Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 39. Zaterdag 28 December 1907. Een en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per post Afzonderlijke nummers f 0,40 f 0,05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advcrtentiën Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor lederen regel meerf 0.05 Cortes,,oudenliün en Advcrtentiën moeien uiterlijk Vrijdag avond voor 4 uur aan hel bureau bezorgd zijn. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Jaarwisseling. Wederom slaan we aan den voor avond der gewichtige gebeurtenis, waarop twee jaren zullen wisselen. Als het oude jaar den kring zijner dagen sluit en liet nieuwe in de wereld zijn intrede doet, dan immers gevoelt de mensch een onverklaarbare gewaar wording, even geheimzinnig als de tijd zelf. Dat gevoel ziet men zich op velerlei wijzen openbaren hier in het doorwaken van den laatsteu nacht om het oude jaar 't vaarwel toe te roepen en het nieuwe welkom te heeten daar in het knallen der saluutschoten, waarmede de eerste dag wordt begroet ginds in het wisselen van onderlinge nieuwjaarsbezoeken, en overal in het kruisen van telegrammen, brieven en kaartjes, waardoor bekenden, vrienden of familiïn elkander de beste lieil- wenschen voor het nieuwe jaar aan bieden. Vanwaar deze algemeene uiting van vreugde en opgewekte stemming? Is het misschien, omdat het oude jaar niet aan onze verwachting heeft be antwoord en teleurstellingen bracht in onze illusil'n, zoodat men met blijd schap het oude jaar vaarwel zegt om ■net betere hoop voor de toekomst het nieuwe te begroeten Het antwoord wordt ons gegeven in den heilwensch, welken men elkander toestiert„Ge lukzalig NieuwjaarDeze is de uiting der christelijke liefde, en de onder linge toegenegenheid is de bron en de oorzaak dier opgewektheid en bedrijvigheid om elkander de innigste heilwenschen aan te bieden. De mensch is zich den ernst van het oogenblik bewust, waarop een nieuwe jaarkring begintde ervaring heeft hem geleerd, dat met geen mo gelijkheid te berekenen valt, wat liet nieuwe jaar in zijn schoot voor ons verbergttegenspoed en beproevingen, of wel voorspoed en zegen. Hij ge voelt zich in zijn welwillende liefde gedrongen zijne goede kennissen, vrienden en familieleden van het eerste bevrijd, aan het tweede deelachtig te wenschen, ja zelfs de volheid des lieils uit te drukken in de onderlinge be groeting: „Gelukzalig Nieuwjaar!" Ook wij, geachte lezers, die met ons en wij met U in voortdurende be trekking staan, wij willen vasthouden aan het eerbiedwaardig voorvaderlijk en christelijk gebruik, U bij den aan vang des nieuwen jaars dezen alles omvattende» heilwensch van ganschcr harte aanbieden. Wij wenschen U dit niet in den zin, waarin de moderne, ongeloovige wereld, wier gezichts kring zich bepaalt tot het stof en zich niet verder uitstrekt, dan tot dit ver gankelijk leven, den voorvaderlijken christelijke» groet naspreekt, maar in den waren cliristclijken zin, waarin het stoffelijk aan het geestelijke, het tijdelijke aan het eeuwige is onder worpen. In het licht dezer waarheid ver- tooncn zich voor- en tegenspoed in hun ware gedaante, straalt de tijd in zijn volle beteekenis en waarde. De ongeloovige beschouwt deze aardeals het paradijs zijner geneugten, die in werkelijkheid is een ballingsoord, een dal van tranenvandaar ontmoet hij in zijn voortdurend streven om ge lukkig te zijn steeds bittere teleur stelling; ieder jaar bedriegt hem op nieuw in zijne illusien; ieder jaar blijft onvruchtbaar voor de eeuwigheid, zoodat de geb.uikelijke wensch, tot hem gericht, niet anders zijn kan dan de treurigste ironie. Geheel anders is het voor den geloovige. Hij kent deze aarde als zijn ballingsoord, den hemel als zijn vaderland, het leven als zijn pelgrimstocht, waarin lief en leed zich voortdurend afwisselen. Hij weet, dat Gods vaderhand hem leidt, welke hij kust met dankbaarheid, wan neer zij hem zegen, met eerbiedige onderwerping, wanneer zij hem be proeving overzendt, overtuigd, dat in beide zich gelijkelijk Zijne cindclooze liefde openbaart en gericht is tot zijn eeuwig heil, waarnaar hij streven moet door een nuttig en welbesteed leven. Zoo gaat de christen vol moed cn vertrouwen op de Goddelijke Voor zienigheid het nieuwe jaar in. Het geloof leert hem, dat de Algoede zijn toekomstig levenslot bestuurt en alles ten beste schikt. Eéne zorg slechts ver vult zijn hart, dat het in te treden jaar in de rij zijner levensjaren vruchtbaar moge zijn voor den hemel, doch deze zorg wordt getemperd door de onfeil bare belofte, dat God op 't gebed zijne zwakheid zal steunen door de kracht Zijner genade, en neerknielend voor de kribbe van den menschge- worden God om Inilp af te smeeken, hoort hij bemoedigend en troostvol het lied der Engelen ruischen„Vrede op aarde aan de menschen van goe den wil Voor een vruchtbaar en werkzaam leven biedt de tijd, welken wij bele ven, overvloedige gelegenheid; Kerk en maatschappij eisehen dringend onze beste krachten, leder Katholiek toch moet aan den feilen strijd, welke ge voerd wordt, deelnemen, al zij het niet in liet openbaar, tenminste in liet bijzonder leven door godsdienstige en liefdadige instellingen en verceni- gingen, het katholiek onderwijs, de katholieke pers. de katholieke so ciale actie naar vermogen te steunen, door zelfs in bescheiden huiselijkcn kring het goede zooveel mogelijk te bevorderen door woord en voorbeeld. Wij van onze zijde zullen onder den zoo noodigen bijstand des hemels onze beste krachten blijven besteden aan onze verhevene taakwij zullen dap per cn fier den strijd des Heercn strijden tegen de vijanden des geloofs; wij zullen den H. Godsdienst, het erfdeel r vaderen, verdedigen als de zaak Gods. Te gemakkelijker wordt ons deze taak. nu wij zooveel oprechte wnardccring en aanmoediging van de zijde onzer lezers mogen ondervinden. Met innigen dank aan God en onder Zijn onmiskenbaren zegen gaan wij dan ook vol hoop en bemoediging met U, geachte lezers, het jaar 1908 tegemoet en de heilwensch, U tougestierd, zal nedergetegd voor de kribbe van Jezus voor U tevens zijn onze heilbede: „Gelukkig Nieuwjaar BUITENLAND. den Paus op 21 dezer aan Fransche pelgrims verleend, is weder gebleken, de groote, treffende liefde, welke Z. H. het zwaar-bcproefdc Frankrijk toedraagt. De nieuwe kardi naal Lufon, aartsbisschop van Reims las den Paus een adres voor, waarin hij den wensch uitdrukte, dat de Paus betere dagen mocht zien voor de Kerk in Frankrijk. Hierop antwoordde de H. Vader: „Ja zeker, ik ben innig gehecht aan Frankrijk en ik sta er op, de bewijzen van mijn teederste genegenheid te ver meerderen. Ik heb mijn hart aan Frank rijk geschonken, ik heb liet meer dan eens verklaard en ik herhaal liet heden. Het zou mij aangenaam zijn mij metter daad te begeven onder de bisschoppen van Frankrijk, om hun lijden, en zorgen, hun werk te doelen. Ik bemin Frank rijk, omdat God Frankrijk liefheeft. Hij toont dit tot zelfs in de beproevingen, die hij toegelaten heeft. Frankrijk als natie gleed droevig den afgrond in. Het geloof verflauwde er, de zeden werden er bedorven. God hoeft liet noodig geoordeeld, dat dit land door de beproeving teruggevoerd werd lot Hem. De beproeving veroorzaakt een ontwaking van den godsdienstigen geest, verlevendigt liet geloof en be reidt aldus den terugkeer voor de christelijke zeden. k verlang", voegde de Paus erop toon van de innigste genegenheid bij, „ik verlang, dat gij in uw land teruggekeerd, aan uw medeburgers zult herhalen, dat de Paus Frankrijk lief heeft en dat hij zich verheugt over de vruchten des levens, die God door de beproeving er bewerkt." De II. Vader wenschtc de aanwezi gen geluk met de gehechtheid, die zij toonden jegens den Paus en met de godsvrucht, die hen geleid had naar het graf van den H. Petrus, en met de bewijzen van toewijding, die zij gegeven hadden aan hun nieuwe kar dinalen. „Dat is een bewijs," zei de Paus, „van het levendige geloof, dat uw harten vervult." „Gij hebt, mijnheer de kardinaal," zoo vervolgde Z. H. „een toespeling gemaakt op het jaar van mijn gouden priesterjubilé (1908). Het is, helaas! maar al te waar. dat ik weldra vijftig jaar priester zal zijn, maar vijftig jaar van priesterschap leggen zware ver antwoordelijkheden op voor God. Maar dit jaar is ook het vijftigste sedert de verschijning der Onbevlekte Maagd te Lourdes." De Paus drukte de aanwezigen op het hart, voortdurend te bidden tolde H, Maagd, opdat liet geloof der goe den bewaard blijve en verlevendigd worde, cn opdat onze tegenstanders onze evenzeer dierbare tegenstanders", voegde Z. H. er met nadruk bij. „worden teruggevoerd tot de waarheid. Zij zijn minder slecht dan zij schijnen. Er is bij hen nog een kiem van geloof, dat slaapt vragen wij aan God, dat liet Hem door Zijn genade bchage, deze kicin door de tusscheiikomst der Onbevlekte Maagd te doen groeien." De Paus gaf ten slotte aan allen zijn zegen. FRANKRIJK. Zaterdagavond jl„ opdctizulfdeu dag, dat Z. H. deze woorden vol liefde over Frankrijk sprak, werd in de Fransche Kamer, om 8 uur in den avond.de eind stemming gehouden over het wetsont werp van Briand tot „overdracht" der kerkelijke goederen. Met 354 tegen 177 stemmen nam de kamer de wetsvoor stellen aan. Daarmede is dus de open bare roof bekrachtigd, daai mede is ook en dat verleent juist gelijk me» weet liet hatelijk karakter aan de wet, de schending voltrokken van den uitersten wil zooveler overledenen. Inderdaad de FEUILLETON. Edele karakters. In hei jaar 1870 hadden de Diiilschc leger- Irocpcn viior l'arljs mei bijzonder zware omstandigheden rekening Ie houden. In hel westen bevond zich een vijandelijke troep gevormd door franc-tireiirs, die de Duitschers onophoudelijk bestookten. In een ernsligen slag was dit troepje van weinig beleekcnis, maar nu verzwaarden zij boven mate de proviandeering van hel leger, dat voor Parijs lag, en beletten zij, dal de noo- dige verkenningen gemaakt werden van hel terrein, door kleine cavalierie-afdeelingcn. Begin October !870 werd een divisie caval- lorie tot Ablis vooruitgezonden. De tweede i divisie volgde spoedig, maar nog hadden I de divisies de stad niet berclkl, toen zij 1 vernamen, dal den lien October Pruisische huzaren cn Beierschc infanterie in Ahlis verraderlijk waren overvallen door de bevol- king, onder aanvoering van Lipowski. Dal was een slag voor den aanvoerder der troepen. De stad moest gestraft worden, voorbeeldig gestraft, en toch had hij mede lijden met de inwoners. Maar de ijzeren 1 krijgswetten geboden hem zijn hart hel zwij gen op Ie leggen. Nauwelijks waren de kurassiers cn de ulancn binnengerukt, of hel tromgeroffel riep de Met haperende slem las de burgemeester der stad- Wijl de inwoners de troepen verraderlijk beschoten hebben en zoo den ondergang hunner stad hebben gewild, zal over (wee uur de stad aan alle hoeken in brand gestoken wordenlot dan slaal hel een ieder vrij Ie redden, wal hij kan van have en goed. Dal gaf een gejammer. Gisteren nog hadden zij met groote woorden van „ces diables de Prussiens" gesproken, cn gezegd, dat geen enkele meer een voet in de stad zou zeilen, cn nu waren zij teruggekeerd, sterker dan te voren, en luin stad Daar zaten zij te paard, als standbeelden, die gehate uluncn, overal, in alle stralen, in elke steeg. Verdwaalde, angstig schreiende kinderen, loeiend vee, wanhopige menschen van eiken ouderdom liepen in de slad dooreende ulanen bleven als standbeelden slaan en schenen dal alles niet eens Ie hooren. De generaal stond bij hel stadhuis, hel horloge in de handook hij scheen de angst kreten niet Ie merken Eindelijk een korl hevel, eu Ahlis ging in vlammen op. Men zette bij de brandende stad voorposten, de andere soldaten werden naar hun kwartier De generaal nam mei zijn staf en een aantal olficicren kwartier in hel prachtige slot van de hertogin de Luynes el Chcvrcusc de DampiOre. Ofschoon de wind de rookwolken van Ablis over hel park en het slot voerde, werden zij helcctd en voo- imend ontvangen. Tegenover deze gastvrijheid waren ook de officieren beleefd en vol achting voorde slotbewoners. Allen gingen ecu bezoek bren gen hij de hertogin, een voorname edele verschijning, en allen hadden de beste indruk ken van de oude dame. Een keurig diner vcrccnfgdc lien later in de met honderden waskaarsen verlichte eet zaal, zoodat men de portretten der voor vaderen lol in de versie hoeken kon onder scheiden. Zij schenen verwonderd uit hun lijsten neer Ie zien. de geharnaste ridders en edele vrouwen, op de vijandelijke uni formen, die hier zoo gemoedelijk aan tafel Kon iiiuii hel den officieren teil kwade duiden, dat zij ziel» prettig gestemd ge voelden Sedert weken cn maanden hadden zij mis schien aan geen gedekte tafel gezeten, cn do eerste maal in dezen langen veldtocht zagen zij een Fransche dame, cn welk een De generaal zal aan de zijde der gast vrouw cn voerde mei haar in hei elegantste Fmnsch een druk gesprek. Zij hadden veel wederzljdsche kennissen en de loon tusschcn heiden was hartelijk. Toen de hertogin c'ndefijk van latei op stond. voerde zij den generaal door een reeks van zalen in hel salon, dat aan den tuin grensde, waar de koffie gereed stond. De officieren volgden paarsgewijze. De generaal voerde de gravin tot aan haar zetel bij den marmeren schoorsteen, boog zich en reiklc haar daarbij naar Duitschc zeden de hand. Het reeds licht gebogen, grijze hoofd der licitogin richtte zich trols op en linar oog viel op den vuurgloed van Ablis. Bijna lioo- nend sprak zijPardon, mijnheer de ge neraal, gastvrijheid kan men op het kasteel van Dampièro vinden, doch een hertogin van Luynes el Chcvrcusc kan geen hand geven aan den vijand van haar vaderland. In het oog van den generaal flikkerde een straal van toorn, slechts een oogenbliktoen boog hij zich diep... Als een koude wind werkte dit voorval op de opgewekte stemming der officieren, en eerst toen na liet vertrek der hertogin de generaal verklaarde, dat hij alten eerbied voor de oude dame koesterde, waren de olfieiercn gerust gesteld. Steeds meer cn meer keerden de krijgs kansen tegen de Franschensleed# dieper drongen de vijandelijke legerscharen Frank rijk in. Den 3en November lag de generaal mei zijn slat onmiddellijk achter de voorposten in Cnrvillc. De paarden hieven gezadeld cn noch hij noch zijn soldaten legden de kleederen at om bij het eerste alarm Ie paard te kunnen stijgen. Ofschoon de vermoeienissen der laatste dagen de oogleden der officieren toedrukten, kon de generaal van onrust niet slapen. Een koude regen joeg van het zuidwesten legen de ruiten van zijn kamer cn maakte hem nog waakzamerde lakken van een alouden olm zweepten hel dak van het huis. Een hon denweer, juist geschikt om een overval van den vijand Ie begunstigen. De generaal had zijn licht uitgedaan in de hoop dan wat rust te vinden. Het hoofd op zijn rechterarm geleund bleet hij toch steeds scherp doorluistcrcn naar elk geluid. Was het daar niet of hij een rijtuig hoorde rollen 7 Hij bedroog zich nietde wagen hield voor zijn woning stil en hij hoorde stemmen. Er moest iets bijzonders gebeurd zijn. Snel slak hij zijn kaars aan. Men scheen slechts op dit teeken gewacht tc hebben, want eer de generaal zich naar hel venster kon begeven, word er geklopt eu trad zijn dienaar binnen, slclde hem een kaartje Ier hand cn sprakDe dame verzoek! den generaal een oogenblik gehoor. Hij had het kaartje in de hand cn lasLa Duchesse de Luynes et Chcvreuse de Dam- pière. De generaal knoopte zijn jas dicht en gat hevel de kamer wat in orde Ie hreiigen. Toen sprak hij tol zijn bediende: - Ver zoek mevrouw de goedheid te hebben hier tc komen. Het volgende oogenblik bedacht hij zich en snelde de dame tegemoet. Zij was nauwelijks te herkennen, zooals zij daar stond in diepen rouw, geboden van smart en droclheid, de oogen vol tranen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1907 | | pagina 1