Katholiek Nieuws» en Advertentieblad
No. 47.
Zaterdag 19 Februari 1910.
Drie en twintigste Jaargang.
DE EEIBIDE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per postf 0.40
Afzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Bezuiniging.
Het algemeen gevoelen, dat bezui
niging in het huishouden van Staat
dringend noodig is, doet zich steeds
luider hoorcn, nu de staatslasten voort
durend verzwaard worden. Ook in de
Tweede Kamer wordt daarop steeds
krachtiger aangedrongen, omdat van
de Regeering op de eerste plaats be
zuiniging moet uitgaan.
Daarover schreef het Kamerlid Dr.
VV. H. Nolens in de N. V. Ct. het
volgende
„Financieele beschouwingen over
dc Staatsbegrooting kunnen pessimis
tisch of optimistisch zijn; zij kunnen
het beleid der Regeering prijzen of
laken, goed- oi afkeurenmeestal kan
men er zoowel hef eene als het an
dere clemciil in vinden.
Waf er echter zelden of nooit aan
ontbreken zal, dat is een betoog, dat
zuinigheid in het huishouden van den
Staat dringend noodig is en een aan
sporing tot bezuiniging in 't algemeen
Beide Kamers en al hare leden zijn
liet in dit opzicht meestal roerend eens.
Ook in de Eerste Kamer bestonder
dit jaar omtrent den financieelen toe
stand verschil van gevoelen. Naar soni-
miger meening was die toestand be
denkelijk en zorgwekkend. Naar an-
derer oordeel was het niet noodig dien
toestand zoo donker in te zien.
Maar vrij algemeen was men er van
gevoelen .dat er bezuinigd behoort
te worden, om de uitgaven te vermin
deren en lot een lager eindcijfer der
bcgrooting te konten."
Die eenstemmigheid houdt echter
op als de vraag gesteld wordtwaarop
zal bezuinigd moeten worden?
Indien in de Kamers een motie kon
worden voorgesteld, waarbij deze zicli
verklaarden voor bezuiniging, waarbij
de Regeering werd uitgenoodigd de
zuinigheid te betrachten, zou zoodanig
voorstel op zich zelf allicht geen be
strijding vinden, en met nlgemecne
stemmen worden aangenomen.
En men mag ook wel aannemen,
dat als in den Ministerraad, wat denk
baar is, bezuiniging ter sprake komt,
geen lid van welk kabinet dan ook,
zich daartegen zal verklaren.
Geheel anders staan de zaken als
gevraagd wordt: waarop zal dan be
zuinigd worden?
Dan is het in de Kamers, en ver
moedelijk ook in een Ministerraad, uit
met de eenstemmigheid.
De Memorie van Antwoord np de
algemeene Beschouwingen der Eerste
Kamer over de Staatsbegrooting voor
1910 zegt dan ook terecht: „Bezuini
ging is echter gemakkelijk in het alge
meen gevraagd, doch niet gemakkelijk
in détails toe te passen."
De Min. van Fin. wees er bij de
openbare behandeling op, dat de Eerste
Kamer daarvan, wat haar betreft, een
afdoend bewijs levert. Zij dringt in
haar vnorloopig verslag aan op be
zuiniging, maar tegelijkertijd vraagt ze
verschillende hoogere uitgaven: „Tel
kens", zoo de Minister van Financiën,
„vraagt deze Kamer wat nieuws en
vraagt zij speciaal nieuwe uitgaven
voor een doel, dat bij de algemeene
heschouwingen over iioofdstuk I werd
afgekeurd. Daar wordt gezegdStel
geen nieuwe ambtenaren aan en geef
hoogere tractementen, maar bij het
zelfde hoofdstuk 1 lees ik reeds, dal
men vraagt traetementen voor gegra
dueerde ambtenaren. Bij hoofdstuk III
vraagt men hoogere traetementen voor
diplomaten en kanseliers; bij hoofdstuk
IV hoogere tractementen voor rechters
en marechaussees; bij hoofdstuk V
hoogere tractementen voor dc Com
missarissen der Koningin; bij hoofd
stuk VII B hoogere tractementen voor
landmetersbij hoofdstuk XIII hoogere
tractementen voor de officieren, vooral
voor de lagere rangen."
Het is begrijpelijk, dat de Minister
met eenig „leedvermaak" op deze in
consequentie den vinger legde.
Maar ook hier geldt: „Vragen slaat
vrij, en weigeren daarbij."
Bezuiniging kan alleen uitgaan van
de Regeering.
De ervaring bewijst, en hiet alleen
dit jaar. dat de Kamers prijsstelien op
bezuiniging in het algemeen, maar als
ze in bijzonderheden inoet worden
toegepast, cr niet zoo goed voor te
vinden zijn.
Maar de Regeering en met name
de Minister van Financiën, behoeft
geen bezuinigingsvoorstellen van de
Kamers af te wachten. Wat eenmaal
op de ontwerp-bcgrooting staat gaat
er zelden af op voorstel van de Tweede
Kamer. De posten worden zelden of
nooit aanmerkelijk verlaagd. En de
Eerste Kamer zou om te bezuinigen
moeten beginnen inet het verwerpen
van een heel hoofdstuk.
Als cr van bezuiniging iets komen
zal. dan moet het komen van de zijde
der Regeering.
En wel kan dit op tweeërlei wijze.
Vooreerst door hei vermijden van
nieuwe uitgaven, die niet dringend noo
dig zijn.
En ten tweede door wat noodig is.
zoo spaarzaam mogelijk te laten uit
voeren. Ondenkbaar is het niet. dat bij
de uitvoering van een ruim geraamd
werk de meening ingang vindt, dat,
wat op de begrooting* staat ook uit
gegeven inoet worden.
Zal er van bezuiniging iets terecht
komen, dan is het noodig, dut de Re
geering meer rekening houde inet den
algemecnen wenscli der geheele Kamei
naar bezuiniging, dan niet den speci-
alen aandrang van enkele, vele verschil'
lende, sommige enz. leden bij de
hoofdstukken en hare afdeelingen.
BUITENLAND.
Calabrië. zoowel de groot als de klein
seminaries zullen alle tot één groot
en één klein seminarie voreenigd worden.
Het klein seminarie zal komen onder
leidingvan paters Jesuiëten, terwijl van
het groot seminarie de leiding zal ge-
n worden aan de missionarissen
hel H. Hart, dezelfde orde, die ook
hier te lande te Tilburg haar missiehuis
heeft. Beide seminaries zullen ge
matigd worden te Castanzaro.
Mgr. Heylen, bisschop van Namen,
is j.l. Dinsdag met de kanunniken Rous
seau en Tharcisius, in Rome aange
komen. De bisschop zal den H. Vader
verslag uitbrengen van zijn jongste
reis naar Canada en tevens Zijn
Heiligheid verzoeken den kardinaal aan
re wijzen, die Item zal vertegenwoor
digen op het Eucharistisch Congres,
dat in September van dit jaar te Montreal
in Canada zal gehouden worden.
lil liet vorig nummer deelden wij
het aftreden mede van hel liberale
kabinet-Morel en de samenstelling van
het kabinet Canalejas. Dit aftreden
schijnt evenwel niel zoo kalm en poli
lick-onbewogen in zijn werk te zijn
gegaan als de berichten uit Madrid zou
den doen gelooven.
Moret heeft nu ill. in de „Imparcial"
een schrijven gepubliceerd, gericht aan
den alcaide van Madrid. Aguilera, waarin
hij zijn heftigeveroniwaardigingovcrhet
ontstaan en verloop van den crisis uil-
spreekt. Hij heeft het er in over het
verraad zijner partijgenooten en de on
dankbaarheid van de kroon, die aan
intriganten de voorkeur gegeven heeft
boven mannen vol toewijding.
Dat alles zal hem echter aansporen
de vaan van het liberalisme krachtiger
dan ooit hoog te houden.
Hel stuk moet in Mndiid nog al
opzien verwekt hebben, naar de tele
grammen van daar tenminste melden.
In sommige kringen ziet men in den
brief een vaarwel aan de monarchie
en spreekt men van een historisch
document.
lil Rusland is men ernstig van plan
de vloot uit te breiden door instelling
van een luchtvloot. Althans Reuter
meldt, dat in een Maandag gehouden
algemeene vergadering van hel comité
lot versterking van de Russische vloot,
door vrijwillige bijdragen, werd beslo-
<m het overschot der bijeengeza-
melde gelden, ten bedrage van 900.000
roebel, voor de oprichting van een
luchtvloot aan te wenden en den Tsaar
toestemming te vragen om niet hetzelfde
doel over geheel Rusland een bijeen-
zameling te houden. Het comité heeft
een afdeeliug luchtvloot gesticht, waar
van grootvorst Alexander Michaelowitsj
voorzitter is.
Volgens de „Neni Gazette" heeft de
Forte op haar verzoek om inlichtingen
omtrent de berichten over de Oosten-
rijkseh-Russisehe toenadering van Rus
land een antwoord ontvangen, waarin
de Russische Regeering verzekert, dat
deze toenadering gunstig is voor
Turkije en tot hoofddoel heeft den
status quo op den Balkan te handhaven.
Rusland zegt verder, dal. indien een
bond van balkan-staten gevormd
werd. Turkije met de leiding zou belast
worden.
FRANKRIJK.
Weder is er een aanslag gepleegd
op het bijzonder onderwijs. Hel door
minister Dnumergtic ingediende wets
ontwerp op hel onderwijs heeft er
allen schijn van, dat men meent het
bijzonder onderwijs in Frankrijk zoo
maar te kunnen opheffen.
Dit wetsontwerp is een aanranding op
de vrijheid van onderwijs en heeft tot
doel de monopolisecring van het Open
baar Onderwijs. Het is een voortgaan
van de regeering »p haar eenmaal in
geslagen weg. Allerlei beperkende, be
klemmende en tyrannieke bepalingen
komen in het ontwerp voor, of liever,
het bestaat uit niets anders.
Onderwijzers en leerboeken komen
onder streng Staatstoczieht. De onder
wijzers moeten diploma's en certificaten
overleggen, waarbij natuurlijk ook eeu
bewijs, dal zij niet tot ccnigc in Frank
rijk verboden congregatie belmoren.
Van de leerboeken zullen zij twee
exemplaren ter inzage moeten zenden,
opdat het openhaar schooltoezicht alle
schoolboeken kunne weren, waar maar
iets ill voorkomt, dat aan de vrijheids
mannen hinderlijk is.
De Fransche katholieke bladen pro
testeeren dan ook heftig tegen dit
ontwerp. De Univers noemt een even-
tueele aanneming dezer wet, der
regeering een prachtig werktuig in
handen gegeven om liet onderwijs
geheel aan haar over te laveren.
FEUILLETON.
Na den storm.
17) Vol spanning gingen de kinderen naar
hun moeder, die den brief snel opende en
den inhoud met bezorgden blik las.
„Goddank!" riep zij uit, „vader maakt het
goed, en schijnt kalmer dan ik. Wet schrijft
hij niet, waarheen de tocht is, doch als
zijn hoop in vervulling gaal, zal hij spoedig
tot ons tcrugkecren."
„God geve het." liet Johanna er op volgen,
terwijl zij zich dichter tegen haar moeder
aandrong, „opdat li, moedertje, gauw weer
een blijdcr gelaat toont, en wij dezen jongen
waaghals tot dc orde roepen! Het was mij
erg bang te moede, sedert vader van huis is.
alsof ons iets onthraknu echter ben ik weer
vroolijk, en Rij ook. niet waar, moedertje?"
„Ja, kinderen," antwoordde deze. „ik moet
't bekennen, er is mij een steen van het hart
gevallenwel ben ik nog niel geheel gerust
gesteld, maar ik begin toch weer te hopen.
Wat moet cr van u worden, kinderen, als
vader ons steeds verlaat? Ik zelf gevoel mij
Ie zwak u verder in alles te onderwijzen,
vooral als gij, Willem, 't mij zoo lastig maakt.
Ik begrijp, dat wij voor u een onderwijzer
moeten hebben, of vader inochl dat zelf wil
len doen."
„Neen, geen ander onderricht dan van u.
moeder," antwoordde Johanna, „tenminste
voor mij niel. U zelf zegt immers, dal een
goede huisvrouw minder ontwikkeld bchoclt
te zijn naar geest dan naar gemoed, en gij
zijt de beste leermeesteres voor beide, maar
Willem moet weg. naar buiten, waar dc
mcnsclien verstandiger zijn. anders vaart hij
nog eens heelemaa! weg."
„Ik moei hel ook altijd zijn!" riep de knaap
kwaad uit, „je wilt altijd den baas over mij
speten. Neen. moeder behoort mij even goed
als u. daarom blijf ik hier!"
„Zie nu eens, lieve moeder." sprak Johanna
lachend, „hue hij doet alsof hem nu opeens
zooveel aan u gelegen is, terwijl hij pas van
u is weggcloopcn en over niets anders denkt
dan dc zee. Ik ben werkelijk boos op hemt"
„Sti!, kinderensprak hun moeder, „laten
wij den hemel danken, dat wij wat van vader
gehoord hebben, en Hem bidden, dat hij spoe
dig tot ons terugkeert. Dan zal liij eiken twist
wel beslechten. Gij, Johanna, moet mij verder
in 't huishouden behulpzaam zijn. en Willem
moet met meer ijver stndeeren. zoodat hij
vader hij zijn terugkomst verrast en eens
„Ja. dat wil ik!" riep Willem verheugd uit
en sloeg aanstonds zijn hoek weer open. „als
u mij dan ook maar belooft, dat ik naar zee
mag, om in vaders voetspoor te treden."
Elk ging tin weer aan 'l werk: men zag
aan deu verhoogden ijver en dc vroolijke
blikken der huisgenooten, dat hun iets plel-
zicrigs overkomen was.
Weken gingen cr voorbij voor de kapitein
weet iets van zich liet hoorcn. Zijn cchtgc-
lootr I
J zijn c<
woord en die aan den kapitein van een achter
gebleven schip ter hand gesteld er was echter
geen antwoord op gevolgd. Bange zorg ver
vulde langzamerhand weer dc ziel der moe
der. welke hare kinderen door hun scherts
tevergeefs trachtten te verdrijven. Nog werd
die verhoogd door 'I naderen van 'I ruwe
jaargetijde. Uit 't noorden kwanten de on
welkome boden van den winter, de witte
sneeuwvlokken, welke in bonte mengeling
door de lucht dwarrelden. De zee zag er
donker en somber uit; met geweldig bruisen
braken haar golven tegen dc kust, als de
storm ze voortjoeg. Dikwijls hoorde men in
dc verte haar geloei en zag donkere massa's
met witgekuifde randen, als legertrocpen. die
tot den storm overgaan. Vooral in den nacht,
die voor deu schipper zoo noodlottig werd.
bereikten de golven ecu ontzettende hoogte
en brulden zon luid, dat dc bewoners van
t landhuisje in hun rust gestoord werden.
Willem ging naar buiten en werd, voor hij
er erg in had. door den luciendcn storm,
legen den grond geworpenzijn moeder zat
met zijn zuster thuis en bad voor de nood
lijdenden. De kracht van storm en golven
was zoo groot, dat verscheidene schepen, in
de haven liggend van bun ankers werden
losgeslagen en aan de kust vergingen. Het
hulpgeroep der schipbreukelingen klonk on
heilspellend door den donkeren nachtslechts
nu en dan flikkerde een bliksemstraal in dc
verte en een dof gerommel volgdeerop.dat
aanstonds in het gehuil van den storm weg
stierf. Dil bewees, dat ook in volle zee
en had hij a
gericht.
Het strand was met wrakhout bedekt, tijl
spoelden aan; nog steeds wierp de zee va
werpen op dc kust. welke hem ten buit
vallen waren. De vaartuigen, die in den h
van den dag de haven binnenvielen, wa
ldhiei
in dc m
de boegsp
manning blijde, dat zij ontsnapt waren aan
de woedende golven.
Willem speelde, zooals van /elf spreekt,
bij dil alles een hoofdrol. Nadat hij dc pan
nen. die door den storm van het dak geslingerd
waren, hijeen gezocht en weer bevestigd had.
mengde hij zich onder het scheepsvolk en
hielp de gestrande voorwerpen bergen. Daar
bij was hij een der grootste waaghalzen. Tot
aan de borst waadde hij in zee en lette niet
op i gevaar op de klippen verpletterd Ic
worden. Zoo gauw de schuimende golf tegen
deu oever was uiteengespat, snelde hij toe
en greep het drijvende voorwerp. Daarna
stond hij temidden der schepelingen, die dc
verschrikkingen van den storm in de leven
digste kleuren schilderden. Ecnlgen hunner
beweerden, dal zij de viool gezien hadden, die
te Varna voor anker gegaan was, doch wistci
niets naders over dc andere schepen. Teretoni
snelde Willem naar huis, om moeder cn zuster
van 't een en ander op de hoogte tc brengen
weldra echter was hij weer verdwenen.
De volgende dagen gingen voorbij, zonder
dat de huisgenooten van den kapitein redenen
hadden voor nicer bezorgdheid of hoop. Moe
der en dochter waren stil alsol zij bang wa
ren, hun kommer tc uiten: ook Willem stu
deerde ijverig, daar er voor hem aan zee niets
meer te doen was. Het geweid van den storm
was gebroken, de zee had uitgewoed. Een
zoel als in 't voorjaar. Er kwamen slechts
weinig schepen binnen, welke geen bijzonder
nieuws meldden.
Blijde verrassing vertoonde zich dan ook
in hun trekken, toen zij op zekeren morgen
de masten zagen van een aankomend oor
logsschip. Willem herkende het schip terstond
cn noemde deu naam ervan. Johanna sprong
gesneld, terwijl een straal van hoop haar
droeve trekken verlichtte. Nil nam Willem
den verrekijker en tuurde lang naar hel ver
wijderde punt.
„De storm heeft hem Icelijk te pakken ge
had!" zei hij. „dc fokkemast staat niet meer
en dc bozaansmast is half afgebroken. Toch
zeilen zij goed voor den wind en kunnen in
een uur hier zijn. Ik ga er gauw heen
sprak hij. en was de deur al uil voor moe
der en zuster hel bemerkten.
„Kom. moeder," zei Johanna, „laten wij er
ook heen gaan en zien. of Willem zich niet
vergist heeft!" Beiden volgen nu den knaap,
die zijn hooi al had klaar gemankt on juist
afvoer, toen zij naderden.
„Daar vaart dc wilde jongen al heen!"