Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 36. Zaterdag 7 December 1907. Eeri en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. lentsprljn per drie Franco per post Afzonderlijke nummers f 0,40 f 0,05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Pry» der Adverlentldn I Van I tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Werkloosheid. 't Is zeker te bejammeren, dat in zoovele werkmanskringen niet genoeg begrepen wordt, dat een zoo ernstig vraagstuk als werkloosheid zich niet met groote woorden laat oplossen, noch minder met eisclten te stellen, die in werkelijkheid daar rechtstreeks tegen ingaan. Zooals thans de zaken staan is het toch zeer wenschelijk, dat van de zijde der arbeiders, in de bouw vakken vooral, niet nog meer moeilijk heden worden opgeworpen dan zich nu reeds voordoen. En toch zijn ze aan te wijzen. Om slechts te noemen het verlangen, dat uit sommige werk liedenkringen reeds is opgegaan om uitbetaling te verkrijgen van loon, als door ongunstig weder niet kan door gewerkt worden. Hiermede wordt im mers iets gevergd, dat bij groote wer ken onberekenbare schade voor den aannemer in zich sluit. Onmogelijk toch valt te berekenen hoeveel regen dagen wel zullen te wachten zijn. Maar bovendien, terwijl de aannemer door ongunstig weder bij uitvoering van bouwwerken soms reeds gevoelige schade lijdt, hem nog loon af fe vergen als er niet gewerkt wordt, is toch zoo tegenstrijdig mogelijk. Hiervan moet noodwendig alweer het gevolg zijn, dat de aannemer zooveel mogelijk van de machine zal trachten te halen, om arbeidskrachten te winnen. Zeker is, dat, wanneer getracht wordt financieel nog meer van den patroon te vergen, terwijl deze reeds liet hoofd te bieden heeft aan een schier onmogelijke concur rentie, de werkloosheid er allerminst op verbeteren zal. Een bevestiging van deze onze mee ding vinden wij in een beschouwing van den heer W. Nieuwenhuizen te Nijmegen over de dezer dagen te Am sterdam gehouden tentoonstelling van ambachtswerktuigen in de bedrijven van den middenstand, voorkomende in „De Tijd" van 26 Oct. II. Daarin wordt door den schrijver o. a. gezegd „De vraag is maar, hoe komt de middenstand tol invoering van de machine, Er is echter nog een andere reden voor den middenstand om, waar hel pas geeft handenarbeid door de machine te vervangen, en deze zijde van het vraagstuk moet in geen geval over het hoofd worden gezien. „Gaat men niet vrijwillig over tot machinale bewerking, zooveel als voor behoorlijke afwerking noodig is, dan is het te vreezen, dat de omstandig heden er hem toe zullen dwingen. Onder meer zullen 't zijn de eischen van de arbeiders naar hooger loon, en de binnen een niet al Ie ver ver wijderd tijdstip te verwachten invoe ring van den 10-urigen arbeidsdag, waarmede zullen gepaard gaan een zekere en noodzakelijke loonsverhoo- ging. Reeds nu wordt bij, vooral klei nere, karweien bij het opdragen van werkzaamheden, geklaagd over groote kosten,-die een gevolg zijn van de in de laatste jaren aanmerkelijk hooger geworden loonen. Wanneer reeds nu dikwijls wordt gewacht, met het doen verrichten van kleinere, maar toch noodzakelijke reparatiën, en men nu reeds wacht tot er nog wat meer te doen valt, wat zal het dan wel wezen, wanneer de onkosten misschien wel hooger worden zonder meerdere praestatie van arbeid. Alleen dan wan neer door machinalen arbeid de ver houding tusschen onkosten en voort brenging hersteld is, zal er wel weer sprake van zijn, om de noodige her stellingen en werkzaamheden Ie doen verrichten, wanneer ze noodig zijn. Voorziet dus de middenstand zich niet zooveel mogelijk van de hulpwerk tuigen, die het verstoorde evenwicht kunnen herstellen, dan is het zeker dat de ambachtsman, nog meer dan thans, in de verdrukking zal raken, 'tls zaak voorden middenstand bijtijds hier tegen te waken." Dit pleidooi voor de machine ten gebruike van den middenstand, sluit dus van zelf in onttrekking van arbeid voor den werkenden stand, waarop ook door den schrijver met bezorgd heid gewezen wordt, als hij zegt: „Een bezwaar, dal vooral hier te lande gelat, omdat wij niet hebben die reusachtige industrie van het bui tenland, is: zal de werkman,die bijna overal alleen bij den middenstand werk zaam is, niet het kind van de rekening worden en zal de werkloosheid, de chronische werkloosheid vooral, niet nog grooter worden dan reeds nu het geval is „Het is wel zoo goed als zeker, dat bij invoering van machinalen arbeid, in de kleine of ambachtsnijverheid en bij gelijke productie als nu, omdat de machine het werk doet van meerdere arbeiders, werklieden, builen luin schuld zonder werk zullen komen Bij de machine moet dus heil ge zocht in de bedrijven van den midden stand ten koste van nog erger werk loosheid als nu reeds geleden wordt, daaraan valt niet meer te ontkomen. Nu is het een niet te ontkennen waar heid dat het behoud van den reeds zoozeer in 'I nauw gebrachten midden stand voor de maatschappij een eerste vereischte is. En daarom dient ook daarmede op de eerste plaats rekening gehoudei loosheid. beid kan niet gezocht worden bij den arbeidenden middenstand, maar in een heel andere richting. En toch wordt dit soms beproefd. Zoo werd a. a. in den jongsten winter te Utrecht in een circulaire volgender wijs een beroep gedaan op de Patroonsvcreenigingcn door tiinmerliedcn-vereenigingen kennis genomen hebbende van en bespro ken den treurigen toestand betredende de werkloosheid In het bouwvak, hebben gemeend zich in vereeniging te moeien wenden lot de patroonsvcrcenigingen Ie dezer stede, ten einde van die vercenlgingcn sleun Ie vragen tot beperking der werkloosheid. Aangezien reeds velen werkloos zijn en grootere werkloosheid dreigt, verzoeken zij beleeld en met aandrang de timmerlieden aan het werk te houden, bijv. over korter arbeidstijd of zoo mogelijk door hen In voorraad te laten werken. Overbodig Is het u te wijzen op de groote ellende en armoede, welke aan werkloosheid gepaard gaan. Dienovereenkomstig veroorloven boven staande vereenigingen zich de vrijheid uw bestuur beleefd Ie verzoeken in ccne leden vergadering de belangen van de timmer lieden in het algemeen wel te willen bc- SPMe?niu gaderingL_.r_ zijn en wij van u een gunstig antwoord hieromtrent mogen terug ontvangen. Nu kan men veilig aannemen, dat de verschillende patroons hier bedoeld, zonder uitzondering, gaarne aan dien treurigen toestand van werkloosheid een einde zouden gemaakt hebben, doch in zulke omstandigheden stonden en staan de patroons gemeenlijk mach teloos. Wal vroeger mogelijk was, is door de huidige omstandigheden meestal niet doenlijk. Maar uit hel bewuste verzoekschrift blijkt alweer ten volle, dat hier een middel werd gezocht in een richting, waar het moeilijk Ie vin den is. Werkloosheid is evenzeer een ramp voor patroons. Intusschen blijft het eene allerdroe vigst verschijnsel te willen werken en toch armoede en ellende te moeten verduren, omdat er geen werk te vinden is. Juist deze omstandigheid maakt werkloosheid tot een vraagstuk van het hoogste belang voor de geheele maatschappij. BUITENLAND. De Franschc bestuurbare lucht ballon, de „Patrie" is er van door gegaan. Toen Zaterdag 200 soldaten te Verdun hem vasthielden, de motor moest gerepareerd worden, sleepte een plotselinge windvlaag hem mee. De soldaten moesten los laten en de bailon verdween. Uit Belfast is bericht gekomen dat een bestuurbare luchtballon, die men aanziet voor de „Patrie" op een boerderij in Ierland is neergekomen. De strijd tegen God is.... duur, zegt hel Fransche orgaan de „Croix", na het volgende omtrent het leekeu- element in de Fransche hospitalen te hebben besproken, en daarin vertell Een rapport aan den"Parljsehen ge meenteraad, geeft hieromtrent weer eenige bijzonderheden. Alle onkosten zijn gestegensedert twee jaar heeft het hospitaal 158.000 francs meer noo dig dan in 1900. Het rapport spreekt het onomwonden uit, dai deze slechte resultaten moeten worden'itoegeschro- ven aan het slechte beheer, de ver kwisting en het gebrek aan toezicht. De administratie van het hospitaal te Amiêns heeft aan den gemeenteraad vergunning gevraagd eene)leening van 126.000 fr. te mogen aangaan, om het tekort over 1906 te dekken. Voor het jaar 1908, heeft de commissie van administratie eene subsidie van 100.000 francs moeten aanvragen. Deze cijfers zeggen meer dan lange evrtoogen. De geneeskundige commissie, die benoemd was om een onderzoek in te stellen naar de geestvermogens van den Franschen zeeofficier Ullmo, beschuldigd van landverraad, heefl de zen voor volkomen toerekenbaar ver klaard. De minister van oorlog heefl in de Kamer een geduchte nederlaag gele den, Ondanks zijn verklaring eener vermindering van tijd, gedurende wel ken de reservisten moeten worden geoefend, werd met 464 tegen 53 stem men, de oefeningstijd van de reser visten teruggebracht op 21 en 15 dagen en met 448 tegen 41 stemmen de tijd voor herhalingsoefeningen voor het territoriale leger op 7 dagen. Vooraf was gevraagd hoe de regeering daarover dacht. Minister-president Clc- menceau haalde enkel de schouders op. In dc RussellIsche Doema is het weer eens woelig toegegaan. Aanleiding daartoe gaf de constutitioneel-demo- craat Ruditsjef, die bij de bespreking van de regccringsverkiaring de regee ring buitengewoon heftig aanvielo.m. zeidc hij, dat in het vervolg een strop spreekwoordelijk een Stolypinsche halsdoek zou worden genoemd. Deze woorden veroorzaakten luide protesten en een hevig geschreeuw bij de rech terzijde, die opsprong, naar de tribune snelde en den spreker dreigde aan te vallen. De linkerzijde, die eveneens naar de tribune was geijld, bracht Ro- ditsjef weder naar zijn plaats. Terwijl het tumult voortduurde, verlieten de presidenten, de ministers met den lieer Stolypiu, de zaal. De bijeenkomst werd hierop ge schorst. Toen de zitting weer geopend werd. stelde de voorzitter voor afgevaar digde Roditsjef van 14 zittingen buiten te sluiten. E> afgevaardigde kwam onmiddellijk toen op de tribune om zijn excuses te maken, zooals hij die al bij den voorzitter gemaakt had. Met uitzondering van de 96 linker-afge- vaardigden werd eenstemmig het voor stel lot tijdelijke buitensluiting aan genomen, waarop een geestdriftige ovatie gebracht werd uun Stolypiu. De zitting werd daarop gesloten. FEUILLETON. VEROORDEELD. (Stol.) Hendrik Theren had zijn mede-leerlingen spoedig ingehaald, en liet ze weldra verre achter zich. Evenals voorheen in 't verbe terhuis was hij ook in Fclskirch de besle leerling, die zich aller liefde wisl te ver werven. Na een schitterend toclatings-examen voor de hoogerc studiën Ie hebben afgelegd, keerde hij naar zijn geboortestreek lerug, waar hij zich verder bekwaamde. In al die Jaren was pastoor Hermann zijn beste vriend gebleven. Hij knielde naast Hendrik, toen de jeugdige priester aan 't altaar stond en zijn Eerste Heilige Mis aan God opdroeg. Ouders, broers en zusters, zwagers en schoondochtsrs in die tien Jaren was de familie Theren grooter gewor den zagen met tranen van oijtroering op den zoon en broeder, eens de schande, Ihans de trots der familie. In een cenigszins afge zonderde bank knielden een oude heer en een terneergebogen, in de rouw gekleede dameuit den grond huns harlen slecg een innig dankgebed len hemel voor de verzoe ning, opgeschoten uit dc "schuld van hun zoo vroeg overleden ccnig kind. „Hendrik, zclde baron Hagenau op een der volgende dagen lol zijn beschermeling, „wanneer denkt ge naar Helfenstcln te ver trekken? Gij weet, ik heb deze plaals op mijn bezittingen sedert verscheidene jaren voor u opengehouden en zou gaarne willen, dat ge nu zoo spoedig mogelijk naar uw nieuwe standplaats gingt. Mocht gij er- echter dc voorkeur aan geven uw veelzijdige ken nis nog te vermeerderen en u toeleggen op een professoraat aan de Universiteit, dan kunt gij dat ook doen. Om uwentwil wil ik gaarne mijn lievelingswensch laten varen." Hendrik zag een weinig verlegen voor zich en antwoordde met beklemde stem „Gij en mevrouw hebt zooveel voor mij gedaan, mijnheer dc baron, aai ik vrees on dankbaar te schijnen, als ik een ander ver- „Spreck loch niet van ondankbaar I" riep de baron uil, „hoe dikwijls moet ik herha len, dat ik aan u slechts een heiligen plicht vervul." „Dan zou ik u willen verzoeken uw in vloed Ie doen gelden bij den Raad der stad. De plaats van tweeden zieleherder in de gevangenis is vacant en „In de gevangenis?" viel de baron hem ten hoogste verwonderd in de reden. „Gij met uw groot verstand, uw fijn gevoel, gij zoudt uw leven willen slijten onder mis dadigers,onder het uitschotder maatschappij?" „Ik volbreng slechts, wat Ik moet, mijn heer de baron. Een inwendige slem roept mij, ik gevoel, dat Ik nergens mijn amht heler zal vervullen dan daar." Vol verwondering zag de Heer von Hagenau tot den priester op, die zoo ootmoedig, zoo ernstig en toch zoo vol begeestering daar voor hem stond, een Aloysius in zielen- reinheid, een Franclscus in vurigen Ijver. De edelman boog zijn hoofd voor het kind uit 't volk, dat zijn levensgeluk daar zocht, waarheen hij eersl door den leugen zijns zoons gebracht was. Hendriks wcnsch vond geen moeilijkheden reeds na enkele weken was hij cr heen gegaan, en betrok het eenvoudig verblijf van den gevangenis-kapelaan, binnen de zware muren van den uilgcstrekten, veel verdie pingen hoogen kerker. Dc moederlijke zorg der barones had de kleine vertrekken van alles voorzien, wal een tccdere liefde kon bedenken. Lachend keek Hendrik om zich heendaar stonden zijn geliefde boeken waardevolle geschenken van zijn bescher mer in twee prachtige eikenhouten kas ten fraaie eisen sierden dc muren, bloemen stonden in het raam en uit het halfdonker van zijn kooitje song een vinkje. Een zware slap. een luid gekletter op de trap deden den jongen Kapelaan opzien en vol spanning naar dc deur kijken. Nadat hij „bin nen" geroepen had, verscheen in de deurstijl een krijgshaftige gestalte in groot tenue, die groetend boog, daarna aansloeg en bleef slaan. „Neem mij nicl kwalijk, eerwaarde, kenl u mij nog „Neen", antwoordde Hendrik verbaasd, „maar kom binnen." De onbekende frad op den priester toe, salueerde nog eens en sprak „Neem mij niet kwalijk, eerwaarde, dat ik n op den eersten dag al een bezoek kom brengen, maar het heeft mij al lang bezwaard. Ik ben dc brlgadier-polilieagcnt Oclman, kunl u zich mijner Ihans herinneren 7' Hendrik bracht de hand aan 't hoofd en knikte ja. „Ziet u, eerwaarde", zeide de brigadier weer, „toen het bekend werd, dat u 't hor loge niet weggenomen en onschuldig geleden had, heeft mij dat zeer geërgerd. Ik, „de schrik van alle gauwdieven", dien men nooit heeft kunnen bedriegen, ik had mij vergist en hoorde mij die domheid bij elke gelegen heid voor de voelen werpen. Ja, ja, ik heb geducht opgespeeld en dikwijls onder een glaasje gezworen„Wij krijgen hem toch, dien Hendrik Theren I Wie eenmanl In zoo'n huis geweest is, die koml er terug, en al heelt de longen dezen keer onschuldig ge zeten, de volgende maal is hij des te schul diger. En met uw vcrlot, eerwaarde", voegde de man der wet met een listig knipoogje er bij, „mijn voorspelling is uitgekomen, al Is het dan ook in een anderen zin, dan Ik toen bedoelde. Ik kom dan heden om u vergiffe nis te vragen, eerwaarde, en hoop. dal u het een ouden politieagent nicl kwalijk zuil nemen, dat hij zich om den tuin heelt la ten leiden. Ik heb, helaas, zou dikwijls met schurken Ie doen gehad, dat ik haast aan dc onschuld der menschen zou gaan twijfelen." De schaduw op Hendriks voorhoofd had lang plaats gemaakt voor een welwillend lachje. Vriendelijk stak hij den brigadier de hand toe en sprak „Heb daarover maar geen zorg, mijn vriend, gij hebt slechts uw plicht gedaan. De schijn was legen mij en genoeg, om zulk een scherpziend oog Ie misleiden doch alles is geschied zooals het moest. Zonder dit zeldzame voorval, dat mij het grootste ongeluk mijns levens toescheen, zou ik niet staan, waar ik mij thans bevind, zou ik de plaats niet innemen, welke ik met Gods hulp tot Zijn eer en tot welzijn mijner me- dcmcnschcn hoop te vervullen. Daar we nu toch huisgcnoolcn zijn, brigadier, zullen we goede buren zijnmeermalen zal Ik uw raad wel noodig hebben." Onder levendige dankbetuigingen en heel wat buigingen verliet Oelmnu de kamer, om later in de wachtkamer aan zijn mede-agenten te verklaren, dat hij nooit een beminnelijker, verstandiger man had Iccren kennen, dan den nieuwen kapelaan, en hij zou wel eens willen zien, wie den eerwaarden heer den vcrschul- digden eerbied zou durven weigeren, die toch zou met hem te doen krijgen en tot zijn schade ondervinden, dal de „Schrik der dieven" nog niet afgestompt en versleten is. Het was een donker, eentonig en toch ook weer rijk leven, dal met dezen dag voor Hendrik begon. De jonge prlcslcr legde zich op zijn zelfgekozen bediening loc met een mildheid, en toewijding, een liefde zonder grenzen. Wie zou ook beier dan hij hel on geluk hebben welen ie peilen, dc booste- looze bitterheid, de dofte vertwijfeling der

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1907 | | pagina 1