Katholiek Nieuws» en Advertentieblad No. 10. Eerste Blad. Zaterdag 8 Juni 1912. Zes en twintigste Jaargang. DE EERIODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Biaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniglng De Eembode. Abonnement»? Franco per post Afzonderlijke nummers Etinttnliiiadsieikittini in district III Onze lezers worden dringend uitge- nuodiyd met alle gepaste middelen te bevorderen de verkiezing van den lieer W. KLEBER. candidaat der Roomsch-Katholieke-. Anti-rev.- en Chr. Hist. Kiesvereni gingen. BELGIË. Zegepraal der Katholieken. Zondag hebben in Belgiü de ver kiezingen plaats gehad voor de Kamer. Dat 't er zou spannen, wisten we reeds uit de stembusactie, welke door de Katholieken eenerzijds en de ver- cenigde liberalen, radicale en socia listische, „blatiw-roude" fracties an derzijds krachtig was ter hand genomen. Beide partijen eischten voor zich de overwinning op. Acht en twintig jaren lang was de Katholieke partij, regeeringspartij, nu moest ze vallenWeg met de priester- regeering en de kloosterhecrschappij.dat was de leuze, tegelijkertijd spook beeld en boeman, waarmede alles wat anticlericaal heette, moest opgehitst worden om aan de regeering der Katholieken, dat volk van minder allooi, een einde te maken. Door de bïauw-rooie mannen werden dan ook geen middel ontzien, hoe oneerlijk, laag. Lieleedigend en las terend ook. Het begon al eenige maan den geleden met een afschuwelijke lastercampagne tegen de Katholieke missionarissen in den Congo, waar tegen heel weldenkend België krachtig protesteerde, maar nu in de laatste dagen vierde het volslagen anarchisme zijne triumien en de deftige liberale Iteeren speelden mei de schamele ronde broeders „frère et compagnon" tot in liet triviaalste, ter wille van eene meerderheid, welke dan ook, mits maar niet Roomsch. liet doel heiligt de middelen bij die Iteeren, vandaar moord gelijk bij deauto- bandieten van het type-Bonnot en Cie plundering van Kerken en poging tot brandstichten; vandaar verstoren van Katholieke vergaderingen, bombardee- ren van ruiten, beleedigen, bescheiden van de eerzaamste burgers als de meest banale straatjongen, en dat alles in naam van de hooggeroemde vrij heid waarlijk een scnoon beeld van I 0.40 f 0.05 den lang verwachten toekomststaat. Schitterend heeft de Katholieke staatspartij zich gehandhaafdniet in het minst gehavend, maar met een verpletterende meerderheid is zij uit liet strijdperk getreden. De samen stelling van de oude Kamer was aldus: 86 Katholieken, 45 liberalen, 34 so cialisten en 1 Christen-democraat. De meerderheid der Katholieken bedroeg dus 6 of 7 alnaar men de Christen democraat bij rechts telde of niet. Daarbij kwamen nu een twintigtal nieuwe zetels, noodig geworden door den aanwas der bevolking. Bij deze ver kiezing kwamen er daarvan tien aan de Katholieken, zoodat dit geene verande ring bracht in den stand der partijen. De Katholieken wonnen bovendien in vijl oude districten op de liberalen en verloren een zetel aan de Socialisten, zoodat zij in het geiteel vier zetels wonnen en daardoor eene voldoende meerderheid verwierven. De rechtsche meerderheid staat nu sterker dan ooit te voren. De liberalen zijn de kinderen van de rekening, zij verloren aan de socialisten nog vier zetels. Over geheel België zijn de Katholieken in stemraen- tal vooruitgegaan; de gehecle linie teekende een krachtig „Roomsch voor uit". De uitslag is voor de Katholieken ongemeen schitterend geweest en daar door is gelukkig het voortbestaan van de Katholieke regcering door de uit spraak van het land schitterend beves tigd en bestendigd. „Het clericalistne is gedoemd uit de centra der beschaving te verdwijnen" orakelde eens een libe raal blaadje en dat het er maar op los profeteerde, heeft men 't reeds lang aan z'n verstand trachten te brengen. België, een roomsch land met onge ëvenaarde ontwikkeling en beschaving zal dat nog eens probeeren. Toen de Katholieken in '84 aan hef bewind kwamen zag liet er met de Belgische financiën treurig uit; thans staan ze gunstiger dan ooit, ofschoon geen nieuwe belastingen zijn geheven. Buitendien heeft de Regeering zich zeer vrijgevig getoond, waar het gold maat schappelijke werken te steunen vooral onder het opzicht van werkmanspen sioenen. De belastingen zijn minder dan vóór 1884, de uitgaven aanzienlijk ver meerderd en toch schiet er geld over in plaats van een te kort, Onder het liberaal bestuur was het voortdurend geld leenen, wat de klok sloeg, in 1884 bedroeg de handel nog geen 3 milliard, thans is dit cijfer gestegen tot de voor een klein land kolossale hoogte van 6'/, milliard. Ook is de Prfja dar Advartantlën Van t tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meeri 0.05 de liefde van zulke leiders voor het volk kennen: Apenliefde! BUITENLAND. Uit het Vaticaan. Zondag vierde Z. H. Paus Pius X zijn 77sten verjaardag. Ter gelegenheid van 's Pausen ver jaardag speelden de pauselijke muziek korpsen. De Paus ontving slechts zijn naaste omgeving, die hem geluk- wenschen aanbood. Talrijke telegram men van gelukwensch, van souverei- nen en bekende peisonen, werden op 't Vaticaan ontvangen- Moge God den H. Vader nog een reeks van jaren sparen tot heil der Kerk. België. Zondag was het voor België een beslissende dag. Zou het katholieke bewind, dat sedert acht en twintig jaren den bloei en de welvaart van het land verze kerd en de godsdienstige vrijheid hooggehouden heeft, worden besten digd, - of zou het land overgeleverd worden aan de willekeur en de on vrijheid van een liberaal-socialistisch bloc V Gelukkigde katholieken hebben gezegepraald. Het is een dankzegging waard. Wie weet wat jammer het li berale bewind vóór 1884 heelt aan gericht. kan zich voorstellen tot welke buitensporigheden een liberaal-socia listische regeering, heet op macht en belust op weerwraak, zou zijn over- 8 De' ze.delijke en stoffelijke welvaart van België en de vrijheid zijn thans weer verzekerd, de vrijheid ook, want er Zijn inderdaad geen grooter tirannen dan de vrijheids-mannen. De liberalen en de socialisten, broederlijk vergetend alles wat hen scheidt, alleen één in anticlericalisme, in haat tegen de katholieke regeering, zouden thans die regeering omver werpen. Maanden lang hebben zij 't uitgebazuind, zij waren zeker van hun overwinning. 't Viel anders uit. De Katholieken wier meerderheid in de ontbonden Kamer slonk tot 6, hebben 't er weer bovenopgehaald en zijn thans krachtig genoeg om hun politiek door te zetten. Allereerst zal het onderwijsvraag stuk worden opgelost. Frankrijk trok dezer dagen ongemeen de aan dacht van ons, Hollanders. Onze Koningin en prins Hendrik waren bij de Franschen te gast en het moet ge zegd worden: de ontvangst was vor stelijk. De Parijzenaars hebben de Koningin en den Prins uitbundig toe gejuicht en in de Fransche"couranlen werd uiting gegeven aan de groote ingenomenheid met de Hollandsche natie en haar vorstelijk huis. Ook de Hollanders, in Frankrijk toevend, werden in de gelegenheid gestelde hunne opwachting te maken. 't Werd een druk bezochte receptie. Meer dan 200 personen, schrijft de correspondent van De Tijd, defileerden voor H. M„ waaronder verscheiden consuls in Fransche steden. Henri Albers, Jos. Hollmann, Nederlandsche journalisten enz. Tot de bezoekers behoorde o.m. de WelEerw. Heer Pierre Kamerbeek, lid van de Congre gatie der Lazaristen. Daar vele Hollanders in de vier wcrelddeelen als missionaris van den H. Vincentius (Lazaristen), werkzaam zijn, meende hij, als provisor van het moederhuis, een bewijs van verknocht heid te moeten geven aan onze ge ëerbiedigde Koningin. Hij verscheen warte toog (gelijk atle geestelijken te wereldstad), een steek onder den voor H. M. de Koningin, die met hem vroeg ot hij Neder „Limburger uit Venloo, Majesteit, en missionaris van den H. Vincentius a Paulo" was zijn antwoord. „Ik bied U de eerbiedige groeten aan namens Pater Superior. Na 10 jaar in Abys- sinië werkzaam te zijn geweest, ben ik thans in Parijs." Alle bezoekers gewaagden ingeno men van Harcr Majesteits vriendelijk en minzaam optreden. Door president Fallières is aan de Koningin een kostbare schrijn met ju- weelen aangeboden. Op het deksel zijn in email de wapens der elt pro vinciën aangebracht, versierd door een decoratie van oranjeappelen in goud. Aan Prins Hendrik werd een kost baar stel jachtgeweren ten geschenke aangeboden. Voor 't vertrek waren de gasten van een militair schouwspel getuige. De troepen defileerden. 30.000 man. Er gingen geen vliegmachines op met het oog op het ongunstige weer. Rusland. Het Russische ondersteuningscomité te Londen heeft een verslag openbaar FEUILLETON. De verloren Dochter. 35) „Nooit zal ik dien aanblik vergetenNog hield de graat hel afgevuurde wapen in de hand; hel hoofd der gravin rustte legen zijn schouder. Een lachje speelde om haar lippen. Wij legden de dooden en de gewonden in den reiswagen, en keerden langs dcnzelfden weg terug, welken wij gekomen waren." Met een uitdrukking van diepe smart had Felseck geluisterd. „Maar waar bleven 'I kind mijns broeders en haar dienstmaagd," vroeg hij. „Ik heb noch van een kind, noch van een dienstmaagd iets gehoord ot gezien. Weet K'i wel zeker, dat de graaf zijn kind bij zich had ..Hue zou ik dat kunnen weten V Ik vond ""It niemand, die mij daarover inlichtingen '«u kunnen govui. De officier die de ruiters Mnvucrdc, sneuvelde in een der eerstvolgende üevechtende gewonde dienaar, de huisinces- mijns broeders, herstelde tegen verwach- hng, doelt is verdwenen. Nu hoopte Ik op u, doch met wal ik van u Itoordo, is ook die huop verdwenen." ••Qaarne had ik u hclcre Inlichtingen ver fhall; ka,, jk u misschien nog In anderop- 'khl van dienst zijn „Nog een wensch heb ik. Ik zou namelijk gaarne nog eens de plaats willen zien, waar mijn ongelukkige broeder den dood heeft gevonden. Kunt en wilt gij mij daarheen vergezellen?" „Zeker, de plaats vind ik stellig terug." „Ik neem uw toezegging in dank aan. Doch zeg mij, graaf Rottnach;" zoo wendde graaf Felseck zich tol dezen, „hebt gij in deze streek niet uitgestrekte bezittingen Ik heb daarvan gehoord." „ja, groole bosschen met een klein, oud huis. waarin een trouw, oud dienaar rent meester is." „Zon die misschien ook iets naders er van welen „Ik geloof 't niet," antwoordde Rottnach. „Stosscr zou het ntij zeker gezegd hebben, •t Beste zal zijn 't hem zelf te vragen. Rijdt naar 't Woudltuis, graaf Felseck, en due. alsof gij daar thuis zijl. ülj zult echter voor lief moeien nemen, wal Alban kan voorzetten." Alhan zag den graat vragend aan. Hij vroeg dan ook: „Vader, is 't u ernst, dat ik naar't Woudltuis ga?" Zeker, een Rotlnacli heelt vertrouwen in een Rottnach." Zij schudden elkaar krachtig de hand. vader en zoon hadden elkaar begrepen. Den volgenden ochtend vertrokken graaf Felseck en Alban, vergezeld door een aantal bedienden, naar 'I Woudltuis. berst wilden zij naar de plaats op den Iteitweg gaan, waar toestand van den landhnvw aanmer kelijk verbeterd. België het kleine landje, nauwelijks zichtbaar up de landkaart bezit 60,000 kilomeiers wegen en legt op handels gebied eene bedrijvigheid aan den dag Imaal zoo groot als Engeland, 3 maal zoo groot als Frankrijk en Duitsch- land, 8 maal zooveel als de vereenigde staten van Amerika. En dat alles is tot stand gebracht door de Katholieke partij, waarvan men vroeger zeide, dat zij zich niet bekommerde om de be langen van de maatschappij. De be volking is verdubbeld en zal weldra 7'j millioen bereiken. De anticlericaal Picard, oud Senator, noemt de wet geving van het land verstandig, ge matigd, langzaam en zeker voortschrij dend zonder de schokken, welke waar genomen worden bij volkeren, die in eens en met geweld uit misstanden willen opstaan. Een Franschman. de heer Charriant, eveneens een anti-cle- ricaal, zegt in zijn boek „LaBelgique moderne"„Het is zeker dat er geen land op de wereld is, waar binnen zulke enge grenzen zulk een activiteit en zulk een initiatief wordt gevonden. De Belgische natie is langzamerhand aan de spits gekomen, wat betreft den vooruitgang van sociale idéés en dit land is vooral interessant om zijn volhardenden welbercdencerden voor uitgang." Ziedaar het oordeel over en de toe stand van het land, dat door de Ka tholieken tiu bijna 28 jaren wordt be stuurd. Wij noemden deze feiten met nadruk om duidelijk aan te toonen dat een Katholiek dompersbestuur(?) zooals dat „van zekere zijde" altijd betiteld wordt, een land. een volk kan opvoeren tot ntoreelen en economi- schen welstand en dat men geen God loochenaar, Godsdiensthater, klooster verdelger of logeman behoeft te wezen om een goed financier en een uitste kend econoom te zijn. Ook is mi bewezen hoe men de vaak krankzinnige critiek der anticle- ricale oppositie opdrijft en hoe weinig ernstig men het moet nemen met de groote woorden, die portefeuille-lief hebbers of antlclerlcale propagandisten ten beste geven. Zet nu tegenover dien reusachtigen vooruitgang en ontwikkeling op elk gebied in België door den stoeren en volhardenden arbeid der Katholieken de afschuwelijke agitatie van de Kar- telisten: liberalen en socialisten (werk- staken, moorden, kerken plunderen en brandstichten enz. enz.) nu zij den strijd verloren hebben, dan leerf ge de aanval der roovers had plaals gegrepen. Alban herkende ze aan een eigenaardig ge vormde rots, aan den zoom van 'I woud. Diep bewogen zag de graaf de plaats, waar zijn broeder en diens gemalin den dood gevonden hadden onder moordenaarshanden, 't Verlan gen, nu 't lol van hun verdwenen kind te vernemen, werd thans nog sterker in hem. Gezamenlijk sloeg de stoel den weder be gaanbaar gemaakten weg naar 't Woudhuis in, waar zij des avonds aankwamen. Zij troffen de bewoners in groote opgewondenheid aan. Er was iets buitengewoons gebeurd. Den namiddag van den vorigcu dag was Irmi teruggekomen uit 't hoschdorp, welks bewoners haar allen hoogaehlten, om haar goedheid en milddadigheid. Wolf was bij haar. haar onafscheldclijkcn gezel; wel was hij veel verouderd en sprong niet zoo levenslustig om haar heen als eertijds, doch liep rustig aan haar zijde. Reeds had de herfst zijn kleurrijke tinten op boom en struik gestrooid, als wilde hij hen troosten voor 't aanstaande verliet van hun bladertooi. Een herfstige stemming hccrschte in geheel de natuur. Daarover be kommerde "t jonge meisje zich echter weinig. Scheen haar toe, dat de gcheelc wereld in lentepracht schitterde. Zij had namelijk in haar gordcltasjc Albans brief, waarin hij haar opnieuw zijn trouw verzekerde. Wel stond er levens in, dat zijn vader hem een jaar proef oplegde, doch wal zou dat Elke dag, welken zij doorleefde, bracht haar nader lot 't eind van dat proeljaar. 't Eind ervan kwam zeker, en danja. wat er dan gebeuren zou wist Irnti zeil niet. Zij was niet ver meer van 't Woudltuis. toen Wolf plotseling begon te blaffener viel een schaduw op den weg, er slond een man voor haar. „Eindelijk?" riep hij haar toe. ,,'k Dacht wel, dat ik de juffer hier zou vinden. Gij hebt ntij lang laten wachten. Ik wacht al eenige dagen op li, ons onderhoud heeft geen getuigen noodig. Gij kent mij toch nog wel Maar al te goed herkende Irmi hem, die honende stem, die valsche trekken. Wat wilde de schelm van haar. Zij wilde langs hem heen snellen, doch hij hield haar tegen. „Langzaam aan, wij hebben tijd in over vloed," zei hij spottend. „Waar is de jonker, uw bruigom? En hoe ben je den dans Ie MUnchen ontsprongen? Zoo, ik beval je dus niet? Welnu, dan zal ik er voor zorgen, dat je ook aan geen man meer behaagt: ik zal je tooien meteen mooi, rood kruisje. Sta maar goed stil dan gaai 't gauw, mijn mes is goed scherp." Hij trok een mes uit den gordel. Sprakeloos, verstijfd van schrik was 't meis je blijven staan. Bij 't flikkeren van 't mes spande zij haar laatste krachten in. „Wolf." riep ze, „help, Woll. mijn trouwe hond!" Tot dan toe had de hond den onbekende brom mend de lauden laten zien, doch sprong nu woedend blaffend tegen hem op. „Ha, ha, hen jij er ook." lachte de ellen deling, „met jou heb ik nog een oude reke ning te vereflenen, en thans ben ik gewapend." Met het mes stiet hij naar 't trouwe dier; huilend stortte Wolf neer, doch liet den aan valler niet los. Irmi was intusschen gevlucht, doch tevergeefs, haar belager was haar weldra weer op zijde. „Zie zoo," schaterlachte hij, „die heeft zijn deel. Eerst 't werlc, dan 't ge noegen. Nu is 't uw heurt." Het meisje was op de knieën gevallen; werktuigelijk drukte zij de handen voor 't gelaat. „Alban. Alban," klonk 't in haar hart. doch geen geluid kwam haar over de lippen. Reeds hiel hij het mes, dat droop van Wolfs bloed op, toen een van toorn trillende stem hem toeriep. „Waag het, schurk, 't meisje aan te raken en je laatste uur heeft geslagen." Het was Gcurge Berk. Hij had het huilen van Wolf gehoord en was uit 't Woudltuis gesneld, om te zien, wat er te doen was. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1912 | | pagina 1