Katholiek Nieuws* en Advertentieblad
No. 44.
Zaterdag 2 Februari 1907.
Twintigste Jaargang.
DE EERBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afzonderlijke
f 0.40
f 0,05
Bureau: Langegracht ^3, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen
EERSTE BLAD.
Het Duitsche Centrum.
Een geweldige schok heeft het Duit
sche Centrum weer doorstaan. Het
werd der Duitsche Regeering niet
langer duldbaar te staan voor een
staatkundige partij, wier macht in den
Rijksdag zich danig voelen liet. Daaraan
moest een einde komen, enheteenige
middel daartoe moest natuurlijk gezocht
in de ontbinding van den Rijksdag.
De Duitsche Rijkskanselier, Vorst von
Biilow, zal 't ons zeggen, wat op de
eerste plaats de reden was, waarom
de Rijksdag ontbonden werd. Aan een
maaltijd van het koloniale comité,
waaraan hij als hoogstgeplaatste gast
aanzat, verklaarde hij, dat het bij de
ontbinding van den Rijksdag op de
eerste plaats er om te doen is geweest
den noodlottigen partijgeesttebestrijden
en het meest nabijliggende doel een
meerderheid van conservatieven en
iiberalen te scheppen, ten einde aan
het Centrum de mogelijkheid te ont
nemen om aan de zijde van de sociaal
democraten ten nadeel e van het vader
land een machtspolitiek te voeren tegen
de verbonden regeeringen en alle andere
partijen. De omstandigheden, zeide hij
verder, eischen een Rijksdag, op welks
meerderheid in nationale quaesties
steeds te rekenen valt. De in het buiten
land zoo gretig verwachte beslissing
der Duitsche kiezers ten gunste van
de internationale sociaal-democratie en
het partij-egoïsme van het Centrum
zouden een nadeel zijn voor het aanzien
en een gevaar voor den vrede van het
Duitsche volk!
Het Centrum moest dus genekt,
daarmee zou gevaar voor den vrede
voor het Duitsche volk geweken zijn.
Zoo'n valschc, verachtelijke bewering
werd van uit de hoogte door den Rijks
kanselier onder het volk geslingerd. Het
Centrum, dat sinds zijn wordingdeleuze
„Voor waarheid, vrijheid, recht" met
fierheid heeft gehandhaafd; dat steeds
pal stond, waar strijd werd gevraagd
voor de waarachtige beginselen van
waarheid en recht, werd als een gevaar
lijke, egoïstische partij door Von Bülow
in hoogst eigen persoon aangewezen.
En toen gedurende de verkiezingen
een opgewonden menigte den Rijks
kanselier een ovatie bracht, schetterde
hij zijn trouwe volgelingen o.a. toe:
„Mijn groote ambtsvoorganger, voor
wien wij ons allen met eerbied buigen,
zeide voor bijna 40 jaren: Plaatsen
wij het Duitsche Rijk maar in het zadel,
rijden kan het wel. Ik hoop, dat het
Duitsche volk heden getoond heeft, dat
het nog rijden kan, en wanneer bij de
herstemming ieder zijn plicht doet, dan
zal dc geheele wereld zien, dat het
Duitsche volk vast in den zadel zit
en alles omverrijdt, wat zich verzet
tegen zijn welvaart en zijn grootheid."
Zoo werd nog eens het Centrum aange
wezen, als de partij, die zich verzet
tegen de welvaart en grootheid van het
Duitsche Rijk, als de partij, die dus
omvergereden en onder den voet ge
treden worden moest. Maar de Rijks
kanselier heeft zich deerlijk vergist. Het
Centrum is niet omvergereden, integen
deel, hel staat vaster dan ooit te voren.
In den nieuwen Rijksdag zal Von Bülow
het Centrum weder als de machtigste
partij ontmoeten, waarmede hij opnieuw
zal te rekenen hebben.
En toch schenen de kansen voor het
welslagen der plannen van de Regee
ring zoo uitermate gunstig te staan.
Zelfs onder de Katholieken werd op
verdeeldheid gewezen. Eenige z.g.
nationale Katholieken nainen front
tegenover het Centrum, waarover libe
rale bladen in verrukking kwamen
doch nu de eerste verkiezingsstrijd
is gestreden is er van die z.g. ka'. io-
lieke fractie zelfs geen schaduw meer
te vinden.
De felle partijhaat, van regeerings-
zijde aangestookt, heeft dus ten aanzien
van het Centrum geheel gefaald. De
Katholieken van Duitschland hebben
een antwoord gegeven op de uitdaging
hun toegeslingerd, die de verwachting
der tegenstanders totaal den bodem
insloeg. De bestorming van den Cen
trumstoren hebben zij schitterend afge
slagen. „Weg met het Centrum!" was
het parool, maar de Ccntrumstoren
staat nog onwrikbaar op zijn grondves
ten. De geest uit de dagen der kerk-
vervolgingwerd weder wakkergeroepen,
doch dc plannen der anti-clericalen
bent zijn verijdeld geworden. De Ka
tholieke partij heeft de eer en de groot
heid van haar Centrum schitterend
gehandhaafd.
Wel trachten vijandige bladen nog
te doen voorkomen alsof de nederlaag
der socialisten eigenlijk in zekeren zin
een teleurstelling voor het Centrum is.
Maar te vergeefs zal men beproeven
een oprecht Katholiek in Duitschland
aan te wijzen, die zich niet verheugen
zal over den achteruitgang der sociaal
democratie.
De herstemmingen zullen bovendien
in districten, waar de strijd zal gaan
tusschen een Katholiek en een socialist
komen bevestigen, dat de vrienden der
Regeering, die op de eerste plaats tegen
de socialisten werden opgehitst, juist
aan deze toch de voorkeur zullen geven.
De historie heeft dit maar al te zeer
bewezen.
Het katholieke Duitsche orgaan de
„Germania", een artikel wijdend aan
den uitslag der gehouden stemmingen,
schrijft uaii ook terecht:
„De socialisten zijn geslagen, maar
de liberalen hebben niet overwonnen.
De droom van een liberaal tijdperk in
den aanstaanden Rijksdag is al weg.
Het Centrum blijft de sterkste partij in
den Rijksdag en het ideaal van een
overheerschend liberalisme of van een
eonservatief-liberale meerderheid blijft
een luchtkasteel."
Inderdaad, dc overwinning door de
Katholieken in Duitschland bij deze
verkiezingen behaald, is van het groot
ste gewicht. Want niet enkel voor
Duitschland maar voor de geheele
wereld hebben zij opnieuw er mede
getuigd, dat kerkvervolging juist het
middel is om Katholieken te kweeken,
die in den strijd voor de heiligste be
ginselen onovcrwinbaar zijn.
BUITENLAND.
De verjaardag van den Duitschen
Keizer is Zondag met groote opgewekt
heid in Duitschland gevierd. In verband
met deze gebeurtenis bevat de Reichs-
anzeiger een keizerlijk bevel aan den
minister van justitie om een wetsont
werp óp te stellen tot wijziging van
't artikel van 't stratwetboek, dat op
majesteitsbelecdiging betrekking heeft,
en dat wetsontwerp bij den Rijksdag
in te dienen. Totdat deze wijziging
kracht van wet zal hebben gekregen,
zullen de vonnissen in dc gevallen
van majesteitsbelecdiging aan den
Keizer^moeten worden voorgelegd om
Z. M. in de gelegenheid te stellen, van
zijn recht van gratie gebruik te maken.
De dagbladen van alle richtingen
hebben dit keizerlijke bevel met groote
ingenomenheid ontvangen.
Z. H. de Paus heeft op den verjaardag
van den keizer van'Duitschland, Wil
helm II, een Te Deunt laten zingen.
Wilhelm II. heeft den Paus daarvoor
telegrafisch laten bedanken. Het tele
gram eindigde met deze woorden
Uwe Heiligheid kent mijne genegen
heid voor mijne katholieke onderdanen
en voor den persoon van hun geestelijk
Opperhoofd.
De volledige uitslag der gehouden
verkiezingen voorden Duitschen Rijks
dag is als volgt
Gekozen Centrum 92, Nationaal-
Liberalen 17, L ciaal-Dcmocraten 29,
Vrijz. Volksp. 6, Vrijz. Vereeniging 2,
Zuidduitschc Volkspartij 2, Wirtschaft-
liche Vereinigung (antisemieten, Bund
der Landwirte enz.) II, Rijkspartij 8,
Conservatieven 40, Polen 17, Deutsch-
hannoveranen 0, Denen 1, lothringer
Block 1, Wilden 2.
In herstemming komen 29 conserva
tieven, 19 leden van de Rijkspartij, 5
Polen. 33 Centrumsleden, 58 nationaal-
liberalen, 27 leden van de volkspartij,
12 van de vrijzinnige vereeniging, 88
sociaal-democraten, 2 middenstands
vertegenwoordigers, 3 wild-liberalen,
4 Welfen, 4 wilden, 4 anti-semieten,
8 van den Bund der Landwirte, 12 van
de oeconomische vereeniging en 11
van de Duitsche volkspartij.
Zooals uit bovenstaande cijfers blijkt,
hebben de socialisten een geduchte
nederlaag geleden, terwijl het Centrum,
ofschoon schandelijk belaagd en be
lasterd, triomfantelijk uit dezen ver
kiezingsstrijd is gekomen.
„Het Centrum, schrijft de „Germania",
heeft zijn stelling met glans behouden,
de sociaal-democraten kregen de volle
laag. Het beroep der regeering op de
partij der niet-kiezers is tegenover het
Centrum mislukt. De Nationaal-Katho-
lieke eandidaturen leden een volkomen
fiasco. Wat dc herstemmingen zullen
brengen, is moeilijk te zeggen. Zoolang
de uitslag daarvan niet vaststaat, is
over de komende samenstelling van
den Rijksdag niets te zeggen. De
Centrumstoren staat nog immer onover
wonnen. De partij van het Centrum
blijft in ieder geval de sterkste fractie."
Opmerkelijk is het eenstemmig
zwijgen der anti-centrums-pers in
Duitschland over de zegepraal van
het Centrum. Doch de „Germania"
zal niet zwijgen, zegt zij. Altijd zullen
wij den heeren opnieuw voorhouden
„Den Centrumstoren hebt gij willen
neerhalen en 't is u gegaan als den
ridder der droevige figuur: gij hebt
bij uw avontuur tegen de muren van
het Centrum bloedende koppen opge-
loopcn en dat gaat gij natuurlijk niet
aan de hcele wereld rondvertellen.
Ook Dernburg zal nog grootere teleur
stellingen ondervinden. Denkt de goede
man dan, dat het Centrum zoo maar
onmiddellijk alles zal vergeten en dc
regeering in iederen nood bereidwillig
zal helpen Neen. heer Rijkskanselier,
het vertrouwen van het Centrum en
zijne kiezers is te grabbel gegooid en
dat zal nu niet inecr zoo gauw te
winnen zijn."
Het bestuur der sociaai-democratische
partij heeft voor de herstemmingen de
volgende voorschriften gegeven
Onder geen voorwaarde stemmen
op candidatcn van conservatieven,
FEUILLETON.
De zege der naastenliefde
op het verre doodsveld.
2) „Spoedig is 't ergste geleden, moed ge
houden roept een kapitein aan dc spits
zijner compagnie. Daar valt hij, in 't hart
getroHen, zonder een woord te uiten van zijn
paard. Terstond neemt een ander officier zijn
plaats in. liet vlakke veld biedt weinig dekking,
ntaar niettegenstaande dat zijn de dapperen
reeds dicht hij hel dorp, dat op meerdere
plaatsen in brand slaat. Nu ontslaat eeu strijd
op leven en dood, man tegen inati. De vijand
wil de gunstige stelling niet verlaten en blijft
zich hardnekkig verdedigende aanvallers
welen echter van geen wijken, Steeds gaan
zij weer tot den stormaanval over, en ofschoon
elke opening in de gelederen der Fronselicn
terstond weer wordt aangevuld, wordt de
vijand toch zichtbaar afgemat.
Hen lange populicrenlaan langs den straat
weg biedt ccnigen vijandelijken afdcclingen
een goede dekking en van hieruit bestoken
zij op gevoelige wijze den flank der aanvallers.
Achter eiken stam een vuurstraal I Elke kogel
vindt zijn offer I Dc compagnie, waartoe Mar-
tinus behoort, krijgt het bevel de straat van
de vijand te zuiveren. Ondereen blij „hoeral"
stormen de dappere landweermannen voor
waarts. Marlimis heeft reeds een lichte ver
wonding aan den arm opgeloopen, doch dat
weerhoudt hem niet een der eersten te zijn.
Daar mikt juist van achter een boom een
vijandelijk soldaat op hem de kogel vliegt
hem rakelings langs het hoofd. Met gevelde
bajonet stormt hij op den vijand af, doch op
't zelfde oogenblik zinkt deze laatste, in de
borst getroffen, Ier aarde. Martinus had hem
echter niet neergeschoten uit liet geweer
van ecu ander kwam de doodende kogel.
Martinus had hem noch gestoken, noch ge
schoten. Hen oogenblik staat hij besluiteloos.
Geen gevoel van wraak echter tegen zijn
vijand neen, de liefde tot den naaste komt
bij hem boven. Zijn eerste gedachte is dan
ook den zwaargewonde te hulp te snellen
en reeds mankt hij er een begin mede. Nau
welijks echter heeft hij een stap voorwaarts
gedaan, of hij zinkt, zelf zwaar gewond, ter
neder. liet wordt nacht voor zijne oogen
een dof gekerm ontsnapt uit zijn horst;
zachter wordt het klagend geluid, tot het
eindelijk geheel verstomt. Mij is in zwijm
gevallen.
Verder woedt de strijd met onverminderde
hevigheid. Tot driemaal toe worden de Beieren
uit het reeds veroverde dorp geworpen, doch
even dikwijls heroveren zij het weer en blijven
pogingen van den vijand.
Reeds vroeg in den middag bleek het, dat
de Duitschers de overwinning behaald hadden.
Martinus hoorde niets meer van het juichend
hoczce-gcrocp, dat door de gelederen der
overwinnaars schaldevoor dood lag hij in
zijn bloed.
De zi
n, de
duisternis bedekt vol medelijden de gruwzame
plek van dood en verwoesting. Nu treedt na
de onmcnschclijke woede van den strijd, de
verheven christelijke liefde in haar recht
de gewonden worden opgenomen, de dooden
begraven.
Toen Martinus weer tot kennis kwam, lag
hij in liet veldhospitaal. Hij hoort het kreunen
der gewonden, den taatstcn snik der sterven
den. Vriend en vijand liggen hier bijeen, hier
geen verschilhet lijden, de behoefte aan
hulp maakt allen gelijk. In zijn borst voelt
hij hevige pijnde kogel is hem door
de long gedrongen, elke ademtocht duet hem
een zwakte veroorzaakt, dat hij uauwlijks
Daar verschijnt dc dokter en onderzoekt de
luistert naar zijn ademhaling en voelt hem
den pols. Het wordt hem duidelijk, dat het
slecht met dezen inan gesteld is, dat hij bijna
zeker verloren is. Doch hij weel ook en ziet,
hoe angstig het oog van den gewonde op
zijn trekken rust, om er dood of leven af te
lezen. De dokter vertrekt ecliler geen spier
van zijn gelaat en 't is Martinus dan ook
onmogelijk te vermoeden, hoe het met hem
is. Dc dokter merkt het op en zegt lachend
„Troost u, uwe wonde is zoo zwaar niet.
Dat zal wel weer beter worden, jonge vriend I
Moed gehouden I Doe maar juist zoonis ik
u heb voorgeschreven. Mocht gij echter een
wensch koesteren, zeg me dien dan, en als het
eenigszins mogelijk is, zal ik hem vervullen."
De zwaar gewonde zuchtte en dacht
een oogenblik natoen sprak hij met
gedempte stem „Dokter, ik zou zoo gaarne
moeder nog eens bij mij hebben. Ik voel,
dat ik sterven moet, want ik ben zoo zwak
eu ellendig och dokter schrijf moeder eens.
Onze lieve Heer zal 'I u duizendmaal ver
gelden I" Hij gaf naam en adres op, die de
dokter opschreef. Daarop verwijderde deze
zich, om den geestelijke toe te laten, die dc
zielen der arme gewonden moest voorbereiden
voor de reis naar dc eeuwigheid en daarmede
dan ook zeer druk was.
De dokter ging naar 't uaastbijzijnde bed,
waar een Fransch soldaat voor dood neerlag
en strak opwaarts keek. Ook deze had een
schot in do borst ontvangen. Na een kort
onderzoek trok de dokter vol medelijden de
schouders op en mompelde„Geen hoop
meer! 't Verwondert mij, dat hij nog leeft I"
Daarop boog hij zich over den zieke en vroeg
hem in zijn eigen taal, of hij ook nog een
wensch koesterde. De gewonde zag hem
angstig aan en prevelde„Mijn arme vrouw,
mijn kinderen Hij ook zou zijn geliefden
gaarm
r hij
zelf en tol den hospitaal-soldaat, die hij
hem was, zeide hij„Hij wil hen nog eens
men." Hij kan zich echter niet lang bij dezen
ophoudennog zoo velen wachten op zfjn
Twee dagen later ontving moeder Preiszlcr
een brief met heel wat vreemde postzegels
er op, welk adres in een haar geheel vreemde
hand geschreven was. Zij vermoedde aan
stonds, wat het zijn zou, en brak hem
haastig ojicn. Zij las er in, dat haar zoon
zwaar gewond was, en dat hij zijn moeder
nog eens gaarne wilde zien en spreken.
Wat een schok voor het moederhart I Zij
begreep heel goed, hoe hij er aan toe was,
dat haar zoon zwaar gewond was, en zijn
moeder nog eens gaarne wilde zien. Wel
trachtten vrienden en bekenden haar te troos
ten, door te zeggen, dat het met haar zoon
wel zoo erg niet zou zijn, en dat er zoo veel
gewonden in betrekkelijk korten tijd toch
een sterke natuur. Toch was dat alles slechts
een zwakke troost. Snel maakte dc weduwe
dan ook alles voor de reis gereed, en den
volgenden morgen vertrok zij reeds.
III.
Dc Franschman, die naast Martinus in 't
hospitaal lag, was. tegen alle verwachting in
den volgenden dag vrij wat beter. Wel meende
de dokter, dat het slechts een laatste opflikke
ring was, voor 't afsterven. De zwaar gewonde
lag bijna altijd op den rug, staarde met zijn
fletse oogen naar het plafond, en slechts
een smartelijke zucht, welke zoo nu en dan
aan zijn borst ontsnapte, toonde aan, dat
hij nog leefde.
Martinus, die zich ook iets beter gevoelde,
nam den man eens wat nauwkeuriger op.
Ook deze was, naar het scheen, een land-