Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 26.
Zaterdag 26 September 1908.
Twee en twintigste Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
lentsprijs per drie maanden
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentie!)
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel ineerf 0.05
CorrespondentlCn en Advertcntiën moeten uiterlijk Vrijdag
avond voor I uur aan het hureau bezorgd zijn.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
EEN MERKWAARDIG ONDERHOUD.
Een redacteur van de „Tijd", die
op liet Eucharistisch Congres te Lon
den, dit orgaan vertegenwoordigde,
heeft op de thuisreis met Z. D. II.
Mgr. H. van de Wetering, Aartsbis
schop van Utrecht, een onderhoud ge
had, over twee onderwerpenhet Eucha
ristisch Congres en de katholieke vak
organisatie.
Aan hef verslag van dit merkwaar
dige onderhoud, voorkomende in de
..Tijd" van Zondag j.L, ontleenen wij
liet volgende:
Mgr. Van de Wetering was natuur
lijk nog vol versche herinneringen aan
de glorierijke Congresdagen.
„Het is overweldigend mooi ge
weest", zeide hij met een geestdrift,
waaruit men de diepte zijner indrukken
afleiden kon „en zelden heb ik iets
zoo itnponeerends gezien als de grapte
processie en de kinderprocessie. Dat
gaat alle beschrijving te boven."
Maar toch wel jammer, Mon
seigneur, dat het Allerheiligste niet
mocht meegedragen worden.
„Ja het is jammer, maar van den
anderen kant is het toch weer een
geluk. Want nu heeft zich het enthou
siasme vrijer kunnen uiten en kreeg
de processie door haar manifesteerend
karakter een bijzondere i tcekenis;
ook is voorkomen, dat het Allerhei
ligste aan wie weet welke beleedi-
gingen zou worden blootgesteld. Het
is natuurlijk ergerlijk en onbillijk, dat
er in een vrij land een wet bestaat
als die, waarop men zich bij deze
gelegenheid beroepen heeft. Maar nu
eenmaal de gemoederen van protes-
tantsche zijde zoozeer geprikkeld waren,
kan ik er toch wel inkomen, dat bij
wijze van politiemaatregel is aange
stuurd op het weglaten van 't Aller
heiligste en het groote ceremonieel.
Er zat een politiek achter, die natuur
lijk in geen geval is goed te praten,
en vooral was het pijnlijk, dat alles op
het laatste oogenblik werd afgelast,
terwijl tienduizenden naar Londen
waren gekomen om de processie te
zienmaar achteraf moet erkend wor
den, dat er veel voor den maatregel
le zeggen viel. Wel speet het mij
vooral voor Mgr. Bourne, die tot het
laatste had gehoopt en verwacht al
waren de omstandigheden moeilijk
dat er niet van het programma zou
behoeven afgeweken te worden. Be
halve andere fouten van tactiek heeft
de Engelsche regeering deze begaan,
dat zij veel te laat heeft ingegrepen
in zulk een gewichtige zaak. En de
teleurstelling is algemeen geweest. De
aartsbisschop van Parijs, die te voren
had gezegd, Engeland te benijden om
de daar heerschende godsdienstige
vrijheid en verdraagzaamheid, heeft
dan ook niet geaarzeld, later deze
woorden in te trekken."
Is Uwe meerling. Monseigneur,
dat liet Congres ook een gunstigen
invloed zal uitoefenen op de roinani-
seerende richting in de Anglicaansche
Kerk?
„Natuurlijk kan hel niet anders dan
gunstig werken. Maar rechtstreeksche
gevolgen op groote schaal moeten wij
èr ons toch niet van voorstellen. De
tijd is daar nog niet rijp voor, en naar
mijne meening zijn wij nog ver af
van een algemeencn terugkeer. Wel
is weder eens schitterend de eenheid
van geloof en de eenheid van tucht
onder het pauselijk Opperhoofd ge
bleken. maar wij moeten ons daarom
toch niet aaii illusion voor de practijk
overgeven. Het is in Engeland juist
als bij ons; de Anglicanen zitten vol
vooroordeelen en komen er niet toe.
ons te lecrcn kennen gelijk we zijn.
Geloof me vrij. dat er heeiwat meer
bekeeringen zouden plaats hebben, ais
de Protestanten maar eens konden he
sluiten onze geloofsleer te bestudeeren."
Is ons land nog op bijzondere
wijze ter sprake gekomen op het Con
gres?
„Dat wil zeggen, van verschillende
zijden heb ik ons land hoorei) prijzen
om de groote vrijheid, waarin wij ons
hier verheugen, de samenwerking met
andersdenkenden en de goede organi
satie der Kerk. Ook hoorde ik opmer
ken, dat de Paus heeiwat minder zor
gen zou kennen, als de kerkelijke ad
ministraties zoo goed zouden geregeld
zijn als in Holland.
„Evenals vroeger is ook te Londen
weer door vele bisschoppen de wcnsch
uitgesproken, dat een volgend Eucha
ristisch Congres in Nederland zou
Worden gehouden. Hoe graag ik dat
zou zien, er zijn bezwaren
geldelijke en andere aan verbonden,
die bet niet gemakkelijk maken aan
dien wcnsch tc voldoen. Het katholieke
Zuiden, Maastricht b.v., zou er mis
schien in aanmerking voor kunnen
kotnen, ook met het oog op een even-
tueele Sacramentsprocessie. Doch er is
in dezen nog niets besloten, en er
hadden nog geen serieuze besprekin
gen over deze zaak plaats; zelfs zijn
reeds als plaatsen, waar de eerstvol
gende Eucharistische Congressen zullen
samenkomen, Keulen en Canada vast
gesteld. De gemengde bevolking in
Holland maakt manifestaties als die,
welke aan zulke Congressen zijn ver
bonden, erg :noeilijk En wij willen
natuurlijk niemand kwetsen of de
goede verstandhouding storen, die er
op het oogenblik bestaat. Maar wel
is op het Congres te Londen een
ander plan, waarvoor pater Alberdingk
Thijm zich zeer heeft geïnteresseerd,
een groote slap nader tot zijn ver
wezenlijking gekomen. Evenals in Hol
land denk b.v. aan de Vereeniging
der Martelaren van Gorkum zuilen
ook in Engeland gebeden-verbonden
worden opgericht om de bekeering
van ons land af te smeeken. Ik heb er
reeds mijn schriftelijke goedkeuring
aan gegeven en Mgr. Bourne, de ener
gieke aartsbisschop van Londen, met
wien ik de zaak besprak, zal er nu
spoedig werk van maken. Ook in ons
land moest meer dan tot dusver gebe
den worden voor den terugkeer onzer
dwalende broeders, en niet zonder
bijzondere redenen hebben de geza
menlijke bisschoppen in ons land daarop
nog enkele jaren geleden met zooveel
nadruk aangedrongen. Onze eerste
Apostelen, die aan Nederland hel ware
geloof hebben gebracht, zijn uit Enge
land gekomen, en nu het katholieke
volk daarginds met zijn gebed liet
onze zal steunen, moge de goede God
barmhartig op ons land neerzien.
Ook het bezoek van Mgr. Van de
Wetering aan den Duitschen Katholie
kendag te Dusseldorf werd nog even
herdacht, en dit gaf een eigenaardige
wending aan ons onderhoud. Nadat
Monseigneur herinnerd had aan twee
uitlatingen van kardinaal Fischer op
den Katholiekendag, de eene om de
Duitsche katholieken tot een talrijk
bezoek aan 't Eucharistisch Congres te
Londen aan te sporen, de andere om
de katholieke arbeiders te waarschuwen
tegen de oproerige taal der Züricher
vakconferentie, ging Z. D. H. aldus
voort
„Ja, om die vakconferentie te Zöricli
is iieel wat te doen geweest, en naar
mijne mceniiig beeft zij voor vele
oogen duidelijk gemaakt, wat ik al lang
met zorg had waargenomendat de
Duitsche vakbeweging den verkeerden
kant uitgaat. Het is den leiders, die
zicli zoo op die conferentie geroerd
hebben, niet te doen om een christe
lijke oplossing der sociale kwestie,
maar om hun eigen gezag. Zij zeggen
't gaat om onze stoffelijke belangen,
en' daar heeft de Kerk niet mee te
maken. Maar zij zien over "t hoofd, dat
hierbij moreele kwesties in 't spel komen
waarbij de Kerk wei zeer degelijk te
maken heeft. Natuurlijk heeft de gees
telijkheid zich niet te mengen in zaken,
die volstrekt buiten baar bevoegdheid
liggen, in technische kwesties, b.v. de
samenstelling van grondstoffen e. d.
Maar dit neemt niet weg, dat tot de
vakbeweging een menigte zaken van
zedelijken aard behooren. Ik voor mij
zou liet een geluk achten, indien wij,
bisschoppen, ons niet met de moderne
vakbeweging behoefden te bemoeien,
want zij geeft veel zorgen en onaan
gename ervaringen. Maar liet is onze
dure, herderlijke plicht. Als deNeder-
landsche vakvereenigiiigeii zich dan
ook in de Duitsche beweging lieten
meesleepen, zou zich het Episcopaat
in ons land daar met alle kracht tegen
verklaren. Maar gelukkig is dat niet
het geval en bepaalt zich de verkeerde
geest tot de textielarbeiders van den
boud Unitas. Het heet. dat de textiel
arbeiders een groote macht moeten
ontwikkelen en zich daarom moeien
aansluiten bij de Duitsche vakbeweging.
Maar daarmee blinddoeken zij de werk
lieden. Aan de inrichting van confes-
sioneele vakvereenigingen zijn natuur
lijk bijzondere moeilijkheden verbon
den, maar zij kunnen immers federatief
samenwerken en zoo bij alle bijzondere
gelegenheden voor hun arbeidersbe
langen in gemeen overleg opkomen.
Hoe dit zij, zonder ons met den zuiver
niatericelen kant der zaken te be
moeien, willen wij ons liet recht niet
laten ontnemen «mi te waarschuwen
als de werkliedenbewcging of een
lichtzinnige actie den verkeerden kant
uitgaat en om dan te roepen halt
BUITENLAND.
Zondag hebben te Parijs twee ont
zettende branden gewoed, die een
enorme schade hebben aangericht.
In den morgen brak brand uit in de
reusachtige magazijnen van de „Ville
de St. Denis", die op den hoek van
den faubourg van dien .ïaain en van
de rue du Paradis gelegen zijn; een
soort van warenhuis, dat nog onlangs
pas aan een Engelsche firma was
ivergegaan. Van de koopwaren, die er
in voorraad waren, kon niets worden
gered, zoo dat de schade op een 20
milliocn francs geschat wordt. Bij 't
blusschingswerk moesten twee brand
weermannen, die half gestikt waren
door den geweldigen rook, naar het
ziekenhuis worden weggedragen, even
als een soldaat, die zijn handen had
verbrand.
Veel ernstiger in zijn gevolgen nog was
de geweldige brand, die Zondagavond
„Gutenberg" het centraal telefoonbureau
in de buurt van het Louvre heeft vernield.
Enkele uren lang werd daardoor alle
gemeenschap met Parijs en de pro
vincie en het buitenland afgebroken
en 't zal wel weken duren vóór weer
alles in zijn vroegeren toestand zal zijn
teruggebracht.
De oorzaak van den reusachtigen
brand in liet telefoongebouw schijnt te
moeten worden gezocht in kortsluiting,
waardoor een draad roodgloeiend ge
raakte, die zoodoende de isoleerendc
geleiding, bestaande uit guttapercha en
parafine, deed ontvlammen.
Dit moet gebeurd zijn in den z.g.
omscliakelaar. waar de verschillende
ondergrondsche kabels in uitloopcn,
die in dit toestel gesplitst worden in
de afzonderlijke draden, welke naar de
telefoontoestellen loopen.
De Fransche regeering zet hare ver
volging der Kerk maar onverdroten
voort. Nu weer zijn te Palais. de hoofd
stad van het eiland Belle-lsle, de pastoor
en zijn kapelaans met geweld uit de
pastorie verdreven. De deurwaarder
kwam met politiemacht aan de deur
der pastorie, doch de pastoor weigerde
open te doen. Toen werd een sloten
maker gehaald, die onder gejouw der
menigte de deur trachtte open te breken.
Toen dit niet gelukte, werden storm
rammen gebaald en de deur ingebeukt,
terwijl uit een venster der eerste ver-
FEUILLETON.
GODS WEGEN 2IIN ONDOORGRQNDELIIK.
7) Thomas sprong vlug over de stcenen
had hij de Inalsle. moeilijkste plek, een bijna
loodrechten wand hercikt. Langzaam kroop
hij naar boven, elk nauwlijks merkbaar uit
steeksel aangrijpend. Meer dan de helft van
den weg had hij afgelegd zij, die beneden
hem stonden dachten het een eeuwigheid
te zijn. Daar wankelde hij. greep iu de lucht
en stortte mei een doorhorenden gil naar
toegesneld, tlij hield een stervende in de
mg getroffen, de val deed het overige.
„Thomas sterven - Bciieck jong en
sterk. Hcrncck water halen."
Haast oithoorhaaar kwam het van oester-
veilde lippen, daarna beproefde hij de han
den te vouwen. Bcrneck nam de bevende
vingers in de zijne.
„Onze Vader, die in de hemel zijl
geel de blanke broeders water
water I" Nog een laatste stuiptrekking en
zijn ziel was ontvlogen. Nog een oogenblik
bleef Berneek knieten.
„De inboorlingen kennen niets hoogers
dan eten en drinken, hoogcr gaal hun ver
stand niet, verder kan hen ook geetl missio
naris brengen," had hij eens gezegd. Hoe
geht
I anders had
Op dit oogenblik vroeg de jonge
hem om vergiffenis; bij het lijk
herdersjongen, die voor zijn blanke broeders
in den dood gegaan was, deed hij den he
mel een grootsehc, heilige gelofte. Toen hij
tc spreken trok hij uniformjas en schoenen
uit sloeg liet louw, dal Thomas had laten
„Bcrneck, zijl gij krankzinnig?" riep Wcbcr.
Nog een klein gedeelte daar waggelde
le steen onder zijn voeten.
„Mijn liod. help mijl omwille mijner
Hen ontzetlende sprong naar boven dof
;en angskreel van heneden; men waande
lent verloren. Daarop een vreugdeschreeuw;
Waar was 't water? Daar. gemakkelijk tc
icreiken. glansde een donkere waterspiegel
>ndcr den overhangenden rotswand. In c
Weldra daalden de waterzakken aanliou-
gclaafd. hunne wonden gewasschen en ver
koeld; welgevulde waterzakken deden de
ronde onder de troepen.
„Drinken! Drinken! Dooi
Bert
r bij. v
oelde z
m!"
ml" Ben
aan en klom at h
dorst en afmatting v
ren stijf, zijn voel onzeker.
Voor zijn oogen flikkerde de door de
geblakerde rotshelling. Gloeiend branddi
ïichtha:
macht scheen hij tellier gedra-
Mel eiken ruk, eiken greep namen ,ijn krach
ten toe. Een kogel vloog naasl zijn hand tegen
de rots, zoodat de stcensplinters zijn arm
den hoed van 't hoofd. Onvervaard klom hij
verder, laslte naar een volgende uitstekende
rotspunt, zocht een steunpunt voor den voet
en hief zielt op. Langzaam, maar zeker, klom
liij opwaarts.
handen en vnorhoofd en nam een langen teug.
Hen kogel, die voorhij vloog, waarschuwde
kroop naar den rotswand terug.
„Water, water!" riep hij naar beneden.Zij
konden hem niet verstaan. Toen hij echter
het touw liet zakken, begreep men hemer
werd een waterzak aan bevestigd, deze
zweefde naar boven en kwam weldra ge-
„Vour de gewonden," beval de officier, en
versmachte soldaten het water naar de ver-
bandplaats brachten.
Er meldden zich vrijwilligers aan. om de
rotsen te beklimmen, korporaal Wcbcr aan
tutu hoofd. Van boven wees Bcrneck hun
dan de andere, doelt door de rotsen hc-
lierntd.
Met behulp v
c oogen keken ver
wonderd de handen, welke niettegenstaande
den dringenden nood de wapens omklemd
herleefden. PPl
„Van waar dat water?" vroeg men elkaar.
Men zou haast aan een wonder gclooven.
„Van waar dat water?" had ook de ma-
'oor gevraagd, toen men Item dien helderen
koelen drank aanbood. „Is er genoeg voor
de soldaten?"
Zoo ongelooflijk kwam Hem liet bericht
voor. dat hij tloorde, dal hij zich naar de
plaats zelf begaf. Hij zag de waterzakken
naar beneden dalen, zag de mannen, die
daar ten doelwit stonden voor 'svijands
lood; hij vernam den dood van den herders
knaap en den verraetelen moed van Bcrneck.
schappen met nieuw leven bezield, in hun
gezichten kwam weer leven en bezieling,
veerkracht in hun bewegingen.
„Zoodra de derde compagnie aankomt,
wagen wij den stormaanval," zeide de ma
joor tot zijn manschappen.
„Hoera, hoeral" riepen de troepen uit dén
mond. De echo antwoordde mei kanonge
bulder; de versterking was aangekomen.
De t
Met
bajonet stuud de erg gedunde strijd
macht op ten stormloop. Een moorddadig vuur
werd op hen geopend. Toen echter de vijand
de door moed en doodsverachting hczicldc
troepen, met de tot aanval gevelde bajonet,
flikkerend in de zonnestralen, steeds nader
zag komen, werd zijn tegenstand plotseling
gebroken; in wilde vlucht en luid schreeuwend
ontruimden de llottcntotten de sterke stelling.
De slag was gewonnen, de als oninnccin-
baar beschouwde stelling genomen, de hoofd
macht des vijands gebroken, in den kring
der verzamelde officieren gaf de majoor den
gravenzuon de hand en sprak:
„Wij hebben veel aan u te danken, Bcrneck.
Met de versmachte troepen hadden wij den
storm nauwelijks kunnen wagen. Gij zijl ter
bevordering voorgedragen, jonge vriend."
De officieren gaven hem op hun beurt de
handcnwcnschtcn hem geluk. Zij allen wisten,
kcle, die er zich niet over verheugde.
„Hoe blijde ben ik oiu mijn lieve ouders,"
zeide Bcrneck later aan 'l wachtvuur tot zijn
trouwen krijgsmakker Weber.
„Mag ik nu weer luitenant zeggen?"riep
deze opgwekt!"
„Nog niet, doch weldra!"
Spoedig daarop werd Witboys residentie
genomen; wagens, geweren en munitie, en
boven alles eenige duizenden stuks vee werden
in de volgende dagen buit gemaakt. Wltboy
kou rich van dezen stag niet herstellen, tocli
was de strijd verre van geëindigd. Nu begun