Katholiek Nieuws» en Advertentieblad No. 42. Zaterdag 18 Januari 1908. Een en twintigste laargang. IE EEIIOIE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. VerschUnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie maanden. Franco per post0,40 Afzonderlijke nummersf 0,05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereenlging De Eembode. Prijs der Advertentlfin Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. BUITENLAND. De Duitsche Rijkskanselier beleeft moeilijke dagen. De beweging tegen het Pruisische kiesrecht dreigt nu ook het politieke blok, door hem zoo kunst matig ineengezet, te zullen verscheuren. In den Pruisischen landdag is Zaterdag de motie in behandeling genomen, in gediend door de vrijzinnige partijen, beoogende wijziging te brengen in het verouderde Pruisische stemrecht. Bij de verkiezingen voor den Pruisischen Landdag geldt nog steeds het oude drie-trappen-stelsel, waartegen desocia- listen, de liberalen, de vrijzinnigen en ook de katholieken sedert lang zich verzet hebben. De motie der vrijzin nige fracties nu had tot doel, het drie klassen stemrecht af te schaffen en het algemeene, geheime en rechtstreek- sche stemrecht in te voeren. De Rijks kanselier deelde namens de regeering zijn meening over deze belangrijke kwestie mee. En het antwoord was: geen algemeen, geen geheim, geen rechtstreeksch stemrecht. De vrijzinnige, liberale en socialis tische pers is over deze verklaring van Von Biilow geweldig verstoord. De socialisten hielden Zondag te Berlijn een protestmeeting, en trokken daarna in optocht naar het paleis, bij welke gele genheid de politie soms met de blanke sabel de menigte uit elkander drijven moest. Ongeveer honderd menschen zijn daarbij gewond, terwijl ernstig ge wond zijn drie en twintig politie-agenten en acht en twintig betoogers. Ook in den Duitschen Rijksdag staat hem moeilijkheid te wachten. Bij dit lichaam is althans de volgende inter pellatie, onderteekend door Polen en Centrumsleden, ingediend „Hoe wil de Rijkskanselier het door de Pruisische regeering ingediende wetsontwerp, behelzende maatregelen tot versterking van het Duitsche over wicht in West-Pruisen en Posenin over eenstemming brengen met de grondwet van het Rijk en de bepalingen van het burgerlijk wethoek Welke stappen zal de Rijkskanselier doen tot verzekering van de grondslagen van recht en maat schappij, die bedreigd worden door de om politieke redenen voorgenomen onteigening van bezittingen van inge zetenen van het Rijk?" Door de sociaal-democraten zal in den Rijksdag de volgende interpellatie worden ingediend: Op welke gronden heeft de Rijkskanselier in de zitting van den Pruisischen Landdag op 12 Januari j.l. de toepassing van het Rijksdagkiesrecht voor een bondsstaat in strijd geacht met het belang van den staat? en: Keurt de Rijkskanselier het goed, dat naar aanleiding van de op 12 Januari bijeengeroepen socialis tische volksvergaderingen te Berlijn, de troepen in de kazernes geconsi gneerd waren? Tijdens de voorstelling met een ci- nematograaf heeft te Barnsley een vreeselijk ongeluk plaats gehad. In deze stad van een goede 40.000 in woners, in Yorkshire, waren in de gehoorzaal tweeduizend kinderen sa men gekomen om een goedkoope middag-voorstelling ervan bij te wonen. Op de gaanderij had men toegang voor een stuiver; daarheen was de aandrang dus het grootst. Op de gaanderij was er plaats voor een vierhonderd volwassenen, en naar schat ting waren reeds zeshonderd kinderen samengedrongen, maar toch bleef de stroom aanhouden. In het portaal bo ven, op de trap en beneden aan de trap was het een vaste volte van kin deren. Toen werd er boven aangezegd.dat wie op de gaanderij geen plaats kon den krijgen, beneden in het ruim kon den gaan zitten. Dadelijk vlogen de kinderen boven op het portaal naar de trap, maar van beneden, waar men niets van de boodschap gehoord had, drong men steeds de trap op. En toen gebeurde het vreeselijke. Op de trap en beneden aan de trap werd het een wriemelende hoop kinderen, er raakten er onder den voet, daar vielen anderen op, en weer anderen op hen. 'tWerd een hevige worsteling om uit de be klemming te komen. En dat van kleine kinderen. Zestien kinderen hebben daarbij het leven verloren, terwijl dertig ernstig gekwetst zijn. In den loop van Februari zal in Leinster Law (Dublin) een gedenk- teeken voor wijlen Koningin Victoria onthuld worden. De kosten van het gedenkteeken zullen besteden worden uit de opbrengst van een inzameling onder de Ieren. In een der reusachtige, hooge ge bouwen, „luchtkrabbers" genaamd, welk New-York reeds vele telt, is een ontzettende brand ontstaan, die het geheel in de asch heeft gelegd. Alle brandweerlieden van het bene dengedeelte der stad trachtten het vuur meester te worden. Een paar honderd der inwoners van het gebouw hadden zich nog intijds kunnen redden maar men wist niet hoeveel inwoners nog in het huis waren achtergebleven. Men zag de ongelukkigen naar het dak vluchten, daar de uitweg naar beneden hun afgesneden was. Met groote moeite en levensgevaar slaagde men er in hen langs een touw op een naburig dak over te brengen. De strijd tegen het woedende element was uitersl bezwaarlijk voor de brand weerlieden. Door de harde vorst be vroor het water in de spuiten, zoodat het blusschingswerk elk oogenblik moest worden onderbroken. De toe stand der spuitgasten was onhoudbaar; in de nabijheid van het brandende huis werden zij bijna geroosterd door de hitte, bij de spuiten bevroren zij bijna van de koude. Drie brandweer mannen kwamen bij de ramp om een vijftigtal werd gekwetst of liep brand wonden op. De aangerichte schade is zeer groot. Een voorraad koopwaar ter waarde van een miliioen dollar, is geheel ver loren. Een prachtige kunstcollectie aan den heer Henry Walter toebehoorende, en die op ongeveer dezelfde waarde ge schat werd, is eveneens geheel ver nietigd. Sedert de werkeloosheid is te New- York de openbare veiligheid zeer ge schokt. In drie dagen zijn 500 gevallen van aanranding voorgekomen in het hartje van de stad. Twee personen zijn daarbij gedood, terwijl een groot aantal zwaar gekwetst is. Niemand durft zich des nachts meer ongewa pend op straat te begeven. Het is de bedoeling door vorming van gewapende vrijwilligers korpsen uit de kringen Een vreeselijke ramp is Maandag te Boyertown, (Pennsylvania), voorge komen. Bij een brand in het Rhoades Operagebouw, veroorzaakt door een cinematograaf-ontploffing, onstond een afgrijselijke paniek, waarbij de nood- lampen omver werden geworpen. Zeer vele personen, meest kinderen, zijn verbrand of onder den voet geloopen en daarbij gedood, meer dan honderd gewond. Binnen vijf minuten was de kern van het gebouw in een gloeienden oven herschapen. Naar thans geschat wordt zijn er 150 personen gedood en 75 gewond. Een terecht onverkwikkelijk schouw spel levert het Port Arthur-proces op. 'tls al gebeurd, dat de getuigen elkander voor leugenaar uitmaakten. Aan den eenen kant stonden Stössel's getuigen, die volhielden, dat er groot gebrek aan schietvoorraad had geheerscht kort vóór de overgave van Port Arthur. Eigenlijk was er volgens hen steeds gebrek geweest aan schietvoorraad om deze reden mochten, volgens hen, vele batterijen dagelijks niet meer dan drie of vier schoten lossen. Andere getuigen verklaarden intusschen met beslistheid, dat erschietvoorraad genoeg was geweest en dat gebrek aan mu nitie onmogelijk een geldige reden kan geweest zijn voor de overgave der vesting. Als de eerstgenoemde getuigen gelijk hebben en er inderdaad gebrek aan munitie geweest is, dan komt de verantwoordelijkheid hiervoor op gene raal Bjely, den artillerie-commandant van het Amoer-kustgebied en generaal Mechmandarof, den commandant der vesting-artillerie. Mechmandarof was Zaterdag in de zaal en protesteerde met kracht tegen de beweringen, als zou er gebrek aan munitie geweest zijn. Er waren ook enkele getuigen, die zeiden, dat de onbekwaamheid van de generaals, die thans voor het gerecht stonden, de eenige oorzaak vai Port Arthur's val was geweest. De kerkvervolging in West-Rusland wordt voortgezet. De „Kurjer Litews- lieke processies en ook de feeste lijke godsdienstplechtigheden verboden heeft. Verder heeft hij al de katholieke kinderasylen en een gasthuis gesloten en alle ordesgeestelijken aangeschreven, de streek te verlaten. Bovendien zullen een twintig katholieke geestelijken ver volgd worden wegens „verzet tegen regeeringshandelingen". Twee hoogere geestelijken zijn naar St. Petersburg ontboden. In Februari zal in Wilna een ortho dox-congres gehouden worden ter bestrijding der bekeeringen tot het Catholicisme. FRANKRIJK. Mgr. Turinaz, bisschop van Nancy, heeft een open brief aan Clémenceau gezonden, die het volstrekte démenti bevat der beweringen van Briand, als zouden de bisschoppen van Frankrijk de vereenigingen voor den eeredienst hebben geaccepteerd, doch de Paus op aanstoken van eenige Katholieken, die vereenigingen hebben geweigerd. De bisschop schrijft als volgt „Het is absoluut onjuist, dat de Fransche bisschoppen de „associations cultuelles" zouden hebben aanvaard. Gedurende de eerste vergadering der bisschoppen, de eenige, waarop deze kwestie behandeld is, zijn deze ver eenigingen eenstemmig verworpen. Zóó is de waarheid." De Eerw. heer Censier, pastoor van Ermenonville, dicht bij Ivetot, kon zijne belasting niet betalen. De ontvanger zond den deurwaarder er op af. En de meubelen van den pastoor werden ten- verkoop aange slagen. Ook een oude hoed kwam onder den hamer. De deurwaarder bood om 'n begin te maken, 'n kwartje, Maar groot was zijne verbazing toen de aanwezigen elkaar den hoed formeel betwistten. Eindelijk werd een der parochianen eigenaar voor 147 francs. Daar de schuld van den pastoor lang niet zooveel bedroeg, ging de verdere verkoop niet door. Binnenland. Oe Kabinets crisis. Uit de verschillende berichten over dete crisis, blijkt steeds, dat onderscheidene staats lieden uit de Rechterzijde zich ijverig bezig houden met deze hangende quacstie. Bijeen komsten van de heeren Heemskerk, Kuyper, Talma en leden van de Katholieke Kamerclub hebben plaats gehad, wat wellicht ten gcvole zal FEUILLETON. In doodsgevaar. (Slot.) 2) De schrijver zette vervolgens uiteen, hoe gemakkelijk het slecht verdedigde fort overrompeld kon worden en gaf de wijze aan, waarop hij te werk zou gaan. „Caramba I" riep de bevelvoerende officier. Don Diego Camino, „wij hebben een verrader in het kamp. Hij zou ons in jiet verderf hebben gestort, indien de cavalerie niet tijdig ware aangekomen. Kapitein, arresteer hem I" Het duurde niet lang of de schrijver van het beschuldigende stuk was ontdekt. flet was Pedro Lindo, die op heeterdaad werd betrapt met hel potlood in de hand, bezig een verslag op te stellen van liet daar even afgeloopen gevecht in het Engelsch, de taal der vijanden van Spanje. „Ah, zoo I" riep Don Camino met toornige stern, toen de schuldige voor hem werd ge bracht. „Oij noemt u zelfs een kameraad van ons I Ik schaam mij over uGij verschaft inlichtingen aan den vijand. Gij hebt hem aanwijzingen gegeven, waarnaar hij letterlijk gehandeld heeft. Er bestaat geen twijfel aan, dat gij de rechte man zijt. want de hand is dezelfde. Ik heb hier rapporten van uwe makkers, die bevestigen, dat gij des avonds laat opzit en aanhoudend bezig zijt met schrijven." „Met uw verlof, kolonel," zeide Pedro, die er met smart aan dacht, hoe hij zijn plaats in Londen er aan had gegeven om zijn vader land te dienen en nu als een verrader ge brandmerkt werd, „ik ben onschuldig. Dit papier was voor Engeland bestemd, voor een bloedverwant, die stof noodig had voor zijne letterkundige werkzaamheden en die met de opbrengst mijne vrouw wilde onder steunen. Het noodlot heeft den brief in de handen onzer vijanden doen vallen." „Zwijg Lindo I er zijn nog meer bewijzen tegen u. Luister. Eenige mannen uwer com pagnie zeggen, dat zij wisten, dat er een lange briet van u in de tasch zaldat gij er op stondt, halt te houden op de plaats van den overvaldat gij het eerst den vijand hebt bespeurd en in het wild schoot en dade lijk de vervolging hebt opgegeven, toen gij zaagt, dat de opstandelingen in het bezit waren van uw stuk." „Dat is valsch I" riep de beschuldigde op lieren toon. „Ik wilde daar niet ophouden en ik had niet het minste vermoeden van eenc hinderlaag, tot ik eenc stem in het struik gewas hoorde fluisteren. Ik heb dapper ge streden, dat durf ik zeggen, en toen ik het verlies der brieven vernam, was ik inwendig boos, omdat zij de vrucht vertegenwoordig den van inenigen nacht arbeidsl" „Pas op, Lindo I Uw zaak staat leelijkl Hoe kunt gij zulk ecne onwaarschijnlijke geschiedenis uitdenken „OnwaarschijnlijkMeent gij dan, dat ik, die zooveel voor mijn vaderland heb geofferd, het thans verraden zou Dat is te erg I" „Bewijs, hetgeen gij zegt." Pedro verhaalde de toedracht der zaak, doch vond geen geloof. Hij werd opgevorderd den brief zijner vrouw te toonen." „Helaas 1 Die is verbrand. Ik bewaar mijne brieven niet, als ik ze eens gelezen heb." „Genoeg, uwe schuld is bewezen. Tegen zonsopgang wordt gij doodgeschoten in het boschje." De eerste stralen der zon begonnen de nevelen te verlichten boven het kamp van Las Auguas, toen een groepje mannen in het boschjc bij het fort een welbekend, aan grijpend tooneel opleverde. Tot aan de knicün in het lange gras, stond een eenzame gestalte, de armen gevouwen, trotsch van houding, de lippen op elkander geklemd. Een verach telijk glimlachje was even zichtbaar om zijne mondhoeken. Het was Pedro. Voor hem be vonden zich drie soldaten met geladen ge weren, en eenige schreden verder de jonge officier, die den brief had vertaald en nu op het punt stond een kort woord van bevel uit te spreken, zoodra het uur des doods zoude geslagen zijn. „Spanjaarden," sprak de veroordeelde op kalmcn toon, „zendt bericht aan mijne vrouw en zegt haar, dat ik onschuldig ben, neen, dat niet, want zij zou toch nooit het tegenover gestelde kunnen geloovcn. Laat zij naar haar eigen land terugkeeren, en er bescherming zoeken. Daar tenminste zal haar gerechtigheid geschieden." „Het is tijd, mannen", zeide de officier. met stokkende stem. het was zijn eerste ondervinding van dien aard. „Legtaan."... Bijna onmiddellijk, nadat Gerald Armitrage den brief aan Elsa had geschreven, werd hem van wege een groot Londensch blad de post van bijzonderen correspondent op Cuba aangeboden. Hij kwam op het eiland aan, nog vóór het schrijven zijner zuster aan Pedro, begaf zich naar de grens, in de hoop een aanval der opstandelingen te kunnen bijwonen en werd te Las Auguas met voor komendheid ontvangen door den bevelvoe- renden officier. De overige officieren, aan wie hij terloops gezegd had, dat een zuster van hem met een Spanjaard was gehuwd, die ergens op het eiland zijn vaderland diende, noodigden hem aan hun tafel en daar hoorde hij den jongen luitenant zeggen, dat deze den volgenden morgen iemand ter dood moest doen brengen. „Wat is het?" vroeg Gerald. „O, een arme duivel, die schuldig is be vonden aan verraad en den aanval heeft uit gelokt, dien wij gisteren met zooveel moeite hebben afgeslagen." Gerald dacht niet verder over de zaak na. Door en door vermoeid toen hij in zijn tent kwam, sliep hij gerust, maar vóór het krieken van den dageraad stond hij op, daar hij een artikel wilde schrijven, eer de hitte van den dag dit onmogelijk maakte. Hij wilde een bad nemen in het heldere riviertje, dat langs het fort liep en op den weg daarheen zag hij een somberen optocht voorbij gaan. Tot zijn verbazing herkende hij de gestalte van den veroordeelde. Zjj geleek in alle opzichten op Pedro Lindo. Eensklaps werd de waarheid hem duidelijk. Hij snelde naar 't kwartier van Don Diego en verzocht dringend om een onmiddellijk onderhoud. De koloiel verscheen half ge kleed en zichtbaar verstoord. „Ik smeek u den gevangene, die ter dood veroordeeld is, te ontslaan. Hij is de echt genoot mijner zuster en geen vijand van Spanje. Ik kan u alles verklaren. Om 's hemels wil laat dadelijk de uitvoering van het vonnis opschorten I" De kolonel aarzelde. Hij had hel vonnis gewezen, en dat wel rechtvaardig, meende hij. Toch kon hij zich vergist hebben, en in dit geval zou die verwvnschte dagbladman zeker de noodigc ruchtbaarheid aan liet geval „In waarheid," antwoordde Don Diego, die op eens tot een besluit kwam, „gij waart bijna te laat. Trompetter blaas „ophouden met vuren" en spoed u naar den luitenant om hem te zeggen, dat hij met den gevangene terugkeert." Pedro hoorde het Irompetgcschettcr, toen het bevel tot aanleggen gegeven was. Voor hem had het geen betcekenis; hij was al reeds ongevoelig voor de dingen van deze Waarom bleven die soldaten zoo lang staan Was het niet wreed, zoo noodeloos zijn doodstrijd te verlengen Er klonk een verward gerucht van stemmen. Voetstappen kondigden aan, dat er menschen naderden.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1908 | | pagina 1