IP 'mmm
süsü
Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 11.
Zaterdag 13 Juni 1908.
Twee en twintigste Jaargang.
OE EERBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afzonderlijke
f 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode,
Prijs der Adverlenliën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Verweer tegen den aanval
van de
Eemlander.
Dat liet artikel onder liet opschrift
„Steun voor Werkloozen''voorkomende
in de „Eembode" van Zaterdag 30 Mei
1.1. niet zou vallen in den smaak van de
Eemlander, hadden wij wel verwacht.
Maar dat het vrijzinnig-democratische
Wat het blad bewogen heeft hierte spre
ken van „Werken der duisternis", is ons
een raadsel. Wij hebben openlijk, klaar
en duidelijk een stukje geschiedenis ge
boden en die eenigszins toegelicht,
niet te verkroppen woede
Eemlander afleiden, dat wij „Werken
der duisternis" ontmaskerd hebben?...
De Eemlander liet intusschcn niet
lang wachten op het tweede bedrijf.
Een drietal dagen nadien meende dit
blad, hetwelk van vee! reclame schijnt
te houden, daartoe het artikel van de
„Eembode" uitnemend te kunnen ge
bruiken hare lezers waren immers
verwittigd, dat het bewuste artikel
een „werk der duisternis" was. Daar
zou dus aan te smullen zijn. Nu nog
eenige aantcckeningen er bij gevoegd,
die den schijn moesten geven, dat het
in elkaar zat van leugen en bedrog
en de meest wenschelijke reclame kon
gemaakt worden. De verfoeilijke be
doeling van de „Eembode", tegenover
de blanke onschuld der Eemlander zou
zonneklaar uitschitteren. Mooier kon
liet niet!
Zoo verscheen de Eemlander van
Dinsdag 2 Juni j.l. met het bewuste
artikel in de eerste kolommen van het
blad. Een elftal aantekeningen wer
den daaraan toegevoegd, terwijl een
slotwoord liet schitterend plan voltooide.
Alvorens echter over te gaan tot het
plaatsen deraanteckciiingcn kreeg men
dit ter iuleidi g:
„In hul nontmer van Zaterdag j.l. hebben
we reeds melding geinankl van dil perfide
artikel. We hebben gewaeht, of hel Comité
er soms op wilde antwoorden. Maar hel achl
dit ver beneden zieli. Dut kunnen wij ons
ven, ais'zij niet' ecii^woord' van^prolesl Het
Wij hebben liet stuk van de Eembode
hierboven in het geheel talen afdrukkende
noolleekens zijn van ons en het schijnt, ons
oiidcr de nummers plaatsen."
Alzoo oordeelde liet Comité het
beter zich met groote woorden van
de zaak te ontdoen, zooals gewoonlijk
gaat als men zich niet anders te red
den weet. Maar koddig is wel, dat de
secretaris van het comité, die het toch
ook beneden zich acht op ons a
te antwoorden, .als redacteur va
Eemlander daar anders over d
Dus er maar op los getrokken.
De eerste aanteckening werd n
plaatst, waar ons artikel aldus aanv:
„Zonder dat er publiciteit van b
kenis aangegeven was."
Het blad teekent hierbij aan:
Aan e
ivurdcn
Ilchiljel gezond
In de perswaarde Eemlander. In
de plaatselijke bladen wordt van ver-
meen belang is, steeds vooraf kennis
gegeven, maar van deze vergadering
kreeg het publiek eerst kennis toen
de daarin genomen besluiten door het
Dagelijksch Bestuur zelf onwettig wer
den verklaard, en daarom een nieuwe
vergadering noodig was. En dan durft
men nog vragen, welke publiciteit er
meer aan gegeven had moeten worden
Wij merkten in ons artikel op:
De uitkomst dezer vergadering, die
nog wel geleid werd door den voor
zitter van liet Dagelijksch Bestuur van
het Comité, beantwoordde bij ecnig
vermoedelijk niet aan het
kan bijbrengen. Een feit is hel. dat door
een der leden van het Comité protest is
aangctcckend tegen de besluiten op deze
sWiéetf 8di?°To.estCt SS 3en
Muur iieeit uit protest overwogen en
■en besloten die-
Een vrij gewaagde aanteekening
dunkt ons. Een der leden van hel
Comité teekent protest aan tegen de
besluiten op die vergadering genomen,
en nu komt de Eemlandermet een
zekere geheimzinnigheid, die denken
doet aan „werken der duisternis" even
„uit de school klappen", (deed hij dat
tnaar meer, dan zouden we heel wat
te liooreti krijgen) dat het iemand is,
dien de „Eembode" het meest met haar
verdachtmaking achtervolgt. Deze in
sinuatie werpen wij mot verontwaar
diging op de Eemlander terug. Wij
komen op voor een ernstige zaak van
algemeen belang en nu wij opmerken,
dat liet beter ware geweest indien
men de vergadering geschorst had voor
dat onwettige besluiten genomen werden,
worden we op lage wijze verdacht
gemaakt, als zouden wij persoonlijke
bedoelingen hebben. Men moet de
Eemlander zijn om zich zoo iets te ver
oorloven.
Aangezien wij gevolgtrekkingen luid
den gemaakt, in verband met hetgeen
door het Dagelijksch Bestuur wordt
gezegd in zijn iiitnoodiging tot een
nieuwe vergadering en ons niet geheel
de omstandigheden bekend waren, die
tot het onwettig verklaren der besluiten
aanleiding hebben gegeven, noch de
persoon ons bekend was, die protest
tegen dc genomen besluiten heeft uit
gebracht, hebben wij thans een onder
zoek ingesteld en uit zeer vertrouwbare
bron vernomen, dat de toeleg der so
cialistische drijvers op de bewuste
vergadering zoo goed gelukte, dat een
protest niet uitblijven kon. Het Dagcl.
Bestuur heeft dan ook wijselijk het
oor geleend aan dil protest en met
meerderheid van stemmen besloten het
voorstel te doen in het Comité om de
besluiten onwettig te verklaren. Wie
in het Dagelijksch Bestuur zich tegen
dit voorstel hebben verklaard zal wel
onnoodig zijn te vermelden.
Wij schreven voorts in ons artikel
„Maar het zonderlingst is wel, om't
zachtste woord te gebruiken, wat reeds
bij den aanvang dezer werkloozen-
historie is geschied. In stede van te
handelen, zooals in andere plaatsen
des lands geschiedde, waar comité's
zich vormden en zonder veel vertoon
het werk ter hand namen, moesten
hier eerst drie vergaderingen worden
gehouden, waarin de socialisten een
toon aansloegen, of zij alleen te
bevelen hadden. Den liefdehuizen eisch
durfden zij stellen, dat een braaf, op
passend werkman, die niet bij een vak-
vcreeniging was aangesloten, geen
ondersteuning mocht genieten, terwijl
hij, aangesloten zijnde bij een sociaal
democratische of anarchistische ver
eeniging. de man zou zijn. die in dagen
van werkloosheid steun verdient. 6)
Onder nummer 5) teekent de Eem
lander aan:
In de eerste der drie vergaderingen is
den arbeid overgegaan. Kan het tuinder
Deze drie vergaderingen hebben plaats gehad
7. 8 en 9 Januari. Kan het spoediger?
Als slecht begrip hier de Eemlander
geen leelijke parten speelt, dan hebben
we te doen met een misleiding, zóó
perfide, als ons zelden onder de oogen
kwam. De drie vergaderingen door
ons bedoeld, zullen wij daarom iets
nader omschrijven.
De eerste vergadering tot verzekering
tegen werkloosheid, werd op 4 Nov.
1907 belegd door de vereeniging
„Onderlinge hulp", met het doel een
fonds te stichten, waarmede de nooden
en de ellende der werkloosheid zouden
gelenigd kunnen worden. De bestuurs
leden van deze vereeniging deden echter
een minder aangename ervaring op.
De bedoeling dezer was geenszins om
den vooruitgang van vakvereenigingen
te bevorderen, maar enkel en alleen,
zooals door den inleider, den lieer
Fels Rijcken, uitvoerig werd betoogd,
om de ellende te lenigen, die zoo
menig huisgezin treft als de kostwinner,
geheel buiten schuld, werkloos wordt.
Derhalve bleven uitgesloten gebrek-
kigen, de zieken, de invalieden en zij,
die door eigen toedoen zonder werk
geraken.
Met deze uitsluiting waren de socia
listische woordvoerders echter niet
tevreden. Ook den niet-georganiseerden
moest het lidmaatschap van het te
stichten fonds worden ontzegd.
Of nu de inleider al betoogde, dat
de bestrijding der werkloosheid behoort
tot do taak der overheiddat er samen
werking moet zijn tusschen Rijk, Ge
meente, en vakvereenigingen, terwijl
de niet-georganiseerden niet mogen
uitgesloten worden, omdat anders in
ons land 80",,, dier arbeiders zouden
getroffen worden, het baatte niets.
Het te stichten fonds moest ook als
hulpmiddel dienen tot bevordering van
socialistische organisaties, en dit werd
dus als eiscli naar voren gebracht.
Eindelijk werd op de vraag van
den voorzitter of de heeren zich met
het plan tot het oprichten van een
fonds konden vereenigen, met een be
slist: Neen! geantwoord.
Of de inleider nu nog opmerkte,
dat wanneer met den maatregel door
de regcering gesteld geen vrede geno
men werd, men niets zou krijgen, toch
hield men van socialistische zijde voet
bij stuk. Het slot was, dat besloten
werd andermaal te vergaderen en wel
op Maandag 18 November 1907.
Alvorens deze vergadering bijeen
kwam had de lieer J. C.J. Fels Rijckcn
gericht aan de
open brief g
geopperd, omdat,
Hel hoofdbezwaar legen de niet door
mij, maar door de Kegeering voorge
stelde regeling was, dat daarvan ook zouden
genieten, de niet-geurganiseerde arbeiders
zij die geen lid zijn eener vakvereenigiug.
De heer Wijland e. a. vreesden daarvan
verzwakking der vakorganisatie.
Wanneer ik bij deze hel hoofdbezwaar
doen -- niet van 't standpunt des heeren
Van Wijland en zij, die met hem instemden,
doelt van het standpunt dat deoverheid
(het Rijk, de Gemeente) in deze moet en
Voor de overheid "toch'ls'clk werkman,
die gedwongen werkloos is in den zin zooals
onverschillig toch of Inj behoort lot een vak
vereniging of niet, onverschillig ook, welke
kerkleer hij is toegedaan.
Onderscheid te maken tusschen georgani
seerde!] of niet-georganiseerden mag de
overheid niet; anders zou zij zich partij
stellen in een zaak, die het particuliere leven
der arbeiders betreft en ongeoorloofd en
Wat zouden de heer Van Wijland en zijn
medestanders er van zeggen, wanneer "Re
gcering en Gemeente voorstelden, de niet-
georganiseerden alleen te subsidieeren, om
dat de georganiseerde-!! reeds steun zouden
kunnen verkrijgen van de vakvereenigingen,
tot wier taak verzekering tegen werkloosheid
toch zeker behoort?
Ik geloof niet te overdrijven, wanneer ik
de veronderstelling waag, dat dan een storm
van verontwaardiging zou opgaan uit den
boezem der wel-georganiseerden.
Welnu, omgekeerd is de eisch, dien de
heer Van Wijland e.a. stellen: onrechtvaardig.
De dwang, dien de heer Van Wijland den
arbeider wil opleggen, is erger dan die -
der door zijn partij zoo gehate priester
kaste en in strijd met een Vrijheidslied,
zoo dikwijls door zijn partijgeuooten aangc-
Zijn uitroep op mijn mcdedeeling, dat
wanneer lot stand kwam, wat hij wenschte,
slechts 20 percent der arbeiders geholpen
zouden zijn en 80 pereent misschien zouden
verhongeren „laat ze dan honger tijden"
die uitroep is in strijd met alle mcnschclijk
gevoel.
Besturen van vakvereenigingen.' Ik mag
verwachten, dat gij aan deze beschouwingen
ook uw aandacht zult schenken met dien
ernst, die in de gegeven omstandigheden
zeker geboden wordt.
(Was get.) PELS RIJCKEN.
En dezelfde Van Wijland, die zoo
ten aanschouwe van liet publiek door
den lieer Pels Rijcken als hatelijk partij
man en liefdeloos individu werd te
pronk gezet, die liever 80 percent der
arbeiders laat verhongeren, als de 20
percent door hem bedoeld maar gehol
pen worden, zoo'n persoon is nu de
man, die een eerste rol mag spelen
bij het verdeelen van een bedrag van
ruim f1800, welk kapitaal door lief
dadige ingezetenen van verschillende
richting is bijeengebracht. Is zoo iels
niet meer dan ergerlijk
En toch durft de Eemlander het
publiek nog schaamteloos voorhouden:
In geen enkele dier vergaderingen hebben
de aanwezige sociaal-democraten een toon
aangeslagen, die niet paste. Veel minder nog
hebben zij den eiscli gesteld, dat zij, die niet
bij vakvereenigingen waren aangesloten, geen
ondersteuning mochten genieten. Dit is in
strijd met de waarheid.
Voor den heer Pels Rijcken zeker
een minder aangename ervaring!
Het bovenstaande citaat werd nog
aangevuld door het volgende stukje
proza, dat we onze lezers maar zullen
laten beoordeelen.
mogen zitten? De geschiedenis lie
dat de hier Van Wijland minder
is dan dc Eembode. want in de vergadering
is door hem menig pleidooi geleverd t
gunste van een R. K. werkioozc, als er spra
De tweede vergadering van 18 No-
entber 1907 leidde evenmin lot eenig
resultaat, omdat met de socialisten niets
te beginnen was. De voorzitter stelde
daarom ten slotte voor maar niet langer
te debateeren en sloot de vergadering.
Op den 7en Januari werd de derde
vergadering belegd, doch nu uitge
schreven door het Bestuur der ver
eeniging „Liefdadigheid" ten einde
maatregelen te treffen om de nood
lijdende werkmansgezinnen ten gevolge
van gedwongen werkloosheid zooveel
mogelijk te steunen. Van het oprichten
van een werkloozenfonds, gesubsidieerd
door Rijk en Gemeente, was geen
sprake meer. Dc sociaal-democraat G.
van Wijland en consorten hadden dit
onmogelijk gemaakt. En zoo waren
negen weken vcrloopcn sinds de eerste
vergadering was belegd, en konden ten
believe van den sociaal-democraat G.
v. Wijland c. s. de werkloozen dien
tijd honger lijden.
Na eene uitvoerige bespreking werden
in de derde vergadering tot leden van
het centraal-comite gekozen de heeren
Middelburg, De Pool, Gerritsen, Hol
land, Buys, Rijckens en Pels Rijckcn.
terwijl aan liet comité verscheidene
heeren werden toegevoegd.
Toen nu spoedig daarop een biljet
werd aangeplakt ten aanzien van
ondersteuning aan werkloozen werd
dit onderteekend door een Commissie,
die als" Dagelijksch Bestuur optrad,
en onder de namen der onderteekenaars
prijkte ook die van den sociaal-demo
craat G. van Wijland, die de heer
Pels Rijcken zoo treffend juist in al
zijn liefdeloosheid geteeketid had. En
aan dezen persoon werd een groote rol
toegewezen in het ordersteuningswerk.
Als elfde en laatste aanteekening op
ons artikel schreef de Eemlander
Hier zij aan de Eembode meegedeeld,
dat i
vergadering
:oek van den Roomsch Katholieken Volks
bond, om in hel permanente Bestuur ook op
te nemen een Roomsch Katholiek werkman,
in toestemmenden zin is beschikt.
Volgens de Eemlander werd derhalve
in de vergadering van het permanente
Bestuur van 4 Mei deze beschikking
genomen, en in de vergadering van
den R. K. Volksbond van 8 Juni werd
met algemeene stemmen de volgende
motie aangenomen
Een kloeke daad van den R. K. Volks
bond om de onbetrouwbaarheid van
de Eemlander zoo op de kaak te
stellen.
En tut ons slotwoord. Dat van de
Eemlander achten we Ie ver beneden
critiek, van te gering allooi om daar
op in te gaan. Zulke lectuur schoppen
we van ons af. Doch het blad begrijpe
ons wel; kalm toezien als het meent
zich het recht te mogen aanmatigen
ons. Katholieken, de wet voor te schrij
ven, of te belasteren ligt nu juist niet
in ons karaktervoor zijn razen en tieren
voelen wij niet de minste vrees, het laat
ons volkomen koud. Maar wat ons niet
koud Iaat, en waaraan wij thans nog eens
meenen te moeten herinneren, is de
hatelijke partijdigheid, die wij. Katho
lieken. hier ter stede soms zoo stui
tend moeten ondervinden.
Maar nu worden we nog uitgejouwd
en bedreigd bovendien.