Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 18.
Zaterdag 3 Augustus 1907.
Een en twintigste Jaargang.
DE EEMODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussuin, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden.
Franco per post0,40
Afzonderlijke nummersI 0,05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertontiën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Corrcspondenliën en Advertentiën moeten uiterlijk Vrijdag
avond voor 4 uur aan het bureau bezorgd zijn.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Keizer Wilhelm II
Er zijn al heel wat pennen in be
weging geweest, om in veronderstellin
gen aan te geven, welke houding
door de verschillende Mogendheden
zou aangenomen worden bij de beraad
slagingen op het vredescongres. En
het vraagstuk van ontwapening vooral
heeft levendige polemiek in de pets
uitgelokt. Het brave Albion heeft er
heil in gezien te poseeren als vredes
engel door het ontwapenings-vraagstuk
met volhardenden ijver op de spits te
drijvende Engelsche staatslieden heb
ben zich daarover geducht geweerd.
De geheele wereld moest weten hoe
vredelievend de staatkunde van Enge
land is, en met welke edele bedoelingen
deze nalic zich lot de vredes-conferentie
voorbereidde.
En het zonderlingst, is wel dat Enge
land onder al die bedrijven ziclt haast
zijn leger te hervormen, het slagvaar
diger te maken, zijn vloot uit te brei
den en zich gehaast heeft bondgenoot
schappen te sluiten, alsof het Britsche
Rijk door de grootste oorlogsgevaren
bedreigd wordt.
De vraag .moet dan ook op de lippen
komen, of bijbedoelingen van Engeland
ook hier niet weder den doorslag geven.
De Engelsche Regeering wist zeer goed,
vóór dat zij het brandende vraagstuk
in hel strijdperk wierp, dat Diiitschland
haar daarin niet volgen zou maar dan
juist moest de Keizer van het machtige
Duitsche Rijk zich bloot geven als de
man, die de vredes-conferentie haar
grootste waarde ontnam en daarom
de meeste schuld moet dragen van
de ramp, die de natiën ten ondergang
leidt.
De bekende journalist en vredes
apostel William Stead heeft onlangs
in de „Review of Reviews" een
artikel geschreven, dal in verband met
de a.s. vredes-conferentie ongetwijfeld
de aandacht verdient. De schrijver is
omtrent Keizer Wilhelm li een heel
andere meening toegedaan. Terwijl
West- en Oost-Europa Wilhelm II als
oorlogskeizer beschouwen, zegt Stead,
gelooft Midden-Europa in hein als
vredes-kcizer. Ook de Keizer zelf, zijn
ministers en zijn volk gelooven dit.
De Keizer begeert vurig den oorlog te
vermijden en den vrede te handhaven.
De groote oorzaak van het misver
stand van den keizer is, volgens Stead,
de voorraad Engelsch bloed, welke
door de keizerlijke aderen stroomt, „'t
Is een zonderlinge Nemesis, dat Engel-
schcn juist het minst hun eigen karakter
kunnen verdragen, wanneer het in een
Duitscher heeft woonplaats gekozen.
Als wij den Eneelschman int den
keizer nemen, zouden wij een soberder
en kalmer, maar niettemin in wezen
denzelfden vrede-keizer overhouden.
Daar hebben wij b.v. 's keizers harts
tochtelijke. geen maat kennende spreek-
begeerte, zegt Stead. Zeis een Engelsche
karaktertrek. Veilig op zijn eiland, de
zee aan alle kanten, heeft de Engelsch-
man zichten allen tijdeaan de meest onbe
perkte spreek vrijheid overgegeven. De
Engelschnian meent zich met alle zaken,
ook die van een ander, te mogen be
moeien. Gaarne fungeert hij voor censor
morum, universeel zedenmeester.
Deze eigenschap nu heeft de keizer
van de Engelschen geërfd, maar omdat
de loot op een Diiitscheu stam is ingeënt,
ergeren wij ons en verbaast zich de
wereld. Wat hebben we moord en
brand geschreeuwd over het telegram
aan Kruger na den Jamesoii-rooftocht,
maar was de uitroep van Engeland's
premier: „De Doema is dood, leve
de Doema" niet een veel onvergeef
lijker bemoeiing met de meest delikate
inwendige zaken van een nabiirigen
en bevrieiiden staat
De keizer wil even graag den wereld
vrede bewaren als de Engelsche natie,
maar Z. M. is niet in staat, zijn tong
in bedwang, te houden.
Den vrede van Europa wil hij wel
behouden, maar zijn eigen vrede niet.
Hij voelt intens en hoe meer hij voelt,
niet te kunnen handelen, heeft hij be
hoefte aan spreken. Bij hem is een
woord een daad. Een telegram is voor
hem een makkelijke en deugdelijke
plaatsvervanger voor een kostbare ex
peditie. Wanneer hij niet nu en dan
de oratie-veiligheidsklep open zette,
zou de ketel barsten.
Zijn passie voor de zee heeft de
keizer, volgens Stead, ook van zijn
Engelsche moeder geërfd. De schrijver
schildert ons den kleinen Wilhelm
zooals hij uren lang over de werven
van Portsmouth kon dwalen, altijd maar
kijkend naar de zee en naar de zee-
kasteelen, welke aan Engeland de hege
monie over de oceanen der wereld
bezorgden.
Geen wonder dus, dat hij, keizer
geworden, ook zoo'n vloot wilde schep
pen en zijn land een toekomst op het
water bezorgen. In dit ideaal is, volgens
Stead, niets dreigends voor wie ook
gelegen. Evenals Engelands koning
zijn vloot als bolwerk van den vrede
beschouwt, doet keizer Wilhelm ook.
Hij schudt verbaasd zijn hoofd voor
de boozc bedoelingen, hem door vele
Engelschen toegeschreven en hij zet
zijn werk voort met dezelfde energie,
welke aan Engeland vergunde, zijn
heerschappij over de zeeën te vestigen.
Allen Kardcc heeft den keizer „een
reïncarnatie van Caligula" genoemd.
Stead vindt, dat de keizer veel meer
op een modern journalist lijkt dan op
een Romeinsch tyran.
HIJ is een journalist in merg en been.
Als er oen reïncarnatie bestaat, dan
inoet Wilhelm zijn vroeger bestaan
zeker inet het leveren van copie voor
Amerikaansche sensatie-bladen hebben
doorgebracht
's Keizers uiterlijk optreden is mis
leidend, maar doet men het uiterlijke
weg, let men op de daden, dan springt
het verschil tusschen hem en Na
poleon III, waarmede hij, volgens Stead,
een zekere overeenkomst heeft, dadelijk
in het oog.
In de eerste 18 jaren zijner regeering
handhaafde Wilhelm den vrede, terwijl
Napoleon in dien tijd al drie oorlogen
had ontketend. De dertigjarige jonge
man, die aan het hoofd van het mach
tigste leger der wereld geplaatst was,
hield het tot dusver in de kazernes.
Ook in de Marokko-zaak heeft de
keizer er geen oogenblik aan gedacht,
Frankrijk den oorlog aan te doen.
Stead vernam het uit Bülows mond
zelf.
De keizer, die voor de Boeren zijn
land niet met Engeland in oorlog bracht,
zou dat nog veel minder om Marokko
gedaan hebben, nog daargelaten, dat
een oorlog voor de Boeren onder het
Duitsche volk veel sympathie gevonden
zou hebben, daarentegen een oorlog
voor Marokko in geenen deele.
Ja, zoo sterk is 's keizers liefde voor
den vrede, dat een aanzienlijk Duitsch
journalist aan Stead verklaarde: „Wij
Duitschers beschouwen zijn fanatisme
voor den vrede als een ernstig gevaar
voor Duitschland. Wij meenen, dat
iedereen dat weet en dat onze con
currenten en vijanden hun voordeel
zullen doen met deze wetenschap."
Of de schets hier door Stead ge
trokken sprekend gelijkend is, valt
moeilijk uit te makenmaar wel zijn
enkele lijnen aangebracht, waaruit het
beeld van den Duitschen monarch.
Keizer Wilhelm II, met een enkelen oog
slag te herkennen is.
BUITENLAND.
Zondag is het te Raon, in Frankrijk,
tot een bloedige botsing gekomen
tusschen de stakende werklieden en
de gendarmen.
In den loop van het gevecht werden
zeven jagers ernstig gewond, waaronder
twee officiereu. De gendarmerie kwam
de soldaten te hulp.^Een kapitein van
de gendarmerie werd omsingeld en
ernstig gewond. De gendarmen, die
hem wilden ontzetten, werden aange
vallen met steenen en revolvers. Daar
zij zich in een toestand van wettige
verdediging bevonden, schoten zij
hunnerzijds, waardoor een staker werd
gedood en een ander doodelijk gewond.
Een tiental anderen werden minder
ernstig gekwetst. Vier gendarmen wer
den verwondeen werden de beide
dijen doorgeschoten. De gendarmen
schoten na sommatie.
Officieren van het 162e regiment
hebben in het militaire kamp van Cha
lons na een feestmaal nachtelijk kabaal
gemaakt en liederen gezongen, in wel
ker refrein voorkwam„Leve liet Keizer
rijk Officieren van het bataillon van
Saint-Cyr ergerden zich daarover en
daaruit ontstonden woordenwisselingen,
die eindigden met uitdagingen om te
duelleeren. De commandeerende gene
raal gedoogde echter geen duels, maar
heeft disciplinaire straffen opgelegd.
In Lyon zijn verleden Zondag 12
anti-nulitairisteii gevangen genomen,
omdat zij zich smadend uitlieten over
liet leger. Ook hadden zij een strooi
biljet onderteekend. waarin de muiterij
bij liet 17e regime.u verheerlijkt werd.
De uitslag der verkiezingen voor
de generale raden in Frankrijk is ten
voordeele der linksche partijen uitge
vallen.
Gekozen zijn 239 conservatieven,
188 progressisten, 835 republikeinen,
36 socialisten; er moeten 143 herstem
mingen plaats hebben.
De conservatieven winnen 35 zetels
en verloren er 56. de progressisten
winnen 30 en verliezen 79, de republi
keinen winnen 115 en verliezen 50,
de socialisten winnen 9 en verliezen 3.
Deze officieele opgave wordt echter
door vele Fransche bladen onbetrouw
baar genoemd.
Onlangs is in Spanje een bond tegen
het duel opgericht. In een uitgebreid
rapport heeft de voorzitter van dien
bond. baron Abi, aan den Staatssecre
taris Merry del Val de resultaten ver
meld, reeds verkregen door dien bond.
Thans heeft baron Abi van den kardi
naal den volgenden brief ontvangen
„Ik heb kennis genomen van de
FEUILLETON.
Een Offer.
1) To San Antonio, ccn dorp op dc grenzen
van Texas en Louisiana, was op ccn Zondag
juist de H. Mis uit. De laatste wierookwolk
jes trokken langzaam weg door de geopende
kerkvensters en het nette kerkje, toegewijd
aan O. I.. Vr. van Guadeloupe, liep leeg.
Slechts één hleef, 't was de goede Dom
Amhrosio, een eerbiedwaardige grijze pries
ter. die hier ongeveer 51) jaren gewerkt en
hel kerkje gebouwd had hij lag godvruchtig
op de knieën in hel priesterkoor en deed
zijn dankgebed.
Een zacht gcdruisch drong uit de gesloten
sacristie. Hier was Tommy, de twaalfjarige
koster en huisbediende van Dom Ambrosio.
druk bezig de misgewaden en allaarbcnoo-
digdheden in kisten en kasten weg te sluiten
en alles netjes op te ruimen. Hij had het
wees: een gelukkig toeval deed hem in de
pastorie van San Antonio een veilig tehuis,
cii in den ouden pastoor een liefdevol vader
vindengeen wonder, dat Tommy zijn wel
doener met grenzenlooze lielde aanhing.
Daar hoort opeens de kleine koster, dat
de deur der kerk met geweld opongestootcn
wordt en dat iemand met zware, haastige
stappen door de kerk komt loopen. Spoedig
de sleutels van de kasten at en de deur open,
om Ie zien, wat er gaande is! Tommy's
oog viel hel eerst op den priester, die vai
zijn bidstocl opgestaan was en om wiens
hoofd de door het kooi
zonnestralen een lichtkrans weefden. Vóór
hem, op den grond knielde een breedge
schouderde neger, die Dom Anthrosio's
knieën al wccncnd omkneld hield. Het
zweel, dat in dikke druppelen van zijn voor
hoofd viel, de hijgende adem verrieden, dal
de man een wedloop op leven of dood ge
houden had. Duodclijke schrik staarde uit
zijn wijdgeopende oogen. „Massa, Massa,
huilde hij, red mij I De bloedhonden zitten
me op de hielen help mij, anders hen ik ver-
Ion
toen het den reusachtig-sterken neger gelukte
zich los te rukken uit do klauwen zijner
beulen en in een nabijgelegen luiscli te
Drie dagen lang had hij zich hier verborgen
gehouden, alleen levend van wortels en wilde
i. Maar de gedresseerde bloedhonden.
in Stizanna
die r
it had, i
Vol medelijden
lehtlicid„Wat
korte, afgebrol
>ug de priester zich tot
'r gebeurd, mijn zoon?"
i geschiedenis.
Op een dorp, uren vandaar, was een man
slag gepleegd. Hel vermoeden viel op Sant,
alleen, omdat hij dicht bij die plaats op het
land gewerkt had. Met de heiligste eeden
luid hij zijn onschuld bezworen. Tevergeefs,
Hel was in den lijd, dat de haat en afkeer
legen de „Niggcrs", zoo noemde men met
verachting die arme zwarten, ten toppunt
gestegen warenliet lynchen van schuldige
en onschuldige negers was aan de orde van
den dag.
Zoo wilden ook nu de verwoede blanken
den armen Sam zonder vorm van proces
ophangen. Het touw was reeds over een tak
geworpen en de noodlottige strik was gereed.
Item op dezen morgen op zijn spoor gekomen
eu nu had hij drie mijlen lang tot hiertoe
gcloopcn, zonder zich een oogenblik rust te
gunnen. „Mijn vervolgers en de bonden
zitten me op dc hielen", zoo besloot Sam
zijn verhaal, „en kunnen elk oogenblik hier
zijn, o Massa, Massa red mij I" Het anders
hij reeds zulke treurige gevallen meegemaakt,
maar vaak was het hem ook gelukt met zijn
aanzien als priester den wilden moordlust
van die ruwe mensehen te hedwingen I
Zou dit ook nu weer niet gelukken
Zonder tijd te verliezen, hief hij den bevonden
ijzer beslagen deur, die in een hoek' van een
der zijbeuken naar ccn smalle wenteltrap
„Dit is de trap naar den toren" verklaarde
hij zijn beschermeling-gauw, klim naar
boven en houd u daarboven muisstil, totdat
ik u roep". De neger gehoorzaamde en ver
dween op de trap. Dom Ambrosio sloot de
deur achter hem en stak den sleutel bij zich.
„Tommy", zoo beval bij den jongen koslcr,
die hem uit nieuwsgierigheid gevolgd was.
gelaat w
waardig
Tom my
in is uitgehongerd. Vraag a
:ii en hreng het bij hem
il het kleine poortje in mijn sludeer-
Voordat Tommy heen ging, wierp
een blik op den priester: diens van
loeiend en met witte lokken omlijst
vas hem nooit zoo schoon en eerbied-
oorgekomen als op dit oogenblik.
irmoedde niet. dat hij de dierbare
rekken voor de laatste maal aan-
d had.
Toen Dom Ambrosio weer alleen was,
knielde hij opnieuw op zijn bidstocl neer,
om zijn gebed te eindigen.
Maar slechts weinige minuten verliepen
er, of dnar naderde van buiten een hevig
geschreeuw. Terstond daarop stond een woeste
menigte vóór de kerkdeur te tierennijdig
hondengeblaf klonk er tusscheudoor.
De deur werd opengedrongen en ongeveer
twaalf gewapende mannen met een dreigend
uiterlijk drongen vol woede naar binnen.
De plechtige stilte van het Godshuis, misschien
ook li
't groo
hangend in den hoog hoven hel priester
koor, het oog der binnentredenden onwille
keurig tot zich trok, schenen zelfs op deze
woestelingen eenigen indruk te maken. Hun
fluisterend schreden zij als een troep opeen
gedrongen schapen voorwaarts. Dom Ambro
sio stond op en ging hen rustig tegemoet
„Padre", zoo sprak één der mannen, die,
ofschoon hij protestant was. toch voor het
altaar en voor de waardigheid van den priester
eerbied gevoelde, hem aan, „wij zoeken een
Nigger"; hij is ons ontsnapl en moet zich
hier in de kerk verborgen hebben. Hebt gij
hem niet gezien „Ja", antwoordde Dom
Ambrosio bedaard, „ik heb hem gezien".
„Lever hem dan uit", riep de man. „wij
zitlen hem reeds tien uren achternabij mag
zijn verdiende straf nief ontgaan. Waar is hij?"
„Mijn zoon", hernam de priester zachtmoedig
en tegelijk vastberaden, „hebt gij bewijzen,
dat dc man schuldig is. heeft het gerecht
die zaak onderzocht en tegen hem vonnis
gewezen?" Een luid gemor was het ant
woord. „Wat? gerechtelijk onderzoek voor
een zwarten duivel Dat ontbreekt er nog
maar aan", riep er een. „We slachten hem
nog liever" bromde een ander. „Hangen moet
de kerel; kom op met hem", dreigde een
Intusschcn had een hunner de deur open
gerukt, zoodat de buitenstaanden de ge
sprekken konden hooren. Het gemor plantte
zich naar buiten voort. De troep werd onge
duldig en de toestand hachelijk. Dom Am
brosio zag en hoorde alles: maar hij kende
zijn plicht en iroiscerdl' den storm.
„Mannen", zoo begon hij. en in zijn stem
willekeurig aan de bescherming van hel recht
onttrokken en als een wild dier met honden
opgejaagd hebt, is hierheen gevlucht en heeft
in het huis van God een schuiloord gevonden.
Voor God heeft hij zijn onschuld betuigd en