Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 5. Zaterdag 4 Mei 1907. Een en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie maanden. Franco per postf 0,40 j Afzonderlijke nummersf 0,05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertentlën Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Correspondenten en Advcrtenti£n moeten uiterlijk Vrijdag avond voor 4 uur aan het bureau bezorgd zijn. Dit nummer bestaat uit twee bladen EERSTE BLAD. DE VREDESCOHFERENIlt VAR 1199. III. (Slot.) De uitsluiting van den H. Stoel en de Zuid-Afrikaansche Republiek was voor de vredes-conferentie een slecht begin en een aanleiding tot haar mis lukking. In de circulaire van den Russischen Keizer werd voorgesteld een conferentie te houden ter bespreking, wat er kon gedaan worden, om de steeds stijgende uitgaven voor militaire doeleinden te beperken en „dooront- I wapening, arbitrage, uitbreiding en verbetering der Conventie van Genive j van 22 Augustus 1864" Europa van den gewapenden vredestoestand te be- vrijden. IMen weet het: onder de bevolking van alle Staten wekte decirculaire des Keizers een groote geestdrift, doch in de kabinet- i ten van Vorsten en Staatshoofden was de 3 ontvangst minder warm. En toen de a conferentie, diealseeneontwapenings- r conferentie was ontworpen, een aan- vang nam, was alleen nog maar sprake vaneen vredes-conferentie zonder meer. Dat de Haagsche Vredes-conferenlie J in geenen deele den zoo zeer verlangden vrede heeft gebracht, leert de geschie denis. Maar ook leert de historie de huichelarij kennen, die bij Engeland v ter conferentie, vooral ten aanzien van de Zuid-Afrikaansche Republieken, heeft voorgezeten. Ter iiauwcrnood toch behoorde die conferentie tot het j verleden, of de Engelsch-Trausvaalsehe 1 oorlog ving aan, die in wreedheid en afschuwelijkheid zijn weerga niet had. Met het uitbreken van dien krijg bc- reikte de Engelsche diplomatie haar doel, maar eenigc mannen van aan zien en invloed in dat Rijk, blijkbaar er van gruwend een zoo schrille tegen- tegenstelling te bieden aan de pas gehouden vredes-conferentie, wekten hun medeburgers op tot teekening van een adres tot voorkoming van een onnoodigen oorlog, welk adres luidde „Terwijl wij ondergeteekenden be sloten zijn alle vreedzame middelen aan te wenden om gelijke rechten en volledige gerechtigheid aan onze lands lieden in Transvaal te waarborgen, zijn wij toch van meening, dat de nog aanwezige geschillen tusschen datgene, wat onze Regeering verlangt en wat de Boeren hebben toegestaan niet vol doende zijn om Zuid-Afrika in een oorlog te storten. Wij teekenen plechtig protest aan tegen een beroep op het zwaard om onze geschillen met Trans vaal te regelen, voordat het door de Haagsche conferentie bekrachtigde be ginsel van scheids-rechterlijke behan deling beproefd en ondeugdelijk be vonden is." Zoo werd de trouweloosheid en huichelarij der Engelsche diplomatie in het eigen land op de kaak gesteld. Een oorlog met al de ellende, daaraan verbonden, had bij een weinig goeden wil kunnen voorkomen worden, maarde Engelsche Regeering hunkerde naarden krijg. Er viel winst te behalen. Machts uitbreiding, het ideaal van het Engel sche volk, kwam in 't spel, en de ver tooning der vredes-conferentie, waaraan het had deelgenomen, had aan zijn heilloos streven geen belemmering ge bracht, daarvoor hadden zijn vertegen woordigers ter congresse wel gezorgd. Het meest teleurstellend was wel de gewetenlooze wijze, waarop Engeland een stam bestreed, die in heldenmoed en trouw een bewonderenswaardig voorbeeld gaf. Volkenrecht, moraal, humaniteit schenen voor Engeland woorden van zinledige beteekenis ge worden. De feiten spraken een taal, die het vertrouwen in onze moderne beschaving en in diplomatieke beloften geweldig schokken deed. En dat gebeurde slechts een luttel tijds nadat de zoo plechtig gehouden vredesconferentie gesloten was. De oorlog tusschen Rusland en Japan bracht nog meer ontgoocheling. Op verraderlijke wijze begonnen, werd hij metduivelachtigen hartstocht voortgezet. Alle menschelijk gevoel scheen daarbij ^rvlogen. Over de geringschatting van het leven eens menschen bij dezen krijg stond iedereen verbluft. Het werd een slachting van duizenden en nog eens duizendenals verscheurende wouddieren viel men elkaar aan zoo barbaarsch en wreed, dat de pen in de hand trilt om de wreedheden neer te schrijven. Er werd, om ons zoo uit te drukken, een afgrijselijk tegenbeeld gesteld van de zoo goed bedoelde, maar toch zoo mislukte conferentie, die den zoo vurig verlangdtn vrede op de aarde brengen zou! Nog meer werd de teleurstelling ver groot, doordat tegelijk met die oorlogen ook de krijgstoerustingen in schier alle landen met koortsachtigen ijver werden voortgezet. Het scheen een wedstrijd in het uitvinden en aanschaf fen van nieuwe moordtuigen, die een verwoesting kunnen aanrichten zoo afschuwelijk en ijzingwekkend, dat al leen de gedachte daaraan een huivering door de leden jaagt. Dat nu is te zien gegeven nadat een vredes-conferentie is gehouden, welke door den Czaar aller Russen als een ontvvapenings-congres werd aan gediend. Op de vraag echter of die Haagsche conferentie dan geheel vruchteloos is geweest, kan gelukkig een ontkennend antwoord worden gegeven. Al zijn de resultaten ervan ook zeer gering te noemen, toch is iets uitgewerkt, dat niet zonder waarde is. Ingevolge een besluit van dat congres is te 's-Gra- venhagc een internationaal permanent Hof van Arbitrage opgericht, hetwelk door de contracteerende mogendheden samengesteld en bekostigd wordt. Hier mede werd de gelegenheid gevestigd tot oplossing van geschillen, maar tevens werd door de instelling van dat Hof een aanknoopingspunt gelegd tot nieuwe conferenties, die ten doel hebben het bevorderen van den vrede. En nu het oorlogsgedruiscli voor een wijleis verstomd en de gewapende vrede nog oneindig zwaarder drukt dan tijdens de vredes-conferentie in 1899, is een nieuwe conferentie aangekondigd, om de door den gewapenden vrede schier tot vertwijfeling gebrachte naties cenigs- zins gerust te stellen. De vorige vredes-conferentie is aan gevangen zonder God en zonder den I'laatsbekleeder van Christus, en zij is genoegzaam misluktde nieuwe zal haar werk op een zelfde wijze aan vangen. Of het haar nu gelukken zal een vredestoestand te scheppen, waarnaar zoo vurig begeerd wordt BUITENLAND. Het wetsontwerp op de bestraffing van majesteitsbeleediging, is thans bij den Duitschen Rijksdag ingediend. Het nieuwe wetsvoorstel bevat slechts een artikel hetwelk bepaalt: De beleediging is slechts dan op grond van de'arit. 95, 97, 99. en 101 strafbaar, wanneer zij kwaadwillig en met voordacht begaan werd. De vervolging, voor zoover de be leediging niet in het openbaar is ge pleegd, geschiedt slechts met goedkeu ring van het landsjustitiebestuur. Voor het gebied van de militaire strafrecht- macht is slechts in vredestijd de goed keuring vereischt en koint het aan het militaire justitiebestuur toe haar te ver- leenen. De straf verjaart in zesmaanden. Wanneer de strafbaarheid ingevolge hoofdstuk II is uitgesloten, dan zijn de voorschriften van hoofdstuk XIV van het strafwetboek van toepassing. Zoodoende blijft de mogelijkheid om beleedigingen door de pers te straffen bestaan, aangezien de voorbedachte raad daar meestal wordi aangenomen. Beleedigingen. die niet in het openbaar geschieden, kunnen alleen nadat het hoogste gerechtshof zijne toestemming gegeven heeft, vervolgd worden. Bij de behandeling der begrooting voor de rijkskanselarij heeft het Cen trumslid Freiherr Hertling een merk waardige rede gehouden, waarin hij van de Regeering verzocht een authen tieke verklaring over de verhouding der buitenlandsche politiek. Hij ver klaarde echter, dat het Centrum niet bedoelt om bij de thans aan de orde zijnde begrooting critiek uit te oefenen op de houding van den rijkskanselier. Thans behoorden veeleer inwendige strijdvragen op den achtergrond te blijven. Voortgaande wees hij er op. dat het belangrijkste punt der jongste gebeurteni.-sen is de aaneeiisluitings- politiek van den Koning van Engeland. Men moet evenwel aan de ontmoetingen van vorsten niet al te groot gewicht hechten. Wij verwachten dan ook van de vredelievende bedoelingen, die wij hebben en die wij ook aan het Engelsche volk toeschrijven, een wederzijdsclie toenadering. Ik ben vast overtuigd, zei spr.. dat ook de politiek van Frankrijk een beslist vredelievende is. Duitsch- land en Frankrijk kunnen elkander thans heel goed de hand reiken om tot een vredelievende overeenstemming ie komen. Duitschland zal het beste doen, ging spr. voort, als het aan de debatten over het ontwapeningsvraagstuk geen deel neemt. Het zal toch slechts een academische discussie zijn en het resul taat er van zal niets zijn dan een schijn- overeenstemming. De spr. eindigde aldus„Wij willen een consequente, rustige, vreedzame politiek, doch wij willen eiken schijn van zwakte vermijden. Wij willen niet prikkelbaar zijn. maar wij willen ook niet den schijn laten ontstaan alsof de vriendschap met het machtige Duitsch land waardeloos is." De woorden vonden levendigen bijval in het heele huis. Nadat nog verschillende andere sprekers hel woord hadden gevoerd trad de Rijkskanselier Von Bulow op. Hij begon met de uiteenzetting der feiten, die aan de aanstaande vredes conferentie tot nog toe zijn vooraf gegaan hij legde er den nadruk op. dat de eerste uitnoodiging zich hoofd zakelijk met de verdere uitweiking van het recht in den zeeoorlog bezig hield. Verder besprak hij de vermindering Het lied van de zee. 1) De oude man staakte zijn spel en hield den strijkstok in de hoogte. „Stil," fluisterde hij. Het jonge meisje liet de riemen rusten en zacht gleed dc boot over het door de maan beschenen water. Uit de verte kwam liet geluid van roei- „Kunnen zij ons gehoord hebben vroeg de oude man angstig. Het meisje stond bij den smalleit achter steven van de kleine gondel en tuurde in de duisternis, waar liet geplas van de riemen minder duidelijk verneembaar werd. Het was een zeer stille nacht. „De hemel zij gezegendHet was slechts een gondelier met zijn vrouw," fluisterde de man, toen hel zachte lachen van ecne vrouw uit de verte tot hen kwam. Weer fluisterden zij. De gondel ging op en neer, alsof zij hel water liefkoosde met den scherp omgebogen boeg. De sterren fonkelden in het donkere zoodat het scheen, uf daar heneden een hemel was. Hier en daar dreven bossen zeewier als wolken aan dien schijn- hcmel. Geen geluid liet zich nu hooren. ,Nccn, zij kunnen ons niet gehoord heb ben," zcidc dc oude man nog eens en streek et den strijkstok langs de snaren. Het was ecne wondcrschoonc muziek en Ihet meisje luisterde met halfgesloten oogen. In die muziek hoorde zij, zooals eens duizen den het zouden hooren, het roepen van de zeevogels, liet geklots van dc branding en het zachte gemurmel van den slapendvn oceaan, als hij schuurt over het witte zand. „Hens zal je bij deze muziek zingen," zei de oude, toen hij ophield, „en de wereld, de groote wereld in dcschuuwburgcn van Londen, Parijs, Petersburg en Madrid zal luisteren. Zij zal mij bekransen inet bloemenover hel voetlicht heen zal ik ze jou geven en ze als wij beiden daar zullen slaan, jij en ik tot zich roepen in hmine loges, jon en mij, kleintje. Maar we zullen dan denken aan de nachten hier op dc donkere lagune en weten, dat we iets hebben volbracht, wat geen koning kan doen, en we zullen Irolschcr zijn dan zij I" Hel meisje wikkelde ziclt huiverend in den gcrafcldcn, verkleurden doek, die om hare schouders hing, en de oude man hoestte, alsof de nachtlucht hem kou deed vallen. Hel was zonder twijfel waar, dal Pictro een groot musicus was, en hij wist, zooals alleen groote meesters dat weten, precies dc waarde van zijn werk. weesl, hij zou al lang geleden onder dc moeilijkheden van zijn leven bezweken zijn. Hij kende in dc wereld maar iSéne vrees dat de muziek, aan welke hij zijn leven had geofferd, hem zou worden ontstolen. In zijne verbeelding spande de geheele wereld zich hooren. Zoo in. om zijne geliefde durfde hij zelfs in de kale vertrekken, die hij met zijne dochter bewoonde, geen noot sjiclen van de groote opera, die beiden roem door vreemde ooren worden gehoord, voor- Alleen des nachts, als de kanalen van roeiden Pietro en de donkeroogige Maria naar de cindcloozc lagune, die dc stad met hare gebouwen nis kantwerk afstekend legen dc lucht, van hel vasteland scheidt. Zelfs de zeevogels schijnen deze eenzame watoren te vermijden, die vol zijn van vortnlooze slljmige gende tinten den indruk geven, of ze in leven zijn. Geen lichten zijn er op deze afgelegen plaatsen te zien. Ver weg staan de machtige paleizen van de dogenstad. Weinigen komen hier, als de zon dc met wier gevulde vlakten beschijnt en niemand zou een tweede bezoek bij nacht wcnschen. Alleen Pietro hield van deze plek: want hier, oor hem kou beluisteren en 'waar alleen de sterren neerzagen op den zwarten kleinen gon del had hij zijne opera gecomponeerd. Hier, met Maria, die de riemen zoo onhoor baar hanteerde als een visclt zijne vinnen, liicr zong dc viool over liet water en hier hoorde hij in zijne verbeelding de toejuichin gen van duizenden in het gekabbel van de kleine golfjes tegen dc boot. Zoo speelde Pictro, uur aan uur, in de dc w .ld warei Hare vingertjes bewogen zich vlug tu klossen en hel patroon kwam te vou ■li. Eenmaal zouden zij rijk bracht kantmaken ten minste wachten, dat haar vader aan het geld voor dc noodzakelijke uitgaven dacht! De wereld begroette nieuwe componisten en bekranste hare uitverkoren zangers, en nog steeds traditie Pictro hel volmaakte meer volmaakt te maken, buiten op de donkere Als de gondeliers van VencliC in de koelte van den avond op de trappen van de Sfnt- Marcus-kolom luierden en de ondergaande zon de zeilen van de thuiskomende visschers- vreemd verhaal. Zij fluisterden van muziek, ecne wondere muziek, die in hel holst van den nacht uit de verre donkere lagune tot hen kwam. Eli de verbeelding weefde om dit vreemde feit ccnc nieuwe legende bij de vele, die VcneliC tijk is. De zomer ging voorbij eu de eindelooze regen van de wintermaanden verjoeg de vreemdelingen uit dc stad van de zee. De blauwe wateren werden grijs en de morsige straten zagen er koud en verlaten uit. Pietro voor wien de ongebruikte uren eenc beproeving waren, had nacht op nacht op de mistige lagune doorgebracht, totdat de vochtige snaren van zijne viool weigerden. Toen werd hij ziek. grijs uitsloegen, zat Maria bij hem en werkte altijd. Soms in dc lange uren van den nacht sprak hij, zooals ze hem nooit te voren had hooren samenhangende woorden. Nu eens stond hij. in zijne verbeelding, alleen op het toonecl eu trachtte hij zich in zijn bed op te rjchten om voor de duizenden, die zijn koortsachtig brein hem voortooverdc, te buigen. Dan weer hoorde hij hen juichen, De kleine Maria trachtte hem altijd weer tot bedaren te brengen door met hare kalme Vader, ik alleen l"^ Eens zond zij om een priestermaar Pietro beefde, toen hij hem zag en sprong op, denkende, dat men hem zijne muziek wilde ontstelen. Dc priester hielp haar met kleine giften en fluisterde: „Ik zal komen tegen dat li i ik t De hemel sla u bij. i goed

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1907 | | pagina 1