-
ardinaal
ilicitaties
ieCpaut
1de met
tveinsde
toestand
dat on-
nen zou
■tenissen
groolere
Daarna
de vol-
brieven
l van de
Overal
ling het
derliefde
Dti-mili-
maand
geweest
in schui-
iken. De
jan
i kregen
van drie
daagden
m boete,
jede uit
van het
Toulon,
laar een
schen in
[arokko-
houden
leringen
ling van
ivestigd,
i vrede-
iliceerd,
Berljjn.
De Voss. Ztg." zegt, dat 'tde Fransche
zaakgelastigde is, die de woorden van
den keizer heelt getolcgrafeerd. Natuur
lijk had hjj ze niet gestenografeerd en
daardoor zjjn enkele onjuistheden in zjjn
rapport geslopoo. Het blad eindigt aldus
.Indien dc republiek zich even verzoe
ningsgezind en voorkomend betoont als
de keizer, dan zal do conferentie teAl-
gesiras oen gelukkig verloop hebben.
Bovendien wordt aan de .Figaro"
uit Berljjn, uit half olflcieele bron gemeld,
dat de keizer door een grooten geest
van verzoening bezield is, en dat allen,
die op het oogenblik trachten zjjn po
gingen ten gunste van den vrede te weer
streven, tegen zjjn wit handelen en naar
persoonlijke inzichten schrjjven.
Koning Edward van Engeland schijnt
niet minder vredelievend gezind dan zjjn
neef Keizer Wilhelm.
Een Fransch ministerieel blad althans
zegt te weten, dat koning Edward,
gedurende een onderhoud, dal hjj onlangs
met een Fransch staatsman had, deze
verklaring aflegde: „Ik heb roden om
te getooven. dat, welke de indrukken op
het vasteland zjjn, geen enkele natie er
werkeljjk aan gedacht heeft, den vrede in
Europa to verstoren, en ik beu er van
overtuigd, dat niemand er aan denkt, hem
op het oogenblik te verbreken."
Sprekend over het nieuWe liberale
kabinet zou de koning gezegd hebben;
.Het ministerie en zjjn leider, sir Ban-
nermann, zjjn bezield met de meest
oprechte vreedzame gevoelens. Niels is
er veranderd in de verhoudingen tusschen
Frankrjjk en Engeland. Alle leden van
het gouvernement zjjn besliste vrienden
van Frankrjjk en de staatssecretaris
voor builenlandsshe zaken, sir Edward
Grey, is een loyale en overtuigde voor
stander van de entente cordiale."
De koning maakte een toespeling op
de verhoudingen tusschen Engeland en
Rusland en zeide.Reeds onder het
vorig kabinet heeft Frankrjjk een toe
nadering tot het Russische rjjk betracht.
De bedoeling van do tegenwoordige
regeering is zooveel mogeljjk de toe
nadering te bevorderen, omopdiewjjze
alle oorzaak tot misverstand tusschen
beide landen uit den weg te ruimen."
Uit mededeelingen van den Spaanschen
Minister van buitenlandsche zaken, den
hertog van Almodovar, blijkt, dat de dag
la moeten
•n ridder
de Tsaar
wdiendl"
echter antwoordde het vestinggeschut, en ran
beide kanten knetterde da.rUu.chen het geweer-
voor. Een dichte rook omhulde allea. Reeds
lagen vele Rossen dood ia de sneenw, terwgl
tril0010 gewonden rich met moeite naar een
veilig hoekje voortsleepten.
Op eens werd er storm geblazen. .Bajonetten
opt Voorwaartst"
De compagnie van kapitein Dmitry Bestuscheff
,chtïr e«a bedekking gekomeo, van waaruit
IB een salvo kon afvuren. Zoo dichtbij was men
reedsi gekomen, dat op de zwarte maren duide
lijk de wilte sporen der kogels waren le rien.
Ongeveer twintig pu Toor het frontj ielï ler
Daar verscheen de kolonel op ijja schuimend
paard voor het front, wees met de sabel naar
den muur en riep: .Voorait, dappere Rossen!
Ten storm I"
Evenals de stormende lee op de klippen brandt,
zoo atormden de colonnes in geweldige sproogeo
tegen de verschansingen op, tg werden terug
geworpen door den vnnrspawenden maar, doch
weer werkten zjj zich naar boven onder de
luidklinkende, wonderbare stormhymne: .God
behoede den Tsaar I" De loopgraven worden
met duizenden, amarteljjk trekkende lichameD
gevold t
Alexandrovitsj staat alt een der eersten boven
weg voor 't leger van den Tsaar, Fjevaa, was
uit deo weg geruimdeindeljjk kou de Balken
overgetrokken worden.
Do dappere sergeant Alexandrovitsj werd liet
vergeten. Zwaar gewond lag hfj ia 't hospitaal.
Toen hjj de oogeo opsloeg zag hjj een groep
olficiereo om zjjn bed staan, waaronder een
generaal en zjjn kolonel. De laatate scheen jnial
over hem gesproken te hebben, want de generaal
zag vol bewondering op hem en sprak lot een
der olficieren: „Niet waar, dat zjjn mannenI"
en herhaalde eenige malen: .Datijjnmannen 1"
Daarop kwam hjj dicht bjj hem staan en sprak
vaderljjk bezorgd: .Hoe gaat het u, mjjn zoon?"
Atezandrovitij traehtto met groote moeite
schnldlglng te verzoeken, wegens 't vreemde
doen van den sergeant; bjj gat aan dat de
groote bescheidenheid van den sergeant de
oorzaak wu van zjjno weigering en tevens, dat
bU in andere opzichten, een zeer wispelturig
persoon wu. Hiermede nsm de generaal genoe
gen en nam, met enkele welgemeende woorden,
afscheid van Alexandrovitsj.
UI.
We tellco zes-en-twintig jaar later. Wedsr
wappert Raslands witte vlag met het blanwe
Anüreas-Krnis krijgshaftig in de lucht, en wel
in hel verre Axle, op de wallen van Port-Arthur.
roer io de stad. Iedereen
liep li
legering naar de winkels, om Isvsnsmiddslen
te koopen; wis kon zeggen, ol men later voor
grof geld wel wat zon knooen krjjgen? Bommen
en granaten sprongen reeds io de straten eu
sidderend verborgen de bewoners sich In de
kelders en ooderstrdacho gangen. De moren
stonden vol kanonnen; onophoudelijk bolderde
bet geschat, roffelden do trommen ea schetterden
do trompottaa. In bsngo verwachting Iniatordo
mon naar olk kanonschot.
Een groep soldaten stond te praten op den
buitenmuur en besprak den loop der dingen en
volgde met bange blikken en kloppend hart
de projectielen, die nit de vorto binnen de stad
vlogen. Ter zjjde, geheel alleen, zat een eoldaat
in 't gras, met de ellebogen op de koicOo, te
peinzen, geen echt eisende op de ontploffende
bommen. Deze man met ïjjn wilde blikken en
den zwaren grjjzen snor, met zjjn met litteekens
bedekt gelaat, boezemde haul Trees in.
.Kjjk!" roept plotseliog een jong soldaat nit
den groep, met sen uitdrukking van ontzetting
op den oude wjjzond, „de sergeantVao
schrik kon bj) niet venier. De aoderea volgden
de richting sjjoer blikken en schrokken uiet
minder. De onde soldaat slak heel krimpjea
xjjoe pjjp aan aan de gloeiende lont eeaer gra
naat, die naast hem In het natte gras gevallen
wu zonder te tprlngeo. Heel wat tjjd verliep
er voer zjj vin den schrik bekomen waren
over zulk een vermetelheid. Ten siolljg sprak
er een: .Die man moet wel niots om zjjn leven
geven I''
(Wordt vtrvolgd).