Katholiek Nieuws* en Advertentieblad No. 4. Zaterdag 27 April 1907. Een en twintigste Jaargang. DE EERBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaric.um, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per postf 0,40 Afzonderlijke nummersf 0,05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs d.ir Advertentiën Van I tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Dit nummer bestaat uit twee bladen EERSTE BLAD. OE VREDESCONFERENTIE VIN 1099. II. Om zich eenig denkbeeld te vormen van de enorme schatten, die liet mili- tairisme in verschillende Staten ver slindt, gaf de Russische Staatscourant deze besomming Rusland 375 milliocn gulden. Duitscii- laud 337 inillioeu, Frankrijk 325 tnil- liuen,Ooslcnrijk-Hongarije2lömilliocn, Italië 132 milliocn. Groot Britaiiniö 225 millioen, makende te zanten een totaal van 1 milliard, 610 millioen gulden. Het voortdurend stijgen van de schul den der Europeesche Staten is een gevolg van de voortdurende vermeer dering der militaire lasten. liet Russische orgaan besloot zijn hoogst merkwaardig opstel aldus „Zulke kolossale uitgaven kunnen onmogelijk productief zijn. „Zij putten de bronnen van inkom sten der natiën uit, drijven de belas tingen op tot ontzettende hoogte, ver nietigen de finaneiëele krachten des lands en houden de ontwikkeling van het algemeen welzijn tegen. Ten allen tijde hebben nobele geesten van alle landen getracht een middel te vinden, deii vrede te verzekeren op eene andere wijze dan door vermeerdering der mi litaire krachten. Zij wilden den vrede bewaard zien door de beginselen van recht en gelijkheid, cn de geschillen der natiën beslecht door scheidsge rechten. Dan zou er een einde komen aan de barbaarsche theorie, die de beschaving der volkeren afmeet naar de steeds nieuwere verbeteringen van de vernielingswerktuigen." Terecht mocht het Russische blad erop wijzen, dat nobele geesten steeds gestreefd hebben naar den vrede. Treffend werd dit destijds door Z. H. Fans Leo XIII uiteengezet. Bij gele genheid der ontvangst van het H. Col lege werd door den Kardinaal op het blijde feit der vredesconferentie ge zinspeeld. en door Z. H. den Fans daarop geantwoord „Onze gedachten richten zich gaarne Af. de kardinaal, up het feit. waarop gij zinspccldet, en dal Wij zelf hebben bevorderd door Onze verlangens, het feit, dat ais een weldoende lichtstraal d'ior het einde dezer eeuw breekt. Zeker, arbeiden om meer zeldzaam en minder bloedig den vrecselijkcn schok der wapenen te maken en aldus den weg te bereiden tot een rustiger ont wikkeling van het maatschappelijk leven, is een poging zoo groolseh, dat zij met eere doet noemen in de geschiedenis der beschaving dengene, die hoofd en hart bezat om ertoe het initiatief te nemen. „Wij hebben dit initiatief toegejuicht van den beginne af met den oprechten zin. welke, in dit geval, past aan hem. die het hoogste ambt bekleedt om op aarde dc vredebrengende deugd van het Evangelie te verspreiden. Wij zullen niet ophouden te wenschen, dat een zoo verheven plan overvloedige en algemcene vruchten hebbe. Geve de hemel, dat deze eerste schrede luide tot de wetenschap, hoe men tusschen natiën geschillen kan vereffenen door bloot moreele krachten." En dan sprak Leo XIII, de vrede vorst bij uitnemendheid, deze heerlijke woorden „Wat immers kan vuriger verlangd worden door de H. Kerk, de moeder der volkeren en dc geboren vijandin van alle geweld en bloed, die de voor schriften van haar ritus niet kan ver vullen zonder door het gebed den geesel van oorlog te bezweren? De geest der Kerk is een geest van rnen- sebenmin, van zachtmoedigheid, van eendracht, van algemeene liefdeen hare zending is, als die van Christus, vredebrengend van nature, omdat zij tot doel heeft de verzoening van den mensch met God. Vandaar de werk- dadighcid van den godsdienst om door daden den waren vrede onder de men- schcn te brengen, niet alleen op het gebied van het geweten, wal zij dage lijks doet, maar even krachtig in het openbare en sociale leven, naar de mate echter van de vrijheid, die haar gegeven is om haar werkzaamheid uit te oefenen. „Deze werkzaamheid, telkens als zij onmiddellijk heeft gegrepen in degroote gebeurtenissen van deze wereld, heeft altijd eenig goed gevolg gehad." Na herinnerd te hebben aan de ver schillende omstandigheden, waaronder de Roomsche Pausen in het belang der volkeren en des vredes hebben gearbeid, eindigt L. H. zijne toespraak met deze woorden „Het is voldoende de verschillende omstandigheden te herinneren, waar onder het den Koomschen pausen is ge lukt de verdrukking te doen ophouden, den oorlog te bezweren en vredes verdragen of wapenstilstanden te sluiten. „Wat ben handelen deed is het be wustzijn van hun zending, is de im- pulsie van liet geestelijk vaderschap, dat redt en de geesten brengt tol ver broedering. Wee de beschaving der volkeren, als het pauselijk gezag niet was opgetreden bij verwikkelingen om de hartstochten der mcnschen te be zweren door het hoogheidsrecht der rede op te vorderen boven het geweld. Hei is genoeg te spreken van den on af schefdelijken band tusschen Alexander III en Lcgnano, tusschen Pius V en Lepanto. „Dit is inderdaad dc inwendige kracht van den godsdienst. Twistge dingen en verdrukking kunnen wel hier cn daar de gevolgen zijner kracht verkleinen maar zij leeft voort onver anderlijk en onkwestbaar. „Zoodat, welke ook de warrelingen zijn van den tijd, de Kerk Gods immer haar taak zonder aarzelen zal vervullen, door altijd hare weldaden te versprei den. Haar blik is gericht naar den Hemel, maar haar werkzaamheid omvat de dingen van Hemel en aarde, omdat alle deze in den Christus zijn vereenigd. owel die van den Hemel zijn als n de aarde. Het zou derhalve een rgeefsche poging zijn van mensche- lijke kracht alleen een ernstigen en duurzamen voorspoed te vewachten. en het zou zelfs een achteruitgang zijn •n ondergang als men de beschaving :ou willen onttrekken aan den invloed an het Christendom, dat haar het leven heeft gegegen en de ziel. en dat alleen haar bewaren kan een vastheid bestaan en een vruchtbaarheid van goede werken." Wij hebben aan den drang niet kunnen weerstaan, dit heerlijke woord van Leo XIII. den man des vredes, uit voerig te releveeren. Hoe roerend schoon, maar diep ingrijpend van be- tcekenis en waarschuwend tevens klinkt niet het woord des Pausen, waar het zegt„Wee de beschaving der volkeren als het pauselijk gezag niet was op getreden bij verwikkelingen om dc hartstochten der menschen te bezweren door het hoogheidsrecht der rede op te vorderen boven het geweld." Eu toch moest deze man. die ais Paus geen ander streven kent dan den vrede te bevorderen en de hartstochten der menschen te bezweren van de vredesconferentie worden geweerd. Of schoon de Keizer aller Russen ook aan den Paus van Rome een circulaire had gericht om mede te arbeiden het voorgenomen werk des vredes. die juist als Paus daartoe het me zou kunnen bijdragen, wijl het Paus schap zich het meest op zijn vrede- stichten beroepen kan, mocht niet de stem van waren vrede ter vredescon- gresse worden gehoord. Italië, belast met de misdaad van roof en geweld aan den H. Stoel gepleegd, kon niet dulden, dat het ter vredesconferentie zou verontrust worden door de aan wezigheid van een vertegenwoordiger des Pausen. Het maakte zich bevreesd, dat de zegenrijke werking, die van het Pausschap uitgaat, zich in al haar grootheid vertoonen zou bij het afbake nen van den weg des vredes. En de ove rige Regeeringen legden zich neer bijdien eisch van onrecht en karakterloosheid, De arbiter in de Carolinen-quaestie, die daarvoor den dank had ingeoogst van Von Bismarck in eigen persoon, wijl een oorlog tusschen Duitschland en Spanje voorkomen werd. een feit dus toen van zeer jongen datum, zou niet ter vredescongresse verschijnen. Italië kreeg zijn zin. Eveneens kwam Enge land in verzet tegen een eventueele uitnoodiging van de twee Zuid-Afri- kaansche Republieken. Transvaal en Oranje-Vrijstaat en aan dezen eisch werd evenzeer voldaanvertegenwoor digers dier Republieken bleven ter vergadering afwezig. Met dergelijke gevoelens toog men toen aan het werk. Het vredeswerk werd begonnen met daden van liefdeloosheid en onrecht, waartegen van zoo vele zijden met kracht werd geprotesteerd. BUITENLAND. Geheel onverwacht heeft het Fran- sche orgaan „Univers" een zware slag getroffen door den dood van een zijner beste redacteurs, den heer Pierre Veuil- lot. Dit blijkt wel het duidelijkst uit den volgenden brief van rouwbeklag door kardinaal Richard, aartsbisschop van Parijs aan Francois Veuillot geschreven. „Waarde en geachte heer Veuillot. „Ik was gisterenavond diep geroerd, toen ik den Univers open sloeg en op den eersten regel las, dat uw broeder overleden was. „Ik heb onmiddellijk voor hem ge beden en voor de rust zijner ziel de aflaten opgedragen, die ik kon ver dienen. en vanochtend heb ik Item op geheel bijzondere wijze herdacht in de H. Mis. Ik heb ook gebeden voor de weduwe, voor de kinderen en voorn, waarde heer Francois Veuillot. „Gij beweent heinwij bewcenen hem met umaar hij verlaat ons terwijl hij ons de vertroostingen achterlaat van de christelijke hoop cn na tot het FEUILLETON. De zwarte Vorst. - Een verhaal uit den Russiech-Japaanschea oorlog. (Slot.) 4) „Gij klaagt sprak dc vorst weder 3 honend. „Ziet u, daarvoor was mijn dappere 3 zoon te trotschdaarover toornig geworden :j sloeg de ellendeling hem nog eens, trapte hem zelfs met de voeten, kijk zoo!. 4 en zoocn nog eens zoo.1" Dc reus had den kapitein ter aarde geworpen en deze kromde zich onder zijn slagen en kermde 1 van pijn cn machtclouzc woede cn schaamte. llij... een officier!... Hij moest zulk ven I behandeling dulden I I „Schurk, ellendeling I" sprak de vorst, bij ri dc herinnering aan zijn zoon half razend I geworden, tot den half verlamd voor hem R liggende: „Hebt gij er thans eenig besef van, I hoe mijn Yo-slii-to, een vorstenzoon, zwaar ff gewond, te moede moet geweest zijn hij uw vernederingen en gruweldaden 1 Lang vermeide de vorst zich in den cr- harmclijken toestand van den kapiteinhet H scheen alsof het gezicht er van den vader I zeer beviel. Daarna sprak hij weer: „Onder I uw ellendige handen bezweek mijn arme zoonToen men mij dat meedeelde, heb ik gezworen„Oog om oog, land om tand I I Den Kussischcn soldaten zal ik vergelden, I wat zij aan mijn zoon misdaan hebben Nog s echter zijn edel bloed niet geheel gewroken. honende uitdrukking aan, cn hij sprak „Zeg. zou uw weduwe erg om u treuren Door een angstig voorgevoel aangegrepen, richtte de kapitein zich op een knie op, smce- kend om zijn leven: „Hebt gij nog niet genoeg? Wilt gij mij vermoorden In plaats van antwoord, floot de vorst. Daar traden eenige mannen de kamer binnen naar 't scheen hadden zij voor dc deur op dit teeken gewacht. Onder heil bevond zich ook Mika-schim. Nu wist dc kapitein alles. Het was dus geen noodlottig loevai, dat hem tot deze wraak geroepen had, neen het was een met stuw opzet voorbereide list. Mika-schim, de sluwcrd, die den verrader gespeeld had, alsof hij voor zich de duizend roebel wilde ver- gezonden bodel Daarom wilde hij weten, welk officier dc vcldwacht kommandeerde, llij zocht juist hem I En daarom ook had hij gesproken van „rijken buit", toen hij hem ge vonden had, om zijn hebzucht te prikkelen, en hem in de val te lokken. Blijkbaar was dit overvallen even geslepen overlegddc vurst had met zijn mannen in de nabijheid in hinderlaag gelegen Te laat vcrwenschlc de kapitein zijn hch- zuetil, welke hem in deze moeilijkheid ge bracht hadhij verwachtte niets anders dan den dood, cn sidderde bij de gedachte hoe hij sterven moest. Welke marteling zou de ,-orst voor hem uitdenken Hij zou het thans ot zijn schrik hooren. „Mika-schim." zcide de vorst tot dezen, .ik houd het er voor, dal gindscli vensterkruis vel sterk genoeg zijn zal Door een doodclijkcn angst bevangen, ro!gdc SassureH met zijn blik het werk der icn. Zij openden het venstei n tou itrop. Hemelt Men wilde hem op hangen Zijn oogen traden buiten hun kassen een angstschrci schroeide hem aan, tilden hem op het vensterkozijnzij wilden hem den strop om den hals doen daar greep hem de moed der vertwijfeling aan, en met een onvoorziencn, geweldigen ruk, ontsnapte hij aan de handen zijner beulen en verdween met tiin sprong door 'I geopende Het kasteel had aan dezen kant een soort van uitbouw met balkon, en dat had de kapi tein in 't laatste oogenblik als een redmiddel aangegrepen. Met inspanning van al zijn zwakke krachten kloin hij langs de houten pijlers van het balkondak naar boven en kwam- er met groote inoeite werkelijk bovenop Doodelijk vermoeid, ontveld en verlamd van schrik zonk hij terneer. Was hij gered Van den oenen kant went hij beschermd doo hoog overstekende muren van hel hoofdge bouw, doch dc andere drie kanten warei voor zijn vervolgers open. Hij kon zich ge makkelijk bewegen op het platte dak en eei houten torentje in het midden ervan bood tegen geweervuur ecntgc beschuttingdoch hoe kon hij zich verdedigen, als ze met lad ders op het dak klommen Dat verwachtte hij elk oogenblik en zijn blikken zochten een noodwapen. Had llij maar naar beneden kunnen komen, cn vluchtendoch 't was te hoog voor een sprong. Waarom kwamen zij niet Daar waren wel redenen voor. til 't oosten kleurde dc tucht zichuit ccn dichten nevel steeg de zou op. Een afdeeling Kozakken reed in snellen draf over dc hoogten: zij was afgezonden door den kolonel, die verontrust was door 't lange wegblijven van kapitein Sassurcff. „Wal drommel" riep de aanvoerder ver drietig „zijn we nu nog niet aan het doel lu den dikken mist kon men nog steeds niets bemerken van 't kasteel Lin-shoe. Op dal oogenblik hield hij zijn paard staande en luisterde scherp toede geheclc afdeeling hield de teugels in. „Hoort gij," sprak de officier tot zijn ondergeschikten, „zijn dat De onderofficier meende het ook. „Daar is iets te doenin galopkom- mandccrde de bevelvoerende officier onmid dellijk en als de wind vlogen zij voort. En nu zij kwamen van een anderen kant dan kapitein Sassurcff 's nachts te voren lag liet kasteel vlak onder hen in 't dal. en men zag ook reeds, wat er plaats greep, door den nevel heen. In een grooten, halven cirkel kastcclbalkon geschaard cn vuurden naar het dak er van, waar zich een man trachtte te verbergen achter een torentjehet was een formeel schijfschieten op een levende schijf! „Hetman!" riep opeens een Kozak, „de man wenkt ons met een zakdoek I" „Wat!" riep deze terstond daarop na een onderzoekenden blik, „is dat niet kapitein Sassurcff I Afstijgen En hij snelde vooruit. Daarom had men dus den kapitein niet vervolgdDe vorst wilde deze jacht op mcnschclijk wild, om aan zijn wraaklust te voldoen, uitstellen, daar de nacht er niet voor geschikt was. Kogel op kogel vloog hem om de oorenuit verscheidene, meest zware wonden, vloeide hem 't bloed, zoodat hij haast niet meer staan kon. 't Was waarlijk een wonder, dat hij nog leefde. Dif had hij slechts le danken aan zijn hoog standpunt, dat de helschc jagers dwong op een grooten afstand op hem te vuren. Plotseling knetterde een salvo in den rug zijner belagers en verscheidene hunner .stort ten voorover. Hel waren de Kozakken, wier komst men niet bemerkt had; inel gevelde lans kwamen zij aangerend cn de Korcanen stoven uit elkaar. Toen kapitein Sassurcff van zijn hoog standpunt gehaald werd, was hij meer dood dan levend. Dit tallooze wonden bloedend, welke hem bij de minste beweging de hevigste pijnen veroorzaakten, bood de rampzalige

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1907 | | pagina 1