Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 23.
Zaterdag 8 September 1906.
Twintigste Jaargang
DE EEMBIDE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Bameveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
per drie maanden
Franco per post 10,40.
Afzonderlijke nummers f 0,05.
BureauBreedestraat 18, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der AdvnrteutiOm
Van 1 tot 6 regelsf0.30.
Voor iedere* regel meerf0.05.
BIJ dit nummer behoort
eeu Bijvoegsel.
MNRICÜS VAK DE WETERIN6
door de genade 00ds en de gunst
van den apostoliscurx stoel
AARTSBISSCHOP VAN UTRECHT
Huisprelaat van Z. H. Paus Plus X, Assistent-
Bisschop by den Pauseiyken Troon.
Zaligheid in den Heer.
Het klein seminarie te Kuilenburg,
dat tol nu toe aan de Eertv. Paters van
de Sociëteit va i Jezus was toevertrouwd,
zal aan het Aartsbisdom worden over
gedragen en voortaan zullen Priesters
van ons Aartsbisdom belast worden met
de vorming en opleiding der studenten.
Wij achten het een duren plicht bij
deze gelegenheid, mede in naam van
de Geestelijkheid van hel Aartsbisdom,
die bijna zonder uitzondering allen
de eerste opleiding in het seminarie
Kuilenburg hebben ontvangen, openlijk
hulde en diepgevoelden dank te beluigen
aan do Sociëteit van Jezus, wier leden
steeds met de meeste toewijding hebben
geijverd voor de g idsdienslige en dege
lijke vorming der seminaristen.
Wjj hebben ons niet ontveinsd, B. G.,
dat Wjj door den eigendom en de lei
ding van het seminarie over te nemen
groole zorgen en zware lasten op Ons
nemen. We meenden echter die bezwaren
niet te mogen tellen, nu het gold een
zoo groot en gewichtig belang van Ons
Aarlsbisdom. En dit te meer, wijl Wij
ons overtuigd hielden op den steun en
de medewerking van geestelijkheid en
geloovigen te mogen rekenen. Het semi
narie toch is de instelling, welke volgens
voorschrift van het concilie vanTrente,
elk bisdom hebben moet en waarbij
alle Katholieken van het bisdom zonder
onderscheid het grootste belang hebben.
Het is de kweekschool, waar de kin
deren van jongs af worden voorbereid
en opgeleid loi de heilige roeping, welke
zij hopen van God te hebben ontvangen.
In het seminarie worden ze bewaakt en
beproefd om te zien of ze blijk geven
de hooge roeping van Priester eenmaal
waardig gekeurd te kunnen worden. Van
jongs af moeten ze duur vervuld worden
van dien innig godsdienstigen geesl,
welke den Priester moet bezielen en
zijn kracht inoet zijn om zijn verheven
zending trouw te vervullen. Daar moet
de deugd gekweekt en de grondslag
dor weienschap gelegd worden, welke
den Priester moeten sieren. In het semi
narie worden ze gekweekt en voorbereid
de door God uitverkorenen, die eenmaal
als Priesters voor het volk moeten zijn,
Apostelen door hun deugd en vroom
heid, toonbeelden door hun zelfver
loochening en toewjjding, voorlichters
door hun kennis cn bokwaamheid, red
ders door de verheven zending en groole
macht in hel Priesterschap van God
ontvangen.
Zoo is B. G., het seminarie de stich
ting van het Bisdom bij uitnemendheid,
waarbij alle geloovigen het grootste be
lang hebben. eu daarom komen Wij
dan ook met don meestcn aandrang,
maar ook met het volste vertrouwen
uwen steun, uwe hulp vragen voor het
nemen en de inrichting van het
klein seminarie van ons Aarlbisdom,
waarbij uw aller hoogste belangen be
trokken zijn. Van uwe krachtdadige mede
werking houden Wij ons verzekerd, daar
nog altijd de dankbare herinnering
voortleeft hoe ruim en mild de giften
vloeiden toen onze onvergetelijke voor
ganger op den zetel van St. Willibrord,
Mgr. Zwijsen z. g., in 1854 oen beroep
deed op de milddadigheid der geloovi
gen voor de oprichting en vestiging van
het groot seminarie te R(jsenburg. Welnu,
B. G., met denzelfden aandrang, maar
ook met een even groot vertrouwen
vragen Wij u nu voor het klein semi
narie van ons Aarlsbisdomsteunt Ons
met uwe giften, helpt Ons met uw
gebed, opdat ook onder het nieuice bestuur
dit seminarie zich steeds in bloei moge
verheugen. Sraeeken we door vereenigd,
vurig gebed Gods rpsle zegeningen over
deze stichLiug af, wetend, dal Gods zegen
vooral noodig is bjj oen zoo gewichtig
werk als de opleiding en de vorming
der toekomstige Priesters, beseffend
ook, dat het behoud en de bloei van
den godsdienst afhangen van een dege
lijk gevormde, door en door beproefde
geestelijkheid. Daarom schrijven Wij dan
ook bij dezen voor, dat van nu af lol
het Hoogfeest van Paschen in alle II.II.
Missen, wanneer de rubrieken dit toe
laten, liet gebed tot don II. Geest door
de Priesters zal worden gebeden, en om
u te toonen, hoe hoog Wij uwe mede
werking op prijs slollen, bepalen Wij
tevens, dat zoolang bel seminarie be
staat, telken jaro op den feestdag van
den II. Aloysius en op liet feest van
den H. Willibrord cene plechtige H.
Mis voor de levende en overledene wel
doeners van het seminarie in de kapel
van het seminarie te Kuilenburg zal
worden opgedragen.
Do Eerw. geestelijken uwer parochie
zullen u wel nader niedcdeolen op welke
wjjze uwe bijdragen voor liet seminarie
in ontvangst zullen worden genomen.
En zal dit Ons herderlijk schrijven
op den 13den Zondag na Pinksteren
onder alle vastgestelde H.H. Diensten
van den predikslnel worden voorgelezen.
Gegeven te Utrecht op den feestdag
van O. L. Vr. Hemelvaart 19015.
De Aartsbisschop van Utrecht
t H. van de Wetering.
De macht van het Panselijkwoord.
Wat in den loop der eeuwen van
onze christelijke tijdrekening de kerk-
vervolgers steeds hobben ondervonden,
ondervinden nu ook de Franschc sec-
larissen in volle male. De Kerk in Frank
rijk moest er onder lot eiken prijs
hare rechten en vrijheden werden mot
ruw geweld vertreden, en de voltooiing
van dit snoodo werk scheen in de oogon
dor vijanden in oen niet al te verre toe
komst zeker te zullen slagen nu een
wet tot Scheiding van Kerk en Staat
was ingevoerd.
Tegenstand was niet meer te vreezen
de Paus, die immers bij den aanvang
van zijn roemrijk Bestuur der Kerk door
lien word voorgesteld als de zachtzinnige
„dorpspastoor", wion de noodige wils
kracht en doorzicht ontbreken, en die
te weinig diplomaal is om de listen en
de lagen zijner tegenstanders te door
schouwen, zouden zjj wel ten onder
krijgen.
De Fransche seclarissen hebben zich
echter deerlijk vergist. Door zijn twee
jongste Encyclieken heeft Pius X be
wezen, dat h(j den sluwiten diplomaat
weet te ontmaskeren, dat lijj onbevreesd
staat tegenover socialisme en vrijmetse
larij, en dat zjjn gezag als opvolger van
den II. Petrus nog de volle kracht bezit,
waarop het steeds zoo schitterend
bogen kon.
De kreten van woede, die uil het
gilde der vrijdenkers opgingen toen de
jongste Pauselijke Encycliek verscheen
zijn wel een bewijs, dat zy door het mach
tige woord des Pausen pijnlijk getroffen
waren. De snorkende frasen, die som
mige Fransche ministers loslieten, om
daarmede nog eenigszins het ilasco te
bemantelen, dat niet de Scheidingswet
geleden werd, gaven terstond een juist
I inzicht van de positie, waarin de regeering
gekomen is. Zij wisten eigenljjk geen
verklaring le vinden van heigeen in de
Encycliek wel werd bedoeldduzc was
duister voor lion, terwijl de Pauselijke
taal aan duidelijkheid niet le wenschen
overlaat.
Maar de vijandige pers, altijd ryk in
vinding als de Paus of de Kerk mooten
verguisd ol belasterd worden, wist ook
hier weer raad. Een paar regeerings-
gezinde bladen als de „Tenips" en de
„Matin" beweerden, dal de Paus in zjjn
Encycliek onwaarheid had verkondigd.
Zij poogden de uitspraak van Pius X
in tegenspraak te brengen met het
Fransche Episcopaat om zoo tweedracht
le zaaien onder de Katholieken.
En de goheele anti-clericale pers raas
kalde nu, dat de Paus een leugenaar is.
Een krachtig protest van hut ofllcieele
orgaan van hel Vaticaan, de „Osservatore
Romano" tegen de vinding van den
„Temps" en den „Matin" bleef, zooals
te verwachten viel, niet uit, en de be
doelde bladen werden als lasteraars te
pronk gezet. De „Tenips" had beweerd,
dat de Fransche bisschoppen in hun
vergadering op do vraag: „Keurt gjj
de scheidingswet goed met algemeene
stemmen op twee na in ontken-
nenden zin zouden hebben geantwoord,
en dat zij verder zich met 48 van de
74 stemmen, dus niet 26 stemmen mocr-
derheid zouden hebben uilgesproken
ten gunste der vereonigiugen voor den
eeredienst. En vandaar dat, volgens dit
blad, de Paus, wanneer hij in zijn jongsle
Encycliek de bijna eenstemmigheid der
bisschoppen in het verwerpen van der
gelijke vcreenigingen constateert, de
waarheid verkracht en verminkt.
De volslagen onkunde van de „Temp»",
wat betreft liet pauselijk gezag en ge
hoorzaamheid daaraan verschuldigd, trad
ook hiermede in het volle licht. „Aan
een doorluchtige vergadering van Kerk
voogden te vragen, of zij al dan niet
een wet aanvaarden, waartegen de Paus
reeds formeel en plechtig in een Eerste
Encycliek Z\jn veroordeeling heeft uit
gesproken, zou hetzelfde zjjn inorkt
de „Oss. Rom." op «Is hun een
beleedigiug aandoen, welke misschien
aan de „Tenips" duldbaar kan toeschij
nen, maar welke zich zeker niemand
wie ook veroorloofd zou hebben,
die deze vergadering mocht hebben voor
gezeten."
En dan gaat de „Oss. Rom." voort
„De eerste vraag, gericht lot .de
Fransche bisschoppen, vereenigd in alge
meene vergadering, was deze: of de
verecnigingen voor den eeredienst, zooals
zij door de wet waren voorgesteld, al
of niet mogelijk waren, zonder de heilige
rechten te schenden, die het leven-zelf
der Kerk raken. En het antwoord van
het Episcopaat op deze vraag was beslist
en duidelijk en met nagenoeg algemeene
stemmen ontkennend.
„En vandaar, dat de Pauselijke Ency
cliek, door de verklaring, dat van de
zyde der bisschoppen de verweiping
van deze vereenigingen bijna eonstom-
mig is geweest („quasi unanirae"), niet
slechts iets zegt, hetwelk volkomen in
overeenstemming is niet de waarheid,
maar dat z(j om het te zeggen, dezelfde
woorden gebruikt, waarvan zich ook
de bisschoppen hebben bediend ten einde
le betuigen, dat dit soort vereenigingen
niet mogelijk was zonder de wezenlijke
rechten der Kerk aan te runden.
„De Paussljjke Encycliek roert dan
de tweede vraag belreffende de moge
lijkheid van andere, kanonieke, vereeni
gingen niet aan, dan na te hebben vast
gesteld, dat de eerste vraag door de
bijna-eenstemniige uitspraak der verga
dering te Parijs opgelost was in ont-
kennonden zin. W(j dagen den „Temps"
of wie dan ook uit deze onze uit
drukkelijke cn besliste verklaring tegen
te spreken, waaruit duidelijk blijkt, dat.
indien er gewaagd kan worden van drog
redenen of verkrachting der waarheid,
deze zeker niet geschiedt van den kant des
Pausen (het is weerzinwekkend zulks
ook maar te denken I), doch zeer zeker
van dien van den „Temps", omtrent
wien w(j niet weten of hjj bjj vergissing
of uit kwade trouw, zijn best doet om
twee afzonderlijke cn volstrekt onder
scheiden gedeelten van hel Pauselijk
document met elkaar te v
De afstraffing is raak doch ridderlijk
erkennen, dut men gelogen en gelasterd
heeft valt juist niet, en ook thans niet,
bjj de penvoerders in de anti-clericale
pers le bewonderen. Maar toch zijn de
in dit geding betrokken bladen tot de
ervaring gekomen, dat zjj ook thans
met het wapen van leugen cn laster te
hanteeren ulloen zich zelve hebben ge
wond.
De Fransche sectarissen kunnen voort
gaan met don Paus le beliegtn en te
belasteren, de Kerk te tirannisccren met
steeds grimmiger haat en onstuimiger
hartstocht; n-.aar het woord van Z. II.
Paus Pius X, neergelegd in zjjn jongste
Encycliek, blijft in volle waarde en on
geschonden kracht.
FEUILLETON.
Offer en Loon.
3) Er was een jaar verloopen. In 't park
van Itonkhuiseo geurden do Juni-rozen en
zongen do vogels bun lieflijke wgzuii. Ettriede
zat op con bonk in de nabgheld van een vgver.
Op baar schoot lag een blijkbaar voor do
arniou bealemd katoenen kleedje, waaraan
vljjtig werkte. Zoo nu en dan vlogen haar
blikken over dsn vjjrer en volgden de witte
zwanen, welke, als lichte wolkjes aan den
horizon, geruiscbloos over de spiegelgladde
oppervlakte zweelden, lie dag was buitengewoon
zoel en aan den hemel vortoonden zich roods
donkoro wolken.
Daar kwam een bediende snel over den
griDtwcg naar zijn jongo mooatcres en diende
aan: „Proleuor Herweg".
Eeoige oogenblikken later etond de aange
diende, een vriendelijke, oude heer met sneeuw-
wit haar, roede voor Elfriede.
„Barones", «prak lij) met een boflel|jke
buiging, „ik ben gekomen om u voor bi
noegon te danken, mjj verschaft door de lezing
van bet mannecript, met welker doorzien u mjj
belast hebt. Ik breng het u terug met de
zekering, dal het succes vao uw werk verzekerd
is eu uwe verwachtingen zullen overtreffen.
Zonder u een compliment te maken, mag ik
zeggen, d it g{j u met een koenen sprong in de
voorste rjjon onzer DulUcha novellisten licht
geplaatst. Reeds heb ik mot den uitgever ge
sproken; lij) beeft zich bereid veiklaard bet
uit te geveu en tegen Kerstmis het boek in
den handel te breogen. Ik wensch u van
ganacber harte geluk an vcibeag mg des 1c
moer over hel welslagen van uw werk, w|jl gij,
naar ik op bet titelblad zag, de zuivere op
brengst voor de vurpleegdon op Molokai be-
stemmon wilt. De barones stelt wel veel belang
in 't werk van pater Damiaan," voegde bij er
bjj, de jongo dame met vriendelijkheid bcscbou-
„Zeer veel, prolessor, onder nlle werken der
christelijke charitas, vind ik b()na geen hart
verheffender en heldhaftiger dan do zorg voor
dezo ongolukkigen."
„Welnu, dan zal bot mg ecu groot genoegen
verschaffen, in een der volgende nummers van
mijn maandschrift een Artikel to echrjjveo over
do missie onder de melaatschep, In aansluiting
daaraan zal ik een recensio plaatsen over uwe
novelle, welke u nog veel daarover zeggen zal,
wat gij in uw bescheidenheid thans niet gaarno
zouüt willen hooron."
Vorrassing, blijdschap on beschaming ovir
don haar toegezwaaiden lol leekonden zich op
Ellriedes trekkende gevreesde kriliek was dus
gelukkig uitgevallen I
Onder hartelijke dankzegging liet zjj den
professor heengaan, wachtte nog een oogenblik
Wa.ir is Eckliarl, dacht t(j, opdat ik hom
hot bljjde nieuws kan maedeeleo. Mjin God
wat daok ik UI Dat is een der schoonste dagen
injjos levens. Madame Fauchon kwnm haar
in da bibliotheek tegemoet. De oude dame zag
er bleek en bekommerd uit.
„Madame, wat scheelt n?" vroeg Ellriede,
door eeu plotselinge angst aangegrepen.
„Mij Bcheelt niets," antwoordde do Pran-
galse, .doch ik heb zoo evon oen gesprok inet
don baron gehad, waarvan ik nog oiet bekomen
beo. Hjj is oen goed on edel heer, doch vir-
geef mg, dat ik hot u zoo opeohaitig zeg, h(j
heeft niet meer geloof dan een vrijmetselaar.
Ik heb hem nooit zoo hooreu spreken als
vandaag. Luister maar oena, wat hij m|j gezegd
heeft." Zjj lierhaaldo het lioele gesprekEl-
frlodos oogen vulden zich met tranen.
„Mijn hemel 1" riep zjj smartelijk uit, „dal
zijn louter godslasteringen. O, Maria, heb! Gjj
dan geen mjjner gebeden verhoord O, mijn
arme, ongelukkige Eckuartl"
Madame Fauchon praatte nog wal door.
„Uier is een blief, welken de bsron mjj
gat voor hy heenging, met het uitdrukkoliik
bovel u dien niet to ovorliandigen voor tweo uur
'e middags."
Ellrieds maakte suel de enveloppe open en las
„Mjin arme Zuster,
Deze brief zal u veel leed veroorzaken.
Dowald heeft my uitgedaagd. Ik kon het duel
niet atwgzen, zonder eerloos te worden. Het
apjjt mjj voor u dezen stap te moeten doen.
Mocht hot slecht mot my afloopgii, troost u
dan met de gedachte, dat mg liet leven reeds
irmgdoiyke ziek to,
heralel opneem."
Eckbart.
,P. S. In myn schryibureau rochls ligt eeo
lange brie! voor u, voor 'l geval ik vol, Musht
ik terugkomen, geel hem inU dan ongeopend
torug,"
Ellriede werd bleek als do doodwankelend
hield zy zich nan de leuning van een stoel
vast en gal madamo Fauchon den brief, zonder
een woord le s|rokoo. Eenige oogenblikken
lalor waa zjj zich zeil weer meester on riep
„Ik moet weg, Ik inoet Eckliarl zoeken i Ik
zal hem bezweren het niet te doen. In mün
tegenwoordigheid zal niemand het wagen hom
eenig leed te doen."
„Wees kalm, barones," viel madame Fauchon
wat moeten do monichen wel denken, al» gy
op zulk Oen plaats komt. Dat kan volelrekt
„Wat geef Ik om do monschen," riep z|| uit,
„nis het leven Oil do ziel mijns broeder» op
hot spel staan. Houd my niet legen, madame
Fauchon. Ik zou or mU myn geheel" leven een
verwyt van toeken, indien ik hier bleef."
„Maar bedenk toch, baronee, dat u In 'c ge-
hooi niet woot, waar hot duel zal plaalo vindon
u kunt toch niot in 't honderd gaan loopen.
Ga liever met mU mee naar do kapot en laten
wy samen voor den baron biddenGod ie
almachtig cn kan ook hier helpen," En zy nam
Ellriede ale een kind by do hand cn bracht
haar naar de kapel. Het meisje woonde niet
levende, toen zy, geleund op den arm barer
dame van goz.-lichap, het kleine heiligdom
betrad. Op dat oogeobllk weerklonk hel. eertle
rammelen van den donder. In weerwil van het
vroege namiddaguur was do kapel reeds lu
vreesaanjagend duister gebuid. Ellriede
glug langzaan;
knteld
tydlang aio lovenloos op do treden en liet Ito
slotte ale esn kind, dat moe it, hear hoofd op
den rand van den bldalocl zinken.
O, myn God, waarom my dit aangedaan I
Deze kreel ontmapio aan haar boezem. Met
was goun klacht van verzet, geen morrelt logon
God, doch «leclita verwondering oror 'l leid,
dat enel als de bliksem in haar vreugde gevallen
was. Hoe had zij nog zoo pao uit de volheid
haart harlen God ged nkt vcor zgo goedheid,
eu nu knielde zy voor dcnzclldon God oo wizt
niet, hoe zy Zjjn beschikkingen moeat verklaren.
Had haar blijdschap klem miehaagd, en was
Hjj gekomen, om haar daarvoor to straffen?
Zy doorzocht de uiterelo echullhoeken hanre
harten en was zich bewust, dit zy geen Udeleo
roem ol menschaiyken lol gezocht had. Een
jaar ling had aao haar boek geschreven,
weliswaar met die biydschap, verbonden aan