Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 30. Zaterdag 23 October 1909. Drie en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per pn Al/iinderlijke i 1 0.40 f 0.05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de VereenIglng De Eembode. Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 vond v Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Hen teeken des tijds. Onlangs, men weet het, kwamen in Spanje gruwelen voor, zóó wreed en barbaarsch, als al een revolutie ver wekken kan. In Barcelona immers werden kerken en kloosters verwoest en verbrand, priesters en kloosterlingen mishandeld en vermoord op cene wijze, die zich bijna niet beschrijven liet. De hel scheen losgebroken, en de beteu geling van al die afschuwelijke onlus ten was voor liet gezag een helden werk. Ten kosle van menig inenschenlevcn werd de opstand bedwongen, het re- volutionnairc gespuis achter slot en grendel gezet, en de gerechtigheid nam haar verloop. In het afschuwelijk rcvolutionnair be drijf bad vooral een rol gespeeld een zekere Ferrer, een anarchist, die door woord en geschrift het volk tot de onl- zettendste uitspattingen met de meeste felheid had aangezet. Zijn schuld bleek den krijgsraad, waarvoor hij terecht stond, dan ook zoo overtuigend, dat het doodvonnis over Item werd uitge sproken. Het recht had aldus gesproken, doch nu kwamen de revolutlonnaire elemen ten in verzet. De anarchisten- en vrij denkers-wereld kwam in rep en roer. Een misdadiger van de soort als Ferrer, moest gespaard blijven, om hem te redden moest getracht door de stoutste middelen der Spaanscliercgccriugschrik aan te jagen. De poging echter mislukte. De minis terraad weigerde een genadeverzoek aan den Koning voor te leggen en de mcnschclijkc gerechtigheid werd op den misdadiger Ferrer toegepast. „Dc weigering van den ministerraad," aldus merkte „de Kreuzzcitung" op, „om een genadeverzoek aan den koning voor te dragen is liet beste bewijs, dal liet vonnis van den krijsraad recht vaardigt. De aantijgingen der demo cratische pers over een gerechte! ij ken moord dient men thans te verwerpen als monsterachtige beschuldigingen." De Spaanschc regeering die toch wel het best in staat was het vonnis te bcoordcelcn, door den krijgsraad geveld stoorde zich dan ook geen oogenblik aan het geschreeuw, dat uit socialistische, anarchistische en vrij denkers kringen gehoord werd. Ook de bedreigingen ten aanzien des ko- nings bleken vruchteloos. Toen scheen de woede grenzeloos. Parijs en Rome, dc broeinesten van socialisme en vrijdenkerij, stelden zich aan het hoofd der beweging. Tc Parijs werd de nagedachtenis van den rcvolutionnair Ferrer geëerd door vechtpartijen, het verbrijzelen van rui ten en lantaarns, het verwonden en doodslaan van politie-agcntcn enz. Het gespuis van Parijs had de be tooging aangegrepen als een gunstige gelegenheid om zijn slag te slaan. Het was echter niet uitsluitend het schuint der bevolking, dat aan de be toogingen deelnam. Jaurès b.v„ de leider der Fransclte socialisten, trok met de gelicclc redactie van de Hu- manité en duizenden partijgcuooten zingend door dc stad en raakte daarbij een oogenblik handgemeen met de politie. Naar aanleiding van deze manifes taties schreef de „Figaro" terecht„De voorvallen van gisterenavond hebben 't ons duidelijk bewezen, dat we hier niet te doen hadden met een betoo ging voor Ferrer. Het was een aan slag tegen orde en rust, waarbij Ferrer slechts als voorwendsel diende. Het gevaar is niet meer in Spanje, neen, 't woedt in onze straten." üclukkig heeft de politic in Parijs, in Rome, Genua en in de enkele an dere plaatsen, waar dc individuën van revolutie en geweld van deze gelegen heid wilden gebruik maken om hun verderfelijke beginselen in toepassing te brengen, dc overhand gehouden en deze wilde revolutie-geesten in herin nering gebracht, dat er nog een woord „orde" bestaat in de beschaafde maatschappij. in die dagen van felle beroering omtrent Ferrer schreef liet Fransche orgaan de Univers: „De justitie beeft haar loop gehad. Ferrer is gefusilleerd. Noch de doodsbedreigingen, noch de smeekingen hebben de Spaansche regeering kunnen doen buigen. Het staatshoofd, dat zich door vrees laat bewegen, of door gevoeligheid laat verteederen, wanneer hij het on verbiddelijk recht van straffen moet uitoefenen, is niet waardig een volk te besturen. Alfons XIII en Maura hebben ge handeld zooals een Garcia Moreno gehandeld zou hebben. Ferrer bad willens en wetens en met overleg het volk opgeruid tot de bru tale en bloedige revolutie. Zijne oprui ende woorden hebben gevolg gehad. De krijgsraad heeft geconstateerd, dat bij den dood verdiende. De regeering heeft de terechtstelling bevolen. Deze terechtstelling is niet alleen een daad van rechtvaardigheid, zij is en blijft een maatregel van Itoogc en heilzame politiek. Op dit punt zijn wij liet niet eens met de gematigden, de voorziclitigen en de liberalen. Het is niet de eerste maal, dat wij ons van hen scheiden en het zal ook niet de laatste maal zijn. Zij erkennen, dat Ferrer schuldig was. maar zij zeggen ook, dat de koning van Spanje, de gratie weigerend, een groote fout heeft begaan. Hij heeft niet alleen zijn leven maar ook zijn kroon in de toekomst van zijn volk gecompromitteerd. Hij heeft den revo- lutionnairen een voorwendsel en een martelaar geschonken. Dat is niet onze meening. Wanneer de rcvoluttonnaircn een martelaar of een voorwendsel behoeven, zijn ze niet verlegen er een te ontdekken. Drie maanden geleden hebben ze de regee ring trachten omver te werpen en Spanje in opstand te brengen. Was dat om Ferrer te wreken? Wanneer Ferrer door 'skonings zwakheid zou gespaard zijn, zou het anti-clericale socialisme victorie ge kraaid hebben. Het zou dan gelijk gehad hebben. Het is een uitstekende dienst, dien de Spaansche regeering heeft bewezen aan het recht, de moraal en de ware beschaving. Het is de „misdaad", die nooit vergeving zal vinden bij de vrij denkers en de vrijmetselaars. De per soon van Ferrer zal hun weinig belang inboezemen; wel zijn infame en moord lustige propaganda. Wat de onwetende en lichtgeloovige menigte betreft, die door vrijmetselaars blindelings is opgezweept tegen den koninklijken rechter, indien zij nadacht, zou zij begrijpen, dat de Spaansche regeering door Ferrer te fusilleeren, haar zaak en haar leven heeft be schermd." Aan dit zaakrijke betoog van de „Univers" zij tot besluit nog toege voegd het volgende veelzeggende Reutcrtelegram De minster van Buitcnlandsclio za ken verklaarde aan den correspondent van Reuter, dat Ferrer niet veroordeeld is wegens liet verspreiden van oproe rige ideeën, maar wegens het deel nemen als directeur van de mo derne school aan feiten en daden van opstand. De openbare mcening iu Span je, beter op de hoogte dan iu het buitenland, heeft zich da delijk bij bet vonnis neerge legd, overtuigd, dat dc regee ring niets anders kon doen." BUITENLAND. ITALIË. Omtrent de belangrijke verklaring van den Spaanschen gezant bij liet Vaticaan schrijft de Romeinschc corres pondent van den Univers De gezant van Spanje bij den H. Stoel heeft de volgende belangrijke verklaringen afgelegd aan een redac teur van de Corriere d' Italia; „Door cijfertelegrammen, die ik rechtstreeks heb ontvangen van mijn regeering, heb ik duidelijk vernomen, dat ondanks allen goeden wil van medelijden en vergevingsgezindheid van minister-president Maura, het Item on mogelijk was, koning Alfonso een de creet van gratie voor te leggen voor den ongelukkigen Ferrer." De gezant zei vervolgens, dat hij niet kon begrijpen, hoe het Italiannsche volk met zooveel geweld zich kon keeren tegen een regeering en een constitutioneel vorst, tegen geheel een volk, dat geen enkele verantwoorde lijkheid heeft in deze droevige en tragische zaak. De gezant zei verder o.a. nog, dat de agitatie voor Ferrer met groote be hendigheid in den vreemde is georgani seerd. De anarchisten en do vrijmet selaars hebben Ferrer in een martelaar herschapen, .als een symbool der re volutie, ofschoon tot nu toe Ferrer zeer onpopulair was onder de meest voor uitstrevende partijen. BELGIË. Zondag is te Antwerpen met groo- ten luister liet zilveren Jubilee der katholieke regeering iu België gevierd. Des ochtends om tien uur werd in de kathedraal een plechtige H. Mis op gedragen, die werd bijgewoond door ministers, senatoren, Kamerleden enz. Daarna werd een groote vergadering gehouden, waarin door tal van hoog geplaatste personen liet woord werd gevoerd, o.a. door den minister van Koloniën. Aan bet feestmaal werd deel genomen door zeshonderd gasten. Het liberale Duitsche blad de „Küln. Zeitung," beeft een brief van Ferrer aan een van zijn vrienden gepubliceerd, waarin Ferrer liet volgende «ver zijn schooltje mededeelt. „Om de lieden geen schrik aan te jagen, en dc regeering geen aanleiding te geven mijn inrichting te doen slui- EEUILLETON. Na den storm. EltR! e Hoon I) De Russische vlooi lag in dc ruime imrlugshavrn van Sebastopol. Dc zwarte rompen der ontzaglijke zeckaslcclcn slaken Clan/end at tegen de donkergroene golven, welke eveneens door de stralen der onder gaande zuil gekleurd werden. Sehijnhaar zonder leven lagen zij daar, terwijl limi masten als een woud ten hemel slaken. Zelfs de vlag op den hoogsten lop van hel admiraals schip hing slap en los langs den masl, de wind scheen hel spelen moede en 'l was ot de zoo even nug iluislerende golven naar rust vcr,.mgden. Hen des tc levendiger aanblik houd de elfen zeespiegel, in tegen stelling mei de kalme rust, welke op zee hecrschle. Duizenden kleuren speeldenopdc oppervlakte, kleurden die, vloeiden in el kaar, als vloeibaar metaal, wanneer de slak ken van 'I metaal gescheiden worden, en schenen elkaar wederzijds dc hans te willen worden, in glans en praclil. Zelts de schild wacht, die mei hel geweer in den arm, in regelmatige passen het dek op en neer liep, leunde gedachteloos met den rug tegen den mast en keek met groote oogcu in dc vuur zee, waarin de toovcrstralcn der dagvorst- inuc haar veranderd hadden. Haar onderste rand r.iaklc juist dc oppervlakte van het waler aan, de ronde vuurhol zonk iu dc wa teren, als wilde hij zo met zijn gloed ver loeren. Plotseling schoot een flikkerende bliksemstraal uit ecu der gewolfde scheeps bodems, een zwarte rookwolk steeg op, sneller dan liet oog het opstijgen kon v gen. rolde er een gerommel over de opper vlakte der zee, welke dc vensters van dc na- bijliggcndc huizen deed rammelen. In een oogenblik was liet gelicclc tooneel vera.iderd. Er werden stemmen gehoord, die uit het ruim van hel schip kwamen, geweren klik klakten, vlugge schreden naderden, en reeds sloeg de tamboer den roHcl, welke de man schap op dek onder de wapens riep. üecn twee minuten later of het dek wemelde van soldaten, de schildwacht stond stil en presenteerde hel geweer voor den voorbij- goanden Officier; lil lange rijen stonden de manschappen geschaard en wachtten a bevelen hunner oversten voorden komenden nacht. Deze waren spoedig gegeven, en klonk hel: „Voor waar Is, mnrschl Alleman onder dekl" een bevel, dat wellicht door en kelen nog sneller opgevolgd dan gegeven Enkele uogcnhlikkcn later, toen dit leven verstorven was, en dc opgeschrikte meeuwen weder kalm over de masten naar hun n verblijf vlogen, werd aan boord van het fregat „Maria Magdalcna" een sloep door acht krachtige armen gestreken, die in een oogwenk de hout klaar maakten ten afvaart. Een der matrozen, die cr mede bezig waren, King r net n groet In de kajuit van den kapitein en meld de hem, dat alles ter afvaart gereed was. Terstond stond laatstgenoemde op van de canapé, waarop hij gezeten had, voegde ccnigc papieren bijeen, welke verspreid voor hem lagen, cu besteeg met zekeren tred de trap, welke naar 't dek leidde. Groetend ging hij naar den eersten luitenant, die zich met den hoogbootsman onderhield, gaf hem en kele korte bevelen gedurende zijn afwezig heid en.snelde dan gemakkelijk den zwaai- enden touwladder af in dc boot, welke hem wachtte. Een blik heval den matrozen dc roeispanen in beweging te brengen. Door de gelijkmatige slagen voortgestuwd vloog de boot, licht als een veer naar den oever, waardoor zij door dc hand des kapiteins, die zelf liet stuur gegrepen had, gevoerd werd, Wie er nauwkeurig op gelei had, zou dc richting, welke de boot nam, herkend hebben .aan een teeken, dut van den oever gegeven werd. Daar stonden namelijk op dal oogenblik drie personen, die met zichtbare spanning alles, wat er op dc schepen was voorge vallen, gevolgd waren. Zonder twijfel was een hunner, een dame met ccnigszins lijdende, doch zachte gelaatstrekken, de moeder der beide kinderen, waarvan dc jongste, een lief meisje van bijna tien jaren, met een uitdruk king van blijde verwachting een willen doek zwaaide, terwijl dc ccnigszins ouder uitziende knaap met zijn inuls kringen in dc lucht be schreef. Dc oogen van alle drie waren op de boot gericht, die vlug nndcrdc. Beide kinderen gaven daarover huil blijdschap tc kennen in luide uitroepen, terwijl hun moeder elke beweging met stille opmerkzaamheid gadesloeg. „Hij is liet, vader komt, hij brengt ons wat mee, verblijd u mei ons. mama I" riepen bei den om beurt, cu het meisje ging naar haar moeder en omhelsde haar. „Ja, hij is het, kinderen," sprak deze, en een lichte zucht ontsnapte hare horst, „uw goede vader komt, als hij ons maar niet weer behoefde te verlaten." „Wij gaan met hein naar 't schip!" riep de knaap vroolijk, „vader moet ons meenemen, hij heett het mij belootd!" „Neen", antwoordde het meisje, „ik blijf hier, ik ben bang voor dc golven en den slorm. en moeder ook, nielwaar, lieve mama?" „Stil," zei haar broertje, „je weet er niets van, doch daar komt vader zelf, dien zullen wij het vragen I" Op dit oogenblik maakte dc aankomst der sloep een einde aanhef gesnap der kinderen. Zij liepen naar liet stiand, waar zij landde en hingen aan hun vader, die belde kinderen tecdcr zoende en met hen naar zijn wachtende cchtgenoote ging. „Maar Tisdalc", sprak zij met zacht ver- verwijl, nadat de eerste vreugde van 'I weer zien wal voorbij was, „licht gij ons dan ge heel vergeten? Al acht dagen lang komen wij hier dagelijks aan 'I strand en hebhen ons baast de oogen uitgekeken naar u, en toch kwaamt gij maar niet. En dan de storm van den vorigen nacht wij waren zeer bezorgd over u en ik lieli niet Johanna bij na geen oog gesloten." „Arme vrouw, arm kind," antwoordde de kapitein op deelncnienden toon, lerwijl bij de hand zijner echfgcnoole drukte en het kind een kus op het voorhoofd gaf. „ik heb 't wel gedacht Ik zag u vanaf mijn schip, maar kon niet bij u komen, en ook vandaag kan ik niet blijven, want Hier lieten de kinderen echter hun vader niet uitspreken, wat hij zeggen wilde; beiden omhelsden hem liefkozend en verzochten hem toch tc blijven. Hij weerde lachend doch met tccdcrhcid hen af, en sprak: „Ik zie wel. dat het goed is, als ik blijven kan, jullie springen te veel uil den band en it gij u rpliClit zijt. Maar li hij zich tot zijn cchtgenoolc, die, zonder mee Ie doen aan dc tccdcrhcid der kinderen, naast hem stond, „cr blijft ons van avond nog tijd genoeg over. om daarover Ie pralen. Laten wij gaan, ik verlang nog eens weer een avond kalm in uw midden te slijten, en als God 't wil, zal dc hemel geen streep door deze rekening trekken!" Dc blik van den kapitein sloeg bij deze woorden onderzoekend den horizon gade, waar echter geen teeken te zien was van verandering van weer. In donkeren glans lag daar de zeeeen plcchlig zwijgen lieerschte „Men kan om dezen tijd van 't jaar nooit zeker zijn.," zei dc kapitein, terwijl hij zijn eclitgcnootc den arm bood en met de zijnen

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1909 | | pagina 1